[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Debat over de Europese top van 26 en 27 juni 2025 (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D28807, datum: 2025-06-18, bijgewerkt: 2025-06-19 09:25, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Europese top van 26 en 27 juni 2025

Voorzitter: Paulusma

Europese top van 26 en 27 juni 2025

Aan de orde is het debat over de Europese top van 26 en 27 juni 2025.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over de Europese top van 26 en 27 juni 2025. Ik heet de leden van de Kamer van harte welkom en minister-president Schoof in vak K. We zijn later begonnen dan we met elkaar wilden, dus ik stel vier interrupties van maximaal 45 seconden voor in deze eerste termijn. Ik probeer een goed inhoudelijk debat te voeren en geef de heer Ceder zo meteen het woord, maar ik probeer ook op een normaal tijdstip te eindigen zodat we elkaar een beetje heel houden.

De heer Ceder voor zijn eerste interruptie.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb een kort ordevoorstel. Ik wil inderdaad ook een inhoudelijk debat voeren. Er is een brief gekomen over het sanctioneren van twee ministers uit Israƫl. Het is goed om het daar met elkaar over te hebben, maar de inhoud van de brief is niet bekend. Ik doe een verzoek om de brief te krijgen zodat we het ook met elkaar over de inhoud kunnen hebben, want anders debatteren we over iets waarvan we de inhoud niet kennen.

De voorzitter:
Ik begrijp dat deze brief op de agenda staat, dus misschien moet u iets specifieker zijn.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Er is een brief van het kabinet gekomen waarin staat dat het kabinet zich gaat aansluiten bij de brief van Zweden. OkƩ, daar kunnen we het over hebben met elkaar, maar de brief van Zweden is nergens te bekennen, en de inhoud ook niet. Het lijkt me goed dat als we het inhoudelijke debat gaan voeren, we ook de inhoud van die brief kennen. Het verzoek is om die brief te sturen. Dan kunnen we volgens mij een goed debat met elkaar voeren.

De voorzitter:
Ik hoor dat het in het Zweeds kan. Stelt u voor dat we het debat beginnen en dat de brief wordt gestuurd? Dat zou ik een vriendelijk voorstel vinden.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Gezien het tijdstip, graag.

De voorzitter:
Ik denk dat dit goed gehoord is en dat aan de wens van de Kamer wordt voldaan.

Dan ga ik nu de heer Klaver uitnodigen voor zijn bijdrage in eerste termijn. Gaat uw gang.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Gisterochtend zijn opnieuw Palestijnen, die wanhopig op zoek waren naar eten, bij hulpposten beschoten door Israƫlische tanks. Duizenden van hen hadden zich verzameld bij een van de hulpposten. Een ooggetuige beschrijft hoe ze ineens verder werden geleid waarna tankgranaten op de menigte werden afgevuurd. 55 doden. We zien dagelijkse gruweldaden door hongersnood en de totale minachting voor het internationale recht en voor mensenlevens van Israƫl. De genocide moet stoppen. Het kabinet kan niet wegkijken en moet meer actie ondernemen dan dat het nu doet.

Dit weekend gebeurde er iets bijzonders. Nadat er eerder 100.000 mensen de straat op waren gegaan, gingen nu 150.000 mensen de straat op. Ze trokken de rode lijn. De minister-president reageerde online via een twitterberichtje: we horen jullie. Dat is fijn. Ik wil echt waardering uitspreken voor de poging die de minister-president doet om de verbinding te maken en aan mensen die zich zorgen maken over het leven van Palestijnen te laten zien dat ze gehoord worden. Maar al die 150.000 mensen die daar liepen, willen niet alleen gehoord worden, die willen actie. Zij willen van deze minister-president weten welke stappen hij in Europees verband gaat zetten om de druk op Israƫl te vergroten om ervoor te zorgen dat deze gruweldaden stoppen. Het kan niet bij "we horen je" alleen blijven. Het is tijd voor actie.

De EU is gebouwd op gezamenlijke waarden. Samen staan we sterker als we willen dat recht boven macht gaat. Minister Veldkamp heeft laten zien wat Nederland kan betekenen om de EU te laten bewegen. Hij heeft laten zien dat er wel meerderheden mogelijk zijn. Er is een kanteling gaande. Ook Macron kijkt naar manieren om de Palestijnse Staat te erkennen. Zelfs bondskanselier Merz is kritisch op de regering van Netanyahu. En Nederland zet stapjes — dat zie ik — maar het moet sneller. Het moet meer en het moet beter, zodat we het voortouw nemen in Europa en er niet achteraan lopen, en zodat er voldoende hulp naar Gaza gaat en de genocide stopt. Daarom vraag ik de minister-president of hij zich voor het volgende wil inzetten. Dat er meer en veilige humanitaire hulp komt. Dat het handelsdeel van het EU-associatieakkoord direct wordt opgezegd. Dat er meer Europese sancties komen tegen IsraĆ«lische ministers en militairen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen. Dat we de internationale hoven ondersteunen in waarheidsvinding en documentatie. En dat we de handel met illegale nederzettingen verbieden. Graag hoor ik van de premier welke stappen hij gaat voorstellen tijdens de Europese Raad.

In een wereld waarin macht steeds vaker de boventoon voert, moet Europa opstaan voor recht en rechtvaardigheid. Waar de Amerikaanse vicepresident JD Vance op X een mogelijk militair ingrijpen in Iran vergoelijkt, snakt de wereld juist naar de-escalatie. De EU moet gezamenlijk oproepen tot de-escalatie tussen Israƫl en Iran. Verwacht het kabinet een gezamenlijk statement tijdens de Europese raad, zo vraag ik de premier. Roept het kabinet de Israƫlische regering op tot de-escalatie en bilaterale contacten?

Voorzitter. Ook als het gaat om de oorlog in Oekraïne verleggen de VS de aandacht. De luchtafweersystemen van Oekraïne raken verzadigd. De Amerikaanse minister van Defensie gaf deze week luchtafweer die voor Oekraïne bedoeld was aan Israël. De EU moet haar inspanningen opschroeven en waar mogelijk de gaten dichten. We moeten gezamenlijk optrekken in het op peil brengen van de productiecapaciteit, bijvoorbeeld bij het ondersteunen van de productie van de Duitse IRIS-T. Ziet de minister-president mogelijkheden om gezamenlijk met een kopgroep in Europa Amerikaanse wapens te kopen, zoals de F-16, en deze vervolgens aan Oekraïne te geven? Welke inspanningen lopen er op dit gebied en welke extra stappen wil de minister-president zetten? Er zijn voldoende wapens in de Verenigde Staten aanwezig. Deze moeten zo snel mogelijk in groten getale naar Oekraïne.

Ik kom tot een afronding, voorzitter. We zullen ook minder afhankelijk moeten worden van andere autoritaire regimes op de wereldmarkt. Europa moet leidend blijven in groen en duurzaam. We zien dat koplopers hierop nu geen duwtje in de rug krijgen, maar juist worden gestraft. In Europa wordt de kettingzaag gezet in wetten die zorgen voor de rechten van werknemers, bijvoorbeeld dat er geen kinderen mogen zijn en dat de duurzaamheidseisen moeten wijzigen. Aan welke kant staat deze premier? Hoe gaat hij een race to the bottom voorkomen en een level playing field naar een hoger niveau brengen?

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dat geeft aanleiding tot een interruptie. O, de heer Paternotte komt gewoon voor zijn bijdrage. Dit is van een tempo waar de voorzitter heel blij van wordt. Ik nodig graag de heer Paternotte van D66 uit voor zijn bijdrage.

De heer Paternotte (D66):
Dank u wel, voorzitter. De heer Klaver noemde net de demonstratie van afgelopen zondag: 150.000 mensen. Ik was een van de mensen die daar in het rood meeliep. Ik zag daar een jongetje staan met een bord met de simpele tekst "Kinderen horen te tekenen, niet te sterven". Kinderen horen te tekenen en niet te sterven; ik denk dat iedereen het daarmee eens is. Maar in Gaza betekent dat op dit moment helemaal niks. Want twee dagen later zagen we dat van de mensen die in de rij stonden bij een hulppunt om iets van voedsel te kunnen krijgen, er 59 zijn doodgeschoten door Israƫlische tanks. 200 gewonden, mensen die in de rij stonden voor voedsel.

Ik vond het een mooi bericht van de minister-president. Hij zei "we zien u en we horen u". De vraag is natuurlijk wat ermee gebeurt. Het antwoord kan niet altijd zijn dat we onderzoek doen en dat we na dat onderzoek misschien een keer een conclusie trekken. Dat is mijn zorg. Ik zie nu het bericht dat, als volgende week de Europese Commissie vaststelt dat Israƫl in overtreding is van het Associatieverdrag, dat het zich niet houdt aan de fundamentele mensenrechten die we samen hebben afgesproken, er desondanks geen consequenties zullen volgen. Dat kan toch niet waar zijn! Ik hoop dat de minister-president vanavond zegt: als Israƫl de mensenrechten blijft schenden, als dat blijkt uit het onderzoek, dan moet dat consequenties hebben. Ik denk dat we de uitslag van het onderzoek al weten.

Wat doet het kabinet in de tussentijd om ervoor te zorgen dat de Verenigde Naties weer voedselhulp kunnen uitdelen in Gaza? Want de hulppunten die nu door de Israƫlische regering bemand worden, waar mensen massaal in de rij moeten staan omdat het er zo weinig zijn, en waar vervolgens zo veel slachtoffers vallen, zijn onhoudbaar.

Voorzitter. Dan Iran. President Trump twittert elke dag iets anders, maar het zou heel goed kunnen, en het heeft er alle schijn van, dat Amerika zich erin gaat mengen, dat er een Amerikaanse aanval gaat komen. Ik denk dat we allemaal hier in deze zaal het allerliefste zo snel mogelijk een vrij en democratisch Iran zouden zien zonder kernwapens. Alleen weet ik niet waar de aanval die nu is ingezet, toe gaat leiden. Is de les van Irak, van Libiƫ, van Afghanistan dat je met zo'n aanval die vrije democratische staat krijgt? Ik weet het niet. Wat ik wƩl weet, is dat dit voor enorme destabilisatie in de regio kan zorgen. Ik zou van de minister-president antwoord willen hebben op drie vragen.

Allereerst, hoe beoordeelt het kabinet dit nu? Afgelopen vrijdag zagen we dat minister Brekelmans zei: wij willen de weg van diplomatie volgen. Ik hoorde ook de minister van Buitenlandse Zaken zeggen: ik betreur het dat Israƫl dit nodig vond. Was dit, zoals Friedrich Merz zegt, nodig volgens de Nederlandse regering? Of was het nƭet nodig, zoals we uit Frankrijk horen? Waar de Amerikaanse inlichtingendiensten aangeven dat Iran nog niet op het punt stond om kernwapencapaciteiten te ontwikkelen, geven de Israƫlische en Franse regeringen juist aan dat dit waarschijnlijk bijna het geval was. Wat is de Nederlandse inschatting? Daarnaast zien we heel veel berichten van Nederlanders in Iran en Israƫl die het op dit moment heel moeilijk hebben. Nederlanders in Iran proberen het land uit te komen, maar worden soms zelfs geblinddoekt en tien uur lang vastgehouden in het donker, omdat ze ervan worden verdacht te spioneren voor Israƫl. Wat doet Nederland op dit moment voor hen? Sommige landen sluiten hun ambassade al. China en India zijn bezig met het evacueren van hun burgers. Nederland zegt dat dit niet aan de orde is. Wat kunnen we voor deze mensen gaan doen?

Voorzitter. Over OekraĆÆne en de Russische terreur die daar nog steeds voortduurt, wil ik vragen: hoeveel geld heeft Nederland dit jaar ingezet om OekraĆÆne te steunen? Hoeveel contracten zijn er tot nu toe gesloten met de OekraĆÆense defensie-industrie? Moet er een tandje bij om ervoor te zorgen dat het gereserveerde geld ook daadwerkelijk dit jaar leidt tot investeringen in OekraĆÆne?

Voorzitter. De minister-president gaat deze zomer mogelijk naar China. Althans, daarover zijn berichten verschenen. Ursula von der Leyen zei gisteren bij de G7 dat China zich in de wereld kenmerkt door chantage en dominantie. Als de minister-president in China is, maakt hij dan ook gewag van het feit dat China een cyberaanval heeft uitgevoerd op het Nederlandse ministerie van Defensie, en nog steeds veel cyberaanvallen inzet? Weten we eigenlijk, nu we in Europa te maken hebben met Russische hybride aanvallen, wat China op dit moment doet? We weten dat er inmiddels honderd extra Chinese diplomaten zijn bijgekomen in Brussel, en ik geloof zo'n tweehonderd in Londen. Wordt de Chinese aanwezigheid in Nederland ook opgevoerd? Heeft de Britse regering eigenlijk contact met ons opgenomen over het feit dat er een Chinese mega-ambassade lijkt te komen tegenover de Tower of London. Dat is precies boven de plek waar de kabels lopen van de City of London, het AMS-IX-internetknooppunt in Diemen en de financiƫle sector op de Zuidas? Op deze vragen zou ik graag nog antwoord krijgen. Als we de vrijheid in Europa willen verdedigen, dan moeten we weten waar Rusland die bedreigt, waar Iran die bedreigt, en dat China altijd op de achtergrond aanwezig is.

De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag mevrouw Dobbe van de SP uit voor haar bijdrage in deze eerste termijn.

Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. Israƫl is een oorlog begonnen met Iran, terwijl er onderhandelingen liepen tussen de VS en Iran over een atoomakkoord. Die diplomatieke weg is letterlijk opgeblazen door Netanyahu. Gisteren zagen we berichten van Trump op X: "We now have complete and total control of the skies of Iran. Nobody does it better than the good old USA." Dat is wat hij daar heeft geschreven. De VS lijken inmiddels dus volop mee te doen aan deze illegale oorlog. Is de minister-president bereid om deze illegale oorlog te veroordelen en daar ook toe op te roepen tijdens de EU-top?

Iedere dag zien we de oorlogsmisdaden in Gaza: het inzetten van honger, genocide en het allerergste geweld. Meer dan 55.000 mensen zijn omgekomen, onder wie heel veel kinderen. Israƫl kondigt ondertussen de bouw van 22 nieuwe nederzettingen aan op de Westelijke Jordaanoever. We zien illegale aanvallen en bezettingen van Israƫl in Syriƫ en Libanon. Wij zijn als commissie voor Buitenlandse Zaken in Libanon geweest. We hebben het stadje Naqoura bezocht. We hebben gezien wat dat betekent: alles wordt met de grond gelijkgemaakt en de landbouwgrond eromheen wordt vergiftigd, zodat mensen niet kunnen terugkeren, zelfs als ze dat zouden willen. Daarom trokken 150.000 mensen afgelopen zondag terecht weer een rode lijn. Zij eisen actie van dit demissionaire kabinet om druk uit te oefenen op de Israƫlische regering om de oorlogsmisdaden en de genocide te stoppen. Recent hadden we in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek met experts op het gebied van internationaal recht. Zij zeggen dat Nederland het Genocideverdrag niet naleeft. Dat verdrag verplicht Nederland namelijk om alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk is om genocide te voorkomen. Het zegt dat je moet handelen zodra er een risico op genocide bestaat. Dat risico was al duidelijk in februari 2024, misschien nog wel eerder. Nederland kan nalatigheid en medeplichtigheid worden verweten binnen het Genocideverdrag. Erkent de minister-president dat? Zo niet, welke argumenten heeft de minister-president om het oneens te zijn met deze experts? Want een analyse over de mogelijke nalatigheid of medeplichtigheid van Nederland vind ik niet terug in de brief die we vandaag hebben ontvangen.

Het is goed dat er nu stappen lijken te worden gezet richting sancties tegen twee extremistische ministers. Het is goed dat om te zien dat 150.000 mensen in de Rode Lijndemonstratie worden gehoord. Maar is het genoeg? Doet Nederland alles wat redelijkerwijs kan om genocide te voorkomen, zoals het Genocideverdrag vraagt? Volgens mij is het antwoord nee. Nog steeds niet. Ik noem bijvoorbeeld een wapenembargo, het EU-associatieverdrag nĆŗ opschorten in plaats van onderzoeken, sancties tegen militairen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschending, het ondersteunen van het Internationaal Strafhof en het veroordelen van de sancties van de VS tegen het Strafhof: gaat de minister-president dat doen? Gaat de minister-president hiervoor pleiten in Europa?

Dan wil ik het nog hebben over iets anders. Ik wil het hebben over Sudan. Een week of twee geleden had Trouw een zwarte voorpagina. "Hier had een foto van Sudan moeten staan", stond er. 50 miljoen mensen in Sudan leven in een gruwelijke oorlog en in een ongekende humanitaire ramp. Er zijn geen journalisten meer om hun verhaal te vertellen. Dus die verhalen zien we of horen we nauwelijks meer. En dat deden we al nauwelijks. Een aangenomen motie vraagt de regering om een leidende rol te nemen in het organiseren van internationale humanitaire hulp. Nu komt deze EU-top eraan. Hoe gaat de minister-president hier invulling aan geven? Het staat namelijk niet op de agenda. Is de minister-president bereid om Sudan op de agenda te krijgen en ervoor te zorgen dat de situatie besproken wordt. Hij kan bijvoorbeeld pleiten voor een wapenembargo voor heel Sudan en meer geld voor humanitaire hulp, wat ook twee aangenomen moties van deze Kamer vragen.

Tot slot. Op 11 februari 2024, alweer een hele tijd geleden, is onze motie aangenomen om de mogelijkheden te onderzoeken om de bevroren tegoeden van Rusland in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne en het onder druk zetten van Rusland. Het staat, voor zover wij kunnen zien, niet op de agenda voor de Europese top. Oekraïne staat dat wel. Volgens mij kan het dan ook bij dit agendapunt worden besproken. Het schiet namelijk niet echt op wat er nog afgestemd moet worden over die Russische tegoeden als het niet besproken wordt op de EU-top. Is de minister-president bereid om het wél op de agenda te laten zetten en in de Europese Raad te bespreken?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Ik nodig graag de heer Dassen van de fractie van Volt uit voor zijn bijdrage.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Afgelopen zondag was opnieuw de grootste demonstratie van deze eeuw. Een rode mensenmassa, 150.000 man en vrouw sterk, overspoelde de straten van Den Haag, met ƩƩn duidelijke boodschap: kabinet, trek die rode lijn. Terwijl Palestijnen werden vermoord toen ze in de rij voor hulp stonden, in de hoop dat ze water en voedsel voor hun kinderen konden bemachtigen, kwam die rode lijn er weer niet. De premier kwam alweer met woorden: "we zien jullie", "we horen jullie" en "ons doel is hetzelfde". Als de premier de mensen daar werkelijk had gezien, als hij ze echt had gehoord en als hij daadwerkelijk hetzelfde doel had als inmiddels de overgrote meerderheid van Nederland, dan had hij nu alles op alles gezet om de genocide, of de dreigende genocide, in Gaza te stoppen, zoals ons verplicht is volgens artikel 1 van het Genocideverdrag.

Ik wil dan ook duidelijk en een voor een antwoorden van de premier op de volgende vragen. EƩn. Erkent de premier dat er ten minste een reƫle dreiging is op genocide in Gaza, in lijn met de voorlopige uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 26 januari 2024? Twee. Hoe interpreteert de premier de verplichting die Nederland heeft door het Genocideverdrag om alles wat binnen zijn macht ligt te doen om genocide te voorkomen? Is de premier van mening dat we dat op dit moment doen? Drie. Waarom laat het kabinet zoveel instrumenten om Israƫl te stoppen onbenut? Nederland onderneemt minimale stappen tegen Israƫl. Vandaag kwam daar de aankondiging bij dat Nederland zich aansluit bij de oproep van Zweden om de extremistische ministers Smotrich en Ben Gvir te sanctioneren. Ook al is dat een stap, het is veel te weinig.

Kan de premier voor ieder van de volgende maatregelen afzonderlijk aangeven waarom deze niet zouden bijdragen aan het voorkomen van genocide? Ik noem: sancties tegen de hele regering-Netanyahu, een wapenembargo, opschorting van het associatieverdrag tussen Israƫl en de EU, een verbod op handel met Israƫlische nederzettingen, aansluiten bij de Zuid-Afrikaanse zaak tegen Israƫl? Wegen de nadelen van die maatregelen nu echt zwaarder dan de verplichting die Nederland heeft onder het Genocideverdrag om een genocide in Israƫl, of een mogelijke genocide in Israƫl zo u wilt, te voorkomen? Graag een reactie van de minister-president. Drie weken geleden heb ik hier Kamervragen over gesteld. Ik stel nu deze vragen omdat er tot op de dag van vandaag vanuit het kabinet niks gekomen is. Wel geven experts hier in de Kamer aan dat Nederland zich niet houdt aan het Genocideverdrag. Ik vind dat onacceptabel.

Voorzitter. Dan over Israƫl en Iran. Het kabinet gaf aan te betreuren dat Israƫl zich genoodzaakt heeft gevoeld om een aanval op Iran uit te voeren. Er zijn al decennia zorgen over de nucleaire ontwikkelingen onder het regime in Teheran, maar dat is onder het internationaal recht op geen enkele manier een rechtvaardiging om Iran aan te vallen. Deze escalatie zal er alleen maar voor zorgen dat het gevaarlijke Iraanse regime sneller nucleaire wapens vergaart. Is het kabinet dan ook bereid om in Europees verband deze misdaad van Israƫl nadrukkelijk te veroordelen? Is het duidelijk wat de gevolgen zijn voor Europa en voor Nederland van een grootschalige oorlog in het Midden-Oosten, zeker met een eventuele deelname van de VS? Graag een reactie.

Voorzitter. Over Oekraïne lazen we maandag dat de Amerikaanse steun zo goed als opgedroogd is. Ondertussen gaat Poetin door, met vandaag de dodelijkste aanval op Oekraïne in maanden. De Oekraïense luchtafweer heeft het loodzwaar. Tijd dus voor de Europese Unie om meer te doen. Is de premier dat met Volt eens? Is het niet tijd voor extra veiligheidsgaranties? Denk aan de motie die ik eerder met collega Jetten heb ingediend voor een geïntegreerd Europees luchtverdedigingsschild in het westen van Oekraïne, een sky shield. Daarmee zouden we Oekraïners significante militaire, economische, humanitaire en industriële verlichting kunnen bieden, iets waar Oekraïne al sinds 2022 om vraagt. Is de premier bereid hier serieus naar te kijken en hier in Europees verband voor te pleiten?

Tot slot, voorzitter. Door een voorstel van Volt en de VVD vaardigt het kabinet staatssecretaris Paul af naar de pride in Boedapest. Ik ben blij dat de staatssecretaris daar op 28 juni naartoe gaat. Ik zou de premier nogmaals willen vragen of hij bereid is om de staatssecretaris daarin te volgen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Die geeft aanleiding tot een korte, bondige vraag. Gaat uw gang.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Een korte, bondige vraag. Mij viel op dat de heer Dassen de aanval op Israƫl illegaal noemde en een misdadige aanval, als ik dat goed citeer.

De heer Dassen (Volt):
Op Iran bedoelt u, denk ik.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Excuus, inderdaad, van Israƫl op Iran. Eerdere woordvoerders lieten iets meer ruimte als het gaat om de vraag hoe dichtbij Iran zat bij het maken van een kernbom. We weten hoe Iran zich uitlaat over Israƫl. Het heeft als groot doel om Israƫl te vernietigen. Hoe weegt de heer Dassen dat punt en hoe kan hij zo heel snel al spreken over een misdadige dan wel illegale aanval van Israƫl?

De heer Dassen (Volt):
Omdat ik de afgelopen dagen goed heb geluisterd naar wat heel veel experts hierover zeggen. Zij geven allemaal aan dat deze aanval onder het internationaal recht niet had mogen plaatsvinden. Ook waren er geen duidelijke aanwijzingen dat Iran op dit moment zo dichtbij zou zijn dat dat deze aanval rechtvaardigt. In 1995 gaf Netanyahu al aan dat Iran heel dichtbij was, en vervolgens ook in 1998, 2002, 2012 en 2015. Aanstaande zondag zouden er gesprekken geweest zijn tussen Iran en de Verenigde Staten, precies hierover. Dan is volgens mij de aanval van Israƫl in ieder geval een paar dagen te vroeg, maar ook in strijd met het internationaal recht. Dat is de reden dat ik hier zo over spreek, zeg ik richting de heer Van Dijk.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Helder. Ik ga ervan uit dat de heer Dassen ook kennis heeft genomen van de toch wel heel ernstige bevindingen van het VN-atoomagentschap, dat heel duidelijk heeft aangegeven dat Iran heel hard werkte aan hoogverrijkt uranium en dat een kernbom in die zin wel degelijk dichterbij is gekomen. Niet voor niks, en ook dat werd eerder geciteerd, zegt iemand als bondskanselier Merz: Israƫl knapt voor ons de nare klusjes op, zogezegd. Heeft u voor die kant geen enkel begrip?

De heer Dassen (Volt):
Nu zijn er twee dingen. Het eerste is dat we volgens mij de diplomatieke gesprekken met de Verenigde Staten hadden moeten afwachten die, naar ik begrijp, vergevorderd waren. Een tweede is — en dat vind ik fascinerend — dat de heer Van Dijk hier eigenlijk zegt: is het niet okĆ© als je iemand de vuile klusjes voor ons op deze manier laat opknappen? En: laten we het internationaal recht dan maar aan de kant schuiven. We kunnen dan net zo goed de hele internationale rechtsorde aan de kant schuiven. Dan is het voortaan het recht van de sterkste. Dan is het macht boven recht. Ik weet niet of dat de wereld is waar de heer Van Dijk naartoe wil, maar ik niet. Dat is ook de reden dat we ons moeten uitspreken dat we dat niet accepteren. Ik ben het dus zeker niet met de bondskanselier eens.

De voorzitter:
Afrondend.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Afrondend, inderdaad. De wereld die de heer Dassen schetst, waar ik naartoe zou willen, is ook niet mijn wereld. Absoluut niet. Maar wat ik toch mis — en dat had ik toch wel verwacht van de heer Dassen — is het volgende. We kennen het regime van Iran, dat op bepaalde manieren zeer irrationeel en bijzonder fanatisch is. Het is toch niet totaal onbegrijpelijk dat, als je weet dat je land als eerste op het menu staat om een bom te krijgen, er dan een preventieve aanval plaatsvindt?

De heer Dassen (Volt):
Laat ik in ieder geval vooropstellen dat ik het eens ben met de heer Van Dijk dat ik het Iraanse regime ook een terreurregime vind. Wat zij doen met de bevolking is verschrikkelijk. Kijk ook naar alle protesten die daar zijn geweest. We hebben ook heel veel sancties richting Iran en dat is ook helemaal terecht. We hebben dat ook altijd gesteund; we zijn daar een groot voorstander van. Ik maak me ook zorgen over de ontwikkeling van een nucleair wapen in Iran, zeker met de dreiging dat ze uit het non-proliferatieverdrag willen stappen. Dat vind ik allemaal heel zorgwekkend. Maar ik kijk ook naar het internationaal recht. Ik kijk ook naar wat alle experts hebben gezegd, namelijk dat er voor Israƫl absoluut geen reden was om aan te vallen. We hadden een diplomatieke oplossing kunnen hebben: de gesprekken met de Verenigde Staten. Nu komen we in een escalatie terecht die enorme gevolgen gaat hebben voor het Midden-Oosten en ook voor Europa. Iran kan niet meer terug en Israƫl kan niet meer terug. Dat betekent dat ze alleen maar vooruit kunnen. Ik bedoel daarmee: vooruit in een oorlog. Volgens mij is dat niet de gewenste uitkomst, meneer Van Dijk. Dat zouden we niet moeten willen.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik nodig graag de heer Ceder van de fractie van de ChristenUnie uit voor zijn bijdrage in de eerste termijn.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik constateer overigens dat ik nog geen mail heb ontvangen met de stukken. Mijn tekst is daar dan ook op gebaseerd.

De EU-top vindt plaats op een moment van grote internationale spanningen. Vorige week stelde het Internationaal Atoomenergieagentschap vast dat Iran zich niet langer aan de nucleaire afspraken houdt. Sterker nog, het Internationaal Atoomenergieagentschap stelde vast dat Iran de productie van hoogverrijkt uranium had opgeschroefd en dat daarvoor geen enkel ander doel bekend was, behalve mogelijk als grondstof voor een kernbom. Iran kondigde hierna aan dat het de productie juist dramatisch zal opvoeren. Mede in dit licht en de gefaalde gesprekken tussen de VS en Iran voerde Israƫl een preventieve aanval uit. Heeft Iran vijandige bedoelingen? Voor wie twijfelt, wil ik een tweet van ayatollah Khamenei voorlezen: "Israƫl is een kwaadaardig kankergezwel in de West-Aziatische regio dat verwijderd en uitgeroeid moet worden. Het is mogelijk en het zal gebeuren." Die tweet kunt u zo terugvinden.

Voorzitter. Dit alles overwegend, maakt de notie van het Internationaal Atoomagentschap dat we, in lijn met Macron, Merz en anderen, voorlopig moeten concluderen dat de preventieve aanval van Israƫl noodzakelijk was. Met Operatie Rising Lion is een belangrijke veiligheidsdreiging voor de regio, maar ook voor Europa, neergeslagen. Maar een scenario zoals Irak en de nooit gevonden weapons of mass destruction mag nooit en dan ook nooit meer gebeuren. Daarom is deze vraag voor ons wel cruciaal: was Iran dicht bij een kernbom? Welke inlichtingen heeft de premier en Nederland daarover? Dat is voor ons relevant.

De ChristenUnie is altijd kritisch geweest over het nucleaire programma van Iran en ook over de wat ons betreft naïeve opstelling van de EU om te blijven praten. De boodschap vorige week van het atoomagentschap bevestigde dat: het was naïef, Iran had andere plannen. Dat betreft juist de destabiliserende rol die het regime van Teheran speelt in de regio. Denk aan de Houthi's, Hezbollah, Hamas en proxy's in Syrië en Irak. Tegelijkertijd moeten we ook zoeken naar de-escalatie. Wat goed is voor de regio, is ook goed voor Europa. Daarom de vraag: welke gesprekken voert de EU hierover met regionale spelers? Wordt er inmiddels ook al rekening gehouden met een scenario zoals we dat recent in Syrië zagen? Er was escalatie, intern verzet en heel snel, sneller dan verwacht, een regime change. Daar sturen wij niet op aan, maar we weten niet hoe het de komende dagen gaat lopen en we willen op elk scenario voorbereid zijn. Daarom vraag ik of het kabinet ook op deze scenario's is voorbereid.

Voorzitter. Iran slaat ook terug in het krachtenveld. Er bevinden zich bijvoorbeeld ook nog Nederlandse burgers in Israƫl. We krijgen signalen van Nederlanders die vastzitten en nog niet terug kunnen. Door BZ wordt geadviseerd om naar Amman te gaan, maar voor Joden is het, zacht uitgedrukt, niet altijd veilig om naar Amman te gaan en vanuit daar te vliegen. Is het kabinet daarom bereid om in samenwerking met andere landen als Bulgarije, Kosovo en Roemeniƫ aan te haken bij bestaande initiatieven voor evacuatie? Ik overweeg een motie.

