Debat over de Europese top van 26 en 27 juni 2025 (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D28807, datum: 2025-06-18, bijgewerkt: 2025-06-19 09:25, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-06-18 20:00: Debat over de Europese top van 26 en 27 juni 2025 (Plenair debat (overig)), TK
Preview document (š origineel)
Europese top van 26 en 27 juni 2025
Voorzitter: Paulusma
Europese top van 26 en 27 juni 2025
Aan de orde is het debat over de Europese top
van 26 en 27 juni 2025.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over de Europese top
van 26 en 27 juni 2025. Ik heet de leden van de Kamer van harte welkom
en minister-president Schoof in vak K. We zijn later begonnen dan we met
elkaar wilden, dus ik stel vier interrupties van maximaal 45 seconden
voor in deze eerste termijn. Ik probeer een goed inhoudelijk debat te
voeren en geef de heer Ceder zo meteen het woord, maar ik probeer ook op
een normaal tijdstip te eindigen zodat we elkaar een beetje heel
houden.
De heer Ceder voor zijn eerste interruptie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb een kort ordevoorstel. Ik wil inderdaad ook een inhoudelijk debat
voeren. Er is een brief gekomen over het sanctioneren van twee ministers
uit Israƫl. Het is goed om het daar met elkaar over te hebben, maar de
inhoud van de brief is niet bekend. Ik doe een verzoek om de brief te
krijgen zodat we het ook met elkaar over de inhoud kunnen hebben, want
anders debatteren we over iets waarvan we de inhoud niet kennen.
De voorzitter:
Ik begrijp dat deze brief op de agenda staat, dus misschien moet u iets
specifieker zijn.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Er is een brief van het kabinet gekomen waarin staat dat het kabinet
zich gaat aansluiten bij de brief van Zweden. OkƩ, daar kunnen we het
over hebben met elkaar, maar de brief van Zweden is nergens te bekennen,
en de inhoud ook niet. Het lijkt me goed dat als we het inhoudelijke
debat gaan voeren, we ook de inhoud van die brief kennen. Het verzoek is
om die brief te sturen. Dan kunnen we volgens mij een goed debat met
elkaar voeren.
De voorzitter:
Ik hoor dat het in het Zweeds kan. Stelt u voor dat we het debat
beginnen en dat de brief wordt gestuurd? Dat zou ik een vriendelijk
voorstel vinden.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Gezien het tijdstip, graag.
De voorzitter:
Ik denk dat dit goed gehoord is en dat aan de wens van de Kamer wordt
voldaan.
Dan ga ik nu de heer Klaver uitnodigen voor zijn bijdrage in eerste
termijn. Gaat uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Gisterochtend zijn opnieuw Palestijnen, die wanhopig op zoek
waren naar eten, bij hulpposten beschoten door Israƫlische tanks.
Duizenden van hen hadden zich verzameld bij een van de hulpposten. Een
ooggetuige beschrijft hoe ze ineens verder werden geleid waarna
tankgranaten op de menigte werden afgevuurd. 55 doden. We zien
dagelijkse gruweldaden door hongersnood en de totale minachting voor het
internationale recht en voor mensenlevens van Israƫl. De genocide moet
stoppen. Het kabinet kan niet wegkijken en moet meer actie ondernemen
dan dat het nu doet.
Dit weekend gebeurde er iets bijzonders. Nadat er eerder 100.000 mensen
de straat op waren gegaan, gingen nu 150.000 mensen de straat op. Ze
trokken de rode lijn. De minister-president reageerde online via een
twitterberichtje: we horen jullie. Dat is fijn. Ik wil echt waardering
uitspreken voor de poging die de minister-president doet om de
verbinding te maken en aan mensen die zich zorgen maken over het leven
van Palestijnen te laten zien dat ze gehoord worden. Maar al die 150.000
mensen die daar liepen, willen niet alleen gehoord worden, die willen
actie. Zij willen van deze minister-president weten welke stappen hij in
Europees verband gaat zetten om de druk op Israƫl te vergroten om ervoor
te zorgen dat deze gruweldaden stoppen. Het kan niet bij "we horen je"
alleen blijven. Het is tijd voor actie.
De EU is gebouwd op gezamenlijke waarden. Samen staan we sterker als we
willen dat recht boven macht gaat. Minister Veldkamp heeft laten zien
wat Nederland kan betekenen om de EU te laten bewegen. Hij heeft laten
zien dat er wel meerderheden mogelijk zijn. Er is een kanteling gaande.
Ook Macron kijkt naar manieren om de Palestijnse Staat te erkennen.
Zelfs bondskanselier Merz is kritisch op de regering van Netanyahu. En
Nederland zet stapjes ā dat zie ik ā maar het moet sneller. Het moet
meer en het moet beter, zodat we het voortouw nemen in Europa en er niet
achteraan lopen, en zodat er voldoende hulp naar Gaza gaat en de
genocide stopt. Daarom vraag ik de minister-president of hij zich voor
het volgende wil inzetten. Dat er meer en veilige humanitaire hulp komt.
Dat het handelsdeel van het EU-associatieakkoord direct wordt opgezegd.
Dat er meer Europese sancties komen tegen Israƫlische ministers en
militairen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen. Dat
we de internationale hoven ondersteunen in waarheidsvinding en
documentatie. En dat we de handel met illegale nederzettingen verbieden.
Graag hoor ik van de premier welke stappen hij gaat voorstellen tijdens
de Europese Raad.
In een wereld waarin macht steeds vaker de boventoon voert, moet Europa
opstaan voor recht en rechtvaardigheid. Waar de Amerikaanse
vicepresident JD Vance op X een mogelijk militair ingrijpen in Iran
vergoelijkt, snakt de wereld juist naar de-escalatie. De EU moet
gezamenlijk oproepen tot de-escalatie tussen Israƫl en Iran. Verwacht
het kabinet een gezamenlijk statement tijdens de Europese raad, zo vraag
ik de premier. Roept het kabinet de Israƫlische regering op tot
de-escalatie en bilaterale contacten?
Voorzitter. Ook als het gaat om de oorlog in OekraĆÆne verleggen de VS de
aandacht. De luchtafweersystemen van OekraĆÆne raken verzadigd. De
Amerikaanse minister van Defensie gaf deze week luchtafweer die voor
Oekraïne bedoeld was aan Israël. De EU moet haar inspanningen
opschroeven en waar mogelijk de gaten dichten. We moeten gezamenlijk
optrekken in het op peil brengen van de productiecapaciteit,
bijvoorbeeld bij het ondersteunen van de productie van de Duitse IRIS-T.
