[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nota van wijziging

Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2464 met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering)

Nota van wijziging

Nummer: 2025D26827, datum: 2025-06-11, bijgewerkt: 2025-06-17 08:31, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36678-6).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36678 -6 Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2464 met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering).

Onderdeel van zaak 2025Z00251:

Onderdeel van zaak 2025Z11686:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 678 Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2464 met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering)

Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 11 juni 2025

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In de artikelen IX en X wordt «1 januari 2025» telkens vervangen door «1 januari 2027» en wordt «1 januari 2026» telkens vervangen door «1 januari 2028».

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt tot gedeeltelijke implementatie van Richtlijn (EU) 2025/794 van het Europees Parlement en de Raad van 14 april 2025 tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2022/2464 en (EU) 2024/1760 wat betreft de datums waarop lidstaten bepaalde vereisten inzake duurzaamheidsrapportering en passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven moeten toepassen (hierna: Stop-de-klok-richtlijn). Deze nota betreft enkel de wijziging van de Richtlijn (EU) 2022/2464 met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (hierna: CSRD). De nota van wijziging wordt mede namens de Staatssecretaris Rechtsbescherming ingediend.

De Europese Commissie heeft begin 2025 twee initiatieven gelanceerd in het Omnibus I-pakket die tot doel hebben om de CSRD te vereenvoudigen en de rapporteringsverplichtingen te stroomlijnen. De initiatieven verlichten daarmee de lasten en nalevingskosten voor het bedrijfsleven. Ten eerste heeft de Commissie een richtlijnvoorstel gepresenteerd met inhoudelijke wijzigingen van de CSRD. Daarnaast heeft de Commissie een voorstel gedaan voor de Stop-de-klok-richtlijn. Deze richtlijn is inmiddels vastgesteld en in werking getreden en wordt zoals gezegd in deze nota van wijziging deels geïmplementeerd. Deze richtlijn stelt onder meer de verplichting tot het opstellen van een duurzaamheidsrapportering met twee jaar uit voor ondernemingen die voor het eerst zouden moeten rapporteren over boekjaren die op of na 1 januari 2025 en op of na 1 januari 2026 aanvangen. Dit uitstel voorkomt dat deze ondernemingen eerst een of twee jaar zouden moeten rapporteren, terwijl ze door de inhoudelijke wijzigingen van de CSRD mogelijk over twee jaar niet meer onder de reikwijdte van de CSRD vallen. Bovendien heeft de Commissie aangekondigd de ESRS-standaarden (European Sustainability Reporting Standards; Europese standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving) te willen vereenvoudigen. Het uitstel voorkomt daarmee dat die ondernemingen eerst veel moeite steken in een uitgebreide rapportering, terwijl die na een of twee jaar mogelijk minder omvangrijk hoeft te zijn. Op die manier wordt rechtszekerheid gegeven en duidelijkheid aan het bedrijfsleven verschaft. Ook voorkomt dit dat deze ondernemingen onnodige en vermijdbare kosten moeten maken.

Ten aanzien van voorliggend wetsvoorstel ziet het uitstel op de wijzigingen in de Wet op het financieel toezicht (artikel I), het Burgerlijk Wetboek (artikel IV) en de Wet op de ondernemingsraden (artikel VIII). In verband met de korte implementatietermijn heeft het kabinet in het kader van het BNC-fiche over het Omnibus I-pakket aangekondigd om de implementatie van de Stop-de-klok-richtlijn bij nota van wijziging in het voorliggende wetsvoorstel te verwerken. Ter verdere implementatie van de Stop-de-klok-richtlijn zal op voordracht van de Staatssecretaris Rechtsbescherming ook het ontwerp van het Implementatiebesluit richtlijn duurzaamheidsrapportering worden gewijzigd. Dit ontwerpbesluit hangt momenteel nog voor bij de Eerste Kamer. Daarbij zullen ook de grotendeels technische en redactionele wijzigingen worden meegenomen die zijn aangekondigd in de inleiding bij de beantwoording van de vragen van uw Kamer in het kader van de voorhangprocedure.1 Die gewijzigde versie van het ontwerpbesluit zal nogmaals in het kader van de voorhangprocedure naar uw Kamer en de Eerste Kamer worden gestuurd.

De Stop-de-klok-richtlijn heeft naast uitstel van de CSRD ook betrekking op uitstel van de CSDDD-richtlijn. De implementatie van de CSDDD valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Wijzigingen die voortvloeien uit dit deel van de Stop-de-klok-richtlijn worden opgenomen in het lopende implementatietraject van de CSDDD, via het nog in te dienen voorstel voor de Wet internationaal verantwoord ondernemen (Wivo). Voor het implementatiewetsvoorstel voor de CSRD is de urgentie groot, zodat ervoor is gekozen om deze technische wijziging mee te nemen in deze nota van wijziging. Dat voorkomt dat een afzonderlijke wetgevingsprocedure moet worden doorlopen, terwijl de Stop-de-klok-richtlijn uiterlijk op 31 december 2025 moet zijn geïmplementeerd. Deze aanpak geeft de meeste zekerheid aan het bedrijfsleven dat het uitstel tijdig wordt geregeld.

De Minister van Financiën,
E. Heinen


  1. Kamerstukken II 2024/25 26 485, nr. 447, p. 8–9 en 33.↩︎

OSZAR »