Voorzitter. Dan de situatie in Gaza. We mogen de humanitaire crisis daar niet vergeten. We hebben het de afgelopen dagen weer gezien: dagelijks vallen er veel burgerslachtoffers. Hoe kijkt het kabinet naar de situatie? Hoe kunnen wij bijdragen aan het ondersteunen van de meest kwetsbaren? Ik blijf het vragen. Vorige week is het voor de wereld zichtbaar geworden: Gaza heeft een grens met Egypte. Kan die open? Wat kunnen we daarvoor doen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er eten vanuit Egypte die kant op gaat en dat mensen, indien nodig, weg kunnen? Is er zicht op continuering van de vredesgesprekken?

Voorzitter. Het kabinet heeft aangegeven voornemens te zijn de brief van Zweden over mogelijke EU-sancties tegen twee Israƫlische ministers te ondertekenen. Laat ik helder zijn: de ChristenUnie vindt de uitspraken en de houding van de ministers verwerpelijk, polariserend en gewelddadig. Deze werken vrede ook tegen. Tegelijkertijd moeten EU-sancties ook doeltreffend, geopolitiek verstandig en juridisch houdbaar zijn. Ik wil in herinnering brengen dat er nog nooit EU-sancties tegen Aliyev zijn ingezet, ook niet na de etnische zuivering in oktober 2023 in Nagorno-Karabach. Er zijn ook nooit EU-sancties ingesteld tegen Erdogan.

De vraag is daarom welke weging hier wordt gemaakt en waarom dit verschilt van de eerdergenoemde voorbeelden, ook in het licht van precedentwerking. Houdt dit voornemen juridisch stand bij het Hof van Justitie en, zo ja, op welke rechtsgronden? En fundamenteler: hoe kunnen we als Kamer vandaag en morgen praten en beslissen over een brief waarvan we de inhoud niet hebben gezien, en misschien ook niet mogen kennen, en dus ook niet kunnen toetsen?

Tot slot, voorzitter. Terwijl de wereld naar het Midden-Oosten kijkt, wil ik specifiek aandacht vragen voor het onophoudelijk geweld tegen christenen in Nigeria. Deze week kwam er opnieuw een bericht: 200 christenen zijn daar afgeslacht met machetes. Deze brute slachtingen tonen de schrijnende realiteit van religieuze vervolgingen, ver weg van onze media-aandacht, maar niet minder urgent. Wat kan het kabinet nog meer doen binnen de EU om christelijke minderheden zoals deze in Nigeria beter te beschermen? Ik hoor het graag.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Ik nodig nu graag de heer Van Campen van de fractie van de VVD uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.

De heer Van Campen (VVD):
Dank u, voorzitter. De ogen van de wereld zullen volgende week op ons land en deze stad gericht zijn wanneer regeringsleiders en staatshoofden van over de hele wereld hier bij elkaar komen voor de NAVO-top. De VVD is blij dat de Kamer zich gisteren heeft uitgesproken voor een forse verhoging van de defensie-uitgaven door de hogere NAVO-norm te steunen, niet omdat we oorlog willen, maar omdat we inzien dat onze vrijheid en veiligheid verdedigd moeten worden.

Het is goed dat het kabinet bij de komende Raad het belang zal benadrukken van open toeleveringsketens binnen de Europese defensie-industrie. Maar wat betekent dit precies voor de Nederlandse defensie-industrie, vraag ik de minister-president. Onze industrie is goed in de bouw van fregatten, drones, radars en tech, maar we lezen dat langetermijncontracten nog steeds een probleem vormen. Wat gaat het kabinet hieraan doen? Hoe kan de voorgenomen oproep om dit te verankeren in toekomstige EU-regelgeving hieraan bijdragen?

Ook wil het kabinet tijdens de Raad blijven waken voor voldoende mogelijkheden tot samenwerking met belangrijke partners buiten de EU. Denkt het kabinet hierbij ook aan de samenwerking met kandidaat-lidstaten zoals Albaniƫ en Kosovo, die in een recente trilaterale defensieovereenkomst met Kroatiƫ hebben gepleit voor re-industrialisatie van hun defensie-industrie? Graag een reactie.

Voorzitter. We hebben allemaal de angstaanjagende beelden gezien van mensen in Tel Aviv, Haifa en andere Israƫlische steden die schuilen in bunkers voor neerkomende Iraanse raketten. Israƫl vecht op dit moment als enige democratie in de regio voor zijn bestaansrecht tegen de Iraanse agressor, die in het hele Midden-Oosten dood, verderf en terreur zaait door Hezbollah te steunen in Libanon, Houthi-rebellen in Jemen en Hamas in Gaza.

Tegelijkertijd vindt de VVD dat de Europese inzet zich zal moeten blijven richten op dialoog en de-escalatie. Met welke inzet zal de minister-president volgende week aan tafel zitten wanneer er gesproken wordt over recente ontwikkelingen in de oorlog tussen Israƫl en Iran? De VVD sluit zich aan bij de uitspraak van bondskanselier Merz, die stelt dat Israƫl het vuile werk opknapt van ons allemaal, maar we onderschrijven ook de waarschuwing van president Macron dat een regimeval door militaire aanvallen tot chaos kan leiden. Hoe kijkt de minister-president naar deze beide uitspraken?

Tijdens het uitvoerige interruptiedebat vorige week heb ik erop gewezen dat de VVD staat voor de strijd van Israƫl voor zijn bestaansrecht, maar dat we de regering-Netanyahu moeten blijven wijzen op het naleven van het internationaal humanitair recht. Ons hart huilt voor de gijzelaars, van wie de families nog altijd wachten op hun thuiskomst, maar ook voor het lijden van onschuldige kinderen in Gaza. Niemand kan onbewogen blijven bij al dit leed. Het lijkt op dit moment volstrekt ondenkbaar, maar we zullen ons moeten blijven uitspreken voor een veilig Israƫl en een levensvatbare Palestijnse staat als onderdeel van een tweestatenoplossing.

Onlangs pleitte de voormalige premier van Israƫl Barak voor een door de VS gesteunde deal gericht op drie doelen: ten eerste de vrijlating van alle gijzelaars, ten tweede een staakt-het-vuren en ten derde een overgangsplan voor het bestuur in Gaza. Daarbij is er een belangrijke rol weggelegd voor de Arabische bondgenoten van Israƫl in de regio en voor de Verenigde Staten. Barak is kritisch op wat hij noemt "een oorlog van misleiding onder Netanyahu, die alleen maar leidt tot meer Israƫlische slachtoffers, meer internationale veroordelingen en het niet uitbannen van Hamas". Daarbovenop formuleert hij een langetermijnplan voor twee staten met veiligheidstaken, zoals ik al zei, onder Arabisch en Amerikaans toezicht. Wij horen graag hoe de minister-president kijkt naar dit pleidooi. Graag een reactie.

De voorzitter:
Was u aan het einde gekomen van uw bijdrage?

De heer Van Campen (VVD):
Ik wilde nog kort stilstaan bij zaken dichter bij huis, omdat dit een debat over een Europese Raad is waar ook een aantal kandidaat-lidstaten in het oosten van Europa op de agenda staan. Maar ik zie dat de heer Van Baarle over het vorige onderwerp een vraag wil stellen.

De voorzitter:
Ik vermoed dat het vragen zijn over het eerdere deel. Dus ik ga de heer Van Baarle het woord geven voor een bondige interruptie.

De heer Van Baarle (DENK):
Laat ik allereerst beginnen met een vraag over een enorme ergernis in de richting van de VVD. Op het afgelopen VVD-congres zag ik mensen blij, bijna met bier en bitterballen lallend, met een duimpje omhoog poseren met een Israƫlische vlag.

De voorzitter:
Meneer Van Baarle, u weet dat u geen afbeeldingen en dat soort zaken mee mag nemen. Dus ik verzoek u om dit te doen zonder fotomateriaal. Ik denk dat u dat lukt, dus gaat u verder.

De heer Van Baarle (DENK):
Dat lukt me, voorzitter, maar het is een enorme ergernis. Ik zag ook grote verontwaardiging hierover. Op dezelfde dag dat mensen op het VVD-congres lachend en blij met die vlag van die staat die een genocide pleegt, aan het poseren waren, zijn 25 mensen in Gaza vermoord, waaronder ƩƩn kind. Op dezelfde dag! Je kan toch niet met een duimpje omhoog met een Israƫlische vlag poseren op zo'n VVD-congres? Dat is toch totaal ongepast, zeg ik tegen de heer Van Campen.

De heer Van Campen (VVD):
Daarmee impliceert de heer Van Baarle iets wat ik walgelijk vind, namelijk dat deze leden, mensen die lid zijn van een democratische partij, die staan voor Israƫl en die dat diep doorvoelen en doorleven, ook zouden staan te juichen bij het leed waar de heer Van Baarle het over heeft. Daar is geen enkele sprake van. Ik wil dat de heer Van Baarle echt stopt met die insinuaties, met die tweedeling, met die polarisatie en met het wegzetten van de VVD als een partij die zich niet zou bekommeren om het leed van Palestijnse kinderen en Palestijnse burgers. Daar moet de heer Van Baarle mee stoppen. Daar moet hij mee ophouden, voorzitter.

De heer Van Baarle (DENK):
Dat doet de VVD zelf. Dat doet de heer Van Baarle niet. Want als je op de dag dat 25 mensen in Gaza door Israƫl zijn vermoord, waaronder een kind, op zo'n congres gaat staan, lachend, met een Israƫlische vlag, dan ben je inderdaad harteloos. De VVD heeft vandaag niks laten horen over wat de Nederlandse regering dan zou moeten doen. Vindt de VVD bijvoorbeeld dat Israƫl het internationaal humanitair recht schendt, dat op basis daarvan artikel 2 van het associatieverdrag geschonden wordt en dat dat verdrag dus ook moet worden opgezegd? Vindt de VVD dat?

De heer Van Campen (VVD):
De VVD steunt het onderzoek van de minister-president en het kabinet naar het nakomen van het associatieverdrag, maar ik heb me ook voorgenomen om me niet voortdurend te laten wegzetten door de heer Van Baarle in een hoek waar ik mij niet toe wil laten rekenen.

Ik heb onderzoeken en naslagwerken bekeken en gekeken waar wij de afgelopen jaren als VVD boter bij de vis hebben geleverd. Oktober 2023: verzoekt de regering bij voorkeur met gelijkgestemde landen bij Israƫl erop aan te dringen dat levering van primaire levensbehoeften richting Gaza doorgang moet vinden. Oktober '23: verzoekt de regering bij Israƫl te pleiten om voedsel, water, brandstof, medicijnen en medische hulpgoederen naar Gaza toe te laten. December '23: verzoekt de regering haar ondersteuning van gevestigde organisaties die zich inzetten voor verbetering van de mensenrechtensituatie in Israƫl en de Palestijnse gebieden voort te zetten. Maart 2024, mevrouw Dobbe: verzoekt de regering bij het verstrekken van alle vormen van steun of humanitaire hulp in conflictgebieden altijd bijzondere aandacht te hebben voor de positie en veiligheid van vrouwen, meisjes en dit te onderschrijven. April 2024: verzoekt de regering de druk op Israƫl op te voeren om ook een noordelijke grensovergang met de Gazastrook zo snel mogelijk open te stellen voor het doorlaten van humanitaire hulp. Oktober 2024: verzoekt de regering om in de Raad voor het belang te pleiten van een langetermijnplan voor een stabiele Libanese staat en hierover met Israƫl en relevante Libanese politieke actoren in dialoog te gaan.

Ik heb er nog een paar, voorzitter. Tot vorige week aan toe. Afgelopen maandag, motie-Dijk: verzoekt de regering alle mogelijke drukmiddelen tegen Israƫl te gebruiken om humanitaire hulp voor de bevolking van Gaza onvoorwaardelijk toe te laten.

Ik weet dat de fractie van DENK er belang bij heeft dat er verdeeldheid is in deze Kamer als het gaat om het Midden-Oostenconflict, maar ik laat dat niet gebeuren.

De voorzitter:
Afrondend, op dit punt.

De heer Van Baarle (DENK):
De VVD kan proberen met de karige moties die zij heeft ingediend of ondersteund — het zijn alleen maar moties waarin het woord "bepleiten" staat — te doen alsof de VVD alles heeft gedaan. Dat is gewoon niet zo. Iedere motie in de richting van de IsraĆ«lische regering die ging over effectieve sancties, over handelsvoordelen intrekken, over bepleiten dat IsraĆ«lische ministers gesanctioneerd worden, over het treffen van sancties tegen mensen die illegale nederzettingen bouwen en daarmee Palestijns land afpakken, dus alle moties die materieel iets doen, daar stemde de VVD gewoon tegen. Dus kom hier niet aan met dat lijstje moties op grond waarvan de VVD zichzelf probeert wit te wassen, terwijl de VVD twintig maanden lang iedere actie in de richting van IsraĆ«l heeft tegengehouden.

De heer Van Campen (VVD):
"Witwassen" noemt de heer Van Baarle het blijkbaar als je samen optrekt in het verdedigen van humanitaire rechten. Blijkbaar is zijn politieke gewin, waarvoor hij hier aan die interruptiemicrofoon gaat staan voor de filmpjes voor zijn achterban — de heer Van Baarle voelt verkiezingen aankomen — voor hem belangrijker dan dat we samen optrekken in voorstellen die ook de VVD heeft gesteund. Dat is een politieke keuze die de heer Van Baarle maakt. Ik wil op een andere manier politiek bedrijven, omdat ik geloof dat je in dit land en in dit vreselijke conflict regimes, regeringen en bevolkingen moet kunnen scheiden, dat je kritisch kunt zijn op de IsraĆ«lische regering, de regering-Netanyahu, en dat je tegelijkertijd wil dat Hamas wordt verwijderd uit Gaza en kunt pleiten voor de terugkeer van gijzelaars. Daar heb ik de heer Van Baarle hier nog nooit over gehoord: 53 mensen. 53 mensen wachten er nog steeds op om thuis te komen. Vorige week zei ik al: god weet alleen of ze nog in leven zijn. Daar heb ik de heer Van Baarle nog nooit over gehoord. Hij hoort mij niet alleen pleiten voor de zorg en voor het belang van die 53 gijzelaars, die er nog altijd op wachten om thuis te komen. Hij heeft mij ook horen zeggen dat ook mijn hart huilt voor het leed van de burgerbevolking van Gaza, die zo veel te lijden heeft onder deze walgelijke oorlog. Ik zou hopen dat hij die nuance in dit afschuwelijke conflict ook wat meer opzoekt, maar mijn hoop is ijdel, als ik eerlijk ben.

De voorzitter:
Meneer Van Baarle, ik had gezegd: afrondend op dit punt. Als u uw laatste interruptie wilt besteden aan een nieuw punt, dan bent u van harte welkom. Anders ga ik het woord geven aan uw collega, mevrouw Teunissen. Mevrouw Teunissen, gaat uw gang.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Er vindt een genocide plaats in Gaza. Mensen worden bewust uitgehongerd en verplaatst. Baby's worden gebombardeerd. Ik hoor in het verhaal van de VVD weer: we moeten erop blijven wijzen dat Israƫl zich moet houden aan het humanitair recht. Dat hoorde ik twee jaar geleden ook al. Meneer Van Campen gaat dan weer beginnen over dat lijstje dat hij net opsomde. Dat zijn allemaal dingen als pleiten voor het toelaten van humanitaire hulp en het inzetten van drukmiddelen daarvoor, terwijl ik oprecht nog geen enkel concreet, effectief middel heb gehoord van de VVD om de druk op Israƫl mee op te voeren om de genocide te stoppen. Mijn vraag aan de heer Van Campen is heel concreet: noem eens ƩƩn effectief middel dat de VVD heeft genoemd om in te zetten richting Israƫl om de genocide te stoppen?

De heer Van Campen (VVD):
Ik val in herhaling. De VVD heeft alle moties en alle voorstellen uit deze Kamer gesteund die erop gericht zijn om hulpgoederen Gaza binnen te laten. De VVD heeft alle moties en voorstellen gesteund die erop gericht waren om tot een staakt-het-vuren te komen. De VVD heeft alle voorstellen, ideeƫn en opdrachten van deze Kamer gesteund waarin de veroordeling werd uitgesproken van illegale en gewelddadige settlers, kolonisten. Daar vindt mevrouw Teunissen de VVD aan haar zijde. Wij hebben het initiatief van de Nederlandse regering gesteund om onderzoek te doen naar het naleven van artikel 2 van het associatieverdrag met Israƫl. Dat zijn voorstellen waarvan we weten dat ook onze Israƫlische bondgenoot er niet bepaald om staat te juichen.

Blijkbaar verkiest mevrouw Teunissen het pad van de stoere en stevige taal waarmee zij als zij vanavond thuiskomt met een goed gemoed in haar bed kan stappen, terwijl ik weet en zie dat de druk alleen via de diplomatieke weg kan worden opgevoerd en dat je zo effect sorteert. De regering heeft in de vandaag gestuurde brief het voorstel gedaan om te kijken naar het initiatief van Zweden om mogelijk twee Israƫlische ministers te sanctioneren na walgelijke uitspraken over het zuiveren en van de kaart vegen van Gaza. Ik begrijp dat de regering die stap zet. Wat mijn fractie betreft mag het zelfs een stapje verder; daar zal ik in de tweede termijn een voorstel voor doen.

Tegelijkertijd vind ik dat we zorgvuldig moeten zijn met deze maatregelen — dat hebben we de minister van Buitenlandse Zaken vorige week ook horen zeggen — omdat we weten wat er in het geval van het Verenigd Koninkrijk is gebeurd: toen het VK sancties oplegde aan deze twee ministers, werden bankrelaties bevroren, waardoor ook financiĆ«le humanitaire hulp niet meer richting Gaza kon gaan. De stoere woorden van mevrouw Teunissen voelen misschien heel lekker als we hier in de comfortabele plenaire zaal met airconditioning staan, maar de vraag is altijd: waar help je mensen nou echt mee? Dat is waar de VVD het antwoord op zal zoeken.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dit was een heel lang verhaal, maar het was geen antwoord op mijn vraag. Ik vroeg de VVD om ƩƩn concrete maatregel die het heeft gesteund …

De heer Van Campen (VVD):
U kreeg er drie, vier.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Mag ik mijn interruptie afmaken?

De voorzitter:
Pardon, meneer Van Campen. Mevrouw Teunissen heeft het woord.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
… om de genocide in Gaza te stoppen. EĆ©n concrete maatregel. Wat we tot nu toe hebben gezien, is kennelijk niet genoeg geweest, want het IsraĆ«lische leger dendert door met het plegen van genocide. Gisteren zijn er nog 51 mensen — nu loopt het aantal zelfs op — door het IsraĆ«lische leger gedood met granaten en tanks, maar er is geen enkele veroordeling vanuit het kabinet. De uithongering van mensen gaat gewoon door. Nederland heeft volgens het Genocideverdrag de verplichting om genocide te voorkomen. Dan kan de heer Van Campen hier toch niet staan te beweren dat sancties tegen de twee ministers om geen bankzaken te kunnen regelen … Ja, het is een ministapje, maar het is toch totaal niet voldoende om de genocide te stoppen en om die druk op te voeren? Dan voldoen we toch niet aan het Genocideverdrag?

De heer Van Campen (VVD):
Ik zou dan willen weten waar mevrouw Teunissen zelf aan denkt. Ik heb het overigens over moties die eenvoudig worden weggezet en waar haar eigen naam onder staat. Ben dan ook consequent, zou ik zeggen, en kom dan ook echt met alternatieven waarvan u denkt dat u deze vreselijke oorlog daarmee stopt. Ik zou willen dat ik het antwoord op die vraag had. Ik denk dat mevrouw Teunissen dat antwoord ook niet heeft. Ik vind het te eenvoudig om elkaar hier de maat te nemen over wie zich het leed het meest aantrekt. Ik ga dat spelletje niet meer meespelen; ik ben daar een beetje klaar mee.

De voorzitter:
Afrondend op dit punt, mevrouw Teunissen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ja, afrondend. Ik merk dat de heer Van Campen het er een beetje moeilijk mee heeft, want ik heb al tientallen moties ingediend met effectieve maatregelen, die allemaal niet door de VVD zijn gesteund, zoals het opschorten van het associatieakkoord met Israƫl en het stoppen van de wapenhandel met Israƫl. Wij exporteren nog vrolijk wapenonderdelen door waarmee onschuldige Palestijnse burgers worden aangevallen. Daar heb ik allemaal moties over ingediend die supereffectief zijn, ook over economische sancties. Dat de heer Van Campen ze niet eens heeft gezien, zegt voor mij alles.

De heer Van Campen (VVD):
Mevrouw Teunissen luistert dan ook niet naar de interrupties. Dat is toch een beetje zonde. Blijkbaar luistert ze liever naar haar eigen verhaal dan naar het antwoord als zij een interruptie pleegt. Ik weet — en het is waar — dat de diplomatieke weg uiteindelijk het meeste effect sorteert, maar blijkbaar vindt zij het belangrijk om met haar stoere woorden, haar grote taal, haar grootspraak en haar voorstellen vanavond veilig thuis te komen en met een goed gemoed het huis in te stappen in plaats van dat ze echt effecten sorteert voor mensen die dit leed ondergaan. We weten dat de diplomatieke weg altijd beter werkt om daar resultaat te boeken dan de deur dichtslaan.

Mevrouw Dobbe (SP):
Maar dan breekt toch wel mijn klomp, want de voorstellen die mevrouw Teunissen hier noemt, zijn toch allemaal diplomatiek, maar de VVD heeft die niet gesteund. Ik heb het lijstje met al die moties dat de heer Van Campen net opnoemde en dat hij netjes heeft uitgeprint, heel goed gehoord. Het is heel goed dat de VVD die moties heeft gesteund, maar het gaat natuurlijk om de moties die niet zijn gesteund en die niet zijn ingediend door de VVD, zoals over het wapenembargo, zoals sancties en zoals het nu opschorten van het EU-associatieakkoord, want dat zet wel druk. Het is dus te makkelijk om te zeggen "we hebben wel een aantal dingen gesteund en de diplomatieke weg is de weg". Dit is niet het eerste debat dat we hierover voeren. Dit debat hebben we hier al twintig keer gehad. We zien dat we hier al anderhalf jaar hetzelfde debat voeren met hetzelfde resultaat. De diplomatieke inspanningen van dit kabinet leiden dus effectief tot genocide in Gaza en er is geen enkele rem op het breken van het internationaal recht door Israƫl.

De voorzitter:
En wat is uw vraag?

Mevrouw Dobbe (SP):
Daar gaat de VVD nu aan voorbij. Ik wilde dit punt even maken, omdat het echt onterecht is om mensen weg te zetten alsof ze hier politieke spelletjes aan het spelen zijn, terwijl ze een heel terecht punt hebben.

De heer Van Campen (VVD):
Maar dat doet u; dat doet mevrouw Dobbe. Het probleem met radicaal-linkse partijen in deze discussie, en daar schaar ik DENK ook onder …

Mevrouw Dobbe (SP):
Ja!

De heer Van Campen (VVD):
Jaja. Gun mij ook mijn antwoord in dit parlement. Het probleem is dat mevrouw Dobbe, mevrouw Teunissen en de heer Van Baarle eraan voorbijgaan dat Israƫl een strijd voert, moet voeren en zal moeten blijven voeren voor zijn bestaansrecht, omdat het land niet meer zal bestaan als het ook maar ƩƩn keer achteroverleunt. Die dimensie nemen de partijen die ik zojuist noemde nooit, nooit mee. Dat mag, maar dat is een eenzijdig beeld van hoe een oorlog helaas gaat. Langs de diplomatieke weg sorteer je het meeste effect. Israƫl is een land dat al sinds zijn stichting moet vechten voor zijn bestaansrecht. Het is zo onzijdig en zo inconsequent dat die kant van de medaille nooit wordt besproken in dit parlement.

Mevrouw Dobbe (SP):
Tja. Ik vind het jammer dat er nu op deze manier wordt gereageerd door de VVD, want we hebben hier vaker debatten over gehad met de VVD. Als het gaat over politieke spelletjes, vind ik dat oprecht jammer. Wij gaan dit debat hier niet nog een keer doen. Ik wil de heer Van Campen het volgende vragen. Er waren een tijdje geleden experts in de Tweede Kamer. Dat waren juristen en advocaten, dus echt de experts die veel weten van het internationaal recht. Zij hebben ons verteld hoe het Genocideverdrag in elkaar zit. Zij hebben ons verteld dat er voor ons, voor Nederland, als lid van het Genocideverdrag een verplichting is om in te grijpen en om alles te doen wat redelijkerwijs kan om genocide te voorkomen. Ze hebben ons ook verteld dat Nederland onvoldoende doet. Als de VVD mij vandaag niet wil geloven als blijkbaar radicaal-linkse partij, hoe kijkt de VVD dan aan tegen de mening van die experts?

De heer Van Campen (VVD):
Wij maken daar een andere taxatie van dan mevrouw Dobbe.

De voorzitter:
Afrondend op dit punt, mevrouw Dobbe.

Mevrouw Dobbe (SP):
Wat een zwak antwoord. Ik vroeg niet naar de taxatie van mevrouw Dobbe, maar ik vroeg naar de taxatie van de experts die hier zaten.

De heer Van Campen (VVD):
Wij maken een andere taxatie dan mevrouw Dobbe, die de uitlatingen van die experts voor waar aanneemt. Ik zal daar persoonlijk niks aan afdoen, alleen is het aan mijzelf om hier de weging te maken hoe wij met die adviezen en die oordelen omgaan. Dat doen we niet op dezelfde wijze als de Socialistische Partij.

De voorzitter:
Meneer Van Campen, ik had het sterke vermoeden dat mevrouw Dobbe nog niet klaar was met haar vraag, dus ik laat haar de vraag afmaken. Die telt dan zeker niet als een extra interruptie. Gaat uw gang.

Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vind het heel kwalijk dat de heer Van Campen het internationaal recht hier nu afdoet als "ook maar een mening" die we hier in de Tweede Kamer verkondigen. Als het internationaal recht wordt overtreden, wat Israƫl nu doet, en er zijn geen realistische twijfels over, zullen we in de toekomst misschien wel te maken krijgen met aansprakelijkheid als het gaat over nalatigheid of medeplichtigheid in het oog van genocide waar we niet hebben opgetreden vanuit het Genocideverdrag. Maar als de VVD nu een lachertje maakt van het internationaal recht, alsof dat ook maar een mening is, is dat echt heel kwalijk. Dat heb ik in al die debatten van de afgelopen anderhalf jaar met de VVD nog niet gehoord, dus dit is echt een achteruitgang in de woordvoering van de VVD.

De heer Van Campen (VVD):
Dan heeft mevrouw Dobbe niet geluisterd naar mijn betoog. Daarin heb ik gezegd dat er een scheiding moet kunnen zijn tussen de beoordeling van regimes, namelijk Hamas en de regering-Netanyahu, en de erkenning van het leed van bevolkingen, namelijk de gijzelaars, 53 mensen die nog wachten om thuis te komen, als ze überhaupt nog in leven zijn, en de Palestijnse Gazaanse bevolking die op dit moment zucht onder onophoudelijke aanvallen en humanitair leed. De regering heeft de plicht om de bondgenoot IsraĆ«l daarop aan te spreken. Maar je kunt het nooit los zien — je kunt het nooit los zien! — van het feit dat IsraĆ«l ook een strijd vecht tegen een agressor in de regio, Iran, die het bestaansrecht van IsraĆ«l bedreigt.

Naar aanleiding van de rondetafel met deskundigen waar mevrouw Dobbe over spreekt, maak ik een andere taxatie in de richting van het kabinet dan mevrouw Dobbe maakt. Maar ik vind het vervelend dat zij mij in de mond legt dat ik daarmee een lachertje maak van het internationaal recht. Dat is namelijk wel een heel vrije interpretatie van dit interruptiedebat. Ik neem haar dat bijzonder kwalijk.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik moet eerlijk zeggen dat ik het de heer Van Campen misschien wel een beetje kwalijk neem dat hij mevrouw Dobbe en haar partij hier wegzet als radicaal. In alle eerlijkheid: dat gaat wat mij betreft eigenlijk ook over iedere schreef. Dus om nu hoog van de toren te blazen omdat mevrouw Dobbe te ver gaat … Ik zou zeggen: lees nog eens goed het verslag terug, en misschien zou het u sieren om straks tegen mevrouw Dobbe te zeggen dat u dat niet zo meende.

De heer Van Campen zei zojuist dat de VVD de afgelopen jaren alle moties over humanitaire hulp heeft gesteund. Ik zie hem nu ook knikken. Maar dat is niet helemaal waar. Op 13 mei is er in dit huis een motie ingediend door collega Piri en collega Boswijk waar de VVD tegen heeft gestemd. In die motie stond dat de levering van humanitaire hulp onmiddellijk zou moeten worden hervat, desnoods zonder de expliciete toestemming van Israƫl. Gaat u na uw gloedvolle betoog nu wƩl voor deze motie stemmen?

De heer Van Campen (VVD):
In alle eerlijkheid weet ik niet waarom we op dat moment tegen die motie hebben gestemd. Als de heer Klaver het dictum zo opleest, klinkt het me niet vreemd in de oren en wil ik horen hoe de regering die motie apprecieert. Wellicht heeft de heer Klaver ook al klaar wat die appreciatie destijds was.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Waarom ik dit zeg, is als volgt. Ik ben het ermee eens dat we geen wedstrijd moeten maken van wie het leed van de Palestijnen het allerergst vindt. Maar met gratis medeleven ben ik ook wel een klein beetje klaar. Iedereen vindt het erg wat daar gebeurt; de vraag is wat er in ons vermogen hier ligt om aan actie te ondernemen. Dan denk ik dat deze regering, de Tweede Kamer en de VVD-fractie meer stappen zouden kunnen zetten. Er lag een motie van het CDA … Of vindt u die partij inmiddels ook radicaal? Ik weet hoe snel het gaat bij de VVD.

De heer Van Campen (VVD):
De heer Boswijk wel!

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
… en van mijn fractie, waarin we zeggen: zorg er nou voor dat die hulp er komt, want die wordt tegengehouden door de IsraĆ«lische regering; je moet nu doorzetten, ook als ze dat tegenhouden. Ik krijg de indruk dat de fractie van de VVD dit niet steunt omdat ze de regering van IsraĆ«l niet tegen het hoofd wil stoten en dat ze dit op geen enkele wijze wil doorzetten. Daarom ben ik blij met de opening die de heer Van Campen biedt, namelijk dat de VVD-fractie de volgende keer dat we zo'n motie indienen wel degelijk zal zeggen: wij gaan dit steunen.

De voorzitter:
Uw vraag?

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Klopt dat?

De heer Van Campen (VVD):
Die opening is er bij mij. Die is er altijd. Ik zal luisteren naar wat de minister-president zal zeggen over de motie. Maar ik vind dat goederen bij mensen moeten komen die daar op dit moment het meest behoefte aan hebben.