Ziet de minister-president mogelijkheden om gezamenlijk met een kopgroep
in Europa Amerikaanse wapens te kopen, zoals de F-16, en deze vervolgens
aan OekraĆÆne te geven? Welke inspanningen lopen er op dit gebied en
welke extra stappen wil de minister-president zetten? Er zijn voldoende
wapens in de Verenigde Staten aanwezig. Deze moeten zo snel mogelijk in
groten getale naar OekraĆÆne.
Ik kom tot een afronding, voorzitter. We zullen ook minder afhankelijk
moeten worden van andere autoritaire regimes op de wereldmarkt. Europa
moet leidend blijven in groen en duurzaam. We zien dat koplopers hierop
nu geen duwtje in de rug krijgen, maar juist worden gestraft. In Europa
wordt de kettingzaag gezet in wetten die zorgen voor de rechten van
werknemers, bijvoorbeeld dat er geen kinderen mogen zijn en dat de
duurzaamheidseisen moeten wijzigen. Aan welke kant staat deze premier?
Hoe gaat hij een race to the bottom voorkomen en een level playing field
naar een hoger niveau brengen?
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dat geeft aanleiding tot een interruptie.
O, de heer Paternotte komt gewoon voor zijn bijdrage. Dit is van een
tempo waar de voorzitter heel blij van wordt. Ik nodig graag de heer
Paternotte van D66 uit voor zijn bijdrage.
De heer Paternotte (D66):
Dank u wel, voorzitter. De heer Klaver noemde net de demonstratie van
afgelopen zondag: 150.000 mensen. Ik was een van de mensen die daar in
het rood meeliep. Ik zag daar een jongetje staan met een bord met de
simpele tekst "Kinderen horen te tekenen, niet te sterven". Kinderen
horen te tekenen en niet te sterven; ik denk dat iedereen het daarmee
eens is. Maar in Gaza betekent dat op dit moment helemaal niks. Want
twee dagen later zagen we dat van de mensen die in de rij stonden bij
een hulppunt om iets van voedsel te kunnen krijgen, er 59 zijn
doodgeschoten door Israƫlische tanks. 200 gewonden, mensen die in de rij
stonden voor voedsel.
Ik vond het een mooi bericht van de minister-president. Hij zei "we zien
u en we horen u". De vraag is natuurlijk wat ermee gebeurt. Het antwoord
kan niet altijd zijn dat we onderzoek doen en dat we na dat onderzoek
misschien een keer een conclusie trekken. Dat is mijn zorg. Ik zie nu
het bericht dat, als volgende week de Europese Commissie vaststelt dat
Israƫl in overtreding is van het Associatieverdrag, dat het zich niet
houdt aan de fundamentele mensenrechten die we samen hebben afgesproken,
er desondanks geen consequenties zullen volgen. Dat kan toch niet waar
zijn! Ik hoop dat de minister-president vanavond zegt: als Israƫl de
mensenrechten blijft schenden, als dat blijkt uit het onderzoek, dan
moet dat consequenties hebben. Ik denk dat we de uitslag van het
onderzoek al weten.
Wat doet het kabinet in de tussentijd om ervoor te zorgen dat de
Verenigde Naties weer voedselhulp kunnen uitdelen in Gaza? Want de
hulppunten die nu door de Israƫlische regering bemand worden, waar
mensen massaal in de rij moeten staan omdat het er zo weinig zijn, en
waar vervolgens zo veel slachtoffers vallen, zijn onhoudbaar.
Voorzitter. Dan Iran. President Trump twittert elke dag iets anders,
maar het zou heel goed kunnen, en het heeft er alle schijn van, dat
Amerika zich erin gaat mengen, dat er een Amerikaanse aanval gaat komen.
Ik denk dat we allemaal hier in deze zaal het allerliefste zo snel
mogelijk een vrij en democratisch Iran zouden zien zonder kernwapens.
Alleen weet ik niet waar de aanval die nu is ingezet, toe gaat leiden.
Is de les van Irak, van Libiƫ, van Afghanistan dat je met zo'n aanval
die vrije democratische staat krijgt? Ik weet het niet. Wat ik wƩl weet,
is dat dit voor enorme destabilisatie in de regio kan zorgen. Ik zou van
de minister-president antwoord willen hebben op drie vragen.
Allereerst, hoe beoordeelt het kabinet dit nu? Afgelopen vrijdag zagen
we dat minister Brekelmans zei: wij willen de weg van diplomatie volgen.
Ik hoorde ook de minister van Buitenlandse Zaken zeggen: ik betreur het
dat Israƫl dit nodig vond. Was dit, zoals Friedrich Merz zegt, nodig
volgens de Nederlandse regering? Of was het nĆet nodig, zoals we uit
Frankrijk horen? Waar de Amerikaanse inlichtingendiensten aangeven dat
Iran nog niet op het punt stond om kernwapencapaciteiten te ontwikkelen,
geven de Israƫlische en Franse regeringen juist aan dat dit
waarschijnlijk bijna het geval was. Wat is de Nederlandse inschatting?
Daarnaast zien we heel veel berichten van Nederlanders in Iran en Israƫl
die het op dit moment heel moeilijk hebben. Nederlanders in Iran
proberen het land uit te komen, maar worden soms zelfs geblinddoekt en
tien uur lang vastgehouden in het donker, omdat ze ervan worden verdacht
te spioneren voor Israƫl. Wat doet Nederland op dit moment voor hen?
Sommige landen sluiten hun ambassade al. China en India zijn bezig met
het evacueren van hun burgers. Nederland zegt dat dit niet aan de orde
is. Wat kunnen we voor deze mensen gaan doen?
Voorzitter. Over OekraĆÆne en de Russische terreur die daar nog steeds
voortduurt, wil ik vragen: hoeveel geld heeft Nederland dit jaar ingezet
om OekraĆÆne te steunen? Hoeveel contracten zijn er tot nu toe gesloten
met de OekraĆÆense defensie-industrie? Moet er een tandje bij om ervoor
te zorgen dat het gereserveerde geld ook daadwerkelijk dit jaar leidt
tot investeringen in OekraĆÆne?
Voorzitter. De minister-president gaat deze zomer mogelijk naar China.
