Reactie op verzoek commissie over de petitie ‘Counselors/verloskundigen zijn kwaliteitseisen zat van CLBPS & SPS'
Prenatale screening
Brief regering
Nummer: 2025D28297, datum: 2025-06-17, bijgewerkt: 2025-06-19 12:16, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 29323 -185 Prenatale screening.
Onderdeel van zaak 2025Z12407:
- Indiener: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-06-18 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-07-02 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
29 323 Prenatale screening
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 185 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2025
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij gevraagd een reactie te geven op de door hen ontvangen petitie ‘Counselors/verloskundigen zijn kwaliteitseisen zat van CLBPS & SPS’. Met de petitie wordt aandacht gevraagd voor de kwaliteitseisen voor counseling over prenatale screening. De ondergetekenden zijn het niet eens met de huidige kwaliteitseisen die aan de counseling worden gesteld. Met deze brief geef ik u mijn reactie op de petitie.
De counseling ten aanzien van de Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT), het eerste termijn structureel echoscopisch onderzoek (ETSEO) en het tweede termijn structureel echoscopisch onderzoek (TTSEO) maakt onderdeel uit van de prenatale screenings op aangeboren aandoeningen en afwijkingen. Het doel van deze prenatale screening is om zwangeren die dat wensen tijdig te informeren over de aan- of afwezigheid van een aandoening of afwijking bij het ongeboren kind. Daarmee worden zij in staat gesteld bij een afwijkende uitslag te besluiten zich voor te bereiden op de geboorte van een kind met een aandoening of afwijking of om de zwangerschap af te breken. De bevindingen uit prenatale screenings kunnen voor de ouders van het ongeboren kind een enorme impact hebben. Dat geldt evenzeer voor de counseling op deze screenings. De verrichtingen en de counseling is daarmee complex en dusdanig precair, waardoor de kwaliteit zo goed als mogelijk geborgd moet worden. Aangezien de prenatale screenings worden aangeboden en bekostigd van overheidswege, ligt hiervoor een grote verantwoordelijkheid van de overheid. Die verantwoordelijkheid wordt op verschillende manieren vormgegeven, waar ik hieronder verder op inga.
Zowel bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-Centrum voor Bevolkingsonderzoek (RIVM-CvB) als bij de Regionale Centra voor prenatale screening (RC’s – in de petitie wordt verwezen naar ‘SPS’) ligt een verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsbeoordeling en kwaliteitsborging van de prenatale screenings, waar ook de counseling onder valt. De verantwoordelijkheden voor het RIVM op het terrein van de prenatale screenings zijn vastgelegd in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op het RIVM en in artikel 1 van het Besluit RIVM.1,2 De meer specifieke beschrijving van de verantwoordelijkheden voor zowel het RIVM als de RC’s zijn beschreven in het Besluit Vaststelling beleidsregels subsidiëring Regionale Centra voor prenatale screening.3
Bij de NIPT, het ETSEO en het TTSEO gaat het om het opsporen van ernstige, onbehandelbare aandoeningen en afwijkingen. Niet alleen de verrichtingen zelf maar ook de counseling hierop is bijzonder precair. Om die reden vallen de verrichtingen en de counseling onder de Wet op het Bevolkingsonderzoek (Wbo). Dit betekent dat hiervoor een Wbo-vergunning nodig is en dat daar andere eisen aan gesteld kunnen worden dan aan onderdelen van de reguliere geboortezorg. De eisen uit de door mij en mijn voorganger verleende Wbo-vergunningen maken deel uit van de kwaliteitsovereenkomsten die de RC’s afsluiten met zorgverleners om de onderdelen uit de screening te mogen bieden.4 De kwaliteitseisen waar in de petitie aan gerefereerd wordt, volgen dus uit de verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de overheid en de RC’s om de kwaliteit van de counseling te borgen.
De huidige kwaliteitseisen beslaan momenteel de counselinggesprekken, de bijscholing voor counselors en het aantal te voeren counselinggesprekken per jaar. De eisen voor de counselinggesprekken komen tot stand met advies van de Programmacommissie Prenatale Screening en de landelijke werkgroep Deskundigheidsbevordering en Voorlichting. In beide gremia zijn onder andere de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), en de RC’s vertegenwoordigd. De huidige bijscholingseisen zijn gebaseerd op een draagvlakonderzoek in 2021 onder circa negenhonderd counselors en zijn van toepassing op alle verloskundigen, verpleegkundigen en gynaecologen die counselor zijn. Bijscholing is cruciaal om de benodigde speciale kennis en specifieke vaardigheden van de zorgverlener bij te houden, zeker gezien de (werkwijzen van de) prenatale screenings door de tijd kunnen veranderen. De huidige bijscholingsronde loopt af per 2027. Daarom worden momenteel de eisen voor bijscholing herzien door het RIVM-CvB in de twee eerdergenoemde gremia. De KNOV is als vertegenwoordiger van de verloskundigen betrokken bij deze herziening. Ten slotte geldt er een norm voor het aantal te voeren counselinggesprekken. Dergelijke volumenormen worden doorgaans ook als kwaliteitseis gehanteerd in de reguliere zorg. De norm voor counseling is er dan ook om te borgen dat counselors bekwaam blijven in het voeren van deze specifieke gesprekken. Ik ben van mening dat de kwaliteitseisen voor counseling zorgvuldig tot stand komen, vanuit het RIVM-CvB, de RC’s en vertegenwoordigers van de betrokken beroepsgroepen.
De onrust en onvrede over de kwaliteitseisen zijn vanuit het veld, buiten deze petitie om, als zodanig bij het RIVM-CvB en de RC’s beland en worden serieus genomen. Dergelijke signalen kwamen vanuit de KNOV. Naar aanleiding hiervan heeft het RIVM-CvB reeds verschillende gesprekken gevoerd met de KNOV over hun zorgen en ideeën rondom de kwaliteitseisen. Ik vertrouw erop dat het RIVM-CvB in constructieve samenwerking met de KNOV het werk ten aanzien van het borgen van de kwaliteit voortzet. Van de KNOV heb ik begrepen dat zij achter de kern van de petitie staat, maar niet bij de petitie betrokken is. Uiteraard zou ik het betreuren als verloskundig zorgverleners vanwege de kwaliteitseisen niet meer willen counselen. Verloskundig zorgverleners zijn namelijk bij uitstek geschikt om de counseling over prenatale screening te doen: zij kennen de zwangere goed en zorgen voor begeleiding gedurende de hele zwangerschap. Tegelijkertijd zijn de kwaliteitseisen die hieraan worden gesteld gegrond. Uiteindelijk blijft het aan verloskundigen zelf of zij, met de geldende kwaliteitseisen, counseling over prenatale screening willen bieden en daartoe een kwaliteitsovereenkomst met een RC sluiten.
Ik vertrouw erop uw Kamer met deze brief voldoende geïnformeerd te hebben.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
‘Wet op het RIVM’, https://wetten.overheid.nl/BWBR0008289/2024-01-01/0.↩︎
‘Besluit RIVM’, https://wetten.overheid.nl/BWBR0032719/2022-11-30.↩︎
‘Besluit vaststelling beleidsregels subsidiëring Regionale Centra voor Prenatale Screening 2025’, https://wetten.overheid.nl/BWBR0050394/2025-01-01.↩︎
Stcrt. 2025, nr. 9409; Stcrt. 2024, nr. 29213; Stcrt. 2021, nr. 44766; Stcrt. 2021, nr. 36801.↩︎