De voorzitter:
Afrondend op dit punt.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Afrondend. Het is een kleine stap, maar ik bemerk hierin ruimte. Ik hoop dat we deze kleine stap kunnen zetten om de Israƫlische regering nog meer onder druk te zetten om te zorgen dat die hulp daar ook echt komt, of ze nou meewerken of niet.

De heer Van Campen (VVD):
Ik zeg in alle eerlijkheid: het is een zoektocht naar balans. Dat is de reden waarom … Misschien had ik mevrouw Dobbe en de collega's niet "radicaal" moeten noemen. Er zijn volgens mij socialisten die daar trots op zouden zijn, maar als zij daar aanstoot aan heeft genomen, dan was dat niet mijn bedoeling. Maar het raakt een gevoelige kwestie. Mijn partij is hierbij op zoek naar de juiste balans. Niet voor niets heb ik in een eerder interruptiedebat ook al aangegeven dat wij openstaan voor de suggestie van de Nederlandse regering om ook sancties op te leggen aan functionarissen die onaanvaardbare uitspraken doen in de richting van Gaza en dat mijn partij kritisch is — mijn partijleider heeft dat afgelopen zaterdag op ons congres ook onomwonden gezegd — op de regering-Netanyahu. Maar wij zien ook dat de diepe verbondenheid van ons land en onze inwoners met IsraĆ«l en het bestaansrecht van het land, dit een hele gevoelige kwestie maakt. Het is steeds weer zoeken naar de goede balans om de goede dingen te doen.

De voorzitter:
Dit is dan uw laatste interruptie, meneer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat is goed. Daarvoor is het belangrijk genoeg. De balans is zoek. Dat is het hele punt. De balans is zoek. 150.000 mensen stonden op het Malieveld. Dat is een dwarsdoorsnede van de samenleving. De mening van de Nederlandse samenleving op dit onderwerp is, om in uw woorden te spreken, radicaal veranderd, omdat mensen zien dat de balans weg is. Er is geen sprake van balans. Als er 50.000 mensen om het leven zijn gekomen in Gaza en de Israƫlische regering geen enkele aanstalten maakt om te stoppen met de oorlogsmisdaden die ze daar plegen, dan is er geen balans. Het is vreemd om dan in het parlement te horen dat we moeten zoeken naar balans. Ik had daar echt begrip voor, net na wat er op 7 oktober gebeurde. Ik snap dat het toen zoek was. Er is geen balans. Na 50.000 doden is die balans weg. Dat vraagt, voor zover we dat kunnen, een steviger optreden van ons, vanuit Nederland en al die andere landen. Maar we moeten alles, alles in het werk zetten om de druk op Israƫl te vergroten. In alle eerlijkheid: als wij aan het einde van deze avond naar huis fietsen of rijden met de trein of met de auto, dan kunnen we niet zeggen: we hebben alles gedaan om Israƫl onder druk te zetten om hier een einde aan te maken. Daar zoek ik naar in dit debat wanneer u het heeft over een nieuwe balans. Dat zou het moeten zijn: hebben we alles gedaan wat in onze macht ligt om die regering zo onder druk te zetten dat ze stoppen met de oorlogsmisdaden? 50.000 doden! Het moet stoppen.

De voorzitter:
Uw vraag, meneer Klaver?

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik had geen vraag. Dit was mijn bijdrage.

De heer Dassen (Volt):
Ik wil de heer Van Campen een heel eenvoudig te beantwoorden vraag stellen die ik ook aan de minister-president heb gesteld, namelijk: erkent de VVD ten minste dat er een reƫle dreiging is van genocide in Gaza?

De heer Van Campen (VVD):
Ik ga daar geen positie op innemen, omdat ik dat niet kan beoordelen.

De heer Dassen (Volt):
Dit vind ik dus heel ingewikkeld. Op 26 januari 2024 heeft het Internationaal Gerechtshof namelijk gezegd dat het plausibel is dat er een genocide plaatsvindt. Dat was anderhalf jaar geleden. Hoe kan het dan zijn dat de VVD daar nog geen positie over heeft ingenomen, terwijl we ons toch aan het internationaal recht moeten houden, terwijl we toch de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof moeten naleven? Hoe kan het dan zijn dat anderhalf jaar verder, na alles wat er daarna is gebeurd, de VVD nog steeds zegt daar geen positie over te hebben ingenomen?

De heer Van Campen (VVD):
Omdat ik het zelf complex vind om te beoordelen. "Genocide" is een groot woord. Het wordt hier eenvoudig in de mond genomen. Ik ben daar voorzichtig mee en terughoudend in. Ik vind het belangrijker dat we de juiste dingen doen om druk op de Israƫlische regering te zetten om het lijden te stoppen, om een staakt-het-vuren te bewerkstelligen, om hulpgoederen Gaza binnen te krijgen. De heer Dassen mag iedere keer het debat voeren over hoe we het moeten noemen, dat is zijn goed recht, maar ik wil van deze regering liever daden zien waar mensen in Gaza echt mee geholpen zijn.

De voorzitter:
Afrondend op dit punt, de heer Dassen.

De heer Dassen (Volt):
De heer Van Campen verdraait het verhaal nu een beetje, want het gaat mij er helemaal niet om hoe je het noemt. Ik noem het "genocide". Dat hoeft de heer Van Campen niet te doen. Dat is zijn eigen afweging. Het Internationaal Gerechtshof zegt dat er een reƫle kans is op genocide. Dat geeft ons de verplichting om in te grijpen. Het Internationaal Gerechtshof heeft ook verschillende maatregelen aan Israƫl opgelegd. Het moet namelijk voorkomen dat er handelingen plaatsvinden die mogelijk genocidaal zijn. We zien nu dat honger ingezet wordt als wapen. Opruiende uitspraken moeten worden tegengegaan en vervolgd. De heer Van Campen had het net over de walgelijke uitspraak van Smotrich, namelijk dat Gaza vernietigd moet worden. Dat is allemaal daarna gebeurd. We moeten ervoor zorgen dat er zo snel mogelijk humanitaire hulp Gaza binnenkomt. Dit was anderhalf jaar geleden, meneer Van Campen. U moet het niet verdraaien tot een spelletje "hoe noemen we dit?". Het Internationaal Gerechtshof, waar wij ook aan gehouden zijn, heeft gezegd dat er een mogelijk risico is op genocide. Onder het Genocideverdrag zou Nederland alles op alles moeten zetten om dat te voorkomen. Een wapenembargo zou dat mogelijk helpen voorkomen. Aansluiten bij de zaak van Zuid-Afrika tegen Israƫl zou dat mogelijk helpen voorkomen. Sancties tegen de Israƫlische regering zouden dat mogelijk helpen voorkomen. Economische sancties zouden dat mogelijk helpen voorkomen.

De voorzitter:
Wilt u tot een vraag komen, meneer Dassen?

De heer Dassen (Volt):
Afrondend, voorzitter. Mijn vraag is: hoe kan het zijn dat de heer Van Campen niet verder komt dan "ik heb hier nog geen positie over ingenomen", terwijl het Internationaal Gerechtshof anderhalf jaar geleden al heeft gezegd dat Nederland vanaf toen alles op alles had moeten zetten om dit te voorkomen? De heer Van Campen heeft geen enkele motie gesteund om dat waar te maken.

De heer Van Campen (VVD):
Dat was een hele lange aanloop om concreet te worden, een hele lange aanloop. De heer Dassen heeft het gehad over ervoor zorgen dat hulpgoederen Gaza binnenkomen. We hebben voorstellen gesteund die de regering daartoe opriepen. De heer Dassen heeft het over de veroordeling van uitspraken van twee Israƫlische ministers. Ik heb in het debat aangegeven dat ik zelf met een voorstel zal komen waarin het kabinet het mandaat zal krijgen om daar stappen op te zetten. De heer Dassen noemde als oplossing het opvoeren van de druk op om een staakt-het-vuren te bewerkstelligen. Ik heb moties opgesomd en opgelezen die wij hebben gesteund. Nogmaals, laten we elkaar hier niet de maat nemen. Wij hebben die voorstellen gedaan, omdat ook wij vinden dat Israƫl zou moeten worden gewezen op de schending van het internationaal recht en dat daar acties bij horen. De heer Dassen heeft mij heel kritisch horen spreken over het optreden en het acteren van de regering-Netanyahu, omdat ook wij zien dat het internationaal humanitair recht wordt geschonden in Gaza. Dat moet stoppen.

De voorzitter:
Uw laatste interruptie, mevrouw Dobbe.

Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vond dat de heer Dassen een goed punt had. In februari vorig jaar heeft het Internationaal Gerechtshof een rapport afgeleverd met daarin ook aanwijzingen voor Nederland. Die heeft Nederland niet opgevolgd. Wat vindt de VVD daar dan van? Ik heb een minder lange aanloop nodig. Vindt de VVD dat wij, wanneer het Internationaal Gerechtshof een voorlopige uitspraak doet, ons daar aan moeten houden, of is dat maar een mening?

De heer Van Campen (VVD):
Nee, ik vind dat als het bindende uitspraken zijn, je van hele goede huize moet komen om die naast je neer te leggen.

De heer Paternotte (D66):
Ik heb in verschillende commissies debatten met de heer Van Campen mogen doen. Ik vind het altijd fijn dat hij iemand is die met humor en scherp op de inhoud debatteert en die zich zelden bedient van persoonlijke aanvallen. Ik herken hem niet zo in dit debat. Mevrouw Teunissen kwam met concrete voorstellen die ze graag door de VVD gesteund zou zien. Ik heb hem net tegen haar horen zeggen dat het stoere en stevige taal is die vooral is bedoeld om met een "goed gemoed het bed in te stappen". Hij beschuldigde haar van spelletjes. Hij beschuldigde mevrouw Dobbe ook van spelletjes toen ze hem om concrete steun vroeg. Ik snap het niet helemaal. Als je ziet wat daar in Gaza gebeurt, is het logisch dat mensen hier met concrete voorstellen komen. Het helpt niet om dan te reageren met "het zijn allemaal spelletjes". Dat soort persoonlijke aanvallen passen de heer Van Campen echt niet. Ik zag dat de heer Dijkhoff gisteren een denktank heeft opgericht voor de milde meerderheid in Nederland. Rekent de heer Van Campen zichzelf tot die milde meerderheid?

De heer Van Campen (VVD):
Een volmondig ja. Ik heb zo op de geachte collega's gereageerd omdat mij het verwijt werd maakt dat we niks doen, wegkijken en voor de bühne met moties onze ziel zouden vrijpleiten, in andere woorden. Dat zijn uitspraken die mij raken. Dat zijn ook uitspraken die op een reactie kunnen rekenen die net zo stevig is als hoe ik de uitspraken van deze collega's interpreteer. Ik hoef ook niet alles te accepteren en te tolereren wat mij vanaf de interruptiemicrofoon naar het hoofd wordt geslingerd.

De heer Paternotte (D66):
Ik vind het jammer. Ik kreeg net ook meerdere appjes met teksten als: het kan echt niet zoals hij tegen mevrouw Teunissen spreekt. Mevrouw Teunissen vraagt hem heel netjes op de inhoud om een mening over maatregelen. Ik vind het jammer dat hij zegt bij die milde meerderheid te horen, maar het prima te vinden om hier zo te staan meppen en ruzie te maken. Ik vind dat echt teleurstellend. De heer Van Campen verweet interrumpanten dat wat zij deden schreeuwen voor de bühne was. Laat ik het hem dan het volgende vragen. Als hij kijkt naar de hongersnood die er nog steeds is, de hulppunten waar mensen met 59 tegelijk door een tank worden doodgeschoten en de moties die de VVD heeft gesteund, wat is dan volgens hem het effect geweest van de maatregelen die de VVD heeft bepleit en die hier een meerderheid hebben gehaald?

De heer Van Campen (VVD):
Dat we nog altijd in gesprek zijn en de druk kunnen opvoeren om onze bondgenoot te wijzen op zijn verantwoordelijkheden. Ik zal ook eerlijk zijn: het idee en de illusie dat onze aangenomen Kamermotie het einde van dit afschuwelijke conflict dichterbij gaat brengen, moeten we ook uit de wereld helpen. Zo werkt het nou eenmaal niet. Ik geloof dat bij de belangrijke bondgenoot die Israƫl van Nederland is, in de traditie die we hebben van bondgenootschap, het niet anders kan zijn dan dat je het meeste effect sorteert op het moment dat je een bondgenoot aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid. Dat mag ook stevig. De heer Paternotte heeft mij kritisch horen zijn over de regering-Netanyahu. Dat zal ik zijn, dat zal ik blijven en daar zal ik de regering toe volgen.

De stappen die worden aangekondigd en gezet op het gebied van het onderzoek naar artikel 2 van het associatieverdrag en de stappen die worden gezet als het gaat om het sanctioneren van deze twee betreffende ministers, vind ik goede stappen omdat ik weet dat ze impact hebben. Dat wordt gebagatelliseerd door enkele collega's, maar ze hebben impact. Dat is de weg van de diplomatie. Ik hoop en bid dat we daarmee het leed van de Gazaanse bevolking kunnen ledigen en tegelijkertijd de oplossing dichterbij kunnen brengen, zodat de gijzelaars kunnen terugkeren. Ik noem het toch nog maar eens, want dat resoneert niet in de interruptiedebatten die zojuist hebben plaatsgevonden. 53 mensen wachten nog steeds op thuiskomst in een land dat sinds zijn bestaansrecht iedere dag moet vechten voor zijn bestaansrecht. Die samenhang benoem ik en die zal ik blijven benoemen.

De voorzitter:
Afrondend op dit punt.

De heer Paternotte (D66):
Dit klinkt als iets wat in cirkeltjes gaat. Ik vraag wat nou het effect en de impact is geweest. De heer Van Campen zegt dan dat de impact is dat we hen nog steeds blijven aanspreken. Daarna zegt hij: ik steun vooral dingen van het kabinet die impact hebben. De conclusie die we met elkaar trekken, is dat de situatie alleen maar veel erger is geworden. Nog ƩƩn andere insteek. Hij zegt "je moet altijd die strijd tegen Hamas in het achterhoofd houden" en wijst op de gijzelaars die vrij moeten komen. Natuurlijk, dat is terecht. Hamas is een terreurorganisatie. De VN-commissie heeft onlangs vastgesteld dat Israƫl een systematische campagne heeft om kraamafdelingen in Gaza te vernietigen. Dat is gelukt: ze zijn allemaal vernietigd. De enige IVF-kliniek in Gaza, met 4.000 embryo's, is volledig vernietigd. Dat had niets met Hamas te maken. Er waren daar geen Hamas-locaties. Wat heeft het onmogelijk maken om een kind op de wereld te zetten en het veilig geboren te laten worden, te maken met de strijd tegen Hamas?

De heer Van Campen (VVD):
Helemaal niets. Dat is een flagrante schending van het internationaal recht. Dat behoeft verder geen enkele nuancering.

De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Dassen. Of wil meneer Paternotte nog een ander punt inbrengen en ook zijn laatste interruptie hieraan besteden?

De heer Paternotte (D66):
Ik probeerde het met een andere insteek dan sommige andere mensen. Fijn dat de heer Van Campen dan eerlijk zegt dat dat een flagrante schending van het internationaal recht is. Er zijn talloze rapporten die verschillende van dit soort dingen aantonen.

De heer Van Campen (VVD):
Precies.

De heer Paternotte (D66):
Ik denk dat de reden waarom 80% van Nederland zegt veel meer druk vanuit dit kabinet te willen, waarom al die mensen op de been zijn … Mensen zien natuurlijk dat IsraĆ«l aan alle kanten bedreigd wordt door terreurorganisaties, dat het heel logisch is dat IsraĆ«liĆ«rs zich onveilig voelen, maar dat heeft echt helemaal niks te maken met de moordpartij die nu gaande is. Eergisteren zijn 59 mensen die in de rij stonden voor voedsel, door een tank doodgeschoten. Dominique de Villepin, de Franse oud-premier, en ook de experts hier laatst, zeggen: het is eigenlijk best simpel wat Europa kan doen om druk te zetten. Er zijn eigenlijk maar twee dingen die echt effect kunnen hebben. Een: het opschorten van de handelsvoordelen voor IsraĆ«l. Twee: een wapenembargo. Dat zijn twee dingen die effect zouden kunnen hebben volgens al die deskundigen. Dat zijn ook de twee dingen waar de VVD altijd tegen heeft gestemd. Als u nou een van de twee kunt noemen waarover de VVD bereid is om na te denken als het gaat om het stoppen van deze enorme mensenrechtenschendingen en van de etnische zuivering, welke van de twee zou dat dan zijn?

De heer Van Campen (VVD):
Het initiatief van het kabinet — alles in de juiste volgorde, zou ik zeggen — om het associatieverdrag en de naleving daarvan, artikel 2, te onderzoeken, steunen wij volmondig, omdat wij net als de heer Paternotte vinden dat de druk moet worden opgevoerd, zodat dit vreselijke leed eindelijk wordt beĆ«indigd.

De heer Dassen (Volt):
De heer Van Campen gaf net aan dat we van hele goeden huize moeten komen om ons niet te hoeven houden aan een bindende uitspraak. Volgens artikel 1 van het Genocideverdrag is Nederland verplicht om bij een dreigende genocide of een mogelijk risico op genocide alles op alles te zetten om dat te voorkomen. Er ligt dus een internationale gerechtelijke uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van anderhalf jaar geleden daarover; dat was dus nog voor de verschrikkingen van de afgelopen maanden. Dan moet de heer Van Campen het toch met mij eens zijn dat wij op dit moment niet alles op alles zetten om een mogelijke genocide te voorkomen en dat Nederland die internationale uitspraak van het Gerechtshof niet naleeft, net als de verplichting vanuit het Genocideverdrag?

De heer Van Campen (VVD):
Het staat in schril contrast met het leed dat plaatsvindt in het Midden-Oosten, de gijzelaars, de bevolking in Gaza, maar het ontbieden van de IsraĆ«lische ambassadeur en het voortdurend, keer op keer, aanspreken van onze bondgenoot, het wijzen op de noodzaak om ervoor te zorgen dat hulpgoederen Gaza binnenkomen … We blijven pleiten voor een staakt-het-vuren richting IsraĆ«l. Ik vind dat hele wezenlijke, belangrijke stappen, die hopelijk — dat hoop ik met de heer Dassen — de impact maken die nodig is, namelijk dat het geweld gaat liggen, dat agressor Iran, dat op dit moment raketten blijft afvuren op IsraĆ«lische steden, zich eindelijk terugtrekt, en dat de druk wordt weggenomen van Hamas, dat nog steeds 53 gijzelaars gevangenhoudt. Ik hoop dat Nederland, met de maatregelen en met de druk die het opvoert richting belangrijke bondgenoten, een kleine bijdrage kan leveren aan de oplossing voor dit vreselijke leed, dat we allemaal al veel te lang zien.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik hoop toch dat de uitkomst van dit debat is dat we de druk op Israël verder opvoeren om de genocide te stoppen, zoals die 150.000 mensen die zondag de straat op gingen dat zo graag zouden willen zien. Net als de Partij voor de Dieren en vele andere partijen hier dat willen zien. Het zijn gewone mensen. Dat zijn geen radicale mensen, zoals de heer Van Campen net zei. Het is een gewone dwarsdoorsnede van de samenleving. Daarom vind ik het heel teleurstellend dat ik tot nu toe nog geen enkele concrete extra maatregel van de VVD heb gehoord. Een van de dingen die de VVD wel steunt, zijn sancties richting Rusland. Dat was meteen vanaf dag één van de invasie in Oekraïne het geval. Ik heb de heer Van Campen in een vorig debat horen zeggen dat het verschil is dat Israël onze bondgenoot is. Maar juist als bondgenoot hebben wij de extra verplichting om te voorkomen dat die bondgenoot genocide gaat plegen. Zou de VVD dan in ieder geval sancties, zoals we die ook opleggen aan Rusland, richting Netanyahu willen steunen?

De heer Van Campen (VVD):
Het gaat mij net wat te snel om nu op de laatste vraag bevestigend te antwoorden. Laat ik in eerste instantie zeggen dat het een antwoord was op een interruptie van een van de collega's, die mij vroeg: wat is nu het verschil tussen Rusland en IsraĆ«l? Ik zei daarop: Rusland is een vijand, een agressor, die op het Europees continent onze eigen veiligheid bedreigt, die het land OekraĆÆne — een land dat vecht voor haar soevereiniteit — is binnengevallen en nog altijd bezet. Rusland zet landen aan de oostflank van Europa onder druk en voert een strijd tegen onze manier van leven en tegen onze liberale democratie. Daar is dus een verschil met IsraĆ«l: dat is een belangrijke historische bondgenoot van Nederland, terwijl Rusland op dit moment onze veiligheid en onze waarden bedreigt. Ik wilde graag wat context geven bij het gevoerde debat en waar deze opmerking vandaan kwam. Mevrouw Teunissen kan mij vinden in het standpunt dat de uitspraken die zijn gedaan door de twee betreffende IsraĆ«lische ministers op elke vorm van afkeuring moeten rekenen. Mijn fractie steunt dat er internationale sancties tegen deze twee ministers worden ingesteld. Ik zeg er wel bij dat we ook zorgvuldig moeten luisteren naar wat de potentiĆ«le effecten van zulke stoere maatregelen kunnen zijn.

Mevrouw Teunissen weet hoe ze moet debatteren. Dat gebeurt met stevigheid. Blijkbaar nam de heer Paternotte daar wat aanstoot aan, maar zij krijgt een stevig antwoord terug. Stoere moties kunnen goed voelen als je thuiskomt — dan heb je je klus geklaard — maar de vraag is of je het beoogde effect dichterbij hebt gebracht. Mijn fractie steunt sancties tegen deze twee IsraĆ«lische ministers. Maar ik wil wel voorkomen dat we onszelf en de Gazaanse bevolking ermee in de voet schieten. Mevrouw Teunissen kan in tweede termijn een voorstel van mij verwachten.

De voorzitter:
Ik ga u allen voorstellen om de interrupties kort en bondig te houden, net als de antwoorden. Ik wil u ook vragen het niet persoonlijk te maken. Ik denk dat er veel te bespreken is op de inhoud. Ik heb het een keer laten gaan — daar zijn ook reacties op gekomen van alle kanten — maar volgens mij voeren we dit debat op de inhoud, niet op de persoon. Ik doe dan ook een dringend verzoek aan alle leden om zich daaraan te houden.

Meneer Van Baarle heeft een interruptie.

De heer Van Baarle (DENK):
Ik wilde mevrouw Teunissen verdedigen, maar u doet een oproep, dus ik ga een vraag aan de heer Van Campen stellen. De heer Van Campen gaf net in een reactie op de heer Paternotte aan dat het bombarderen van die kliniek door Israƫl een flagrante schending is van het internationaal recht. Ik hoop dat de heer Van Campen ook vindt dat de humanitaire blokkade die Israƫl doorvoert op Gaza een schending is van het internationaal recht. Ik hoop dat hij vindt dat de illegale nederzettingen en het illegaal annexeren van Palestijns land ook een schending zijn van het internationaal recht. Het is schending op schending op schending op schending.

De heer Van Campen (VVD):
Ja.

De heer Van Baarle (DENK):
Als Israƫl schending op schending op schending op schending pleegt, dan kan de VVD toch niet volhouden dat het niet duidelijk is dat Israƫl artikel 2 van het associatieakkoord met de Europese Unie schendt? De VVD moet toch gewoon helder aangeven dat dat artikel geschonden wordt en dat er daarom reden is om de voordelen die daaruit voortkomen, op te schorten? In de bepaling staat immers ook dat die ons allen bindt.

De heer Van Campen (VVD):
Als ik daar op een achternamiddag op een terras met de heer Van Baarle een oordeel over zou moeten vormen, dan kan ik me voorstellen dat ik het met hem eens ben. Als we hier in het parlement staan, vind ik echter dat we ons ook bewust moeten zijn van onze rol en van wat onze verantwoordelijkheid is. Dan vind ik in eerste instantie dat er onderzoek gedaan moet worden naar de vraag of er sprake is van een schending van artikel 2 van het associatieverdrag. Alles op zijn tijd. Ik zeg daar dus bij dat ik mij heel goed kan voorstellen wat de uitkomst daarvan zou kunnen zijn. Die zou dichter in de buurt van de woorden van de heer Van Baarle kunnen liggen dan hij misschien kan bevroeden. Maar: ieder met de juiste verantwoordelijkheid, op het juiste moment en met zijn eigen rol. Anders gaan dingen te snel door elkaar lopen. We hebben het over iets heel kwetsbaars, over het oordelen over menselijk leed binnen de internationale rechtsorde. Dat moeten we koesteren en dat moeten we zorgvuldig doen.

De voorzitter:
Dan dank ik u voor uw bijdrage, meneer Van Campen. Ik zie dat de heer Boswijk van de fractie van het CDA al is gaan staan en gaan lopen. Dat waardeert de voorzitter zeer.

De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Jacques Delors vergeleek de Europese integratie ooit treffend met het bouwen van een kathedraal. Je begint met het fundament en stapje na stapje begin je te bouwen, generatie na generatie. Die metafoor past eigenlijk precies bij de huidige tijd, in Europa en in Nederland. Terwijl de noodzaak om Europa op te bouwen groter is dan ooit, zagen we helaas het afgelopen jaar een coalitie die vooral bezig was met het afbreken. Het CDA kiest een duidelijke positie. Wij staan aan de kant van de partijen die willen bouwen aan de Europese Unie. Stap voor stap. We beseffen dat het werk nooit af is.

Nu de regering demissionair is en bevrijd is van de gijzeling van de PVV — die is er overigens niet, zie ik nu — en nu het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma niet langer leidend zijn, is het tijd voor een nieuwe houding van Nederland in de Europese Unie. Die houding is positief, constructief, zonder opt-outs maar met samenwerking en solidariteit. Dat begint bij het versterken van onze defensie en veiligheid. De Europese Raad komt bijeen op de dag na de NAVO-top en zal dus ook grotendeels in het teken staan van die NAVO-top. Het kabinet heeft recent ingestemd met het SAFE-voorstel van 150 miljard aan gezamenlijke leningen voor defensie. Dat is goed, wat het CDA betreft. Maar wat ons verbaast, is dat het kabinet vervolgens een positief oordeel geeft over een motie van collega Eerdmans, die vraagt om een gemeenschappelijke schulduitgifte nadrukkelijk uit te sluiten. Waarom eerst instemmen en vervolgens opnieuw de deur dichtgooien? Wat is nu het standpunt van het kabinet? Isoleren we Nederland hiermee niet nog verder? Graag een reactie van de minister-president.

Voorzitter. Collega Dobbe begon ook al over de bevroren Russische tegoeden. Er liggen al stapels moties die de regering oproepen om die bevroren Russische tegoeden te gaan gebruiken. We zien dat we nu al jaren verder zijn en dat we elke keer met heel veel moeite moeten zoeken naar geld. Waar wachten we nog op? Gaat de premier volgende week ervoor pleiten om die bevroren Russische tegoeden over te hevelen naar OekraĆÆne, zodat OekraĆÆne kan beginnen met de herbouw en met de herbewapening?

Voorzitter. Collega Van Campen had het over de noodzaak van het opschalen van de investeringen in de defensie-industrie. Dat is ƩƩn grote ergernis. Morgen hebben we daar ook een debat over met de minister van Defensie. Wellicht kan de premier erop reflecteren waarom het zo ontzettend lang duurt. Ik heb het voorbeeld al honderd keer aangehaald: het lukte de Britten in 1915 om binnen een jaar hun defensie-industrie op te schalen. Wij zijn na drie jaar nog steeds vooral papier aan het produceren. Graag een reflectie van de premier daarop.

We zien ook dat Rusland druk bezig is met het uitwissen van de cultuur van de Tartaren. Graag ook een reflectie van de premier daarop. Een aantal landen, vooral de Scandinavische en de Baltische staten, hebben daar al een uitspraak over gedaan. Graag een reactie van de premier; hoe kijkt hij daarnaar?

Voorzitter. Nog even terug naar SAFE. Zestien lidstaten hebben inmiddels aangegeven gebruik te willen maken van de ontsnappingsclausule. Het is opvallend dat de landen die het minste uitgeven aan defensie hierbij ontbreken. Denk aan Spanje, Italiƫ en Frankrijk. Denemarken heeft zich opvallend genoeg wel aangemeld. Ze doen dit om een signaal aan de buitenwereld af te geven en te laten zien dat de EU-landen verenigd zijn in de herbewapeningsinspanning. Welk signaal gaat Nederland afgeven?

Voorzitter. Recent heeft de EU ook een nieuwe havenstrategie aangenomen. Dat is erg belangrijk, zeker omdat havens telkens belangrijker worden. Dat zien vooral ook de Chinezen, zeg ik er meteen bij. Ik was anderhalve week geleden op bezoek in Odessa, de grootste havenstad aan de Zwarte Zee. Het verbaasde mij eerlijk gezegd dat er nog geen enkel contact of strategisch partnerschap is met de grootste haven van Europa, namelijk onze eigen haven. Navraag bij zowel de haven van Odessa als de haven van Rotterdam leert dat daar wel behoefte aan is en dat ze ook wel nauwer willen samenwerken op het gebied van economische veiligheid, weerbaarheid en economische versterking. Is de premier bereid om te onderzoeken hoe we dat kunnen initiƫren?

Voorzitter, afsluitend. We kijken met grote zorg naar de escalatie tussen Israƫl en Iran. Kan de premier aangeven hoe het kabinet in Europees verband bijdraagt aan de-escalatie? Kan de premier ook aangeven wat de laatste stand van zaken is als het gaat om Nederlandse burgers en diplomaten? Een aantal collega's heeft het daar al over gehad. Worden er al voorbereidingen getroffen voor ambassadepersoneel in Teheran en Tel Aviv, voor mocht het nog verder escaleren?

Voorzitter. Tot slot de spanningen tussen Armeniƫ en Azerbeidzjan. Er ligt al heel lang een vredesverdrag te versloffen, meer dan drie maanden inmiddels. Navraag leert dat Azerbeidzjan dit eigenlijk continu afhoudt, terwijl het in belang is van vrede en de-escalatie, ook in die regio, dat die vredesdeal snel wordt ondertekend. Is de premier bereid om er in EU-verband voor te pleiten om meer druk uit te oefenen op Azerbeidzjan, zodat die vredesdeal kan worden getekend?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag de heer Kahraman van de fractie van Nieuw Sociaal Contract uit voor zijn bijdrage in de eerste termijn. Gaat uw gang.

De heer Kahraman (NSC):
Dank u wel, voorzitter. "Het is te betreuren dat Israƫl zich genoodzaakt heeft gevoeld tot actie over te gaan", zei minister Veldkamp vorige week. Nieuw Sociaal Contract deelt dit oordeel. Oorlog brengt altijd menselijk leed met zich mee en treft in het bijzonder onschuldige burgers. Tegelijkertijd begrijpen wij net als de minister dat een Israƫlische preventieve aanval op het ayatollahregime van Iran onvermijdelijk werd.