Althans, daarover zijn berichten verschenen. Ursula von der Leyen zei
gisteren bij de G7 dat China zich in de wereld kenmerkt door chantage en
dominantie. Als de minister-president in China is, maakt hij dan ook
gewag van het feit dat China een cyberaanval heeft uitgevoerd op het
Nederlandse ministerie van Defensie, en nog steeds veel cyberaanvallen
inzet? Weten we eigenlijk, nu we in Europa te maken hebben met Russische
hybride aanvallen, wat China op dit moment doet? We weten dat er
inmiddels honderd extra Chinese diplomaten zijn bijgekomen in Brussel,
en ik geloof zo'n tweehonderd in Londen. Wordt de Chinese aanwezigheid
in Nederland ook opgevoerd? Heeft de Britse regering eigenlijk contact
met ons opgenomen over het feit dat er een Chinese mega-ambassade lijkt
te komen tegenover de Tower of London. Dat is precies boven de plek waar
de kabels lopen van de City of London, het AMS-IX-internetknooppunt in
Diemen en de financiƫle sector op de Zuidas? Op deze vragen zou ik graag
nog antwoord krijgen. Als we de vrijheid in Europa willen verdedigen,
dan moeten we weten waar Rusland die bedreigt, waar Iran die bedreigt,
en dat China altijd op de achtergrond aanwezig is.
De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag mevrouw Dobbe van de SP uit
voor haar bijdrage in deze eerste termijn.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. Israƫl is een oorlog begonnen met Iran, terwijl
er onderhandelingen liepen tussen de VS en Iran over een atoomakkoord.
Die diplomatieke weg is letterlijk opgeblazen door Netanyahu. Gisteren
zagen we berichten van Trump op X: "We now have complete and total
control of the skies of Iran. Nobody does it better than the good old
USA." Dat is wat hij daar heeft geschreven. De VS lijken inmiddels dus
volop mee te doen aan deze illegale oorlog. Is de minister-president
bereid om deze illegale oorlog te veroordelen en daar ook toe op te
roepen tijdens de EU-top?
Iedere dag zien we de oorlogsmisdaden in Gaza: het inzetten van honger,
genocide en het allerergste geweld. Meer dan 55.000 mensen zijn
omgekomen, onder wie heel veel kinderen. Israƫl kondigt ondertussen de
bouw van 22 nieuwe nederzettingen aan op de Westelijke Jordaanoever. We
zien illegale aanvallen en bezettingen van Israƫl in Syriƫ en Libanon.
Wij zijn als commissie voor Buitenlandse Zaken in Libanon geweest. We
hebben het stadje Naqoura bezocht. We hebben gezien wat dat betekent:
alles wordt met de grond gelijkgemaakt en de landbouwgrond eromheen
wordt vergiftigd, zodat mensen niet kunnen terugkeren, zelfs als ze dat
zouden willen. Daarom trokken 150.000 mensen afgelopen zondag terecht
weer een rode lijn. Zij eisen actie van dit demissionaire kabinet om
druk uit te oefenen op de Israƫlische regering om de oorlogsmisdaden en
de genocide te stoppen. Recent hadden we in de Tweede Kamer een
rondetafelgesprek met experts op het gebied van internationaal recht.
Zij zeggen dat Nederland het Genocideverdrag niet naleeft. Dat verdrag
verplicht Nederland namelijk om alles te doen wat redelijkerwijs
mogelijk is om genocide te voorkomen. Het zegt dat je moet handelen
zodra er een risico op genocide bestaat. Dat risico was al duidelijk in
februari 2024, misschien nog wel eerder. Nederland kan nalatigheid en
medeplichtigheid worden verweten binnen het Genocideverdrag. Erkent de
minister-president dat? Zo niet, welke argumenten heeft de
minister-president om het oneens te zijn met deze experts? Want een
analyse over de mogelijke nalatigheid of medeplichtigheid van Nederland
vind ik niet terug in de brief die we vandaag hebben ontvangen.
Het is goed dat er nu stappen lijken te worden gezet richting sancties
tegen twee extremistische ministers. Het is goed dat om te zien dat
150.000 mensen in de Rode Lijndemonstratie worden gehoord. Maar is het
genoeg? Doet Nederland alles wat redelijkerwijs kan om genocide te
voorkomen, zoals het Genocideverdrag vraagt? Volgens mij is het antwoord
nee. Nog steeds niet. Ik noem bijvoorbeeld een wapenembargo, het
EU-associatieverdrag nĆŗ opschorten in plaats van onderzoeken, sancties
tegen militairen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschending,
het ondersteunen van het Internationaal Strafhof en het veroordelen van
de sancties van de VS tegen het Strafhof: gaat de minister-president dat
doen? Gaat de minister-president hiervoor pleiten in Europa?
Dan wil ik het nog hebben over iets anders. Ik wil het hebben over
Sudan. Een week of twee geleden had Trouw een zwarte voorpagina. "Hier
had een foto van Sudan moeten staan", stond er. 50 miljoen mensen in
Sudan leven in een gruwelijke oorlog en in een ongekende humanitaire
ramp. Er zijn geen journalisten meer om hun verhaal te vertellen. Dus
die verhalen zien we of horen we nauwelijks meer. En dat deden we al
nauwelijks. Een aangenomen motie vraagt de regering om een leidende rol
te nemen in het organiseren van internationale humanitaire hulp. Nu komt
deze EU-top eraan. Hoe gaat de minister-president hier invulling aan
geven? Het staat namelijk niet op de agenda. Is de minister-president
bereid om Sudan op de agenda te krijgen en ervoor te zorgen dat de
situatie besproken wordt. Hij kan bijvoorbeeld pleiten voor een
wapenembargo voor heel Sudan en meer geld voor humanitaire hulp, wat ook
twee aangenomen moties van deze Kamer vragen.
Tot slot. Op 11 februari 2024, alweer een hele tijd geleden, is onze
motie aangenomen om de mogelijkheden te onderzoeken om de bevroren
tegoeden van Rusland in te zetten voor de wederopbouw van OekraĆÆne en
het onder druk zetten van Rusland. Het staat, voor zover wij kunnen
zien, niet op de agenda voor de Europese top. OekraĆÆne staat dat wel.