EƩn dag voor deze aanval nam het Internationaal Atoomenergieagentschap een resolutie aan waarin Iran formeel werd veroordeeld vanwege het aan zijn laars lappen van internationale regels. Iran reageerde hierop met de aankondiging dat het een nieuwe kernreactor zal bouwen en uranium nog verder zal verrijken. Dat gaf Israƫl een reden om in te grijpen. Het Iraanse regime heeft Israƫl herhaaldelijk met vernietiging bedreigd. Er is zelfs een hele Wikipediapagina gewijd aan al deze dreigingen. Het regime noemde Israƫl "een tumor die verdelgd moet worden" en voerde in april vorig jaar nog een aanval uit met meer dan 300 projectielen, gericht op Israƫlische burgerdoelen. Daarnaast financiert en bewapent Iran al jarenlang terroristische proxy's, zoals Hamas, Hezbollah en de Houthi's, met als resultaat een stroom van geweld tegen Israƫl, Arabische landen en het Westen, en ongekend veel onschuldig bloedvergieten.

Sinds de revolutie van 1979 zijn de radicale ayatollahs uitgegroeid tot 's werelds grootste staatssponsoren van terrorisme en een structurele destabiliserende kracht in het Midden-Oosten, van Gaza tot Jemen, van Libanon tot Irak. Tegelijkertijd onderdrukt het regime zijn eigen bevolking. De moord op Mahsa Amini vanwege het incorrect dragen van haar hoofddoek leidde tot de wereldwijde beweging Woman, Life, Freedom. Het regime sloeg de protesten meedogenloos neer. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel Iraniƫrs in het land en ook in de diaspora steun uitspreken voor Israƫlische aanvallen op sleutelfiguren van het regime. In dat licht zou de aanval van het ayatollahregime niet alleen een zege zijn voor het Iraanse volk, maar ook voor de hele regio en de wereld. Tegelijkertijd hopen wij vurig dat het conflict niet verder escaleert. Diplomatieke gesprekken over een betrouwbaar, afdwingbaar atoomakkoord blijven essentieel.

Ook Europa loopt risico's. Denk aan de stijgende energieprijzen en mogelijk nieuwe migratiestromen. Heeft het kabinet in kaart gebracht welke gevolgen een langdurig conflict heeft voor de bestaanszekerheid van onze inwoners? Hoe zit het met de aanleg van strategische voorraden uit het hoofdlijnenakkoord?

Voorzitter. Nieuw Sociaal Contract ziet ook het voortdurende en schrijnende humanitaire leed in Gaza, mede veroorzaakt doordat te weinig voedsel en water de bevolking bereiken. Wij steunen daarom de stappen die minister Veldkamp heeft gezet met betrekking tot het EU-Israƫl-associatieakkoord. Bovendien heeft Nederland in EU-verband gepleit voor een onderzoek naar de naleving van artikel 2 van het akkoord, de mensenrechtenclausule. Vorige week vernamen we dat het kabinet hoopt de uitkomsten van dit onderzoek nog voor de Raad Buitenlandse Zaken te ontvangen. Kan de minister-president dat vandaag bevestigen?

Voorzitter. Dan Oekraïne. We zouden het bijna vergeten, maar deze oorlog op ons eigen continent duurt al bijna drieënhalf jaar. We zien dat de VS en Europa bijna een voorstel klaar hebben voor een bestand tussen Rusland en Oekraïne. Oekraïne zegt hiermee akkoord te willen gaan. Hoe schat de minister-president de kansen in dat dit bestand een succes wordt? Is al duidelijk wat de specifieke gevolgen voor Rusland zullen zijn als ze opnieuw niet bereid zijn om dit akkoord te tekenen?

Tot slot, voorzitter. NSC betreurt de onnodige handelsoorlog die de Verenigde Staten, onder leiding van president Trump, hebben gestart met Europa. De recente verdubbeling van importheffingen op staal en aluminium, van 25% naar 50%, onderstreept de noodzaak om deze handelsrelaties te diversificeren. NSC pleit daar al langer voor. Als Europese Unie hebben we nieuwe partnerschappen nodig om onze strategische autonomie en de bestaanszekerheid van de burgers te waarborgen, zowel met de Mercosur-landen in Zuid-Amerika als met India, waar momenteel een vrijhandelsverdrag in voorbereiding is. Kan de minister-president toezeggen dat Nederland een voortrekkersrol zal vervullen bij de totstandkoming van dit vrijhandelsverdrag met India?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dat geeft aanleiding tot een vraag.

De heer Boswijk (CDA):
Ik heb geen vraag over een punt dat de heer Kahraman maakte, maar wel een belangrijk punt. Pas geleden had ik een debat met collega Olger van Dijk, de woordvoerder van NSC op defensiegebied. Collega Van Dijk citeerde Pompeius. Ik moet heel eerlijk zeggen — ik houd van oudheid — dat ik 'm zelf nog nooit had gehoord: "Citeer geen wetten tegen mannen met zwaarden." Kortom, wees pragmatisch. Dat sprak mij heel erg aan. Maar als het bijvoorbeeld gaat over de gemeenschappelijke leningen die moeten worden aangegaan om Europa te herbewapenen, is het standpunt van NSC, maar ook van het kabinet en de VVD, wat mij betreft vrij diffuus. Op 26 maart hebben collega Paternotte en ik een motie ingediend die oproept om leningen aan lidstaten, zoals voorgesteld voor ReArm Europe, niet uit te sluiten. Gemeenschappelijke schulden zijn dus prima. Daar stemt NSC voor. Het kabinet komt met SAFE en daarmee gaat NSC met veel mitsen en maren ook akkoord. Maar gisteren stemde NSC voor een motie van collega Eerdmans waarin een gezamenlijke schulduitgifte nadrukkelijk wordt uitgesloten. Is NSC nu voor of tegen het uitsluiten van gemeenschappelijke schulden?

De heer Kahraman (NSC):
De heer Boswijk zet hier een mooi frame neer. We hebben een debat gevoerd over SAFE. Wij hebben aangegeven hoe wij daarin zitten. De motie-Eerdmans roept op tot geen gezamenlijke schuldenuitgifte in de Europese Unie. Wij hebben dat standpunt altijd uitgedragen. Wij willen als Nederland geen schuldenunie zijn. Dat is echt iets van de Staat. Wij willen geen gezamenlijke schulden uitgeven, want onze kinderen en kleinkinderen zullen dat moeten terugbetalen.

De heer Boswijk (CDA):
Als NSC echt niet voor gemeenschappelijke schulden is, dan zou je nu meteen uit de Europese Unie moeten stappen. Wij gaan namelijk al gemeenschappelijke schulden aan. Het is ook geen frame, maar ik citeer hier twee moties. De een is van 26 maart 2025, waarin gemeenschappelijke schulden niet worden uitgesloten. NSC stemt voor. Dat is geen frame, maar een feit. Het andere feit is de motie van collega Eerdmans van 12 juni 2025 die zegt: nadrukkelijk uitsluiten. Dan is toch een hele logische vraag: bent u voor of tegen? Plus het feit dat we nu al, en overigens al voor de oorlog in OekraĆÆne, gemeenschappelijke schulden hebben.

De heer Kahraman (NSC):
Ik vind het echt mooi dat het CDA pleit voor gemeenschappelijke schulden in de Europese Unie. Dat mag ook en daar mag de heer Boswijk hier in het debat ook vurig voor pleiten. Wij als NSC hebben altijd gezegd dat wij geen gezamenlijke schulden willen aangaan in de Europese Unie. Wij willen geen schuldenunie zijn. Wij zien de resultaten daarvan. Onze kinderen en kleinkinderen moeten daar straks de rekening voor betalen. Wij willen gewoon geen gezamenlijke schulden aangaan. We zien vaak dat het merendeel van de schulden die aangegaan worden, zoals bij het coronaherstelfonds, in de vorm van giften aan zuidelijke landen wordt gegeven. Wij willen als Nederland geen schulden maken om dat geld vervolgens aan andere landen te geven. We zijn geen schuldenunie.

De voorzitter:
Afrondend op dit punt, meneer Boswijk.

De heer Boswijk (CDA):
Ja, sorry. Ik ga proberen het netjes te houden.

De voorzitter:
Graag.

De heer Boswijk (CDA):
Ik citeer gewoon uit twee moties. Dat zijn feiten; dat is geen frame. In reactie daarop zegt de heer Kahraman: u bent een groot pleitbezorger voor schulden; het is prima dat u dat bent. Dat is een frame! Ons doel is niet om een grote schuldenberg op te bouwen. Ons doel is om Europa veilig te houden. Ons doel is ook om richting onze achterban eerlijk te zijn over het feit dat we pijnlijke beslissingen moeten nemen. Wij hebben een draai gemaakt, maar NSC moet nu geen rookgordijnen gaan optrekken. Wat is het nu? Ik heb nog steeds geen idee of u er nu voor of tegen bent. U zegt wel dat u ertegen bent, maar u stemt elke keer anders. Plus, de huidige status is dat we al gemeenschappelijke schulden hebben. Ik ben ook heel benieuwd hoe de premier hierop reflecteert. Het lijkt me namelijk buitengewoon ingewikkeld om elke keer met zo'n twijfelende partner naar Brussel te moeten.

De heer Kahraman (NSC):
Laat ik heel duidelijk zijn. Ik zie dat de heer Boswijk er echt voor pleit om een schuldenunie aan te gaan in de Europese Unie. Dat is het goed recht van het CDA. Wij hebben altijd gezegd: wij willen geen schuldenunie; wij willen Europees geen schulden aangaan. Over het feit dat we in het verleden via het coronaherstelfonds schulden zijn aangegaan, die ook nog als giften aan landen zijn uitgegeven, kan ik niet praten, want dat was voor mijn tijd en voordat NSC hier in de Kamer vertegenwoordigd was. Dat is prima. Dat is geweest. Wij hebben vanaf dag ƩƩn gezegd dat wij als NSC geen gezamenlijke schulden aan willen gaan in de Europese Unie.

Wat betreft de veiligheid: we hebben gisteren volmondig gezegd dat we voor de 5% willen gaan om onze veiligheid en die van onze partners in Europa, maar ook in de NAVO te kunnen waarborgen. Daar staan wij voor. Wij staan voor onze handtekening. Dat willen we voor onze veiligheid. Maar wij willen daar geen schulden voor aangaan. Er zijn ook een aantal landen die die schulden graag willen aangaan en zelfs zeggen: ja, we zouden ze heel graag als giften willen krijgen. Daar passen wij als NSC hier in de Kamer voor.

De voorzitter:
Meneer Boswijk, dit is uw laatste interruptie.

De heer Boswijk (CDA):
Meer om de geschiedenis recht te zetten: ik zet hier geen frame. Ik constateer alleen dat NSC niet consequent en niet eerlijk is; NSC is niet consequent en niet eerlijk. Ik weet nog steeds niet of u nou voor of tegen gemeenschappelijke schulden bent, want ik heb net aangetoond dat u verschillend stemt. Het is te makkelijk om te zeggen: ja, er zijn allemaal beslissingen genomen voordat wij bestonden en daar hebben we mee te dealen. Er zijn nu al gemeenschappelijke schulden. Als NSC echt zegt voor goed bestuur te zijn, dan moeten ze ook eerlijk zijn richting de achterban. De beste reactie kan niet zijn: het is mooi dat het CDA voor gemeenschappelijke schulden is. Dat is echt te goedkoop. Probeer alstublieft beter.

De heer Kahraman (NSC):
De heer Boswijk zegt: wij hebben de draai gemaakt en we zijn nu wel voor die schulden in de Europese Unie. Dat is prima. Dat is het CDA en dat wil graag Europese schulden aangaan. Wij hebben vanaf dag ƩƩn gezegd: wij zijn tegen de Europese schulden en wij gaan die ook niet aan. Die zijn in het verleden aangegaan; dat kan. Maar wij hebben vanaf dag ƩƩn altijd gezegd: wij zijn tegen gezamenlijke Europese schulden. Daar zullen we ook altijd voor staan.

De voorzitter:
Ik ga deze discussie nu afronden. Ik dank u voor uw bijdrage. Ik nodig nu de heer Van Baarle uit voor zijn bijdrage in deze eerste termijn. Gaat uw gang.

De heer Van Baarle (DENK):
Hendrikus Wilhelmus Maria Dick Schoof. 150.000 mensen zeiden afgelopen zondag, tijdens de grootste Nederlandse demonstratie uit de 21ste eeuw, tegen deze minister-president: trek een rode lijn. 150.000 mensen eisten dat deze minister-president de genocide in Gaza niet langer negeert. Zij willen dat de regering, deze minister-president, niet meer wegkijkt. Actie kan niet meer uitblijven. Anders is hij, deze minister-president, medeplichtig. Het Genocideverdrag verplicht staten alles te doen om een genocide te voorkomen. Bewindspersonen zijn daarvoor aansprakelijk. Beseft de minister-president dat?

Kan de premier eindelijk toegeven dat Israƫl bloedrode lijnen heeft overschreden, dat Israƫl de meest verschrikkelijke oorlogsmisdaden pleegt? Ook vandaag weer zijn tientallen Palestijnen door Israƫl vermoord, die op zoek waren naar voedsel. Is dat geen rode lijn? Gisteren schoot een Israƫlische tank minstens 51 Palestijnen dood, die in de rij stonden voor voedsel. Is dat geen rode lijn? Iedere dag worden onschuldige kinderen doelbewust uitgehongerd door Israƫl. Is dat een rode lijn of niet, vraag ik de minister-president. Wanneer is er eindelijk een rode lijn?

Er moet nu actie komen. Er is geen tijd voor uitstel. De mensen in Gaza kunnen niet wachten. Die hongeren letterlijk uit. Daarom zeg ik tegen de premier: ga naar die Europese top en eis actie. Trek dat associatieverdrag met Israƫl door de shredder. Is de minister bereid dat te bepleiten? Eis een handelsembargo. Eis een volledig wapenembargo. Eis sancties tegen alle kolonisten, tegen alle leden van de Israƫlisch regering. En eis in het bijzonder sancties tegen de misdadiger Netanyahu, die een gevaar voor de hele wereld is. Is de minister-president daartoe bereid?

Sanctioneer iedereen die op welke manier dan ook bijdraagt aan illegale nederzettingen. Is de minister-president bereid om dat te doen? Trek het militaire verdrag met Israƫl in. Is de minister-president bereid dat te doen? Stop alle handelsactiviteiten op de Nederlandse ambassade in Israƫl. Is de minister-president bereid dat te doen? Is hij bereid maatregelen te nemen om de genocide in Gaza te stoppen en eindelijk iets concreets te doen? 50.000 doden. Uithongering. Oorlogsmisdaad op oorlogsmisdaad. En de Nederlandse regering komt al die maanden al niet verder dan niks doen.

Voorzitter. Netanyahu is altijd al een oorlogshitser geweest. In 2003 moedigde hij de criminele oorlog tegen Irak aan en we weten wat dat voor gevolgen heeft gehad. Twintig jaar later doet Netanyahu hetzelfde in zijn oorlog tegen Iran. Teheran zal branden en de inwoners zullen spoedig de prijs betalen, kondigde zijn regering aan. Ik vraag de minister-president waarom hij slechts betreurt dat Israƫl genoodzaakt was om Iran aan te vallen. Kan de premier gewoon klip-en-klaar veroordelen dat Israƫl zich hiermee schuldig heeft gemaakt aan een agressieoorlog? Kan hij beloven dat Nederland Israƫl van geen enkele steun zal voorzien?

Of blijft Israƫlische straffeloosheid een speerpunt van het Nederlandse buitenlandbeleid? Want waarom horen we de minister-president niet over de doden die de aanvallen van Israƫl hebben veroorzaakt? Waarom horen we hem niet over hoe Israƫl woonwijken in Teheran heeft gebombardeerd en schoolkinderen heeft vermoord? Waarom heeft de premier het niet veroordeeld dat Israƫl de diplomatieke oplossing letterlijk heeft opgeblazen toen de Iraanse hoofdonderhandelaar werd geliquideerd? Waarom horen wij hem niet over de aanval op de tv-studio tijdens een live-uitzending? Een bombardement!

Waarom veroordeelt hij dat allemaal niet? Waarom erkent hij niet dat het een daad van agressie is en dat het een schending is van het internationaal recht? Kan hij iets van dat alles doen of verzandt hij ook op dit onderwerp in het bieden van straffeloosheid aan Israƫl en het wegkijken van hoe Netanyahu ellende, ellende, en oorlogsmisdaad op oorlogsmisdaad veroorzaakt?

De voorzitter:
Bent u aan het einde van uw betoog gekomen?

De heer Van Baarle (DENK):
Ik ben aan het einde van mijn betoog en ik zie dat de heer Ceder mij …

De voorzitter:
U bent ook aan het einde van de tijd. Dat hebt u dus heel goed gedaan. De heer Ceder heeft een vraag. Gaat uw gang, meneer Ceder.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Twee vragen. Ik hoor de heer Van Baarle stellig zeggen dat de preventieve aanval van Israƫl op Iran niet gelegitimeerd is. Ik heb daarover ook wat gezegd en ik denk dus dat het dat gezien de feiten wel is. Maar ik heb wel een voorbehoud gemaakt, omdat ik informatie mis om die stelligheid waar te kunnen maken.

Die stelligheid proef ik wel bij de heer Van Baarle. "Het had niet mogen gebeuren." Maar hij laat wel feiten weg, zoals de conclusie van het Internationaal Atoomenergieagentschap dat er meer uranium is dan alleen voor energie gebruikt kan worden. Iran zegt daarna dat het juist meer gaat verrijken, zich niet meer aan de afspraken gaat houden en dat de gesprekken tussen de Verenigde Staten en Iran geklapt waren. Ik zeg niet dat u een andere weging moet hebben, maar ik hoor daar niets van terug en u bent wel stellig.

De voorzitter:
De heer Van Baarle.

De heer Ceder (ChristenUnie):
De heer Van Baarle, voorzitter. Mijn vraag is of die feiten nog iets van voorzichtigheid bij de heer Van Baarle neerleggen. Of bent u er al over uit: dit had nooit mogen gebeuren?

De heer Van Baarle (DENK):
Letterlijk de dag voordat er weer besprekingen zouden plaatsvinden over een diplomatieke oplossing, heeft Israël de onderhandelaar van Iran opgeblazen. Dat is een daad van agressie die iedere vorm van diplomatie onmogelijk maakt en daarmee stort Netanyahu het Midden-Oosten in een oorlog. Niks legitimeert de honderden burgerdoden die zijn gevallen. Ik heb de foto's gezien van de bombardementen van Teheran. De commandanten die Israël zegt gedood te hebben: de appartementen daarboven, daaronder, daarnaast zijn vernietigd. Daar woonden gewoon mensen hè, meneer Ceder. Daar woonden gewoon mensen en die zijn vermoord. Die waren aan het slapen en die zijn vermoord. Al de dingen die de heer Ceder naar voren brengt, zijn nog niet eens een begin van het onomstotelijke bewijs dat wat hij zegt waar is. En als dat bewijs er niet is, dan is er niks wat deze aanval kan legitimeren. Dan is het een schending van het internationaal recht. Dan is dit een oorlogsmisdaad en dan moet alles gedaan worden om Israël te veroordelen en om dat te stoppen.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb een poging gedaan om u toch iets meer terughoudendheid te laten betrachten, zoals ik dat ook gedaan heb. Ik heb gezegd: ik denk dat het wel gelegitimeerd is, maar er zijn een aantal vragen die voor mij wel belangrijk zijn om hierin een definitieve weging te kunnen maken. Ik had gehoopt dat u dat ook zou doen, ook omdat ik er feiten naast leg bijvoorbeeld rond het Internationaal Atoomenergieagentschap — dat is volgens mij niet een IsraĆ«lische organisatie — dat duidelijk heeft aangegeven dat Iran zich niet meer houdt aan de afspraken die met Iran zijn gemaakt.

Maar goed, voorzitter. Ik heb nog ƩƩn vraag, omdat ik ook het denkkader van de heer Van Baarle probeer te begrijpen. Het ICJ heeft de uitspraak gedaan dat landen een inspanning zouden moeten verrichten om in ieder geval genocide te voorkomen. Daar heeft u net de heer Schoof direct op aangesproken. Bij de regeling van werkzaamheden heeft u volgens mij geprobeerd om een debat aan te vragen over de situatie van mensen die vanuit Egypte naar de grens bij Rafah zijn gegaan en de behandeling daarvan. Ik vraag me af of u ook vindt dat bijvoorbeeld Egypte en de Egyptische regering de maatregelen ten aanzien van het voorkomen van genocide niet in acht hebben genomen. Of richt uw pleidooi zich alleen tegen de Nederlandse regering? Ik ben even benieuwd of u vindt dat alle landen, even afgezien van Nederland, ook landen die er dichtbij liggen of er grenzen mee hebben, die medeplichtigheid hebben.

De heer Van Baarle (DENK):
De heer Ceder reageerde in het begin van zijn interruptie op het antwoord dat ik hem gaf of zijn eerste interruptie. Dus met uw welnemen ga ik daar kort ook een zin aan wijden. Wederom, de dingen die de heer Ceder naar voren brengt, zijn geen onomstotelijk bewijs dat er sprake is van een dreiging en dat er sprake is van een legitimering. En dan kan je niet, zoals Israƫl doet, die grootschalige aanval inzetten. Dat kan gewoon niet. Dat is een schending van het internationaal recht.

Dan een antwoord op de vraag van de heer Ceder. Ik vind dat alle landen die een verantwoordelijkheid kunnen nemen in het voorkomen … Ik vind dat het een genocide is, maar het verplicht ons in ieder geval tot het voorkomen van een genocide. Ik vind dat alle landen die die verantwoordelijkheid kunnen nemen, die dienen te nemen. Dat geldt ook voor alle landen die in de buurt van Gaza liggen. Ik heb schriftelijke vragen gesteld over de March to Gaza en ik heb de Nederlandse regering gevraagd om de Egyptische autoriteiten te vragen om die mensen toegang te verlenen, tot de grens. Dus ik ben daarin heel consistent. Tegelijkertijd ben ik Nederlands volksvertegenwoordiger. Ik richt mij tot de Nederlandse regering en ik spreek de Nederlandse regering aan op het Nederlandse beleid.

De voorzitter:
De heer Ceder, kort en afrondend graag.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat is ook wat u hoort te doen. Daarom stelde ik ook de vraag. U stelt vast dat er een genocide is. U vindt dat landen die niet helpen om die te lenigen medeplichtig zijn. Dus u vindt dat Egypte medeplichtig is aan de genocide in Gaza? Dat is dus wat u stelt?

De heer Van Baarle (DENK):
U verbindt hoe Egypte om is gegaan — daar stelde u uw vraag over — met mensen die de mars door Gaza hebben georganiseerd … Jawel, want daar ging uw vraag over.

De voorzitter:
Zullen we antwoord geven op de interruptie en niet een nieuwe interruptie beginnen zonder dat u het woord gekregen heeft? Ik spreek de heer Ceder aan. Gaat u verder met uw antwoord.

De heer Van Baarle (DENK):
De heer Ceder had het erover dat ik de Egyptische autoriteiten erop aan zou moeten spreken dat de mensen die de mars door Gaza organiseren geen toegang is verleend. Op grond daarvan vraagt hij mij dat. Ja, dezelfde kritiek die ik lever op de Nederlandse regering lever ik ook in de richting van andere landen die onvoldoende doen. Ik heb enorm veel moeite met het feit dat er bijvoorbeeld organisaties in Egypte zijn die op basis van een financiƫle bijdrage proberen te verdienen aan de toegang van humanitaire hulp tot Gaza. Ik leg dat langs dezelfde meetlat als waarlangs ik de Nederlandse regering leg.

De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage. Ik zag de heer Eerdmans al staan en in beweging komen. Ik nodig u van harte uit voor uw bijdrage in deze eerste termijn namens de fractie van JA21. Gaat uw gang.

De heer Eerdmans (JA21):
Jazeker, voorzitter. Dank u zeer. Iran. De EU had als medearchitect van de Irandeal natuurlijk een heel belangrijke rol, maar sinds het terugtrekken van de VS is de realiteit keihard. De deal ligt in puin, er is militaire escalatie en de Europese rol lijkt gereduceerd tot die van toeschouwer. En dan zien we verdeeldheid. De Duitse bondskanselier Merz bedankt Israƫl voor de aanvallen op het regime in Teheran en ziet hierin een kans voor een regime change. Maar de Franse president Macron waarschuwt juist tegen militaire interventie. De heer Van Campen zei dat ook al. Waar staat Nederland in dit debat? Wat wordt onze inzet op de top?

Er zitten Nederlanders vast. Ik dacht dat de heer Paternotte dat al zei. Wat kunnen we voor hen doen? Hoe kunnen we in contact komen met ze? Er is geen internet meer. Onze mensen kunnen de ambassade uiteraard ook niet meer bereiken; die is dicht. Wat kan Nederland doen voor zijn onderdanen?

Voorzitter. Dan kom ik bij het Europese defensie- en veiligheidsbeleid. Op papier houdt het kabinet dus vast aan de lijn tegen eurobonds; dat was een interessant debatje tussen de heer Boswijk en de heer Kahraman. Dat vindt JA21 goed. Maar tegelijkertijd juicht het kabinet de snelle aanname van het zogenaamde SAFE-instrument van 150 miljard euro toe. Hoe valt dat nou te rijmen met de motie van onszelf en de SGP die gisteren nog is aangenomen en waarin een soortgelijke financiering in het toekomstige Meerjarig Financieel Kader expliciet is uitgesloten? Waar ligt de grens voor het kabinet?

Voorzitter. Dan wil ik even naar het klimaat. In Brussel begint het besef te dagen dat de net-zeroklimaatdoelen van Parijs ons economische vermogen behoorlijk hebben uitgehold, maar er volgen alweer nieuwe doelen voor 2040. Die zijn op tafel gelegd, omdat het gaat om 90% minder uitstoot. De impactanalyse liegt er niet om: 1.550 miljard euro per jaar aan extra investeringen is tussen '31 en '40 nodig om dit te bereiken. Huishoudens zullen te maken krijgen met grote, grote investeringen, schrijft Brussel zelf. Daarom: kan de premier hier garanderen dat Nederland zich niet zal verbinden aan deze onhaalbare en onbetaalbare doelen? Regeltjes schrappen is leuk, maar zolang we vasthouden aan irreƫle doelstellingen, blijft het toch dweilen met de kraan open.

Voorzitter. Tot slot ga ik naar migratie. Er klinken eindelijk wat zinnige verhalen uit Brussel: meer terugkeer, snellere procedures, minder naïviteit. JA21 steunt dat, maar de echte doorbraak moet natuurlijk komen door middel van het outsourcen van onze procedures naar buiten Europa; dat is de gouden truc, de gouden wissel. Italië zette die stap met opvangcentra in Albanië, maar werd uiteraard weer teruggefloten door rechters op basis van het Europees recht. Daar zit de kern van het probleem, want Nederland zal zich hard moeten gaan maken voor juridische ruimte, zodat er echt allianties kunnen worden gesmeed met gelijkgestemde landen om die procedures uiteindelijk te verplaatsen naar veilige oorden buiten de Unie. Ik wens de premier heel veel succes bij het aankaarten hiervan. U weet dat u op dit front de steun van een meerderheid in de Kamer onder leiding van JA21 heeft. Het is superrelevant om dat momentum te benutten.

Ik wens de premier dus veel succes op de top en de komende week eerst bij de NAVO; daar wens ik hem ook alle sterkte bij. Laat ze maar zien dat demissionair zijn niet betekent "op de rug, met de pootjes omhoog". Laat gewoon zien dat wij als Nederland nog iets willen en zeker ook durven te bereiken in Europa.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag de heer Diederik van Dijk van de fractie van de SGP uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Ik begin met een citaat uit een analyse van de bekende schrijver en denker Douglas Murray over een nucleair Iran. Deze analyse komt uit 2011. Murray uitte zijn gedachten tijdens een debat in Cambridge. Ik citeer hem, dus uit 2011; ik heb het trouwens voor u vertaald: "Als Israƫl geen andere keus meer heeft nadat diplomatie heeft gefaald en Iran dicht op het punt staat kernwapens te maken, zal Israƫl ingrijpen. Iedereen en elk land, ook in het Midden-Oosten, zal Israƫl openlijk veroordelen, maar thuis zullen ze stilletjes denken en danken: gelukkig dat Israƫl het deed, want niemand anders deed het." Tot zover Murray.

Je mag dit gerust "een vlijmscherpe voorspelling met een grote kern van waarheid" noemen. Israƫl kon het zich niet permitteren om te blijven hopen op diplomatie. Die route bleek bepaald niet betrouwbaar. Zie de verontrustende bevindingen van het VN-Atoomagentschap. Israƫl greep dus gericht en doeltreffend in tegen het nucleaire programma en tegen de Revolutionaire Garde. Wie kan het ze kwalijk nemen? Diplomatie werkt alleen als de andere kant te vertrouwen is. Een radicaal islamitisch regime dat terreur steunt en openlijk Israƫl wil vernietigen, is dat simpelweg niet. Iran had al grote hoeveelheden uranium verrijkt. De weg naar kernwapens is voor Teheran geen verre toekomst meer; het is een kwestie van tijd. Dat is zorgwekkend, niet alleen voor Israƫl, maar voor de hele regio en ook voor onze veiligheid.

Hoe reageren wij? Onze minister van Defensie begon met het betreuren van het feit dat Israƫl tot actie overging en sprak zijn zorgen uit over mogelijke escalatie. De vrees voor escalatie mag echter geen excuus zijn voor gevaarlijke passiviteit. Bondskanselier Merz zei het treffend: Israƫl knapt voor ons allen de vuile klusjes op. Herkent de premier zich in die woorden van zijn Duitse ambtgenoot? We zouden dat duidelijker mogen uitspreken en er dankbaar voor mogen zijn. Israƫl handelt doelgericht tegen een dreiging die ook ons raakt. In zo'n situatie vanuit onze comfortabele positie en van veilige afstand de scheidsrechter spelen is niet gepast.

Voorzitter. Na deze acties krijgt Israƫl veel klappen te verduren. De ballistische raketten uit Teheran vallen opnieuw op steden en Israƫliƫrs moeten weer in en rondom schuilkelders blijven. Ik herinner de minister-president graag aan twee aangenomen moties die oproepen tot steun voor Israƫls verdediging waar mogelijk, namelijk de motie-Tuinman/Stoffer over luchtverdediging en de motie-Stoffer, die kort na 7 oktober is aangenomen. Die steun kan nadrukkelijk bedoeld zijn om Israƫlische steden te beschermen of om het Iraanse kernwapenprogramma harder te treffen. Mijn vragen zijn de volgende. Welke uitvraag voor een Israƫlische behoefte aan steun is er gedaan na het aannemen van deze moties? Welke mogelijkheden ziet de regering om Israƫl te steunen tegenover Iran? Welke mogelijkheden ziet de premier voor de internationale gemeenschap om de druk op het Iraanse regime verder te vergroten, zodat de Iraanse bevolking ooit bevrijd kan worden van deze fanaten?