Volgens mij kan het dan ook bij dit agendapunt worden besproken. Het
schiet namelijk niet echt op wat er nog afgestemd moet worden over die
Russische tegoeden als het niet besproken wordt op de EU-top. Is de
minister-president bereid om het wƩl op de agenda te laten zetten en in
de Europese Raad te bespreken?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Ik nodig graag de heer Dassen van de
fractie van Volt uit voor zijn bijdrage.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Afgelopen zondag was opnieuw de grootste demonstratie
van deze eeuw. Een rode mensenmassa, 150.000 man en vrouw sterk,
overspoelde de straten van Den Haag, met ƩƩn duidelijke boodschap:
kabinet, trek die rode lijn. Terwijl Palestijnen werden vermoord toen ze
in de rij voor hulp stonden, in de hoop dat ze water en voedsel voor hun
kinderen konden bemachtigen, kwam die rode lijn er weer niet. De premier
kwam alweer met woorden: "we zien jullie", "we horen jullie" en "ons
doel is hetzelfde". Als de premier de mensen daar werkelijk had gezien,
als hij ze echt had gehoord en als hij daadwerkelijk hetzelfde doel had
als inmiddels de overgrote meerderheid van Nederland, dan had hij nu
alles op alles gezet om de genocide, of de dreigende genocide, in Gaza
te stoppen, zoals ons verplicht is volgens artikel 1 van het
Genocideverdrag.
Ik wil dan ook duidelijk en een voor een antwoorden van de premier op de
volgende vragen. EƩn. Erkent de premier dat er ten minste een reƫle
dreiging is op genocide in Gaza, in lijn met de voorlopige uitspraak van
het Internationaal Gerechtshof van 26 januari 2024? Twee. Hoe
interpreteert de premier de verplichting die Nederland heeft door het
Genocideverdrag om alles wat binnen zijn macht ligt te doen om genocide
te voorkomen? Is de premier van mening dat we dat op dit moment doen?
Drie. Waarom laat het kabinet zoveel instrumenten om Israƫl te stoppen
onbenut? Nederland onderneemt minimale stappen tegen Israƫl. Vandaag
kwam daar de aankondiging bij dat Nederland zich aansluit bij de oproep
van Zweden om de extremistische ministers Smotrich en Ben Gvir te
sanctioneren. Ook al is dat een stap, het is veel te weinig.
Kan de premier voor ieder van de volgende maatregelen afzonderlijk
aangeven waarom deze niet zouden bijdragen aan het voorkomen van
genocide? Ik noem: sancties tegen de hele regering-Netanyahu, een
wapenembargo, opschorting van het associatieverdrag tussen Israƫl en de
EU, een verbod op handel met Israƫlische nederzettingen, aansluiten bij
de Zuid-Afrikaanse zaak tegen Israƫl? Wegen de nadelen van die
maatregelen nu echt zwaarder dan de verplichting die Nederland heeft
onder het Genocideverdrag om een genocide in Israƫl, of een mogelijke
genocide in Israƫl zo u wilt, te voorkomen? Graag een reactie van de
minister-president. Drie weken geleden heb ik hier Kamervragen over
gesteld. Ik stel nu deze vragen omdat er tot op de dag van vandaag
vanuit het kabinet niks gekomen is. Wel geven experts hier in de Kamer
aan dat Nederland zich niet houdt aan het Genocideverdrag. Ik vind dat
onacceptabel.
Voorzitter. Dan over Israƫl en Iran. Het kabinet gaf aan te betreuren
dat Israƫl zich genoodzaakt heeft gevoeld om een aanval op Iran uit te
voeren. Er zijn al decennia zorgen over de nucleaire ontwikkelingen
onder het regime in Teheran, maar dat is onder het internationaal recht
op geen enkele manier een rechtvaardiging om Iran aan te vallen. Deze
escalatie zal er alleen maar voor zorgen dat het gevaarlijke Iraanse
regime sneller nucleaire wapens vergaart. Is het kabinet dan ook bereid
om in Europees verband deze misdaad van Israƫl nadrukkelijk te
veroordelen? Is het duidelijk wat de gevolgen zijn voor Europa en voor
Nederland van een grootschalige oorlog in het Midden-Oosten, zeker met
een eventuele deelname van de VS? Graag een reactie.
Voorzitter. Over OekraĆÆne lazen we maandag dat de Amerikaanse steun zo
goed als opgedroogd is. Ondertussen gaat Poetin door, met vandaag de
dodelijkste aanval op OekraĆÆne in maanden. De OekraĆÆense luchtafweer
heeft het loodzwaar. Tijd dus voor de Europese Unie om meer te doen. Is
de premier dat met Volt eens? Is het niet tijd voor extra
veiligheidsgaranties? Denk aan de motie die ik eerder met collega Jetten
heb ingediend voor een geĆÆntegreerd Europees luchtverdedigingsschild in
het westen van OekraĆÆne, een sky shield. Daarmee zouden we OekraĆÆners
significante militaire, economische, humanitaire en industriƫle
verlichting kunnen bieden, iets waar OekraĆÆne al sinds 2022 om vraagt.
Is de premier bereid hier serieus naar te kijken en hier in Europees
verband voor te pleiten?
Tot slot, voorzitter. Door een voorstel van Volt en de VVD vaardigt het
kabinet staatssecretaris Paul af naar de pride in Boedapest. Ik ben blij
dat de staatssecretaris daar op 28 juni naartoe gaat. Ik zou de premier
nogmaals willen vragen of hij bereid is om de staatssecretaris daarin te
volgen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Die geeft aanleiding tot een korte, bondige
vraag. Gaat uw gang.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Een korte, bondige vraag. Mij viel op dat de heer Dassen de aanval op
Israƫl illegaal noemde en een misdadige aanval, als ik dat goed
citeer.
De heer Dassen (Volt):
Op Iran bedoelt u, denk ik.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Excuus, inderdaad, van Israƫl op Iran. Eerdere woordvoerders lieten iets
meer ruimte als het gaat om de vraag hoe dichtbij Iran zat bij het maken
van een kernbom. We weten hoe Iran zich uitlaat over Israƫl. Het heeft
als groot doel om Israƫl te vernietigen. Hoe weegt de heer Dassen dat
punt en hoe kan hij zo heel snel al spreken over een misdadige dan wel
illegale aanval van Israƫl?