Daarnaast wil ik opnieuw de gijzelaars noemen. Er is altijd wel een nieuwe ontwikkeling, maar juist hen mogen we niet vergeten. Enkele overleden gijzelaars zijn recent teruggebracht, maar 53 gijzelaars zitten inmiddels al 621 dagen vast in Gaza. Collega Van Campen vroeg daar zojuist op een hele correcte wijze aandacht voor. Ik citeer het forum van hun gezinnen: "Kijk ze in de ogen. Help ons om ze terug te brengen." Welke recente pogingen heeft de regering hiertoe ondernomen?

Voorzitter. Graag bespreek ik nog het thema asiel. De SGP staat open voor het opvangen van vluchtelingen die werkelijk gevaar lopen, maar om daar juist ruimte en draagvlak voor te houden, moet er streng worden opgetreden tegen andere groepen. Uitgeprocedeerden moeten terugkeren. Kansloze aanvragen moeten snel worden afgehandeld. Het nieuwe Asiel- en Migratiepact moet daarom zo snel mogelijk in werking treden. Tot nu toe is het kabinet het daar volledig mee eens, zoals ook blijkt uit de agenda. Maar wat schetst mijn verbazing? Nederland blijft achter bij het op orde brengen van de eigen voorwaarden voor het Asiel- en Migratiepact. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een recent artikel in Trouw. Kan de premier reageren op het artikel in Trouw en op het kritische rapport van de Europese Commissie? Kan de premier toezeggen alles te versnellen voor de werking van het migratiepact?

Tot zover. Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag mevrouw Teunissen van de fractie van de Partij voor de Dieren uit voor haar bijdrage in de eerste termijn. Gaat uw gang.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. 150.000 mensen gingen zondag de straat op. Dat waren gewone mensen: gezinnen, kinderen en jongeren. Daar gingen veel kleinere demonstraties aan vooraf, met mensen die de moed hadden om op te staan. Dat waren mensen die het leed in Gaza wilden stoppen en die vanuit hun diepste medemenselijkheid eisten: "Trek een rode lijn. Stop de genocide in Gaza. Stop het uithongeren van mensen. Stop het gedwongen verplaatsen van mensen. Stop het doden van baby's en van kinderen." Maar Israƫl dendert ongehinderd door. Gisteren werden weer minstens 50 onschuldige Palestijnen door het Israƫlische leger vermoord; ze waren aan het wachten op voedselhulp en werden door het Israƫlische leger aangevallen met granaten en kogels. Maar er komt geen enkele veroordeling door premier Schoof. Ik zag wel een bericht, terecht, van minister Veldkamp over Russische raketten op Kiev. Nogmaals, terecht, want dat is verschrikkelijk. Maar waarom zien we daar wel een bericht over, maar niet over 50 doden in Palestina?

Voorzitter. Het Israƫlische leger schiet bijna elke dag hulpzoekende Palestijnen dood bij voedseldistributiepunten en voedselkonvooien. Israƫl laat zo weinig hulpgoederen de Gazastrook binnen dat de honger en wanhoop onder 2 miljoen inwoners alleen maar toenemen. En premier Schoof doet vrijwel niks. Ja, wel aansluiten bij sancties tegen de twee meest extreme ministers, die oproepen tot etnische zuivering. Maar die doen dat heel 2024 al. Ik vraag de premier dus: waarom nu? Het is een beetje too little, too late. Er vindt een genocide plaats. Daar is een heel ander niveau aan maatregelen voor nodig.

Vanwege de banden tussen Israƫl en Nederland heeft Nederland juist extra verplichtingen om genocide te voorkomen. Dat volgt uit het Genocideverdrag en uit de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof in de zaak-Bosniƫ en de zaak-Zuid-Afrika. Ook internationale rechtsgeleerden zeggen dit. Uit de verklaringen van genocide-experts blijkt: hoe nauwer de banden tussen landen, hoe zwaarder de plicht om te handelen.

Ik roep het kabinet dus voor de zoveelste keer op om te stoppen met de import van wapens uit Israƫl. Nederland spekt de oorlogskas van Netanyahu. In vijf jaar tijd werd voor bijna 2 miljard euro aan wapens uit Israƫl gekocht. Nederland is een van de grootste klanten van Israƫl. Er zijn wapens gekocht bij industrieƫn die hun wapens testen op Palestijnen. Stop met F-35-onderdelen naar Israƫl te exporteren. Stop met de export van Nederlandse honden die Israƫl inzet als wapens tegen Palestijnse burgers. Verbied de handel van Nederlandse bedrijven in illegale nederzettingen. Herstel de noodhulp aan UNRWA volledig. Schort het associatieakkoord op. En erken Palestina als staat. Nederland moet zich aansluiten bij de genocidezaak van Zuid-Afrika tegen Israƫl bij het Internationaal Gerechtshof.

Voorzitter. De VVD kan dit stoere maatregelen noemen, maar gelukkig zijn er heel veel stoere VVD'ers die vinden dat de VVD zich veel kritischer moet opstellen. Ik hoop dat de heer Van Campen dus ook naar hen luistert.

Voorzitter. Het kabinet moet de acties van Netanyahu richting Iran veroordelen, en niet om Iran te verdedigen, integendeel, want wij willen geen kernwapens, niet in Iran en niet in Israƫl, dat die al in bezit heeft. We willen geen extreem regime dat mensen onderdrukt en executeert. Maar dat rechtvaardigt een illegale aanval niet. Een aanval op Iran maakt de regio instabieler, wakkert het geweld aan, ontneemt het laatste beetje ruimte voor diplomatie en ondermijnt de VN. Graag een reactie van de minister-president.

Iran mag geen bliksemafleider zijn voor wat er gebeurt in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Het is een grote schandvlek voor Nederland dat er anderhalf jaar na het begin van de genocide nog geen enkel effectief drukmiddel is ingezet. Stop met meten met twee maten. Het is niet uit te leggen dat er wel maximaal wordt gehandeld voor OekraĆÆne, wat volledig terecht is, maar niet voor Gaza. Dat is niet "staan voor mensenrechten". Dat is alleen maar bewuste willekeur, die de geloofwaardigheid van Nederland en Europa aantast. Zonder gelijke rechten voor Palestijnen en een handhavende internationale rechtsorde is er geen geloofwaardig Europees vredesverhaal en geen veilige toekomst. De Partij voor de Dieren eist, net als meer dan 100.000 Nederlanders, daden.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag de heer Oostenbrink van de fractie van BBB uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.

De heer Oostenbrink (BBB):
Dank, voorzitter. Europa moet op haar eigen benen kunnen staan, zeker wat betreft defensie. Daarbij moet Europa minder afhankelijk zijn van de import van militair materieel van buiten de EU. Daarvoor moet Europa wel eerst zelf kunnen leveren wat het zelf nodig heeft. Dat is helaas nog niet het geval. Daarom zullen Nederland en andere EU-landen voorlopig nog elders moeten inkopen om snel te kunnen opschalen.

Europa moet nu massief investeren in een krachtige, innovatieve defensie-industrie van eigen bodem. We moeten onze afhankelijkheid van derden afbouwen en onze autonomie versterken. Europa moet haar eigen materieel namelijk zelf kunnen produceren en leveren. Dat maakt ons niet alleen minder afhankelijk van wat anderen aanbieden, maar voorkomt ook inmenging of invloed door andere landen. We moeten niet alleen met geld stimuleren, maar ook met deregulering en andere stimulerende maatregelen, zoals innovatie. De aanbevelingen van Draghi gaan ons daarbij niet ver genoeg. Er mag meer ambitie naar voren komen.

Voorzitter. Europa moet samenwerken, niet concurreren. Door de vraag te bundelen en te zorgen voor meer interoperabiliteit halen we het maximale uit onze investeringen. Pas als Europa haar eigen defensie-industrie op orde heeft, kunnen de hogere uitgaven aan defensie ook daadwerkelijk tot meer gezamenlijke aanschaf leiden. Op dit moment leidt de run op militair materieel namelijk tot een ieder-voor-zich-beweging, waarbij schaalvoordelen niet worden benut.

Naast dit alles is het voor BBB van groot belang dat de VS binnenboord worden gehouden, binnen de NAVO als trouwe samenwerkingspartner, maar ook op economisch vlak, met aan weerszijden van de Atlantische Oceaan weer gunstige handelstarieven. In deze geopolitiek uitdagende wereld hebben we elkaar immers meer dan ooit nodig, wie er ook in het Witte Huis zit.

Maar laten we ook niet naïef zijn. Europa moet zijn vleugels uitslaan en nieuwe strategische partnerschappen aangaan. De verhoging van de NAVO-norm brengt forse financiële uitdagingen met zich mee, ook voor Nederland. Het is dan ook onbestaanbaar dat landen als Nederland nog meer zouden moeten bijdragen om de gaten te dichten voor landen die jarenlang hun eigen defensie hebben verwaarloosd, zoals Spanje en Italië. De ervaringen, ook die van de Rekenkamer, met het coronaherstelfonds zijn een harde les. Ons belastinggeld moet niet in de bodemloze putten verdwijnen. We vragen de minister-president wat hij van plan is te doen om onze onvrede hierover sterk naar voren te brengen.

Het is goed dat Nederland steeds heeft aangegeven tegen giften te zijn. Dat moet ook zo blijven. BBB vraagt de minister in de Raad te verzoeken om een gedetailleerd uitgewerkt terugbetalingsplan van leningen en te vragen wat er gebeurt wanneer landen niet aan deze verplichtingen voldoen. Het kan niet zo zijn dat steeds dezelfde landen die hun boekhouding wel op orde hebben, wat vaak ook met pijn en moeite tot stand komt, daarvoor moeten opdraaien. Voor de BBB is er ook maar ƩƩn NAVO-norm, namelijk die van de NAVO. Als alle landen die gewoon hanteren, dan hoeven we ook niet appels met peren te vergelijken.

Tot slot. BBB is tevreden over het feit dat de Europese Commissie het EU-Migratiepact eindelijk gaat aanscherpen. BBB maakt zich er wel zorgen om dat dit soort maatschappelijke grote problemen keer op keer zo laat door de Europese Commissie gesignaleerd worden en vervolgens zo laat worden opgepakt. Kan de minister-president aangeven dat dit een grote zorg is en daarom benadrukken dat een nog kordatere en doortastende aanpak op dit dossier wat ons betreft noodzakelijk is?

Tot zover.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik als laatste spreker de heer Van Meijeren van de fractie van Forum voor Democratie uit voor zijn bijdrage.

De heer Van Meijeren (FVD):
Dank u wel, voorzitter. Oorlogen, ongecontroleerde massa-immigratie, economische malaise: het is slechts een kleine greep uit de agenda voor de aankomende EU-top. Het zijn ernstige problemen, die volgens de eurofielen onder ons alleen in EU-verband opgelost zouden kunnen worden. In werkelijkheid biedt de EU geen oplossing, maar is de EU juist zelf vaak onderdeel of de kern van het probleem. Voor zover crisissituaties niet door de EU zelf zijn gecreƫerd of veroorzaakt, zijn ze door haar verergerd of maakt ze in ieder geval pijnlijk duidelijk dat de EU helemaal niets bijdraagt aan een oplossing.

De grootste problemen waar de EU mee te kampen heeft, zijn niet het gevolg van noodlottige externe omstandigheden waar we nu eenmaal mee te kampen hebben. Ze zijn het gevolg van het ondemocratische karakter van de EU zelf, waardoor beleid tot stand kan komen dat niet in het algemeen belang is. De EU is ook helemaal niet ontworpen om lidstaten te helpen. De EU is ontworpen om lidstaten in de greep te krijgen. Het einddoel was nooit samenwerking, maar altijd integratie, steeds verdergaande integratie, die zou moeten leiden tot een centraal aangestuurde federale staat waarin nationale parlementen steeds minder te zeggen hebben. Ze is dus niet slechts ondemocratisch, maar zelfs antidemocratisch.

De systematische ondermijning van Nederland als soevereine staat — hetzelfde geldt voor de andere lidstaten — is aantoonbaar niet het gevolg van weeffouten, maar van doelbewust beleid. Dat is geen theorie, geen aanname. Dat is een constatering. De grondleggers van de EU hebben er nooit een geheim van gemaakt dat economische samenwerking voor hen slechts een middel was om het eigenlijke doel, politieke integratie, op termijn te kunnen afdwingen.

Jean Monnet, een van de architecten van de EU, noemde het bestaan van soevereine landen achterhaald. Het was zijn bedoeling om een gecentraliseerde, technocratische structuur op te tuigen, waar voor nationale democratieƫn geen plaats meer zou zijn, wetende dat de Europese volkeren, die vanzelfsprekend hun nationale identiteit willen behouden, daar niet op zitten te wachten. Daarom kan dat integratieproject alleen volbracht worden door middel van list en bedrog.

Oud-Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker gaf het openlijk toe, december 1999 in Der Spiegel. Ik citeer hem: "We besluiten iets, wachten af wat er gebeurt en als er geen protest komt, omdat de meeste mensen toch niet begrijpen wat er is besloten, dan zetten we de volgende stap, net zolang tot er geen weg meer terug is". Dat is geen samenwerking. Dat is een doelbewuste strategie om volkeren te misleiden en te beroven van hun soevereiniteit, zonder dat ze het zelf op tijd doorhebben.

De Europese Unie is niet wat zij beweert te zijn. Het is geen vredesproject. Het is geen samenwerkingsverband. Het is geen democratische entiteit. Het is een antidemocratisch systeem, ontworpen om nationale soevereiniteit te ondermijnen en lidstaten mee te sleuren in beleid waar ze niet voor hebben gekozen, in beleid dat mensen niet willen en niet kunnen bijsturen.

Maar er is nog hoop. Nederland kan weer een veilig, welvarend, democratisch land worden, maar dan moeten we wel het lef hebben om het juk van Brussel van ons af te werpen. Nederland moet weer een soeverein land worden waar het Nederlandse volk en niemand anders het hoogste gezag heeft. Dat betekent uitdrukkelijk niet dat wij tegen Europa zijn, zoals vaak wordt gezegd. Wij zijn voor Europa. Wij zijn voor een Europa van soevereine landen, van vrijwillige samenwerking tussen vrije volkeren die zelf hun beleid bepalen. Ik roep daarom demissionair minister-president Schoof op: werk in Brussel niet langer mee aan het systeem dat ons nationale belang verkwanselt, maar handel in het belang van het Nederlandse volk dat zijn toekomst terug wil en pleit voor het starten van een traject dat moet leiden tot de ontmanteling van de Europese Unie.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan zijn wij aan het einde gekomen van deze eerste termijn. De premier heeft aangegeven ruim 30 minuten nodig te hebben voor de schorsing. Ik schors daarom tot tussen 22.45 uur en 22.50 uur. Hoe eerder u terug bent, hoe groter het plezier in deze Kamer, minister-president. Ik schors ruim een halfuur.

De vergadering wordt van 22.17 uur tot 22.49 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over de Europese top van 26 en 27 juni 2025. We zijn toegekomen aan de eerste termijn van het kabinet, aan de beantwoording door de minister-president. Het is gebruikelijk om hetzelfde aantal interrupties te doen als in de eerste termijn, maar ik kijk ook naar de klok. Ik wilde het voorstel doen om twee interrupties toe te staan, maar misschien is drie een betere constructie. Als we komen tot korte, bondige antwoorden, kan ik waarschijnlijk ook vier interrupties toestaan, maar dan heb ik echt de hulp van de Kamer nodig.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat lijkt me heel goed. Als het echt te lange interrupties zijn, telt u ze gewoon dubbel.

De voorzitter:
Wat een ontzettend goed voorstel, meneer Klaver. Dan ga ik uit van drie en als het kort en bondig gaat, zitten we op vier. Gaat uw gang, minister-president.

Minister Schoof:
Dank u, voorzitter. Van mijn kant uit zal ik proberen om zo duidelijk en kort mogelijk te zijn, maar we bespreken vandaag belangrijke onderwerpen. De lijst met onderwerpen blijkt uiteindelijk altijd langer. Met velen van u heb ik gisteren al gesproken in het debat over de NAVO-top. Vandaag voeren we het debat over de Europese Raad van volgende week donderdag. Op de agenda daar staat een breed palet aan onderwerpen: Oekraïne, Midden-Oosten, Europese veiligheid en defensie, EU en de wereld, concurrentievermogen, migratie et cetera. Ik wil in mijn beantwoording de volgende onderwerpen langslopen: Israël-Iran, Israël-Gaza, Oekraïne, Europese veiligheid en defensie, en ik sluit af met andere Europese onderwerpen. Bij de eerste twee onderwerpen zal ik mijn beantwoording op hoofdlijnen houden, in de wetenschap dat uw Kamer morgen in gesprek gaat met de minister van Buitenlandse Zaken over de Raad Buitenlandse Zaken, en vervolgens volgende week donderdag 26 juni over het actieplan EU-Israël.

Een aantal Kamerleden hebben vragen gesteld over de ontwikkelingen sinds afgelopen vrijdag en de opstelling van het kabinet ten aanzien van Iran en Israël. Daar wil ik graag op ingaan. Wat betreft het nucleair programma is Nederland altijd duidelijk geweest: Iran mag niet over een atoombom beschikken. We moeten alles op alles zetten om te zorgen dat Iran geen kernwapenstaat wordt. We kennen de zorgwekkende reputatie van Iran: de houding en existentiële dreiging richting Israël, de steun aan terroristische organisaties in de regio, ongewenste inmenging, ook in Nederland, en wapenleveranties van Iran aan Rusland voor de agressieoorlog tegen Oekraïne. Daar acteren we op met bijvoorbeeld stevige sanctiepakketten. Tegelijkertijd is onze inzet om diplomatieke kanalen open te houden, juist om deze zorgen over te brengen en verdere escalatie te voorkomen.

Voorzitter. Het kabinet staat voor de veiligheid en het bestaansrecht van Israƫl. Iran ontkent dat bestaansrecht. Ik heb begrip voor de grote zorgen in Israƫl over de dreiging vanuit Iran, maar ik betreur tegelijkertijd dat Israƫl zich genoodzaakt heeft gevoeld om over te gaan tot deze aanvallen terwijl de onderhandelingen met de VS over een mogelijke deal over het nucleair programma nog gaande waren. "Dat Israƫl zich genoodzaakt heeft gevoeld" is een belangrijke formulering. Een aantal mensen heeft dat benadrukt of vragen daarover gesteld. Ik zeg er meteen bij dat ik vanuit mijn optiek niet kan beoordelen of er sprake was van een onmiddellijke dreiging van Iran richting Israƫl. Daar kan ik geen uitspraak over doen. Nu het conflict gaande is, dienen alle partijen zich uiteraard te houden aan de regels van het humanitair oorlogsrecht.

Onze inzet is volledig gefocust op het bereiken van de-escalatie. Terughoudendheid is geboden in het belang van de regionale stabiliteit. Het risico dat het conflict zich uitbreidt, is namelijk groot, te groot. Diplomatie en onderhandelingen zijn uiteindelijk de enige uitweg richting een duurzame oplossing. Daar moeten we zo snel mogelijk naar terug.

De voorzitter:
Ik stel voor dat we de minister-president iets verder in dit blokje laten komen en het wellicht laten afronden. Daarna sta ik interrupties toe.

Minister Schoof:
Voorzitter. Dan werd mij gevraagd hoe ik kijk naar de uitspraken van de heer Merz en anderzijds de heer Macron. Ik heb net onze eigen lijn uitgezet. Diplomatie en onderhandelingen zijn uiteindelijk de enige uitweg richting een duurzame oplossing. Voor het overige sluiten wij ons aan bij de inzet van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland, de zogenaamde E3-landen, die gisteren nog verklaringen hebben uitgegeven, samen met de Hoge Vertegenwoordiger Kallas.

Dan vroeg … Er staat hier "Teunissen" en "ChristenUnie". Ik realiseer me dat er op mijn papiertje iets fout gaat. Ik weet niet meer wie de vraag gesteld heeft. Houdt het kabinet rekening met een regime change in Iran? Daar wil ik niet over speculeren. Onze focus ligt op de-escalatie en voorkomen dat het conflict overslaat naar de brede regio. Nederland heeft grote zorgen over het Iraanse nucleair programma. Diplomatie is uiteindelijk de beste oplossing.

De heer Klaver, en ik meen ook de woordvoerder van het CDA, de heer Boswijk, vroegen om een gezamenlijke oproep tot de-escalatie. Hoe draagt het kabinet in EU-verband bij aan deze de-escalatie? Ik verwees al naar de lijn die door de E3 is ingezet. Gisteren vond ook een ingelast overleg plaats van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken, waarin ook Nederland heeft benadrukt dat de-escalatie en een diplomatieke oplossing de hoogste prioriteit hebben. Overigens hebben we niet alleen gisteren een verklaring gesteund; ook afgelopen zaterdag steunde Nederland een gezamenlijke verklaring van de hoge vertegenwoordiger namens de EU27. Aan het gezamenlijke statement van de Europese Raad wordt nog gewerkt. Ik kan daar niet op vooruitlopen. In de richting van de Europese Raad is het duidelijk waar Nederland op inzet, namelijk op de-escalatie. Dat is in lijn met de verklaringen die eerder zijn afgegeven.

De heer Dassen vroeg of duidelijk is wat de gevolgen zouden zijn voor Nederland en Europa van een grootschalige oorlog in het Midden-Oosten. Je kunt je daar van alles bij voorstellen, maar laat ik daar niet over speculeren. Het spreekt voor zich dat dit zeer onwenselijk zou zijn op veel vlakken: qua stabiliteit, op het humanitaire vlak, op het economische vlak en wat betreft migratie. Dat geldt allereerst voor de regio zelf, maar zeker ook voor Europa, en daarmee ook voor Nederland. Dat is ook de reden waarom we blijven oproepen tot de-escalatie.

Dan de vraag over het rapport van de IAEA over kernwapens. We hebben al jaren zorgen over de dreiging van het Iraans nucleair programma. Iran beschikt over een grote hoeveelheid hoogverrijkt uranium, die niet nodig is voor vreedzame toepassingen. Ook het Internationaal Atoomenergieagentschap bevestigt keer op keer dat Iran gemaakte afspraken niet nakomt. Dat betekent niet dat op dit moment vastgesteld kan worden dat Iran over kernwapens beschikt, maar er is alle reden tot grote, grote zorg.

Dan de vraag van de heren Paternotte, Ceder en Eerdmans over wat Nederland doet voor de veiligheid van Nederlandse burgers. Het korte antwoord is: met gevoel voor urgentie doen we wat nodig is. Als het goed is, hebben Nederlanders zich geregistreerd bij de ambassade in het betreffende land, en zijn zij dus goed bereikbaar. Daar waar nodig wordt alle steun verleend die nodig is. Via de informatieservice van Buitenlandse Zaken wordt doorlopend informatie verstrekt over de mogelijkheden om zelfstandig over land uit Israƫl of Iran te vertrekken naar buurlanden. Vanuit die buurlanden kan men vervolgens met reguliere commerciƫle vluchten terug naar Nederland. Buitenlandse Zaken monitort samen met de reisbranche de beschikbaarheid op commerciƫle vluchten. Die beschikbaarheid is er nog steeds.

Dan de volgende vraag: wordt evacuatie van ambassadepersoneel in Iran en Israƫl voorbereid? Het spreekt voor zich dat het ministerie van Buitenlandse Zaken de lokale veiligheidssituatie in Iran en Israƫl op de voet volgt, inclusief de veiligheid van het ambassadepersoneel. Evacuatie is op dit moment niet aan de orde, maar zo nodig worden extra maatregelen genomen. Omwille van de veiligheid ga ik verder niet in op specifieke maatregelen.

De heer Van Dijk van de SGP vroeg of het kabinet overweegt om Israƫl te steunen bij de luchtverdediging tegen Iraanse aanvallen. Hij verwees naar de motie-Stoffer/Tuinman uit 2024. Overweegt het kabinet Israƫl te steunen? Dat is op dit moment niet aan de orde. Ik onderstreep vooral de noodzaak tot de-escalatie. De motie-Stoffer/Tuinman is aangenomen in de context dat er Nederlandse militaire capaciteit in de regio aanwezig was. Die situatie is nu veranderd. Op dit moment is er geen Nederlandse militaire capaciteit in de regio die een dergelijke rol zou kunnen vervullen.

Voorzitter. Daarmee heb ik het onderwerp IsraĆ«l–Iran voor vanavond besproken, naar aanleiding van de gestelde vragen.

De voorzitter:
Ik kijk nog even om mij heen om te zien of dit aanleiding geeft tot vragen. Dat is het geval. Meneer Boswijk, gaat uw gang.

De heer Boswijk (CDA):
Misschien heb ik het gemist, maar ik had nog een vraag gesteld over het ambassadepersoneel en mensen die zich in Iran of Israƫl bevinden. Liggen er al scenario's klaar, stel dat het verder escaleert? Laten we het niet hopen, maar we hebben in andere landen gezien dat het ontbreken van zulke plannen tot veel problemen leidde.

Minister Schoof:
Het ministerie van Buitenlandse Zaken kan opschalen zodra dat nodig is. As we speak is dat niet nodig, maar we kunnen dat onmiddellijk doen als dat verandert.

De heer Ceder (ChristenUnie):
De minister-president concludeert dat hij niet exact kan vaststellen of er sprake is van een acute dreiging, maar hij erkent wel dat er meer uranium aanwezig is dan nodig is voor civiele doeleinden, en dat Iran heeft aangegeven daarmee door te willen gaan. Mijn vraag is als volgt. Ik heb gelezen dat de EU-leiders deze week gaan spreken over Iran. Wat wordt dan de insteek? Praten over een akkoord heeft er de laatste jaren niet toe geleid dat Iran zich aan de afspraken houdt. Welke hernieuwde insteek wil de minister-president hanteren, ook onder het adagium "een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen"?

Minister Schoof:
De inzet van Nederland blijft gericht op diplomatie en onderhandelingen. Dat is waarom we nu voor de-escalatie gaan en weer alle partijen aan tafel willen hebben. In het verleden heeft dat soms tijdelijk effect gehad. Ik denk dat we zonder onderhandelingen misschien in een andere situatie hadden gezeten. Maar dat is speculeren. Onderhandelen blijft uiteindelijk de beste manier om te kijken hoe je de verrijking die plaatsvindt, kan terugdringen zodat het evident is dat het alleen maar kan worden gebruikt voor vredesdoeleinden, zoals een nucleaire reactor.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat is de lijn van de afgelopen jaren, maar Iran heeft zich daar niet aan gehouden. Sterker nog, Iran heeft voldoende uranium voor een eventuele kernbom. Ik zeg niet dat ze een bom hebben, maar ze hebben in ieder geval voldoende verrijkt uranium. Volgens mij is het genoeg voor negen kernbommen. Dat moet toch te denken geven? Je hebt te maken met iets wat met 100% zekerheid vastgesteld kan worden. Daarnaast is er de plausibiliteit: waarom zou je meer uranium nodig hebben dan je voor civiele doeleinden kan gebruiken, namelijk genoeg voor negen kernbommen? Dat vraagt toch om meer alertheid, niet alleen vanwege de dreiging in het Midden-Oosten en Israƫl, maar ook vanwege de Europese dreiging? Moet het gegeven dat er meer uranium is dan voor civiele doeleinden kan worden gebruikt, namelijk genoeg uranium om potentieel een kernbom mee te maken, niet tot een andere insteek leiden, ook in het belang van de veiligheid van Nederlanders?

Minister Schoof:
De situatie is zorgelijk. Laat daar geen enkel misverstand over bestaan. Dat zeg ik wel tegen de volgende achtergrond. Verrijkt uranium is noodzakelijk om een kernbom te kunnen maken. Om een kernbom te maken, heb je echter meer techniek nodig dan alleen het kunnen maken van verrijkt uranium, wat op zichzelf genomen al ingewikkeld genoeg is. Ook die ontwikkeling wordt de hele tijd gemonitord. Vervolgens heb je nog iets nodig wat de bom kan vervoeren, bij voorkeur ballistische raketten. Ook dat wordt de hele tijd gemonitord. De situatie is absoluut zorgelijk. Alles is gericht op het voorkomen dat Iran een dergelijk wapen krijgt, om de reden die ik eerder aangaf, namelijk wat voor soort land Iran is. De insteek van Nederland blijft om dat door middel van onderhandelingen te bereiken.

De heer Paternotte (D66):
We hebben de minister-president horen zeggen: we proberen mensen te helpen door te kijken hoe ze kunnen terugkomen als ze eenmaal weg zijn uit Iran. Ik had ook nog gevraagd naar mensen die weg willen uit Israƫl. Mike Huckabee, de Amerikaanse ambassadeur, heeft vandaag aangekondigd dat Amerika evacuatievluchten aan het organiseren is. Dat gebeurt natuurlijk nadat er allemaal Amerikaanse vliegtuigen en vliegdekschepen naar het Midden-Oosten zijn gegaan. Je weet dus dat de kans op escalatie groot is. Er zijn ook berichten dat de Israƫlische luchtverdediging weleens overweldigd kan worden en dat die beperkte voorraden heeft. Denkt Nederland na over het terughalen van mensen uit Israƫl? Er zijn uiteindelijk een stuk meer Nederlanders die in Israƫl zitten dan Nederlanders die in Iran zitten.

Minister Schoof:
Buitenlandse Zaken kan opschalen indien nodig. Op Israƫl wordt op dit moment niet commercieel gevlogen. De situatie is zo dat de individuele mensen zelf naar Egypte of Jordaniƫ kunnen gaan. Het luchtruim is op dit moment niet permanent open, maar dat werkt. Althans, zo begrijp ik dat. Die contacten zijn goed, ook omdat veel Nederlanders geregistreerd zijn bij de ambassade. Er is dus contact. Nederland doet wat nodig is om de mensen actief te helpen.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
De premier ging in op de motie die ik noemde van de leden Tuinman en Stoffer. De motie vroeg om te bezien in hoeverre we Israƫl zouden kunnen helpen tegen Iraanse luchtaanvallen, als dat aan de orde zou zijn. Daar zitten we nu middenin. De premier zegt dat we op dit ogenblik geen capaciteit daar hebben en er dus geen vervolg aan kunnen geven. Als we het zouden willen, is dat natuurlijk in grotere of kleinere mate te regelen. Is de premier bereid om uit te vragen bij de Israƫlische regering of we ze op enigerlei wijze kunnen helpen bij de luchtverdediging tegen Iraanse luchtaanvallen? Dat vraagt de motie namelijk.

Minister Schoof:
Er ligt op dit moment geen verzoek van Israƫl. Als er een dergelijk verzoek komt en de Nederlandse regering overweegt om daar gehoor aan te geven dan zullen we dat de Kamer laten weten.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
De laatste keer op dit punt. Mag ik daaruit wel afleiden dat, mocht er zo'n verzoek komen — waarom zouden we het niet zelf uitvragen, zou ik zeggen — er op zich een positieve grondhouding is bij het kabinet, in lijn met de motie?

Minister Schoof:
Ik stel voor dat we eerst het verzoek afwachten en daar dan in het kabinet een besluit over nemen. Dan informeren we de Kamer. Ik hou mij even op de vlakte over de manier waarop we daarnaar kijken.