De heer Dassen (Volt):
Omdat ik de afgelopen dagen goed heb geluisterd naar wat heel veel
experts hierover zeggen. Zij geven allemaal aan dat deze aanval onder
het internationaal recht niet had mogen plaatsvinden. Ook waren er geen
duidelijke aanwijzingen dat Iran op dit moment zo dichtbij zou zijn dat
dat deze aanval rechtvaardigt. In 1995 gaf Netanyahu al aan dat Iran
heel dichtbij was, en vervolgens ook in 1998, 2002, 2012 en 2015.
Aanstaande zondag zouden er gesprekken geweest zijn tussen Iran en de
Verenigde Staten, precies hierover. Dan is volgens mij de aanval van
Israƫl in ieder geval een paar dagen te vroeg, maar ook in strijd met
het internationaal recht. Dat is de reden dat ik hier zo over spreek,
zeg ik richting de heer Van Dijk.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Helder. Ik ga ervan uit dat de heer Dassen ook kennis heeft genomen van
de toch wel heel ernstige bevindingen van het VN-atoomagentschap, dat
heel duidelijk heeft aangegeven dat Iran heel hard werkte aan
hoogverrijkt uranium en dat een kernbom in die zin wel degelijk
dichterbij is gekomen. Niet voor niks, en ook dat werd eerder geciteerd,
zegt iemand als bondskanselier Merz: Israƫl knapt voor ons de nare
klusjes op, zogezegd. Heeft u voor die kant geen enkel begrip?
De heer Dassen (Volt):
Nu zijn er twee dingen. Het eerste is dat we volgens mij de diplomatieke
gesprekken met de Verenigde Staten hadden moeten afwachten die, naar ik
begrijp, vergevorderd waren. Een tweede is ā en dat vind ik fascinerend
ā dat de heer Van Dijk hier eigenlijk zegt: is het niet okĆ© als je
iemand de vuile klusjes voor ons op deze manier laat opknappen? En:
laten we het internationaal recht dan maar aan de kant schuiven. We
kunnen dan net zo goed de hele internationale rechtsorde aan de kant
schuiven. Dan is het voortaan het recht van de sterkste. Dan is het
macht boven recht. Ik weet niet of dat de wereld is waar de heer Van
Dijk naartoe wil, maar ik niet. Dat is ook de reden dat we ons moeten
uitspreken dat we dat niet accepteren. Ik ben het dus zeker niet met de
bondskanselier eens.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Afrondend, inderdaad. De wereld die de heer Dassen schetst, waar ik
naartoe zou willen, is ook niet mijn wereld. Absoluut niet. Maar wat ik
toch mis ā en dat had ik toch wel verwacht van de heer Dassen ā is het
volgende. We kennen het regime van Iran, dat op bepaalde manieren zeer
irrationeel en bijzonder fanatisch is. Het is toch niet totaal
onbegrijpelijk dat, als je weet dat je land als eerste op het menu staat
om een bom te krijgen, er dan een preventieve aanval plaatsvindt?
De heer Dassen (Volt):
Laat ik in ieder geval vooropstellen dat ik het eens ben met de heer Van
Dijk dat ik het Iraanse regime ook een terreurregime vind. Wat zij doen
met de bevolking is verschrikkelijk. Kijk ook naar alle protesten die
daar zijn geweest. We hebben ook heel veel sancties richting Iran en dat
is ook helemaal terecht. We hebben dat ook altijd gesteund; we zijn daar
een groot voorstander van. Ik maak me ook zorgen over de ontwikkeling
van een nucleair wapen in Iran, zeker met de dreiging dat ze uit het
non-proliferatieverdrag willen stappen. Dat vind ik allemaal heel
zorgwekkend. Maar ik kijk ook naar het internationaal recht. Ik kijk ook
naar wat alle experts hebben gezegd, namelijk dat er voor Israƫl
absoluut geen reden was om aan te vallen. We hadden een diplomatieke
oplossing kunnen hebben: de gesprekken met de Verenigde Staten. Nu komen
we in een escalatie terecht die enorme gevolgen gaat hebben voor het
Midden-Oosten en ook voor Europa. Iran kan niet meer terug en Israƫl kan
niet meer terug. Dat betekent dat ze alleen maar vooruit kunnen. Ik
bedoel daarmee: vooruit in een oorlog. Volgens mij is dat niet de
gewenste uitkomst, meneer Van Dijk. Dat zouden we niet moeten
willen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik nodig graag de heer Ceder van de fractie van de
ChristenUnie uit voor zijn bijdrage in de eerste termijn.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik constateer overigens dat ik nog geen mail heb
ontvangen met de stukken. Mijn tekst is daar dan ook op gebaseerd.
De EU-top vindt plaats op een moment van grote internationale
spanningen. Vorige week stelde het Internationaal Atoomenergieagentschap
vast dat Iran zich niet langer aan de nucleaire afspraken houdt. Sterker
nog, het Internationaal Atoomenergieagentschap stelde vast dat Iran de
productie van hoogverrijkt uranium had opgeschroefd en dat daarvoor geen
enkel ander doel bekend was, behalve mogelijk als grondstof voor een
kernbom. Iran kondigde hierna aan dat het de productie juist dramatisch
zal opvoeren. Mede in dit licht en de gefaalde gesprekken tussen de VS
en Iran voerde Israƫl een preventieve aanval uit. Heeft Iran vijandige
bedoelingen? Voor wie twijfelt, wil ik een tweet van ayatollah Khamenei
voorlezen: "Israƫl is een kwaadaardig kankergezwel in de West-Aziatische
regio dat verwijderd en uitgeroeid moet worden. Het is mogelijk en het
zal gebeuren." Die tweet kunt u zo terugvinden.
Voorzitter. Dit alles overwegend, maakt de notie van het Internationaal
Atoomagentschap dat we, in lijn met Macron, Merz en anderen, voorlopig
moeten concluderen dat de preventieve aanval van Israƫl noodzakelijk
was. Met Operatie Rising Lion is een belangrijke veiligheidsdreiging
voor de regio, maar ook voor Europa, neergeslagen. Maar een scenario
zoals Irak en de nooit gevonden weapons of mass destruction mag nooit en
dan ook nooit meer gebeuren. Daarom is deze vraag voor ons wel cruciaal:
was Iran dicht bij een kernbom? Welke inlichtingen heeft de premier en
Nederland daarover? Dat is voor ons relevant.