De heer Van Baarle (DENK):
De minister-president geeft aan niet vast te kunnen stellen of er een aanleiding bestaat voor de aanval die IsraĆ«l heeft uitgevoerd. IsraĆ«l heeft bij die aanval onder andere een ziekenhuis gebombardeerd. Er zijn honderden burgers omgekomen. Er zijn appartementencomplexen gebombardeerd. Als de minister-president aangeeft dat niet duidelijk is of die aanleiding er is, dan moet hij aangeven dat IsraĆ«l terstond met eventuele bewijzen moet komen — overigens zijn die er in de verste verte niet — en moet hij dit gewoon veroordelen. Als IsraĆ«l dit zonder aanleiding doet, moet de aanval veroordeeld worden als een schending van het internationaal recht.

Minister Schoof:
Alle landen moeten zich in oorlogssituaties houden aan het internationaal recht. Dat geldt ook voor de huidige aanval. Ik heb eerder aangegeven hoe wij aankijken tegen het land Iran. Ik heb geconstateerd dat ik het betreur dat Israƫl zich ertoe genoodzaakt heeft gevoeld, maar dat ik niet kan treden in het afwegen van die noodzaak. Dat heb ik gezegd. Iedereen heeft zich verder natuurlijk te houden aan het humanitaire recht.

De voorzitter:
Meneer Van Baarle, gaat uw gang, maar zou u de interrupties nog iets korter willen houden? Ik heb heel goed de tip van de heer Klaver gehoord.

De heer Van Baarle (DENK):
Ik ga het kort doen, voorzitter. Ik vind het echt verbazingwekkend dat, als het gaat om Israƫl, de minister opeens niet kan treden in de afweging. Het gaat hier om internationaal recht. Daar marchandeer je niet mee. Als een land maar gewoon een ander land aanvalt, zoals Israƫl Iran aanvalt en honderden mensen doodmaakt, zeg je niet: ik treed niet in hun overwegingen. Tegen deze minister-president zeg ik: come on! Neem het internationaal recht iets serieuzer dan dit.

Minister Schoof:
Ik neem het internationaal recht zeer serieus. Ongetwijfeld zullen deskundigen zich hier in de komende periode over buigen. Ik constateer wel dat Iran buitengewoon helder is als het gaat over Israƫl. Dat is hier in de Kamer al eerder geciteerd door een van uw collega's. Iran beschouwt Israƫl als een tumor die moet worden verwijderd. Daarmee is Iran een existentiƫle bedreiging voor Israƫl. Dat neemt niet weg dat ik niet kan treden in de afweging die het Israƫlische kabinet heeft gemaakt over de noodzaak. Dat is de opvatting van ons kabinet. Daarom roepen we ook op tot de-escalatie. Escalatie in de regio is hoe dan ook de slechtste uitkomst voor iedereen.

De heer Kahraman (NSC):
Ik wil even doorgaan op Iran. Nederlandse veiligheidsdiensten hebben in 2007 meegedaan om de faciliteiten van Iran te saboteren, omdat zij bezig waren met het ontwerpen van een atoomwapen. In twintig jaar tijd is er nog nooit zo'n verontrustend rapport naar buiten gebracht door het Internationaal Atoomenergieagentschap. Toen hebben we meegedaan om het programma stil te zetten. Nu doet op Israƫl dat op zichzelf. Kunt u duiden waarom Nederland toen wel heeft meegedaan en nu niet? Is de premier ook verontrust over de gang van zaken in Iran met betrekking tot de ambities om een atoombom te bouwen?

Minister Schoof:
Als ik mij niet vergis, citeert u nu vrijelijk uit een boek met nooit bevestigde of erkende situaties. Daar kan ik totaal niet op ingaan. Ik heb gezegd dat op dit moment voor Nederland participatie in het militaire conflict niet aan de orde is, en dat de weg om te voorkomen dat Iran de beschikking krijgt over een atoombom en de weg van de onderhandelingen in de ogen van de Nederlandse regering nog altijd de beste wegen zijn.

De heer Dassen (Volt):
Diplomatie en onderhandelingen zijn de enige uitweg, zegt de minister-president. Die diplomatie en die onderhandelingen vonden plaats tussen onder andere de Verenigde Staten en Iran. Israƫl ging daar dwars doorheen door een aanval uit te voeren terwijl, zoals de minister-president zelf aangeeft, niet duidelijk was hoever Iran met een daadwerkelijke nucleaire dreiging richting Israƫl was. Daarmee heeft Israƫl het internationale recht geschonden. Dan kan het niet zo zijn dat de minister-president niet verder komt dan "te betreuren dat Israƫl zich genoodzaakt voelde". Hij zegt niet te betreuren dat de aanval heeft plaatsgevonden, maar dat Israƫl zich genoodzaakt voelde. Hoe beschouwt de minister-president dan het internationaal recht, dat we ook moeten uitdragen, als Israƫl hier weer mee wegkomt en de minister-president daar niks over durft te zeggen?

Minister Schoof:
Als ik zeg dat ik betreur dat IsraĆ«l zich genoodzaakt voelt — ik kan niet treden in die afweging — betekent dat dat ik niet de informatie heb wat betreft de afweging die IsraĆ«l heeft gemaakt over hoe bedreigend de situatie voor de staat IsraĆ«l was ten aanzien van de ontwikkeling van het nucleair programma in Iran. Dat is voor ons als Nederlandse regering niet duidelijk. Dat heb ik proberen te zeggen en dat is iets anders dan wat u net zei. Dat is de reden waarom ik het volgende in mijn opbouw heb gezegd. Een. Wat voor land is IsraĆ«l en wat voor land is Iran? Twee. IsraĆ«ls bestaansrecht staat voor ons niet ter discussie. Wij kunnen niet in de noodzaak treden. Drie. Voor ons is de enige weg die wij voorstaan — dat gebeurt op iets grotere afstand, maar is wel uitermate belangrijk — de weg van onderhandeling.

De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Als je die weg …

De voorzitter:
Graag kort en bondig, meneer Dassen.

De heer Dassen (Volt):
Als je die weg voorstaat, moet je ook durven te veroordelen op het moment dat er iets plaatsvindt. U zegt zelf dat er geen aanwijzing was dat Israƫl op dat moment werd bedreigd. Daar zijn de experts voor. Deze escalatie vanuit Israƫl zorgt ervoor dat ze op een pad zijn gekomen waar ze allebei niet meer af kunnen. Iran wil nu zo snel mogelijk een nucleaire bom hebben, want ze worden aangevallen. En Israƫl heeft eigenlijk geen mogelijkheid meer om zich terug te trekken, want als ze dat doen, dan weten ze dat Iran zo snel mogelijk een nucleair wapen gaat ontwikkelen.

De voorzitter:
En uw vraag, meneer Dassen?

De heer Dassen (Volt):
Dus die escalatie gaat nu harder en harder en sneller en sneller. Hoe is de minister-president van plan die escalatie verder terug te brengen?

Minister Schoof:
Eerst nog even op dat eerste punt. Ik heb gezegd dat ik de noodzaak die Israƫl heeft gevoeld, niet kan beoordelen. Dat wil niet zeggen dat ik heb gezegd dat er geen reden was om aan te vallen. Ik vind het belangrijk om dat nog even te herhalen, want ik weet dat niet. Ik kan dat niet beoordelen.

Wij zijn met de internationale partners druk in de weer om te bekijken wat we in deze situatie wat betreft Israƫl, wat betreft Iran en wat betreft andere partners in de regio kunnen doen om uiteindelijk de-escalatie te bereiken. Daar slaan de verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger op en daar slaan ook de reacties op in de gezamenlijke verklaringen van het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk, waar wij ons bij aansluiten. Dat is de route en dat is, ook als Europese Unie, de manier waarop we proberen dit conflict weer beheersbaar te krijgen, zodat de onderhandelingen opnieuw kunnen plaatsvinden. Uiteindelijk gaat het erom dat er wordt voorkomen dat het nucleair verrijkingsprogramma en al het andere dat Iran doet, leidt tot het verkrijgen van een nucleair wapen.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Wat een quatsch!

Minister Schoof:
Dank u wel.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Wat een quatsch! Echt ongelofelijk. Deze minister-president zegt hier zojuist: we hebben geen informatie, we hebben geen bewijs dat Iran hier echt mee bezig is en dat de dreiging imminent is. Dan is de eerste vraag die aan IsraĆ«l gesteld moet worden: kom met dat bewijs. Lever dat bewijs. Presenteer het in de Veiligheidsraad. Laat zien waarom dit nodig is. Heeft de Nederlandse regering dat gedaan? Is hierom gevraagd? Volgens mij is dat allemaal niet het geval. In dat geval kan je maar ƩƩn ding doen en dat is deze aanval verwerpen, aangeven dat dit buiten het internationaal recht heeft plaatsgevonden en dat het niet kan. Het feit dat de minister-president dat niet doet en denkt dat hij hier wegkomt met zo'n quatschverhaal … Echt, alsjeblieft.

Minister Schoof:
Voorzitter. Ik ben even sprakeloos, zeg ik heel eerlijk. Ik houd een paar dagen na deze aanvallen, gelet op alle diplomatieke contacten die er zijn en alle gesprekken die op dit moment internationaal plaatsvinden, een verhaal waarin ik zeg dat Iran bezig is met een buitengewoon gevaarlijke ontwikkeling. Dat is ƩƩn. Twee. We staan wel voor de veiligheid van de staat IsraĆ«l. Drie. IsraĆ«l heeft een eigen afweging gemaakt ten aanzien van de dreiging die van Iran uitgaat. Die kunnen wij op dit moment niet beoordelen. Vervolgens zeg ik: we streven naar onderhandelingen, dus … Nou, ik ben even sprakeloos. Ik ben gewoon sprakeloos. Ik vind dit een volstrekt zout verhaal. Natuurlijk zijn we met diverse landen aan het kijken wat zich daar nou eigenlijk allemaal afspeelt en hoe dat loopt. Het allerbelangrijkste waar we op dit moment mee bezig zijn, is ervoor zorgen dat er gede-escaleerd wordt. Dat is in het belang van de regio, in het belang van IsraĆ«l en Iran, en ook in het belang van Europa.

De voorzitter:
Nee, meneer Klaver. Ik snap dat de emoties aan alle kanten hoog oplopen. Daar ga ik trouwens geen oordeel over uitspreken. Maar ik denk wel dat we een ordentelijk debat met elkaar moeten voeren. Dan helpt het niet als u buiten de microfoon spreekt. De minister-president gaat over zijn eigen antwoorden, maar als u vindt dat u nog geen antwoord heeft gekregen, geef ik u de gelegenheid te reageren. Gaat uw gang.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat zal ik heel kort doen. De vraag die ik stelde was: heeft de Nederlandse regering de Israƫlische regering gevraagd om bewijs voor de beweringen die zij doet?

Minister Schoof:
Er vinden nog steeds allerlei drukke diplomatieke contacten plaats met Israƫl, onder andere natuurlijk over deze vraag.

Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vermoed dat dat een "nee" is, meneer Klaver. Wat wij nu zien, is dat Netanyahu een verschrikkelijke genocide uitrolt in Gaza, met talloze doden, tienduizenden doden, dode kinderen. We zien illegale aanvallen op Libanon. We zien illegale aanvallen en een bezetting op Syrisch grondgebied door Netanyahu. Nu zien we dat er door Netanyahu een illegale oorlog is gestart met Iran. Dat is een illegale oorlog. De afgelopen tijd hebben wij veel analisten en experts gehoord op het gebied van het internationaal recht. Die zeggen: het feit dat Netanyahu op alle mogelijke manieren zo veel ruimte krijgt om het internationaal recht en het oorlogsrecht te schenden, daar niet op wordt aangesproken en daar geen consequenties van ondervindt — de eerste sancties vanuit de Nederlandse regering moeten nog worden opgelegd — is een reden waarom Netanyahu nu zoveel ruimte voelt om deze illegale oorlog met Iran te starten.

De voorzitter:
En wat is uw vraag, mevrouw Dobbe?

Mevrouw Dobbe (SP):
Is de minister-president het eens met die analyse?

Minister Schoof:
Ik denk dat de aanval die Israƫl nu heeft gepleegd op Iran, in het kader het terugdringen van het nucleair potentieel van Iran, niet moet worden verbonden aan wat zich nu in Gaza afspeelt. De situatie in Gaza is echt een volstrekt ander vraagstuk, afgezien van het feit dat Hamas en Hezbollah proxy's zijn van Iran en er in die zin een een-op-eenrelatie tussen hen bestaat. Ik kom zo meteen nog op de humanitaire nood en alles wat daar speelt. Daar kom ik zo meteen nog op, maar dat moet niet verward worden met de discussie die nu hierover speelt. Wat Israƫl betreft gaat het blijkbaar over het bestaansrecht van Israƫl. Daarom hebben ze zich genoodzaakt gevoeld om dit te doen. Maar ik kan niet treden in die noodzaak. Ik zei al eerder: deskundigen zullen zich buigen over de vraag of dit een terechte aanval was. Daar zullen we de komende weken en maanden ongetwijfeld nog heel veel over lezen.

De heer Paternotte (D66):
"Het internationaal recht" is zo'n term die we hier vaak hanteren, maar ik heb het idee dat de betekenis daarvan steeds verder afneemt. Als je een land aanvalt met de reden "het land is met hele verkeerde dingen bezig, dus we vallen het aan", dan betekent het internationaal recht niet zo veel meer. Ik snap heel goed dat Israƫl dat vindt van Iran. Iran steunde al die terreurorganisaties en de aanval van Hamas was niet mogelijk geweest zonder Iran. Maar er waren nu onderhandelingen gaande. Tijdens die onderhandelingen wordt een van de onderhandelaars opgeblazen en wordt de top van het leger van Iran geliquideerd.

In 2003 ging Colin Powell nog naar de Veiligheidsraad om te laten zien dat er in Irak werd samengewerkt met Al Qaida en er massavernietigingswapens waren. Dat bleek niet helemaal te kloppen, maar de Verenigde Staten deden er veel aan om een rationele legitimatie binnen het internationaal recht voor die aanval te tonen.

De voorzitter:
Uw vraag, meneer Paternotte.

De heer Paternotte (D66):
Nu heeft Israƫl deze aanval ingezet en zelfs nu zegt de minister-president niet: nou, ik vind het heel heftig dat dit is gebeurd en ik wil daar een rationalisatie, een onderbouwing voor zien. Hij zegt alleen: daar zullen deskundigen de komende tijd ongetwijfeld naar kijken. Maar dat geeft toch aan dat er heel veel is veranderd in die tijd? Vroeger moest de grootste supermacht zo'n aanval legitimeren, en nu is de analyse eigenlijk: we zullen nog wel een keer te weten komen of dit terecht was.

Minister Schoof:
Ik heb gezegd dat de deskundigen zich nog wel zullen buigen over de vraag in relatie tot het internationaal recht. Ik heb overigens gezegd dat ik niet kan treden in de noodzaak die het Israƫlische kabinet heeft gevoeld om deze aanval te plegen. Ik heb namelijk niet de informatie die Israƫl heeft om deze aanval te motiveren. Daar zal internationaal in de komende periode ongetwijfeld nog veel over worden gesproken.

De voorzitter:
Voordat ik mevrouw Dobbe het woord geef, zeg ik dat ik het idee heb dat ook de definitie van het begrip "kort" aan verandering onderhevig is in de Kamer. Ik zou echt heel graag willen dat de interrupties veel korter en bondiger worden, zodat de minister-president ze ook kort en bondig kan beantwoorden. Op een gegeven moeten we dit debat namelijk wel afsluiten en naar huis gaan.

Mevrouw Dobbe (SP):
Voorzitter, we gaan ons best doen. Ik wilde niet naar voren lopen, maar ik hoorde de minister-president toch echt zeggen: de komende tijd zullen er allerlei analyses komen of dit conform het internationaal recht was of niet. Het is niet zo ingewikkeld. Je mag een land aanvallen op het moment dat de VN-Veiligheidsraad daar toestemming voor geeft. Dat is hier niet gebeurd! En wat denkt de minister-president dat het doet met de legitimiteit van de Verenigde Naties en het internationaal recht als we dit niet veroordelen, ook al is het daar klip-en-klaar mee in strijd?

Minister Schoof:
Daar kan ik op dit moment niet ƩƩn-twee-drie antwoord op geven. Er is volgens mij al over gesproken in de Veiligheidsraad. Ik stel voor dat u dit debat morgen met de minister van Buitenlandse Zaken vervolgt. Ik denk dat u dat ongetwijfeld uitvoerig zult doen. U heeft daar natuurlijk ook al veel over gesproken met de minister van Buitenlandse Zaken, ook in de afgelopen periode.

De voorzitter:
Gaat u verder met het volgende blok.

Minister Schoof:
Dat is Israƫl en Gaza, voorzitter, een onderwerp dat velen in de Kamer en in de Nederlandse samenleving raakt. Veel mensen voelen zich hierbij betrokken en in die zin waren de opkomst en de vreedzaamheid van de demonstratie van afgelopen weekend indrukwekkend, een demonstratie tegen het conflict in de Gazastrook en met name het leed dat daar wordt aangericht. Het is dus duidelijk dat er in Nederland veel zorgen leven over dit conflict.

De afschuwelijke beelden en verhalen snijden natuurlijk dwars door je heen. Ik heb al wel vaker gezegd dat dat net zo goed voor mij als voor ieder ander geldt. Ik heb afgelopen weekend ook laten weten dat het kabinet daar niet blind voor is en dat veel van de zorgen die over de mensen in Gaza leven, ook de zorgen van het kabinet zijn. Die zorgen worden ook permanent overgebracht aan Israƫl. Er is een aantal keer aan gerefereerd, maar mijn boodschap was en is dus "we zien jullie en we horen jullie". Ons doel is uiteindelijk hetzelfde, namelijk ervoor zorgen dat er een eind wordt gemaakt aan het leed in Gaza, dat de humanitaire hulp op gang komt, dat de gijzelaars worden vrijgelaten en dat er een staakt-het-vuren komt dat uiteindelijk kan leiden tot duurzame vrede.

Voorzitter. De ontwikkelingen in Gaza volgen elkaar snel op. Het Israƫlische optreden verhardt met de intensivering van de militaire operaties, met veel burgerslachtoffers tot gevolg. We hebben dan ook grote zorgen over de humanitaire situatie in Gaza. De beelden, die spreken voor zich!

Uw Kamer ontving vandaag een brief over de situatie in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever, waarin de minister van Buitenlandse Zaken en ik zijn ingegaan op veel van uw verzoeken. We schetsen daarin ook dat het blokkeren van humanitaire hulp, elektriciteitsleveranties en toegang tot medische zorg indruist tegen het internationaal recht. Juist van een democratische partner en een bondgenoot als Israƫl verwachten wij meer.

Hoewel de Israƫlische regering op 18 mei 2025 aankondigde de minimale hoeveelheid hulp de Gazastrook binnen te laten, achten wij dit gebrekkig en volstrekt onvoldoende. De bevolking blijft verstoken van voldoende voedsel en andersoortige hulp, terwijl de noodzaak van massale humanitaire hulp wordt onderstreept door onder andere het meest recente rapport van de Integrated Food Security Phase Classification. We blijven de Israƫlische regering oproepen tot opheffing van de humanitaire blokkade en een onmiddellijk staakt-het-vuren.

Tegelijkertijd gaat er nog steeds dreiging uit van de terreurorganisatie Hamas en de bredere regio. Momenteel houdt Hamas nog steeds 53 gegijzelden vast in de Gazastrook, van wie naar verluidt nog minsten 20 personen in leven zouden zijn. Hamas moet alle gijzelaars vrijlaten en de wapens neerleggen.

We kijken steeds waar we het meest effectief kunnen zijn en we gebruiken daarvoor alle kanalen en alle mogelijke momenten die we daarvoor hebben, ook in de EU. Zo hebben wij als kabinet vandaag besloten — dat is bij brief aan uw Kamer gecommuniceerd — dat wij een voorstel tot sancties van Zweden tegen de extremistische ministers Ben-Gvir en Smotrich zullen steunen. Beiden hebben herhaaldelijk geweld door kolonisten aangewakkerd tegen de Palestijnse bevolking, bepleiten voortdurend de uitbreiding van illegale nederzettingen en roepen op tot etnische zuivering in de Gazastrook. Dat zijn uitlatingen die voor dit kabinet volstrekt onacceptabel zijn. Dit komt aan de orde in de Raad Buitenlandse Zaken van 23 juni, waarover uw Kamer morgen in gesprek gaat met de minister van Buitenlandse Zaken.

Voorzitter. Daarnaast blijft Nederland onverminderd elke poging tot een staakt-het-vuren steunen, richting Israƫl, maar ook richting belangrijke partners die het proces ondersteunen zoals Egypte en Qatar. De minister van Buitenlandse Zaken, maar ook ikzelf hebben geregeld contact met hen.

Dan met betrekking tot de vele vragen over genocide en de verplichtingen. Natuurlijk hebben wij kennisgenomen van het rapport over mogelijke genocidale handelingen en ook het risico op genocide en natuurlijk zijn we daar bezorgd over. Ik zei al: die beelden laten niemand onberoerd. We hebben hier ook in uw Kamer al veel over gewisseld, eerst bij brief van 21 januari en ook in onze brief van vandaag gaan we hier uitgebreid op in. Het is in meerdere debatten al aan de orde geweest. U zal voor het eind van deze week nog de schriftelijke antwoorden ontvangen op de Kamervragen. Ik ben even kwijt van wie, zeg ik even heel eerlijk. Dat durf ik even niet te zeggen.

Elk risico op genocide nemen wij serieus. Of er sprake is van genocide — dat heb ik al vaker gezegd — ga ik niet zelf beoordelen of vaststellen. Het is een uiterst ernstige kwalificatie en daarom zijn we in de regel uiterst zorgvuldig om een situatie als genocide te kwalificeren. Deze terughoudendheid moet zeker niet gezien worden als ontkenning van de ernst van de catastrofale situatie in de Gazastrook. Wij respecteren ook de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 26 januari 2024. Die uitspraak zag op het risico van genocide. Daarover hebben we u ook bij brief geĆÆnformeerd op 13 februari 2024. Dus ook daar handelen we naar op heel veel manieren. Kortom, wij doen wat we moeten doen.

De heer Paternotte vroeg naar de follow-up van artikel 2 als de EU vaststelt dat er schendingen plaatsvinden. De Hoge Vertegenwoordiger Kallas zal naar verwachting tijdens de komende Raad BZ de resultaten van de review van artikel 2 van het associatieakkoord met de lidstaten delen. Het doel is om hier een zo groot mogelijk aantal lidstaten achter te krijgen. Ons doel is de druk op Israƫl om van koers te veranderen te verhogen, uiteindelijk om te bewegen naar een staakt-het-vuren, het volledig en onvoorwaardelijk opheffen van de illegale humanitaire blokkade en de partijen ervan te weerhouden stappen te ondernemen die ons verder verwijderen van de tweestatenoplossing. Ik wil nu niet vooruitlopen op de uitkomsten van de evaluatie. Wel kan ik u verzekeren dat Nederland zich zal blijven inzetten voor een passende opvolging.

De heer Klaver vroeg of de minister-president zich wil inzetten voor een aantal dingen, te beginnen met humanitaire hulp. Onmiddellijke ongehinderde toegang voor professionele hulporganisaties, zoals de VN, het Rode Kruis en de Rode Halve Maan, is cruciaal. Nederland zet zich hier actief voor in, zowel bilateraal als multilateraal. Ik heb dat ook gisteren nog in een overleg met het Rode Kruis laten weten.

Dan het opzeggen van het handelsdeel. Komende maandag tijdens de Raad BZ presenteert Hoge Vertegenwoordiger Kallas de uitkomst van de evaluatie van artikel 2. Dat wachten we af en op basis daarvan nemen we dan een volgende stap. Handel met illegale nederzettingen. Zoals bekend ontmoedigt Nederland dat. Voor een verbod daarop hebben we een voorstel van de Commissie nodig. We wachten daarvoor ook op de evaluatie van artikel 2. Dus ook dat komt als het goed is aan bod in de Raad van de ministers van Buitenlandse Zaken.

Dan de waarheidsvinding. Nederland heeft na 7 oktober 2023 een extra vrijwillige bijdrage aan het Internationaal Strafhof gedaan van 3 miljoen euro voor de versterking van de onderzoekscapaciteit van het hof. Ook heeft het kantoor van de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten twee keer een miljoen dollar gekregen ter ondersteuning van de onderzoekswerkzaamheden van het veldkantoor in de Palestijnse gebieden.

De heer Dassen vroeg "wegen de nadelen van de volgende maatregelen daadwerkelijk zwaarder dan de verplichtingen?" en hij noemde er daar een aantal. Ik herhaal dat Nederland elk risico op genocide serieus neemt. Voor wat betreft de genoemde verplichting: Nederland zet al langere tijd stappen om de situatie naar vermogen te verbeteren. U las dat in de brief van 21 januari jongstleden en nu ook in de brief van vandaag. Het kabinet beziet steeds welke instrumenten, maatregelen of stappen op het terrein van diplomatie, humanitair, veiligheid en bestrijding van straffeloosheid kunnen worden ingezet ten behoeve van een verbetering van de situatie in Israƫl en de Palestijnse gebieden.

Dan: wat doet het kabinet om ervoor te zorgen dat de Verenigde Naties weer voedsel kunnen uitdelen in Gaza? Ik ben het met de heer Paternotte eens en ik zei het al: het distributiesysteem van de Gaza Humanitarian Foundation brengt burgers in gevaar en staat op gespannen voet met het humanitaire oorlogsrecht en het is gewoon te weinig. Hierover sprak Nederland al veelvuldig zorgen uit. Het is evident dat de VN ongehinderde toegang moeten krijgen tot de gehele Gazastrook. Dat geldt ook voor het Rode Kruis, de Halve Maanbeweging en relevante ngo's. We hebben frequent contact met onze humanitaire partners. Ze zijn nog altijd aanwezig in Gaza, waar ze hun werk overigens niet veilig kunnen doen en vele restricties opgelegd krijgen door Israƫlische autoriteiten. Ook dat is buitengewoon zorgelijk. Nederland roept Israƫl op om de professionele gemandateerde hulporganisaties onmiddellijk volledig toegang te verlenen, ongeacht hoe het verdergaat met de Gaza Humanitarian Foundation.

Dan vroeg de heer Van Campen naar de appreciatie van het plan van Ehud Barak. Ik heb begrepen dat oud-premier Barak heeft gepleit voor een staakt-het-vurendeal en een robuust "day after"-plan, met aandacht voor technocratisch Palestijns bestuur — dat wil zeggen: zonder Hamas — en met een belangrijke rol voor de regionale partners. Een staakt-het-vuren is cruciaal voor de gijzelaars en het verlichten van het menselijk lijden. Voor Nederland zijn voor de toekomst van de Gazastrook de principes zoals uitgedragen door de G7 leidend. Dat betekent dat Gaza van de Palestijnen is. Hamas moet ontwapend worden; er is geen rol voor Hamas in het toekomstige bestuur van de Gazastrook. Hierbij spelen onze regionale partners, JordaniĆ« en Egypte in het bijzonder, een belangrijke rol. Samen met hen en de EU zet Nederland zich hiervoor in. Het pleidooi van de heer Barak speelt hier dus ook goed op in.

Dan vroeg de heer Ceder of de grens met Egypte open kan voor humanitaire hulp. Dat onderwerp kaarten we met enige regelmaat aan, want aan de grens staan de VN, het Rode Kruis en de relevante ngo's nog steeds klaar met duizenden trucks vol hulp. Deze organisaties werken volgens humanitaire principes op basis van de hoogste humanitaire noden. Het is van levensbelang dat zij hun werk kunnen doen. Het is dus cruciaal dat er meer grensovergangen worden geopend. Daar spreken we Israƫl op aan, maar ook in de gesprekken met Egypte benadrukt Nederland het belang van het openen van de grenzen en dat blijven wij ook doen.

Dan ... Nee, volgens mij ben ik er dan vrijwel doorheen, maar ongetwijfeld zal dit nog een aantal vragen of interrupties oproepen.

De voorzitter:
Ik ga ervan uit dat dit nog vragen oplevert. Meneer Van Dijk, dit is uw laatste interruptie.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik had er twee gedaan.

De voorzitter:
Ja, en ik had drie gezegd.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Tegen de heer Klaver zei u vier, maar ik ga niet flauw doen. Het is goed; dan ga ik proberen het in ƩƩn interruptie te stoppen. De premier had het over de twee Israƫlische ministers tegen wie het Nederlandse kabinet sancties zou willen steunen. De uitlatingen van die ministers zijn lelijk, extreem, slecht voor de vrede. Daar ben ik het volledig mee eens. Tegelijkertijd zijn het uitlatingen; het is geen kabinetsbeleid. Ik denk dat iemand als Erdogan weleens extremere dingen heeft gezegd en toen kwamen er ook geen sancties. Mijn concrete vraag is dus: houden dit soort sancties ook juridisch stand? Een nog belangrijkere vraag: Hamas zal er heel blij mee zijn en zal het fijn vinden dat deze kaarten worden getrokken, maar schieten de Palestijnen hier werkelijk ook iets mee op?

Minister Schoof:
Ik heb eerder gezegd dat wij, hoewel een deel van uw Kamer vindt dat wij volstrekt onvoldoende doen, elke keer opnieuw wegen welke stappen wij kunnen zetten, gelet op de situatie zoals die zich in Gaza voordoet. Die stappen zetten wij bij voorkeur in internationaal verband. Dat is ook de reden waarom Nederland in de EU een discussie is begonnen over artikel 2 van het associatieverdrag. Nu zien wij dat een partnerland in de EU het verzoek ook bij de EU neerlegt — want sancties lopen ook via de EU — om te kijken of de mogelijkheid bestaat om overeenstemming te bereiken om een sanctie te treffen tegen de ministers Ben Gvir en Smotrich. Dat is een besluit dat dan in EU-verband moet worden genomen. Daarop worden natuurlijk ook de juridische toetsen toegepast om te zien of die sancties uiteindelijk houdbaar zijn. Dat proces kan zich de komende periode afspelen met actieve steun van Nederland. Dat signaal is in de diplomatie natuurlijk altijd belangrijk. We hebben het ook steeds over het uitoefenen van druk op IsraĆ«l om ervoor te zorgen dat men de situatie in Gaza verandert. Dit is dan een stap.

De voorzitter:
Ik heb even niet gezien wie als eerste was: de heer Paternotte of de heer Klaver? Heel galant, meneer Klaver. De heer Paternotte, gaat uw gang.

De heer Paternotte (D66):
Er liepen 150.000 mensen in het rood door Den Haag. Maar we zien ook in opiniepeilingen dat mensen in Nederland het gevoel hebben dat er echt iets of meer moet gebeuren. Zij willen natuurlijk dat we stoppen met evalueren, onderzoeken en afwachten. Daarom stelde ik de vraag of we ook echt wat gaan doen als dinsdag door de ministers wordt geconcludeerd dat Israƫl de mensenrechten, en dus het associatieverdrag, schendt. Of is het antwoord dan weer dat wij daar niet op vooruit willen lopen en dat we dat gaan onderzoeken? Zo draaien we die rondjes al anderhalf jaar met elkaar. Dus daarom nog een keer de volgende vraag. Die conclusie op maandag kan natuurlijk alleen maar duidelijk zijn, want het is eigenlijk al geconcludeerd. Maar als nou wordt vastgesteld dat Israƫl het associatieverdrag schendt, dan moet dat toch consequenties hebben? We kunnen dan toch niet zeggen dat we daar ook weer niet op vooruit kunnen lopen? Dan moet toch duidelijk zijn dat er stappen komen?

Minister Schoof:
Die stappen moeten dan gezamenlijk worden gezet. Daar zal dus ook onmiddellijk in de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken over worden gesproken.

De voorzitter:
Meneer Paternotte, u heeft drie interrupties gehad. De minister-president gaat over zijn eigen antwoorden.

De heer Paternotte (D66):
Dan doe ik u een plezier en doe ik het in twee regels. Ik vraag natuurlijk wat de inzet van Nederland is en niet of we het daarover eens moeten worden. Maar wat is de inzet van Nederland? We zijn geen toeschouwers.

Minister Schoof:
Nee, we zijn geen toeschouwers, maar we zijn wel bezig met elkaar te onderhandelen en met elkaar in de Europese Unie te kijken waar uiteindelijk de besluitvorming kan plaatsvinden ten aanzien van de maatregelen die kunnen worden genomen. De eerste stap is nu dat de Hoge Vertegenwoordiger Kallas — dat is dus volgende week maandag — komt met haar resultaten van de review. De volgende stap is dat de landen met elkaar kijken welke maatregelen op basis daarvan genomen kunnen worden in overleg met de Hoge Vertegenwoordiger. Ik ben het met u eens: als je tot deze conclusie komt, zitten daar vervolgstappen aan. Maar dan ga je dus met elkaar praten om te zorgen dat die stappen er komen. Maar het gebeurt wel in de context van de Europese Unie en door de ministers van Buitenlandse Zaken.

De voorzitter:
Meneer Klaver, ik ga u het woord geven. Maar ik blijf bij drie interrupties. Het ging net even buiten mij om. Daar heb ik niet snel genoeg op gereageerd, dus dat ligt aan mij. Maar ik blijf bij drie interrupties. Het is 23.30 uur geweest. We hebben ook nog een tweede termijn. U heeft er nog twee tegoed. Gaat uw gang.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Korte vraag. We hebben een motie ingediend over deze twee ministers. Eerder was het oordeel daarover "ontijdig". Ik zou dus graag willen weten of het oordeel daarover verandert. De tweede vraag sluit aan bij collega Paternotte. We willen weten wat de inzet van het kabinet is nadat er een uitspraak is gekomen, nadat het onderzoek is geweest. Wat is dan de inzet? Is de inzet van dit kabinet dat het handelsdeel van het associatieakkoord dan wordt opgeschort? Kan de minister dat bevestigen?

Minister Schoof:
Met betrekking tot de eerste vraag: de motie zal "oordeel Kamer" krijgen. Dan de vervolgvraag. Ik stel echt voor dat u dat morgen met de minister van Buitenlandse Zaken oppakt en deze discussie met hem voert. Hij zit maandag in de Raad met de ministers van Buitenlandse Zaken. Ik weet dat hij dat debat ongetwijfeld veel beter en inhoudelijker met u kan voeren, gelet op de discussie die de ministers van Buitenlandse Zaken daar zelf ook over voeren, dan ik op dit late moment van de nacht kan doen.

De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Met dat antwoord neem ik toch geen genoegen.

Minister Schoof:
Daar was ik al bang voor.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Het kabinet spreekt namelijk met ƩƩn mond. Bij de Europese top, en zeker ook en marge, zal over dit onderwerp worden gesproken. Ik denk dat de minister-president zijn eigen rol hierin niet moet onderschatten. Ik wil gewoon van de minister-president weten wat het standpunt is van de Nederlandse regering hierover. Het is laat, dat begrijp ik. Dat is buitengewoon vervelend. Maar het is wel een belangrijk onderwerp. Daarom debatteren we hierover. Dit is een volstrekt normale vraag: wat is de inzet van de Nederlandse regering als uit het onderzoek naar voren komt dat IsraĆ«l die voorwaarden schendt? Ik vraag de minister om bevestiging. Klopt het, met alles wat de minister-president heeft gezegd — volgens mij zijn we dan heel snel klaar — dat Nederland dan gaat aandringen op het opschorten van het handelsdeel van het associatieakkoord?

Minister Schoof:
Het kan niet zo zijn dat er geen consequenties zijn als de review uitpakt zoals hier wordt gesteld en, denk ik, algemeen wordt verwacht. Op de vraag welke consequenties dat exact heeft, kan ik op dit moment geen antwoord geven.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Nog even over die maatregel tegen die twee ministers in het Israƫlische kabinet. Dat is een stap, maar de vraag is dan natuurlijk waarom het kabinet eerder een motie die hier allang was ingediend ontijdig heeft verklaard. De uitspraken van die extremistische ministers waren begin vorig jaar al gedaan. Waarom komt het kabinet dan nu pas met die maatregel, nu andere landen die hebben aangekondigd? Het hobbelt daar een beetje achteraan.

Minister Schoof:
Wij volgen nu de Zweden in de Europese Unie. We zijn daarmee het tweede land, dus dat valt nog mee, zou ik zeggen, in termen van erachteraan hobbelen. Ik zei al eerder dat het kabinet permanent weegt wat het moet doen ten aanzien van de volstrekt catastrofale humanitaire situatie in Gaza. Elke keer wegen wij binnen het kabinet welke stappen we wel of niet kunnen zetten, ook met onze internationale partners. Dan schrijdt de tijd voort en daarmee, zou je kunnen zeggen, het inzicht. Dat heeft er in de boezem van het kabinet nu toe geleid dat wij dit het moment vinden om ons te sluiten bij het verzoek dat Zweden zal doen in het ComitƩ van Ministers.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Er zijn ook al andere landen die deze sanctie hebben aangekondigd, vandaar dat ik zei dat we erachteraan hobbelen. Het is natuurlijk wel heel opmerkelijk dat dat nu gebeurt, nadat er een enorm protest is geweest, met 150.000 mensen, de grootste demonstratie van de 21ste eeuw, waarin mensen oproepen: doe meer om die genocide in Gaza te stoppen. Dan heb ik een vraag over deze maatregel in het perspectief van wat er nu aan de hand is, die genocide. Deze maatregel houdt in dat de banktegoeden van die ministers in die landen worden bevroren en dat ze niet meer naar die landen mogen. Nou, het is een stapje, maar denkt de minister dat dit voldoende is om de druk op te voeren om die genocide te stoppen?

Minister Schoof:
Wij nemen elke keer stapjes. Wij veroordelen, wij ontbieden ambassadeurs, wij voeren druk uit om uiteindelijk de situatie in Gaza, die verergert, een halt toe te roepen, om te zorgen dat er iets gebeurt. Daar maken wij onze eigen weging in. Die weging heeft er de afgelopen periode in het kabinet, en in de gesprekken die we in het kabinet hebben gevoerd, toe geleid dat wij vinden dat wij nu deze stap, die Zweden heeft gezet en waarmee dit op de agenda van de Europese Unie is gezet, moeten zetten. Eerder heeft minister Veldkamp namens het kabinet — dat is ook besproken in het kabinet — de stap gezet om überhaupt de discussie over artikel 2 aan te gaan in de Europese Unie. Nederland was absoluut de eerste die dat op de agenda zetten, voor een deel ook tot verrassing van landen in de Europese Unie. Zo maken we elke keer onze afweging en zetten wij stappen of stapjes. Het is goed om hier nog eens een keer neer te zetten dat wij niet niks doen. U vindt soms dat wij te weinig doen. Dat is een ander verhaal. Maar wij zien dat leed. Wij willen ook dat dat verandert en zetten daarvoor allerlei stappen. In die lijn van het zetten van stappen past artikel 2 en past nu het steunen van het verzoek om sancties te treffen tegen deze twee ministers.

De voorzitter:
Dit is uw laatste interruptie, mevrouw Teunissen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik zie dat mensen bewust uitgehongerd worden. Gisteren werden mensen die al uitgehongerd waren en naar een hulppost gingen, beschoten, doodgeschoten door het Israƫlische leger. Hier komt het kabinet aan met: we zetten stapjes. Ondertussen blijven we wapens importeren vanuit Israƫl, blijven we wapenonderdelen sturen en houden we gezellig economische banden aan. Natuurlijk kan er veel meer gebeuren, maar dit kabinet houdt Israƫl nog steeds de hand boven het hoofd, zo te horen. Het doet ministapjes om te laten zien: kijk eens, we doen wel wat en we delen onze zorg. Je kunt niet vrijblijvend doen alsof je voor de mensenrechten opkomt. Wanneer er onschuldige mensen kapotgeschoten worden, kun je niet zeggen: dit staat op gespannen voet met het internationaal recht. Dat heeft de premier zojuist gezegd. Dus ja, ik vraag hier om meer actie. Ja, mensen zijn boos. Denk maar niet dat mensen niet meer de straat op gaan als ze dit horen, want ja, die sancties tegen die extremistische ministers zijn nodig. Maar er is zoveel meer nodig. Het staat niet in verhouding met wat we moeten doen om de genocide te stoppen. Denk maar niet dat mensen erin trappen. Er zal zo weer een demonstratie komen als de premier muizenstapjes blijft zetten die helemaal niks doen om de genocide te stoppen.

Minister Schoof:
De demonstraties zoals we afgelopen zondag en een maand geleden hebben gezien, zijn indrukwekkend en geven uiting aan de grote zorgen die bij een flink deel van de Nederlandse bevolking leven. Daar zijn we niet blind voor. Tegelijkertijd maakt het kabinet zijn eigen afweging ten opzichte van welke stappen wij zetten in relatie tot Israƫl en van wat wij vinden dat we moeten doen in nationaal en internationaal verband om te zorgen dat we uiteindelijk ons doel bereiken, namelijk dat de humanitaire situatie in de Gazastrook fors verbetert, de blokkades worden opgeheven, de gijzelaars worden vrijgelaten, er een staakt-het-vuren komt en uiteindelijk ook duurzame vrede in het licht van de tweestatenoplossing.

De voorzitter:
Meneer Van Baarle, uw laatste interruptie.

De heer Van Baarle (DENK):
150.000 mensen vroegen inderdaad om harde maatregelen tegen Israƫl om die genocide te stoppen, niet om symboliek of sancties tegen twee ministers van wie eventueel de tegoeden worden bevroren. Deze minister-president zegt net dat hij niet kan vooruitlopen op wat de inzet van Nederland wordt bij het onderzoek naar het EU-associatieakkoord met Israƫl. Het is toch ontzettend ongeloofwaardig dat het kabinet daarover onderling niet zou hebben gesproken op de dag voordat de minister van Buitenlandse Zaken hierover het debat met de Tweede Kamer aangaat. De minister-president geeft zelf net aan dat hierover in Europa wordt onderhandeld. Dus moet de Nederlandse regering wel degelijk een inzet hebben. Wel degelijk moet de Nederlandse regering hebben bekeken wat de mogelijkheden zijn die zij heeft. Ik vraag de minister-president daar helder over te zijn richting de Kamer en op zijn minst, als hij dat nu niet kan, voor het debat mogen een brief aan de Tweede Kamer te sturen over wat de Nederlandse inzet zal zijn als de uitkomsten van de review zijn dat artikel 2 geschonden wordt.

Minister Schoof:
Volgens mij is het nog eenvoudiger. Ik heb gezegd dat er consequenties zijn waar een passende opvolging aan moet worden gegeven. De minister van Buitenlandse Zaken heeft morgen met u een debat, dat uitgerekend over deze Raad gaat. Dat lijkt me het juiste moment om met de minister van Buitenlandse Zaken, die in die Raad zit waarin de review aan de orde is, het gesprek daarover te voeren. Een brief lijkt me eerlijk gezegd niet nodig, ben ik zo vrij om te zeggen, mevrouw de voorzitter, omdat het debat met de minister van Buitenlandse Zaken morgen juist over deze Raad gaat.

De voorzitter:
Heer Dassen, uw laatste interruptie.

De heer Dassen (Volt):
Ik heb in mijn bijdrage een hele duidelijke vraag aan de minister-president gesteld waar ik nog geen antwoord op heb gekregen. Ik vroeg hem of hij erkent dat er ten minste een reƫle dreiging op genocide in Gaza is. Dat is een hele simpele ja-neevraag, waarop ik nog geen antwoord heb gehad. Omdat dit mijn laatste interruptie is, wil ik op een ander punt doorgaan. De minister-president geeft zelf aan dat er onvoldoende zorg en eten is, dat Israƫlische acties verharden en er veel meer burgerslachtoffers vallen. De reden om de sancties te steunen richting Ben Gvir en Smotrich is dat zij oproepen tot etnische zuivering. Ik weet niet hoe het in Israƫl precies gaat en of ze daar eenheid van kabinetsbeleid hebben, maar zij zitten wel in een regering en blijkbaar wordt dit ook gesteund door die andere bewindspersonen die daar zitten. Katz roept ook op tot uithongering van Gaza, annexatie van Gaza en annexatie van de Westbank. Waarom gaat hij er dan niet op? Het is toch onacceptabel dat als twee mensen binnen een regering oproepen tot etnische zuivering en de rest van de regering erbij staat en ernaar kijkt, we daar dan geen sancties op zetten? Dat is dan toch onacceptabel? Hoe kijkt de minister-president daarnaar?

Minister Schoof:
Ik ben het eens met de heer Dassen dat ik ook niet weet of daar eenheid van kabinetsbeleid is. Wat ik wel weet is dat deze twee zich in buitengewoon extremistische taal hebben uitgelaten. Zoals u het net citeerde heb ik het eerder ook geciteerd. En dat is de reden dat deze twee — dat is ook de achtergrond van het Zweedse verzoek — in de bespreking komen ten behoeve van sancties en dat Nederland heeft besloten zich daarbij aan te sluiten. Zij hebben die uitspraken gedaan.

De voorzitter:
Gaat u verder met het volgende blok.

Minister Schoof:
Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
O, de heer Ceder heeft zijn laatste interruptie voor dit blok over Israƫl en Gaza. Gaat uw gang, meneer Ceder.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ten aanzien van de sancties op de twee Israƫlische ministers deel ik de mening dat er uitspraken worden gedaan die niet door de beugel kunnen. Ik heb een vraag gesteld over de precedentwerking die je hiermee creƫert. Ik heb gevraagd om de brief. Die hebben wij niet gekregen in de pauze. We moeten dus meegaan in iets waarvan ik als controlerende parlementariƫr de inhoud niet ken. Ik heb gevraagd welke rechtsgronden er zijn. We hebben namelijk Erdogan en Aliyev nooit gesanctioneerd en nu deze wel. Wat is het verschil? Hoe zorg je dat er geen precedentwerking is? Hoe voorkom je dat het wordt teruggedraaid bij het Hof van Justitie? Dat zou een blamage zijn en ook rieken naar een fixatie op Israƫl, terwijl er geen deugdelijke juridische onderbouwing was. Als ik de premier goed heb gehoord, is Nederland tot nu toe het enige land dat zich achter Zweden schaart. Is dat diplomatiek binnen de EU en geopolitiek op dit moment wel verstandig, ervan uitgaand dat waarschijnlijk de rest, dus Duitsland maar ook anderen, tegen zijn? Daar heb ik allemaal geen antwoord op gehad, maar er wordt wel verwacht dat wij hierin meegaan. Kan de minister-president daarop reflecteren en, zo niet, kunnen we daarover een brief krijgen, liefst nog voor de RBZ morgen? Dit zijn voor mij relevante vragen om te kunnen wegen of dit, los van het doel, een deugdelijk verzoek is.

Minister Schoof:
In het briefje van de minister van Buitenlandse Zaken dat u in de schorsing hopelijk heeft kunnen lezen, stond dat de brief van Zweden niet openbaar is. Dat is wel belangrijk. We hadden de brief graag willen geven, maar de brief is niet openbaar. De minister heeft zich wel in allerlei media geuit, dus daarom konden we de brief wel noemen. De brief is in die zin bekend. Wij hebben onze afwegingen waarom wij vinden dat we Zweden kunnen steunen, opgeschreven in de brief van eerder vandaag van de minister. Die slaan op de uitspraken en op andere zaken. Juist de behandeling in de Raad van ministers van Buitenlandse Zaken geeft de garantie dat er gewogen wordt op criteria of het wel of niet gebeurt en ook op haalbaarheid. Ik stel ook hierbij voor om de minister van Buitenlandse Zaken voor de RBZ niet te belasten met een brief, maar hem hierop in de RBZ mondeling in te laten gaan. Dat lijkt me een relevante vraag. In die zin snap ik de heer Ceder heel goed.

De voorzitter:
Gaat u verder met het blokje OekraĆÆne. Ik zou het heel plezierig vinden als u dat in hetzelfde tempo doet als de vorige twee blokjes …

Minister Schoof:
Ik ga mijn best doen, voorzitter.

De voorzitter:
… en wellicht ook wat bondiger kunt reageren waar dat kan.

Minister Schoof:
Het tempo was goed, maar het moet korter, begrijp ik.

De voorzitter:
Exact.

Minister Schoof:
Ik krijg graag instructies; dat helpt.

De voorzitter:
Het was een vriendelijk verzoek. Ga uw gang.

Minister Schoof:
Ik bedoelde het allervriendelijkst. Net als u wil ik ook vannacht nog een tijdje slapen. Maar het zijn belangrijke onderwerpen, zeker.

De heer Kahraman vroeg wat de stand van zaken is van de onderhandelingen tussen Rusland en Oekraïne. Ik denk dat u uit de media wel weet dat er geen noemenswaardige voortgang is. Er wordt af en toe wel gesproken, maar op dit moment is er geen enkel reëel zicht op een doorbraak die leidt tot een werkelijk staakt-het-vuren.

De heer Dassen vroeg wat de Nederlandse positie is met betrekking tot de veiligheidsgaranties. Hij vroeg ons in het bijzonder om serieus te kijken naar een geïntegreerd luchtverdedigingsschild met Oekraïne, in lijn met eerdere moties. De best haalbare veiligheidsgarantie voor Oekraïne is een sterk Oekraïens leger. Het kabinet is geen voorstander van het opzetten van een luchtverdedigingsschild in West-Oekraïne. Het is veel efficiënter om Oekraïne luchtverdediging te geven, zodat het land die kan inzetten waar het er echt toe doet. We zijn op allerlei manieren bezig om Oekraïne daarin te steunen.

De heer Klaver vroeg of ik mogelijkheden zie om in de kopgroep Amerikaanse wapens in te kopen, zoals F-16's, en deze vervolgens aan Oekraïne te geven. Oekraïne heeft inderdaad meer militaire steun nodig. De markt is beperkt. U weet dat Nederland co-leider is van de Air Force Capability Coalition, het samenwerkingsverband dat de levering van F-16's aan Oekraïne coördineert. Onderdeel daarvan is het inkopen van F-16-munitie primair vanuit de VS. Nederland heeft zelf voor 450 miljoen aan munitie via de Amerikaanse overheid aanbesteed. F-16's zijn momenteel niet te koop. Daar zit dus momenteel een probleem. Ook in de VS wordt dit type uitgefaseerd en dan zal het beschikbaar komen. Er zal dan een poging worden gedaan om dat te doen, net als bij de vele F-16's die al naar Oekraïne zijn gegaan.

De heer Paternotte vroeg naar de defensie-industrie en de OekraĆÆense contracten. Nederland werkt in lijn met de motie-Paternotte/Boswijk actief aan de investeringen in de OekraĆÆense defensie-industrie. Het kabinet heeft reeds meer dan 1,4 miljard toegewezen en dat is work in progress.

Mevrouw Dobbe en de heer Boswijk vroegen naar de bevroren tegoeden. Zij gaven aan dat de discussie niet opschiet. Dat klopt. Tijdens de Europese Raad wordt gesproken over de steun van de EU aan Oekraïne in brede zin. Ongetwijfeld zullen dan ook de frozen assets aan de orde komen. Wij roepen al langer op om dit serieus te onderzoeken. Laat ik het zo zeggen: er zijn landen die een volstrekt andere opvatting hebben over de juridische en financiële risico's van het gebruiken van de frozen assets. Daarom merk ik in die hele discussie dat men buitengewoon bezorgd is over wat dit zou kunnen betekenen voor de Europese kapitaalmarkt. Maar de discussie is ongoing.

De voorzitter:
Ik zie dat de heer Boswijk wil interrumperen, maar ik wil voorstellen dat de minister eerst dit blokje afrondt en dat we daarna de vragen doen.

Minister Schoof:
Dan de reflectie op het uitbannen van de cultuur van Krim-Tataren door Rusland. Sinds de illegale annexatie wordt deze cultuur systematisch uitgebannen. Nederland heeft dit consequent veroordeeld en zal dat, samen met onze EU-partners, blijven doen, onder meer in de VN-Mensenrechtenraad en in de OVSE.

Dan was er nog een laatste vraag met betrekking tot OekraĆÆne. Die vraag ging over een nauwere samenwerking tussen de havens van Odessa en Rotterdam. Ik denk dat dit inderdaad in het belang van Odessa is, maar dat dit ook voor Rotterdam interessant kan zijn. We zullen kijken hoe we hier vorm aan kunnen geven. Als we spreken in termen van stimuleren, dan zullen de havens dat uiteindelijk zelf moeten doen.

De voorzitter:
De heer Boswijk.

De heer Boswijk (CDA):
Ik heb een vraag over de frozen assets. Het is een onderwerp waar we het, denk ik, al tweeĆ«nhalf jaar over hebben. Ik hoor de premier zeggen dat dit "ongoing" is. Ik snap alle bezwaren of zorgen over de waarde van de euro. Tegelijkertijd vind ik ook dat je een keer principieel moet worden. Als jij oorlogsmisdaden begaat, dan zijn jouw euro's gewoon niet veilig. Als we zien dat Poetin nu al voorsorteert op een situatie waarin dit onderdeel wordt van een soort deal, dan kan dat toch niet de reden zijn om niets te doen? We weten allemaal dat het grootste deel van het geld in BelgiĆ« geparkeerd staat. Kan deze premier het voortouw nemen om, op een diplomatieke manier, alle ballen op BelgiĆ« te richten? We zitten continu geld te schrapen zodat OekraĆÆne zich kan blijven verdedigen. Elke keer zijn we overgeleverd aan wat een congres in de VS doet. We kunnen dat niet nog een keer laten gebeuren. Ik wil de premier oproepen — ik weet dat hij dat kan — om hier iets minder diplomatiek in te zijn. We hebben het hier al tweeĆ«nhalf jaar over. We zijn unaniem, op Forum voor Democratie na geloof ik, en toch gebeurt het gewoon niet.

Minister Schoof:
We brengen het ook regelmatig op, maar ik moet ook oog hebben voor de financiƫle risico's. We gebruiken de rente op de frozen assets volledig. Er ontstaat een vrij ingewikkelde discussie over het afnemen van eigendom. Belgiƫ is zeker geen voorstander. Maar als ik de heer De Wever spreek, en daarvoor zijn voorganger, dan gaat het hier eigenlijk altijd over. We kijken dan of er toch geen mogelijkheden zijn, of het niet gedeeltelijk kan. Er wordt permanent aan gewerkt, maar het vereist ook besluitvorming, en niet alleen van Nederland. Nederland zet zich daarvoor in.

De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Boswijk.

De heer Boswijk (CDA):
O?

De voorzitter:
Ja.

De heer Boswijk (CDA):
Nou, okƩ. We gaan het toch doen. Het is niet juridisch ingewikkeld. Ik heb al eerder met minister Veldkamp diverse voorbeelden aangehaald waarbij in het verleden vaker bevroren bezittingen van staten of dictators zijn gebruikt om slachtoffers of nabestaanden te compenseren. Er is dus al een precedent waaruit blijkt dat het juridisch gewoon kan. Het is overduidelijk dat Rusland oorlogsmisdaden pleegt. De schade die inmiddels is toegebracht, is groter dan het bedrag aan bevroren tegoeden. Het is dus geen juridisch ingewikkeld probleem. Het is vooral een politiek ingewikkeld probleem. Dat komt omdat Belgiƫ bang is zijn positie als trust fund van Europa kwijt te raken. Maar dat kan toch niet de reden zijn dat we bloedgeld van Rusland gewoon laten staan in Belgiƫ, omdat Belgiƫ het zo belangrijk vindt om mogelijk andere dubieuze klanten niet kwijt te raken? Als we zeggen dat de Europese Unie een unie van waarden is, dan kun je dit niet langer volhouden; dat geldt helemaal voor Belgiƫ, waar de EU natuurlijk gehuisvest is.

Minister Schoof:
Het is niet alleen een politieke discussie. Het is ook echt een economisch-juridische discussie. Als wij dit zouden doen, zijn er economen die zich grote zorgen maken over wat dit betekent voor de positie van de euro. Afgezien daarvan beschouw ik de opmerking van de heer Boswijk als een stimulans om dit debat in de Europese Unie niet te laten versloffen.

De voorzitter:
Gaat u verder met het vierde blokje.

Minister Schoof:
Voorzitter. Ik ga naar het blokje Europese veiligheid en defensie. Ik zal echt proberen om er snel doorheen te gaan. De heer Boswijk refereerde aan het oordeel van de Kamer over de motie-Eerdmans en de eurobonds. Althans geen eurobonds, maar toch het omarmen van SAFE. We hebben daar volgens mij al twee debatten over gevoerd. Dat zeg ik tegen de heer Eerdmans en eigenlijk ook tegen de heer Boswijk. SAFE betreft geen eurobonds. SAFE betreft leningen voor leningen, die individuele staten aangaan en die ook moeten worden terugbetaald. Daarom zijn ze zeer goed te combineren met de motie van de heer Eerdmans.

De heer Van Campen vraagt of wij mogelijkheden zien voor samenwerking met partners van buiten de EU als het gaat om de Europese defensie-industrie. Ja, het kabinet pleit in EU-verband juist voor openheid van samenwerking met gelijkgezinde derdelanden op het gebied van de defensie-industrie. Dat is een uitgangspunt. Het is inmiddels ook rondom SAFE expliciet geregeld. Zo kunnen ook andere kandidaat-lidstaten, zoals Albaniƫ, en potentiƫle kandidaat-lidstaten, zoals Kosovo, daaraan deelnemen.

De heer Boswijk van het CDA merkte op dat lidstaten die het minst uitgeven aan defensie ontbreken, maar dat Denemarken wel is aangesloten. Hij vroeg welk signaal Nederland gaat afgeven met het oog op de ontsnappingsclausule. Nederland heeft geen aanvraag voor activatie van de ontsnappingsclausule ingediend. Ik heb daar gisteravond ook al iets over gezegd, en ook al in eerdere debatten. De kernredenering is dat het lijkt alsof je extra middelen krijgt, maar dat dit slechts tijdelijk is. Uiteindelijk moet het geld weer worden terugbetaald. De hogere defensie-uitgaven moeten na vier jaar gedekt worden binnen de nationale begroting en leiden dus niet tot een hogere begrotingsopgave. We willen geen rekening doorschuiven naar toekomstige generaties. Ongetwijfeld zal daar in de formatie verder over worden gesproken.

Volgens mij kan ik dit allemaal overslaan en kan ik naar de andere onderwerpen.

De voorzitter:
En met "de andere onderwerpen" bedoelt u …?

Minister Schoof:
Dat is een verzamelingetje van dingen die allemaal …

De voorzitter:
Het blokje "overig"?

Minister Schoof:
Ja.

De voorzitter:
Gaat uw gang.

Minister Schoof:
Ik heb geleerd dat ik dit altijd "de andere belangrijkste onderwerpen" moet noemen.

De heer Klaver vroeg hoe we ervoor zorgen dat we het level playing field behouden als de commissie-Kettingzaag, zoals hij die noemde, aan het werk gaat. De commissie noemt het "simplify". De simplify-beweging steunen wij van harte, want er moet echt iets gaan gebeuren aan de regeldruk. De Nederlandse inzet is bij uitstek gericht op behoud van het level playing field. Anders krijgen we, voordat we het weten, weer te maken met allerlei nationale maatregelen. Dus: Europese maatregelen, maar met minder regeldruk, zodat het level playing field behouden blijft.

Gaat de minister-president sancties tegen het ICC veroordelen? Het kabinet keurt de VS-sancties tegen het Hof af. Daar zijn we duidelijk in geweest. Onafhankelijk internationale hoven en tribunalen moeten hun werk ongehinderd kunnen doen. Het kabinet staat volledig achter het ICC.

Mevrouw Dobbe vroeg wat Nederland doet in zijn leidende rol wat betreft de humanitaire situatie in Sudan. Nederland zet erop in om Sudan op de Europese agenda te krijgen en te houden. Dat doen we via verschillende kanalen voor en achter de schermen. Bij de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkeling in mei heeft Nederland de zorgen over Sudan onder de aandacht gebracht en bij de Raad Buitenlandse Zaken in april ook. De situatie in Sudan staat nu niet op de agenda, maar als het mogelijk is, ben ik graag bereid om dat te doen.

De heer Ceder vroeg naar de christenvervolging in Nigeria. Er is inderdaad verschrikkelijk geweld in de Middle Belt van Nigeria. Naast religieuze en etnische spanningen spelen ook diepgewortelde sociaaleconomische grondoorzaken, zoals armoede, landconflicten en zwakke overheidsstructuren, een rol. Nederland zet zich zowel bilateraal als multilateraal in voor het tegengaan van religieus geweld, waaronder in Nigeria. In EU-verband zijn de zorgen recent overgebracht aan de Nigeriaanse autoriteiten.

De heer Paternotte vroeg: als de minister-president in China is, noemt hij dan ook de cyberaanval? De bedoeling is wel dat ik een keer naar China ga, maar ik heb geen idee of dat dit jaar nog lukt. Maar zeker niet deze zomer, voor zover ik mijn reisagenda op dit moment ken. Overigens heeft de minister van Buitenlandse Zaken dit bij zijn bezoek aan China al gedaan. Als ik er ben, zal ik dit punt zeker onder de aandacht brengen.

Dan was er de vraag of ik kan toezeggen dat Nederland een voortrekkersrol kan vervullen bij het EU-handelsverdrag met India. Dat EU-handelsverdrag zou voor Nederland weleens heel belangrijk kunnen zijn. Het past ook in het streven van wat in EU-termen "diversify" wordt genoemd, dus ervoor zorgen dat we meer van dit soort handelscontracten krijgen. Het is natuurlijk een enorme markt. President Modi zou naar Nederland komen, maar in verband met de ongeregeldheden en het conflict met Pakistan is dat toen uitgesteld. Op dit moment wordt actief gezocht naar een nieuw moment op korte termijn. Dat zou weleens op heel korte termijn kunnen zijn. Dan vormt dit een van de belangrijke onderwerpen van gesprek.