De ChristenUnie is altijd kritisch geweest over het nucleaire programma
van Iran en ook over de wat ons betreft naĆÆeve opstelling van de EU om
te blijven praten. De boodschap vorige week van het atoomagentschap
bevestigde dat: het was naĆÆef, Iran had andere plannen. Dat betreft
juist de destabiliserende rol die het regime van Teheran speelt in de
regio. Denk aan de Houthi's, Hezbollah, Hamas en proxy's in Syriƫ en
Irak. Tegelijkertijd moeten we ook zoeken naar de-escalatie. Wat goed is
voor de regio, is ook goed voor Europa. Daarom de vraag: welke
gesprekken voert de EU hierover met regionale spelers? Wordt er
inmiddels ook al rekening gehouden met een scenario zoals we dat recent
in Syriƫ zagen? Er was escalatie, intern verzet en heel snel, sneller
dan verwacht, een regime change. Daar sturen wij niet op aan, maar we
weten niet hoe het de komende dagen gaat lopen en we willen op elk
scenario voorbereid zijn. Daarom vraag ik of het kabinet ook op deze
scenario's is voorbereid.
Voorzitter. Iran slaat ook terug in het krachtenveld. Er bevinden zich
bijvoorbeeld ook nog Nederlandse burgers in Israƫl. We krijgen signalen
van Nederlanders die vastzitten en nog niet terug kunnen. Door BZ wordt
geadviseerd om naar Amman te gaan, maar voor Joden is het, zacht
uitgedrukt, niet altijd veilig om naar Amman te gaan en vanuit daar te
vliegen. Is het kabinet daarom bereid om in samenwerking met andere
landen als Bulgarije, Kosovo en Roemeniƫ aan te haken bij bestaande
initiatieven voor evacuatie? Ik overweeg een motie.
Voorzitter. Dan de situatie in Gaza. We mogen de humanitaire crisis daar
niet vergeten. We hebben het de afgelopen dagen weer gezien: dagelijks
vallen er veel burgerslachtoffers. Hoe kijkt het kabinet naar de
situatie? Hoe kunnen wij bijdragen aan het ondersteunen van de meest
kwetsbaren? Ik blijf het vragen. Vorige week is het voor de wereld
zichtbaar geworden: Gaza heeft een grens met Egypte. Kan die open? Wat
kunnen we daarvoor doen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er eten vanuit
Egypte die kant op gaat en dat mensen, indien nodig, weg kunnen? Is er
zicht op continuering van de vredesgesprekken?
Voorzitter. Het kabinet heeft aangegeven voornemens te zijn de brief van
Zweden over mogelijke EU-sancties tegen twee Israƫlische ministers te
ondertekenen. Laat ik helder zijn: de ChristenUnie vindt de uitspraken
en de houding van de ministers verwerpelijk, polariserend en
gewelddadig. Deze werken vrede ook tegen. Tegelijkertijd moeten
EU-sancties ook doeltreffend, geopolitiek verstandig en juridisch
houdbaar zijn. Ik wil in herinnering brengen dat er nog nooit
EU-sancties tegen Aliyev zijn ingezet, ook niet na de etnische zuivering
in oktober 2023 in Nagorno-Karabach. Er zijn ook nooit EU-sancties
ingesteld tegen Erdogan.
De vraag is daarom welke weging hier wordt gemaakt en waarom dit
verschilt van de eerdergenoemde voorbeelden, ook in het licht van
precedentwerking. Houdt dit voornemen juridisch stand bij het Hof van
Justitie en, zo ja, op welke rechtsgronden? En fundamenteler: hoe kunnen
we als Kamer vandaag en morgen praten en beslissen over een brief
waarvan we de inhoud niet hebben gezien, en misschien ook niet mogen
kennen, en dus ook niet kunnen toetsen?
Tot slot, voorzitter. Terwijl de wereld naar het Midden-Oosten kijkt,
wil ik specifiek aandacht vragen voor het onophoudelijk geweld tegen
christenen in Nigeria. Deze week kwam er opnieuw een bericht: 200
christenen zijn daar afgeslacht met machetes. Deze brute slachtingen
tonen de schrijnende realiteit van religieuze vervolgingen, ver weg van
onze media-aandacht, maar niet minder urgent. Wat kan het kabinet nog
meer doen binnen de EU om christelijke minderheden zoals deze in Nigeria
beter te beschermen? Ik hoor het graag.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Ik nodig nu graag de heer Van Campen van de
fractie van de VVD uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Van Campen (VVD):
Dank u, voorzitter. De ogen van de wereld zullen volgende week op ons
land en deze stad gericht zijn wanneer regeringsleiders en staatshoofden
van over de hele wereld hier bij elkaar komen voor de NAVO-top. De VVD
is blij dat de Kamer zich gisteren heeft uitgesproken voor een forse
verhoging van de defensie-uitgaven door de hogere NAVO-norm te steunen,
niet omdat we oorlog willen, maar omdat we inzien dat onze vrijheid en
veiligheid verdedigd moeten worden.
Het is goed dat het kabinet bij de komende Raad het belang zal
benadrukken van open toeleveringsketens binnen de Europese
defensie-industrie. Maar wat betekent dit precies voor de Nederlandse
defensie-industrie, vraag ik de minister-president. Onze industrie is
goed in de bouw van fregatten, drones, radars en tech, maar we lezen dat
langetermijncontracten nog steeds een probleem vormen. Wat gaat het
kabinet hieraan doen? Hoe kan de voorgenomen oproep om dit te verankeren
in toekomstige EU-regelgeving hieraan bijdragen?
Ook wil het kabinet tijdens de Raad blijven waken voor voldoende
mogelijkheden tot samenwerking met belangrijke partners buiten de EU.
Denkt het kabinet hierbij ook aan de samenwerking met
kandidaat-lidstaten zoals Albaniƫ en Kosovo, die in een recente
trilaterale defensieovereenkomst met Kroatiƫ hebben gepleit voor
re-industrialisatie van hun defensie-industrie? Graag een reactie.
Voorzitter. We hebben allemaal de angstaanjagende beelden gezien van
mensen in Tel Aviv, Haifa en andere Israƫlische steden die schuilen in
bunkers voor neerkomende Iraanse raketten. Israƫl vecht op dit moment
als enige democratie in de regio voor zijn bestaansrecht tegen de
Iraanse agressor, die in het hele Midden-Oosten dood, verderf en terreur
zaait door Hezbollah te steunen in Libanon, Houthi-rebellen in Jemen en
Hamas in Gaza.
Tegelijkertijd vindt de VVD dat de Europese inzet zich zal moeten
blijven richten op dialoog en de-escalatie. Met welke inzet zal de
minister-president volgende week aan tafel zitten wanneer er gesproken
wordt over recente ontwikkelingen in de oorlog tussen Israƫl en Iran? De
VVD sluit zich aan bij de uitspraak van bondskanselier Merz, die stelt
dat Israƫl het vuile werk opknapt van ons allemaal, maar we
onderschrijven ook de waarschuwing van president Macron dat een
regimeval door militaire aanvallen tot chaos kan leiden. Hoe kijkt de
minister-president naar deze beide uitspraken?
Tijdens het uitvoerige interruptiedebat vorige week heb ik erop gewezen
dat de VVD staat voor de strijd van Israƫl voor zijn bestaansrecht, maar
dat we de regering-Netanyahu moeten blijven wijzen op het naleven van
het internationaal humanitair recht. Ons hart huilt voor de gijzelaars,
van wie de families nog altijd wachten op hun thuiskomst, maar ook voor
het lijden van onschuldige kinderen in Gaza. Niemand kan onbewogen
blijven bij al dit leed. Het lijkt op dit moment volstrekt ondenkbaar,
maar we zullen ons moeten blijven uitspreken voor een veilig Israƫl en
een levensvatbare Palestijnse staat als onderdeel van een
tweestatenoplossing.
Onlangs pleitte de voormalige premier van Israƫl Barak voor een door de
VS gesteunde deal gericht op drie doelen: ten eerste de vrijlating van
alle gijzelaars, ten tweede een staakt-het-vuren en ten derde een
overgangsplan voor het bestuur in Gaza. Daarbij is er een belangrijke
rol weggelegd voor de Arabische bondgenoten van Israƫl in de regio en
voor de Verenigde Staten. Barak is kritisch op wat hij noemt "een oorlog
van misleiding onder Netanyahu, die alleen maar leidt tot meer
Israƫlische slachtoffers, meer internationale veroordelingen en het niet
uitbannen van Hamas". Daarbovenop formuleert hij een langetermijnplan
voor twee staten met veiligheidstaken, zoals ik al zei, onder Arabisch
en Amerikaans toezicht. Wij horen graag hoe de minister-president kijkt
naar dit pleidooi. Graag een reactie.
De voorzitter:
Was u aan het einde gekomen van uw bijdrage?
De heer Van Campen (VVD):
Ik wilde nog kort stilstaan bij zaken dichter bij huis, omdat dit een
debat over een Europese Raad is waar ook een aantal kandidaat-lidstaten
in het oosten van Europa op de agenda staan. Maar ik zie dat de heer Van
Baarle over het vorige onderwerp een vraag wil stellen.
De voorzitter:
Ik vermoed dat het vragen zijn over het eerdere deel. Dus ik ga de heer
Van Baarle het woord geven voor een bondige interruptie.
De heer Van Baarle (DENK):
Laat ik allereerst beginnen met een vraag over een enorme ergernis in de
richting van de VVD. Op het afgelopen VVD-congres zag ik mensen blij,
bijna met bier en bitterballen lallend, met een duimpje omhoog poseren
met een Israƫlische vlag.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, u weet dat u geen afbeeldingen en dat soort zaken mee
mag nemen. Dus ik verzoek u om dit te doen zonder fotomateriaal. Ik denk
dat u dat lukt, dus gaat u verder.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat lukt me, voorzitter, maar het is een enorme ergernis. Ik zag ook
grote verontwaardiging hierover. Op dezelfde dag dat mensen op het
VVD-congres lachend en blij met die vlag van die staat die een genocide
pleegt, aan het poseren waren, zijn 25 mensen in Gaza vermoord,
waaronder ƩƩn kind. Op dezelfde dag! Je kan toch niet met een duimpje
omhoog met een Israƫlische vlag poseren op zo'n VVD-congres? Dat is toch
totaal ongepast, zeg ik tegen de heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Daarmee impliceert de heer Van Baarle iets wat ik walgelijk vind,
namelijk dat deze leden, mensen die lid zijn van een democratische
partij, die staan voor Israƫl en die dat diep doorvoelen en doorleven,
ook zouden staan te juichen bij het leed waar de heer Van Baarle het
over heeft. Daar is geen enkele sprake van. Ik wil dat de heer Van
Baarle echt stopt met die insinuaties, met die tweedeling, met die
polarisatie en met het wegzetten van de VVD als een partij die zich niet
zou bekommeren om het leed van Palestijnse kinderen en Palestijnse
burgers. Daar moet de heer Van Baarle mee stoppen. Daar moet hij mee
ophouden, voorzitter.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat doet de VVD zelf. Dat doet de heer Van Baarle niet. Want als je op
de dag dat 25 mensen in Gaza door Israƫl zijn vermoord, waaronder een
kind, op zo'n congres gaat staan, lachend, met een Israƫlische vlag, dan
ben je inderdaad harteloos. De VVD heeft vandaag niks laten horen over
wat de Nederlandse regering dan zou moeten doen. Vindt de VVD
bijvoorbeeld dat Israƫl het internationaal humanitair recht schendt, dat
op basis daarvan artikel 2 van het associatieverdrag geschonden wordt en
dat dat verdrag dus ook moet worden opgezegd? Vindt de VVD dat?
De heer Van Campen (VVD):
De VVD steunt het onderzoek van de minister-president en het kabinet
naar het nakomen van het associatieverdrag, maar ik heb me ook
voorgenomen om me niet voortdurend te laten wegzetten door de heer Van
Baarle in een hoek waar ik mij niet toe wil laten rekenen.
Ik heb onderzoeken en naslagwerken bekeken en gekeken waar wij de
afgelopen jaren als VVD boter bij de vis hebben geleverd. Oktober 2023:
verzoekt de regering bij voorkeur met gelijkgestemde landen bij Israƫl
erop aan te dringen dat levering van primaire levensbehoeften richting
Gaza doorgang moet vinden. Oktober '23: verzoekt de regering bij Israƫl
te pleiten om voedsel, water, brandstof, medicijnen en medische
hulpgoederen naar Gaza toe te laten. December '23: verzoekt de regering
haar ondersteuning van gevestigde organisaties die zich inzetten voor
verbetering van de mensenrechtensituatie in Israƫl en de Palestijnse
gebieden voort te zetten. Maart 2024, mevrouw Dobbe: verzoekt de
regering bij het verstrekken van alle vormen van steun of humanitaire
hulp in conflictgebieden altijd bijzondere aandacht te hebben voor de
positie en veiligheid van vrouwen, meisjes en dit te onderschrijven.