Dan vroeg de heer … Ik hoop dat het de heer Van Dijk is. Hij zei: Azerbeidzjan houdt het vredesverdrag af. Is de mp bereid in EU-verband te pleiten voor het uitoefenen van meer druk? ArmeniĆ« en Azerbeidzjan bereikten op 13 maart bilaterale overeenstemming. Azerbeidzjan heeft echter herhaald dat er twee voorwaarden zijn voordat tot ondertekening overgegaan kan worden: aanpassing van de Armeense grondwet en opheffing van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Nederland en de Europese Unie blijven beide partijen oproepen om over te gaan tot ondertekening. Hierbij zijn beide landen constructief en behulpzaam. Bij de Europese Politieke Gemeenschap in Tirana op 15 mei sprak ik nog met premier Pashinyan en spraken Costa en Von der Leyen ook met president Aliyev. Nederland verwelkomt de verbeterde relatie en hoopt dat dit verdrag er spoedig komt.

De voorzitter:
De vraag was van de heer Boswijk. Ik heb even goed naar de signalen in de Kamer gekeken.

Minister Schoof:
Dank. Heel fijn. Op mijn blaadje klopte het CDA wel, maar de naam niet. Toen dacht ik: wat is het dan? Maar het antwoord is gegeven. Dat is in ieder geval belangrijk.

De heer Van Dijk gaf aan dat Nederland fors achterloopt bij de voorbereiding van het Migratiepact. De implementatie van het Europese Migratiepact is een grote en uitdagende operatie. Ik ben overigens blij met de voortgangsrapportage. Nederland ligt op schema om het pact in juni 2026 in werking te laten treden. De Commissie benoemt dat ook in het rapport. Ze noemen alleen een specifiek aandachtspunt voor Nederland. Dat betreft de opvangcapaciteit. Dat is niet nieuw, zoals u weet.

De heer Oostenbrink vroeg of het kabinet de EU kan oproepen om doortastend op te treden in het asiel- en migratiedossier. Dat doen wij eigenlijk permanent. Nederland heeft vanaf het begin gepleit voor een snelle en goede implementatie. Zoals u weet, vormen wij met premier Meloni en premier Frederiksen van Denemarken met z'n drieƫn een vrij actief man-vrouwschap om ervoor te zorgen dat we de migratie elke keer een stapje vooruitbrengen in de agenda van de EU. Daar zijn we volgens mij buitengewoon succesvol in, zeker met de huidige Commissie.

De heer Kahraman vroeg hoe het zat met de aanleg van strategische voorraden. Dat zien we als een cruciaal onderdeel van de nationale veiligheid. Nederland kijkt uit naar de stockpiling strategie die in juli van de Commissie wordt verwacht en zal de Kamer daarna informeren over de stappen die Nederland gaat zetten.

De heer Oostenbrink vroeg ook nog wat de minister-president van plan is om te gaan doen om de onvrede over de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit naar voren te brengen. Lidstaten zijn zelf verantwoordelijk om erop toe te zien dat het geld correct wordt besteed. De Commissie controleert dit. Als het niet in orde is, ontvangen de lidstaten geen geld meer. Belangrijk is overigens dat er lessen uit die faciliteit worden getrokken, bijvoorbeeld voor eventuele toekomstige instrumenten die gericht zijn op prestatiegebonden financiering. Rapporten van de Rekenkamer helpen daarbij.

De heer Oostenbrink vroeg ook naar een gedetailleerd uitgewerkt terugbetalingsplan van de leningen, de NextGenerationEU als ik het goed begrepen heb. De leningen die de Unie is aangegaan om subsidies uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit te financieren worden uit de EU-begroting afgelost. Dat zal dus onderdeel zijn van de onderhandelingen voor het volgende Meerjarig Financieel Kader.

Voorzitter. Daarmee heb ik in ieder geval geprobeerd de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.

De voorzitter:
Daar dank ik u voor. Mevrouw Dobbe heeft haar laatste interruptie. Gaat uw gang.

Mevrouw Dobbe (SP):
Als de minister-president Sudan bespreekt op de Europese top, dan horen wij graag hoe dat is gegaan. Ik begon de vraag in mijn betoog met de voorpagina van Trouw van een aantal weken geleden. Zij hadden een zwarte voorpagina. Daarop had een foto van Sudan moeten staan, maar die was er niet, omdat journalisten en de onafhankelijke journalistiek in Sudan enorm onder druk staan. Journalisten worden vermoord, geĆÆntimideerd, bedreigd en het land uit gejaagd. Mijn vraag is heel specifiek: wat kan en gaat de minister-president doen om deze journalisten te ondersteunen, zodat ze hun werk kunnen blijven doen en zodat ze beschermd blijven, bijvoorbeeld via het Sudan Media Forum, waarin onafhankelijke journalisten zich hebben verenigd? Is de minister-president bereid om vanuit Nederland steun aan de journalisten toe te zeggen, dat ook te bepleiten binnen de Europese Unie, en in ieder geval meer te doen voor die journalisten, zodat ze niet allemaal doodgaan?

Minister Schoof:
Ik denk dat de vrije pers superbelangrijk is. Voor de vrije pers in Sudan geldt dat net zo hard, evenals voor de bescherming van de pers. Ik ken de initiatieven waarover u het heeft niet, maar ik ben zonder meer bereid om dit welwillend door te geven aan de minister die daarover gaat, de minister van Buitenlandse Zaken, die volgens mij ook ontwikkelingshulp in zijn portefeuille heeft. Het zou goed zijn als hij morgen antwoord geeft op uw specifieke vraag. De minister weet ongetwijfeld precies welke organisatie u bedoelt en hoe we daarmee kunnen omgaan.

De voorzitter:
Dank voor de beantwoording. Ik stel voor dat we met gezwinde spoed verdergaan met de tweede termijn. Het woord is aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dank. Ik ben blij dat de minister-president heeft aangegeven dat het oordeel op de motie die we eerder hebben ingediend, is veranderd naar oordeel Kamer. Daarmee zullen wij de motie ook aanmelden voor de stemmingen van morgen, omdat het ook verband houdt met de Raad Algemene Zaken die, als ik het goed heb, maandag zal plaatsvinden.

Ik heb de volgende motie, de motie "trek de rode lijn".

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Raad Buitenlandse Zaken en de Europese Raad zich deze week buigen over de situatie in het Midden-Oosten;

overwegende dat alleen directe druk op Israƫl een staakt-het-vuren in Gaza en de vrije en veilige toegang voor humanitaire hulp aan de Palestijnse bevolking mogelijk kunnen maken;

overwegende dat een grote meerderheid in Nederland wil dat het geweld en het ondraaglijke leed van Palestijnse burgers stopt, zoals ook blijkt uit de twee rodelijndemonstraties — de grootste van deze eeuw — tegen de oorlog in Gaza en het kabinetsbeleid tegenover IsraĆ«l;

verzoekt het kabinet om in de EU te pleiten om het EU-associatieverdrag met Israƫl op te schorten, sancties in te stellen tegen Israƫlische ministers en militairen die aantoonbaar verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen, het Internationaal Strafhof en het Internationaal Gerechtshof te ondersteunen bij de documentatie van en vervolging voor oorlogsmisdaden, en handel met illegale nederzettingen te verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver, Piri, Paternotte, Boswijk, Dobbe, Van Baarle, Teunissen en Dassen.

Zij krijgt nr. 2250 (21501-20).

Dank u wel. Dan geef ik nu graag …

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb nog 30 seconden.

De voorzitter:
O, excuus. Meneer Klaver, gebruikt u alle tijd nog op het klokje.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, dat zal ik doen. De minister-president gaf aan dat we het morgen bij de RBZ kunnen hebben over de inzet van Nederland. Maar er is natuurlijk gewoon een onderhandelingsinzet voor Nederland. Onze diplomaten hebben een onderhandelingsinzet. Ik zou graag de toezegging van de minister-president willen dat we weten wat de inzet van Nederland is als er een uitkomst uit de onderzoeken is. Ik begrijp het als hij zegt dat we er samen gaan proberen uit te komen. Maar wat is die inzet? Deze informatie is er. De Kamer moet ook op de hoogte worden gesteld van wat Nederland dan gaat doen. Op dit punt weten we het niet en we zouden dat graag horen.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Dobbe, gaat uw gang.

Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de waarheid altijd het eerste slachtoffer is van oorlog;

constaterende dat de vreselijke gevolgen van de oorlog in Sudan door moorden en repressie tegen journalisten onzichtbaar worden;

constaterende dat onafhankelijke media als het Sudan Media Forum (SMF) zich met gevaar voor eigen leven inzetten om verslag te doen van deze oorlog en humanitaire ramp;

overwegende dat Trump USAID abrupt heeft opgeheven, waardoor de journalistiek in Sudan, zoals het SMF, grote delen van haar financiering is verloren in deze kritieke tijd;

spreekt uit dat onafhankelijke journalistiek van levensbelang is;

verzoekt de regering directe steun te vergroten, financieel en anderszins, aan journalisten voor hun werk in Sudan, en breder binnen de EU te pleiten voor verdere inzet voor de onafhankelijke journalistiek in Sudan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Dassen, Boswijk, Teunissen en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2251 (21501-20).

Mevrouw Dobbe (SP):
Laten we Sudan dus vooral niet vergeten. Ik ben wel een beetje geschrokken van dit debat, over hoe makkelijk het internationaal recht als een soort mening wordt weggezet. Dat zijn niet de letterlijke woorden die gebruikt zijn, maar dat is wel de uitkomt als het gaat over wie er bepaalt of er geweld mag worden gebruikt tussen landen. De VN-Veiligheidsraad wordt door deze minister-president gewoon opzijgeschoven als het gaat over besluiten om oorlogen legaal of illegaal te starten. Dat kan niet. Dat holt het internationaal recht, de internationale rechtsorde en ook de Verenigde Naties uit. Ik vind dat heel zorgelijk. Ik vind het ook heel erg dat deze minister-president daar zo makkelijk over doet.

Ik heb nog ƩƩn slotvraag voor de minister-president. We hebben het Genocideverdrag ondertekend. Dat is niet alleen een morele verplichting, maar ook een juridische verplichting. Wanneer ontstaat er volgens de minister-president medeplichtigheid en nalatigheid bij de landen die het Genocideverdrag hebben ondertekend?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Dassen, gaat uw gang.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Dank aan de minister-president voor de beantwoording. Ik heb ƩƩn motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Internationaal Atoomenergieagentschap, IAEA, tot dįŗ¹ zorgelijke conclusie is gekomen dat Iran zich niet houdt aan de afspraken onder het non-proliferatieverdrag;

constaterende dat Israƫl echter geen bewijs heeft geleverd van een imminente nucleaire dreiging vanuit Iran, waarmee de Israƫlische aanval op Iran een flagrante schending is van het internationaal recht;

overwegende dat de Israƫlische aanval op Iran verdere escalatie van de spanningen in het Midden-Oosten tot gevolg zal hebben, met grote gevolgen voor de veiligheid van zowel de Israƫlische bevolking als de Iraanse bevolking als wel de rest van de wereld;

verzoekt de regering de schending van het non-proliferatieverdrag door Iran te veroordelen;

verzoekt de regering de Israƫlische aanval op Iran te veroordelen;

verzoekt de regering zowel in bilateraal als in Europees verband de druk op beide landen te maximaliseren om tot de-escalatie te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.

Zij krijgt nr. 2252 (21501-20).

De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Ik had ƩƩn simpele vraag. Ik heb daar nog steeds geen antwoord op gekregen. Ik zal het antwoord ook in de beantwoording van de Kamervragen krijgen, maar ik zou graag een duidelijke "ja" of "nee" van de minister-president horen. Is hij van mening dat er een reƫle dreiging is dat er op dit moment een genocide plaatsvindt in Gaza? Ja of nee?

De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Ceder, gaat uw gang.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er nog altijd Nederlandse staatsburgers in Israƫl en Iran verblijven;

overwegende dat andere EU-lidstaten reeds voorbereidingen treffen of actief bezig zijn met de repatriƫring van hun staatsburgers;

verzoekt de regering om in samenwerking met andere EU-lidstaten, de ambassades en relevante internationale partners voorbereidingen te treffen voor een veilige en tijdige repatriƫring van Nederlandse staatsburgers uit Israƫl en Iran, indien de situatie daar verdere verslechtering laat zien,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder en Paternotte.

Zij krijgt nr. 2253 (21501-20).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat christelijke gemeenschappen in Nigeria al jarenlang het doelwit zijn van gewelddadige aanvallen door gewapende groeperingen, waaronder Boko Haram, ISWAP, Fulani-herders en extremistische milities;

constaterende dat hierbij duizenden mensen zijn omgekomen, kerken zijn vernietigd, hele dorpen zijn ontvolkt en er nauwelijks actie en bescherming lijkt te zijn;

overwegende dat Nederland binnen de EU kan pleiten voor een gezamenlijk optreden tegen religieus gemotiveerd geweld en ter bevordering van mensenrechten en de rechtsstaat in Nigeria;

verzoekt de regering:

  • om bij de aankomende Raad te pleiten voor een gezamenlijke en duidelijke veroordeling van het aanhoudende geweld in Nigeria, waaronder dat tegen christenen;

  • om zich in te zetten voor gerichte EU-maatregelen ter ondersteuning van religieuze minderheden, waaronder diplomatieke druk, veiligheidsmaatregelen en humanitaire hulp aan getroffen gemeenschappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder, Diederik van Dijk en Boswijk.

Zij krijgt nr. 2254 (21501-20).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Internationaal Atoomenergieagentschap, IAEA, recent opnieuw zorgen heeft uitgesproken over het feit dat Iran zich niet houdt aan afspraken over nucleaire transparantie en inspectietoegang, en dat het land uranium verrijkt tot ver boven het civiel noodzakelijke niveau;

overwegende dat het uitgangspunt van zowel Nederland als de Europese Unie is dat Iran nooit een kernwapen mag krijgen;

constaterende dat de Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC) een sleutelrol speelt in de regionale destabilisatie, maar een aantal landen zich nog terughoudend heeft opgesteld om de IRGC op de EU-terreurlijst te plaatsen;

verzoekt de regering:

  • zich tijdens de aankomende Europese Raad in te zetten voor een gezamenlijke Europese verklaring waarin ondubbelzinnig wordt uitgesproken dat Iran onder geen beding een kernwapen mag en kan ontwikkelen en zich moet houden aan zijn verplichtingen onder het non-proliferatieregime;

  • zich ervoor in te blijven zetten dat de Europese Unie de IRGC nu echt toevoegt aan de EU-lijst van terroristische organisaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder en Van Campen.

Zij krijgt nr. 2255 (21501-20).

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Campen.

De heer Van Campen (VVD):
Twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Israƫl gesteund moet worden tegen het Iraanse regime en diens proxy's;

overwegende dat een staakt-het-vuren met Hamas nodig is voor de vrijlating van gijzelaars en humanitaire hulp aan Gaza;

overwegende dat sommige Israƫlische regeringsfunctionarissen oproepen tot uitbreiding van illegale nederzettingen en etnische zuivering;

overwegende dat persoonsgerichte sancties effectiever kunnen zijn dan collectieve maatregelen en dat internationaal isolement van Israƫl moet worden voorkomen;

verzoekt de regering om in EU-verband persoonsgerichte sancties te overwegen tegen Israƫlische functionarissen die dergelijke uitspraken doen, in lijn met landen als Canada, het VK en Noorwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Campen en Boswijk.

Zij krijgt nr. 2256 (21501-20).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in Europa verschillend is gereageerd op de escalatie in het conflict tussen Israƫl en Iran;

overwegende dat Israƫl te maken heeft met een existentiƫle dreiging vanuit het Iraanse regime, zeker als dat een kernwapen bemachtigt;

overwegende dat de Duitse bondskanselier Merz heeft gesteld dat Israƫl het vuile werk voor het Westen opknapt en dat Israƫl recht heeft op zelfverdediging;

verzoekt de regering aansluiting te zoeken bij de lijn van bondskanselier Merz,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Campen en Eerdmans.

Zij krijgt nr. 2257 (21501-20).

Dank u wel. Gaat uw gang, meneer Boswijk.

De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Unie recent een nieuwe EU-havenstrategie heeft aangenomen;

overwegende dat grote Europese havens zoals de Rotterdamse haven niet langer alleen logistieke knooppunten zijn, maar van steeds groter strategisch belang zijn voor de Europese veiligheid;

overwegende dat de haven van Odessa als grootste haven in de Zwarte Zee beschikt over waardevolle ervaring op het gebied van operationele weerbaarheid en het functioneren onder oorlogs- en crisissituaties;

overwegende dat een strategisch partnerschap tussen beide havens kan bijdragen aan wederzijdse versterking op het gebied van veiligheid, innovatie en logistieke samenwerking;

verzoekt de regering een verkenning te doen naar een strategisch partnerschap tussen de haven van Rotterdam en de haven van Odessa, en de Kamer hierover voor het einde van het jaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Boswijk, Van Campen, Paternotte, Dassen, Diederik van Dijk, Ceder en Eerdmans.

Zij krijgt nr. 2258 (21501-20).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat diverse landen de massadeportatie van Krim-Tataren in 1944 door de Sovjetunie hebben erkend als genocide;

constaterende dat sinds de illegale bezetting van de Krim in 2014 vele Krim-Tataren door Rusland zonder aanleiding gevangengezet of gemarteld zijn, of zijn verdwenen;

van mening dat Rusland hiermee het beleid van genocide tegen de Krim-Tataren zeer waarschijnlijk een vervolg heeft gegeven;

spreekt uit de massadeportatie van Krim-Tataren in 1944 naar hedendaagse maatstaven te erkennen en te veroordelen als genocide;

verzoekt de regering bij EU-lidstaten na te gaan of en hoe gelijktijdig met deze landen overgegaan kan worden tot erkenning van de genocide in 1944 op de Krim-Tataren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Boswijk, Paternotte, Van der Burg, Dassen, Ceder, Klaver, Teunissen, Dobbe en Eerdmans.

Zij krijgt nr. 2259 (21501-20).

Dank u wel. De heer Kahraman maakt geen gebruik van zijn tweede termijn en daarom is het woord aan de heer Van Baarle.

Gaat uw gang, meneer Van Baarle.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israƫl met een grootschalige aanval en het opblazen van de onderhandelaar een diplomatieke oplossing met Iran letterlijk heeft opgeblazen;

verzoekt de regering Israƫl op geen enkele wijze te helpen of bij te staan in de oorlog met Iran,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle en Dobbe.

Zij krijgt nr. 2260 (21501-20).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zonder aantoonbare aanleiding Israƫl een grootschalige aanval heeft uitgevoerd op Iran, met vele burgerdoden als gevolg;

verzoekt de regering om de Israƫlische aanval op Iran te veroordelen als een schending van het internationaal recht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle en Teunissen.

Zij krijgt nr. 2261 (21501-20).

De heer Van Baarle (DENK):
Tot slot, voorzitter. Ik kan me zelf gewoon echt niet voorstellen, daags voor al die grote Europese vergaderingen, dat de minister-president hier aangeeft dat er ook onderhandelingen zijn en dat de minister-president niks kan zeggen over wat de inzet van Nederland wordt als de conclusie van het onderzoek luidt — en dat wordt de conclusie — dat IsraĆ«l artikel 2 van het associatieverdrag schendt. Ik vraag de minister-president om straks in tweede termijn gewoon helderheid te geven over de scenario's die er liggen. En als dat niet kan, doe ik nogmaals het verzoek om de Kamer daarover voor het debat van morgen een brief te sturen.

De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Eerdmans, gaat uw gang.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie een klimaatdoel van 90% uitstootreductie in 2040 voorstelt;

overwegende dat dit leidt tot honderden miljarden aan kosten per jaar, vooral voor lage en middeninkomens;

verzoekt het kabinet zich in Brussel te verzetten tegen deze doelstellingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 2262 (21501-20).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de aanhoudende migratiedruk vraagt om fundamentele veranderingen in het Europees asielbeleid;

overwegende dat het verplaatsen van asielprocedures naar veilige derde landen buiten de EU essentieel is om de aanzuigende werking te doorbreken;

overwegende dat landen als Italiƫ hierin stappen zetten, maar worden beperkt door bestaande Europese regelgeving;

verzoekt het kabinet om zich in Europees verband in te zetten voor juridische en politieke ruimte om asielprocedures buiten de EU te kunnen afhandelen, en allianties te smeden met gelijkgestemde lidstaten die dit ook willen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 2263 (21501-20).

De heer Eerdmans (JA21):
De laatste.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een akkoord is bereikt over de toetreding van de EU tot het EVRM;

overwegende dat deze toetreding leidt tot extra procedures, rechtszaken, jurisprudentie en nog meer rechten voor asielzoekers;

overwegende dat er een unanieme ratificatie is vereist en dat een lidstaat ratificatie kan voorkomen;

verzoekt het kabinet zich te verzetten tegen toetreding van de EU tot het EVRM,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 2264 (21501-20).

Dank u wel. De heer Van Dijk. Gaat uw gang.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Opnieuw draaide het debat grotendeels om IsraĆ«l. Het enige landje ter wereld waar Joden relatief veilig zijn. Het land waar 2 miljoen Arabieren wonen die rechter zijn, parlementariĆ«r, of soldaat in de IDF, die voluit hun godsdienst kunnen belijden, waar de pers nog kritischer is op Netanyahu dan de NRC in Nederland. Het is een land dat een existentiĆ«le strijd voert in een regio met landen en terreurbewegingen die pas zullen rusten als het hele Midden-Oosten Judenstaatrein is. Kritiek hebben op de IsraĆ«lische regering mag, maar als deze achtergrond — de grenzen van IsraĆ«l zijn per definitie Auschwitz-grenzen — niet wordt erkend, is de kritiek al heel gauw uiterst kil en onbarmhartig.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Teunissen. Gaat uw gang.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u, voorzitter. Het is in dit debat pijnlijk duidelijk geworden dat het kabinet geen rode lijn trekt. Dat is wel waar die 150.000 mensen om hebben gevraagd. Ik vind het ook pijnlijk om te zien dat de toon van de premier, en natuurlijk de maatregelen die hij wil treffen, heel anders zijn dan wanneer het gaat over OekraĆÆne of wanneer het zou gaan over het Europese continent. Maar dit gaat over Palestijnen, en dan is de opstelling van de premier pijnlijk, verdrietig en tenenkrommend. Daarom steunt de Partij voor de Dieren de rodelijnmotie die oproept tot meer maatregelen. Ik hoop ook dat de Kamer daarmee gaat bijsturen. Ik ben ook heel benieuwd naar het antwoord op de vraag die ook mevrouw Dobbe stelt, dus daar sluit ik me bij aan: wat betekent het nou — want zo langzamerhand wordt Nederland medeplichtig aan genocide — als we geen effectieve maatregelen treffen? Graag een reactie van de premier daarop.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dit was de laatste spreker van de Kamer in deze tweede termijn. De minister-president heeft aangegeven ruim vijf minuten nodig te hebben voor de appreciatie. Ik schors tot 0.30 uur. Als iedereen eerder terug is, beginnen we eerder.

De vergadering wordt van 0.22 uur tot 0.33 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over de over de Europese top van 26 en 27 juni 2025. Wij zijn toegekomen aan de appreciaties van de ingediende moties en volgens mij zijn er nog enkele vragen gesteld. Gaat uw gang.

Minister Schoof:
Dat klopt, voorzitter. Ik begin bij de vraag van de heer Klaver, waar de heer Van Baarle zich bij aansloot, over de Nederlandse inzet bij de uitkomst van de evaluatie van artikel 2. Ik loop echt niet vooruit op de uitkomsten van het onderzoek en verwijs overigens echt naar het Kamerdebat van morgen, waarin de minister er uitgebreid op in zal gaan. In die zin zou ik u willen adviseren om niet aan de minister een brief te vragen.

Dan de vraag van mevrouw Dobbe, de heer Dassen …

De voorzitter:
Ik ga u heel kort ontbreken. Een heel korte vraag. Meneer Klaver, gaat uw gang.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Zeker. Iets korts, zonder inleiding. Gaat de minister van Buitenlandse Zaken dan morgen aangeven wat de inzet is?

Minister Schoof:
Dat ga ik hem vragen en dat zal hij ongetwijfeld doen. Dan kan u met hem daar een debat over hebben.

De voorzitter:
Gaat u verder.

Minister Schoof:
Dan de vraag van mevrouw Dobbe en de heer Dassen, waarbij mevrouw Teunissen zich aansloot. De heer Dassen vroeg of Nederland het risico ziet ten aanzien van genocide en vroeg of ik een "ja of nee"-antwoord wilde geven. Het antwoord is ja, en dat is ook waarom Nederland de maatregelen neemt die het neemt.

Dan ga ik naar de moties, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:
Meneer Van Baarle, heeft u dezelfde vraag als de heer Klaver?

De heer Van Baarle (DENK):
Nee, het is een andere vraag. Mijn vraag is: is er al een Nederlandse kabinetsinzet?

Minister Schoof:
Daar zal de minister van Buitenlandse Zaken morgen echt op ingaan.

De voorzitter:
Mevrouw Dobbe, heel kort.

Mevrouw Dobbe (SP):
Ik had nog een andere vraag gesteld, namelijk wanneer er volgens deze minister-president binnen het Genocideverdrag medeplichtigheid of nalatigheid ontstaat van de landen die bij het Genocideverdrag zijn aangesloten. Dat vraag ik natuurlijk omdat ik benieuwd ben of wij nu nalatig zijn als Nederland en daar ook weer medeplichtig van worden.

Minister Schoof:
Naar het oordeel van de regering doen wij datgene wat wij moeten doen, omdat we het risico zien. Dat zei ik ook naar aanleiding van de vraag van de heer Dassen. Dat betekent dat wij ervan uitgaan dat ons geen medeplichtigheid of nalatigheid kan worden verweten.

De voorzitter:
Gaat u starten met de appreciatie van de moties alstublieft.

Minister Schoof:
De heer Klaver, de "trek de rode lijn"-motie, de motie op stuk nr. 2250. Die ontraad ik, omdat die toch vooruitloopt op de artikel 2-review.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2250 krijgt de appreciatie ontraden.

Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2251 van mevrouw Dobbe over Sudan is een sympathieke motie, maar ik zou de indienster willen vragen om 'm aan te houden en morgen eerst het gesprek daarover met de minister van Buitenlandse Zaken te voeren.

De voorzitter:
Daar gaat mevrouw Dobbe zelf over. Ik kijk haar even aan. Mevrouw Dobbe schudt nee.

Minister Schoof:
Dan is de motie ontijdig, voorzitter.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2251 krijgt het oordeel ontijdig. Dan de motie op stuk nr. 2252.

Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2252 over de-escalatie wat betreft Israƫl-Iran van de heer Dassen: ontraden, conform het debat.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2252 krijgt het oordeel ontraden.

Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2253 over consulair Midden-Oosten: oordeel Kamer, wel met de kanttekening dat evacuatie nu niet aan de orde is.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2253 krijgt oordeel Kamer.

Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2254 van de heer Ceder over christenen in Nigeria: oordeel Kamer.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2254 krijgt oordeel Kamer.

Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2255, ook van de heer Ceder, over kernwapens en Iran: ook oordeel Kamer, inclusief de IRGC.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2255 krijgt oordeel Kamer.

Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2256 van de heer Van Campen over sancties tegen Israƫlische functionarissen: oordeel Kamer.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2256 krijgt oordeel Kamer.

Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2257 van Van Campen over de lijn-Merz: ontraden, onder verwijzing naar het debat. Wij hebben een wat andere lijn.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2257 wordt ontraden.

Minister Schoof:
Dan de motie van de heer Boswijk op stuk nr. 2258 over de havensamenwerking met Odessa. Wat mij betreft op dit moment ontijdig. Ik geef 'm door aan de nieuwe minister van IenW, met een constructief advies van mij aan de minister van IenW. Dan zal de minister van IenW vervolgens ongetwijfeld met een brief op de motie reageren.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2258 krijgt het oordeel ontijdig.

Minister Schoof:
Ja.

De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Boswijk. Dan moet u heel hard rennen.

De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Ik zou zeggen dat het land niet kan wachten, dus ik ga 'm toch morgen gewoon in stemming brengen. Ik heb het zelf al gesondeerd bij zowel Odessa als de haven van Rotterdam. Die staan hier echt op te wachten. Ik vertrouw erop dat deze minister integraal kan werken, dus ik zou zeggen: geef 'm oordeel Kamer.

Minister Schoof:
Ik zeg toch "ontijdig", ook omdat ik niet zo snel contact heb kunnen opnemen met de minister van IenW.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2258 krijgt de appreciatie "ontijdig". De motie op stuk nr. 2259.

Minister Schoof:
Ik heb mij hier in debatten positief over uitgelaten. Daarom gebruikte ik het woord "constructief". De motie op stuk nr. 2259 van de heer Boswijk over Krim-Tataren: oordeel Kamer.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2259 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 2260.

Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2260 van de heer Van Baarle met het verzoek om Israƫl op geen enkele wijze te helpen: ontraden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2260 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 2261.

Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2261, ook van de heer Van Baarle, met het verzoek om de Israƫlische aanval op Iran te veroordelen: ontraden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2261 wordt ontraden.

Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2262 van de heer Eerdmans met betrekking tot de twee 2040-klimaatdoelen: ontraden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2262 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 2263.

Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2263 met betrekking tot de asielprocedure: oordeel Kamer.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2263 krijgt de appreciatie: oordeel Kamer.

Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2264 van de heer Eerdmans over toetreding van de Europese Unie tot het EVRM: ontraden, want de motie gaat in tegen staand kabinetsbeleid.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2264 wordt ontraden.

Dan dank ik de minister-president voor de appreciaties. Ik zie dat er nog ƩƩn korte vraag is van de heer Klaver. Gaat uw gang.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
De minister was kort en bondig. Dat mag op dit tijdstip ook, maar hij geeft aan dat de motie ontijdig is. Als we nou in de motie opnemen dat …

De voorzitter:
Over welke motie gaat dit, meneer Klaver?

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb ƩƩn motie ingediend. Dat is dus de motie op stuk nr. 2250.

De voorzitter:
Die kreeg de appreciatie "ontraden". U zegt zelf "ontijdig".

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
O, sorry. Ontraden zelfs, nog "beter". De minister doet dat met het argument dat we moeten wachten tot de uitkomsten van het onderzoek.

Minister Schoof:
Ja.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Als we daar nou in zetten "als uit het onderzoek blijkt dat de voorwaarden van het associatieverdrag zijn geschonden", is het bezwaar volgens mij weggenomen. Dan zou de motie oordeel Kamer kunnen krijgen. Laten we kijken of we nog iets constructiefs kunnen bereiken met elkaar.

Minister Schoof:
Nee, daar kan ik toch niet mee instemmen. Dat loopt toch echt vooruit op de discussie die nog moet plaatsvinden in de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken, omdat in de motie heel veel vervolgmaatregelen staan waarover het gesprek echt nog moet plaatsvinden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2250 blijft de appreciatie "ontraden" houden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Morgen gaan wij stemmen over alle ingediende moties. Ik wil alle Kamerleden bedanken voor hun bijdrage en de minister-president voor zijn aanwezigheid en de beantwoording van alle vragen. Ik wil de ondersteuning ontzettend bedanken omdat de avond weer zo vlekkeloos verlopen is. Ik wens iedereen een veilige terugreis, een goede nachtrust. Morgen gezond weer op.

Sluiting

OSZAR »