April 2024: verzoekt de regering de druk op Israƫl op te voeren om ook
een noordelijke grensovergang met de Gazastrook zo snel mogelijk open te
stellen voor het doorlaten van humanitaire hulp. Oktober 2024: verzoekt
de regering om in de Raad voor het belang te pleiten van een
langetermijnplan voor een stabiele Libanese staat en hierover met Israƫl
en relevante Libanese politieke actoren in dialoog te gaan.
Ik heb er nog een paar, voorzitter. Tot vorige week aan toe. Afgelopen
maandag, motie-Dijk: verzoekt de regering alle mogelijke drukmiddelen
tegen Israƫl te gebruiken om humanitaire hulp voor de bevolking van Gaza
onvoorwaardelijk toe te laten.
Ik weet dat de fractie van DENK er belang bij heeft dat er verdeeldheid
is in deze Kamer als het gaat om het Midden-Oostenconflict, maar ik laat
dat niet gebeuren.
De voorzitter:
Afrondend, op dit punt.
De heer Van Baarle (DENK):
De VVD kan proberen met de karige moties die zij heeft ingediend of
ondersteund ā het zijn alleen maar moties waarin het woord "bepleiten"
staat ā te doen alsof de VVD alles heeft gedaan. Dat is gewoon niet zo.
Iedere motie in de richting van de Israƫlische regering die ging over
effectieve sancties, over handelsvoordelen intrekken, over bepleiten dat
Israƫlische ministers gesanctioneerd worden, over het treffen van
sancties tegen mensen die illegale nederzettingen bouwen en daarmee
Palestijns land afpakken, dus alle moties die materieel iets doen, daar
stemde de VVD gewoon tegen. Dus kom hier niet aan met dat lijstje moties
op grond waarvan de VVD zichzelf probeert wit te wassen, terwijl de VVD
twintig maanden lang iedere actie in de richting van Israƫl heeft
tegengehouden.
De heer Van Campen (VVD):
"Witwassen" noemt de heer Van Baarle het blijkbaar als je samen optrekt
in het verdedigen van humanitaire rechten. Blijkbaar is zijn politieke
gewin, waarvoor hij hier aan die interruptiemicrofoon gaat staan voor de
filmpjes voor zijn achterban ā de heer Van Baarle voelt verkiezingen
aankomen ā voor hem belangrijker dan dat we samen optrekken in
voorstellen die ook de VVD heeft gesteund. Dat is een politieke keuze
die de heer Van Baarle maakt. Ik wil op een andere manier politiek
bedrijven, omdat ik geloof dat je in dit land en in dit vreselijke
conflict regimes, regeringen en bevolkingen moet kunnen scheiden, dat je
kritisch kunt zijn op de Israƫlische regering, de regering-Netanyahu, en
dat je tegelijkertijd wil dat Hamas wordt verwijderd uit Gaza en kunt
pleiten voor de terugkeer van gijzelaars. Daar heb ik de heer Van Baarle
hier nog nooit over gehoord: 53 mensen. 53 mensen wachten er nog steeds
op om thuis te komen. Vorige week zei ik al: god weet alleen of ze nog
in leven zijn. Daar heb ik de heer Van Baarle nog nooit over gehoord.
Hij hoort mij niet alleen pleiten voor de zorg en voor het belang van
die 53 gijzelaars, die er nog altijd op wachten om thuis te komen. Hij
heeft mij ook horen zeggen dat ook mijn hart huilt voor het leed van de
burgerbevolking van Gaza, die zo veel te lijden heeft onder deze
walgelijke oorlog. Ik zou hopen dat hij die nuance in dit afschuwelijke
conflict ook wat meer opzoekt, maar mijn hoop is ijdel, als ik eerlijk
ben.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, ik had gezegd: afrondend op dit punt. Als u uw
laatste interruptie wilt besteden aan een nieuw punt, dan bent u van
harte welkom. Anders ga ik het woord geven aan uw collega, mevrouw
Teunissen. Mevrouw Teunissen, gaat uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Er vindt een genocide plaats in Gaza. Mensen worden bewust uitgehongerd
en verplaatst. Baby's worden gebombardeerd. Ik hoor in het verhaal van
de VVD weer: we moeten erop blijven wijzen dat Israƫl zich moet houden
aan het humanitair recht. Dat hoorde ik twee jaar geleden ook al. Meneer
Van Campen gaat dan weer beginnen over dat lijstje dat hij net opsomde.
Dat zijn allemaal dingen als pleiten voor het toelaten van humanitaire
hulp en het inzetten van drukmiddelen daarvoor, terwijl ik oprecht nog
geen enkel concreet, effectief middel heb gehoord van de VVD om de druk
op Israƫl mee op te voeren om de genocide te stoppen. Mijn vraag aan de
heer Van Campen is heel concreet: noem eens ƩƩn effectief middel dat de
VVD heeft genoemd om in te zetten richting Israƫl om de genocide te
stoppen?
De heer Van Campen (VVD):
Ik val in herhaling. De VVD heeft alle moties en alle voorstellen uit
deze Kamer gesteund die erop gericht zijn om hulpgoederen Gaza binnen te
laten. De VVD heeft alle moties en voorstellen gesteund die erop gericht
waren om tot een staakt-het-vuren te komen. De VVD heeft alle
voorstellen, ideeƫn en opdrachten van deze Kamer gesteund waarin de
veroordeling werd uitgesproken van illegale en gewelddadige settlers,
kolonisten. Daar vindt mevrouw Teunissen de VVD aan haar zijde. Wij
hebben het initiatief van de Nederlandse regering gesteund om onderzoek
te doen naar het naleven van artikel 2 van het associatieverdrag met
Israƫl. Dat zijn voorstellen waarvan we weten dat ook onze Israƫlische
bondgenoot er niet bepaald om staat te juichen.
Blijkbaar verkiest mevrouw Teunissen het pad van de stoere en stevige
taal waarmee zij als zij vanavond thuiskomt met een goed gemoed in haar
bed kan stappen, terwijl ik weet en zie dat de druk alleen via de
diplomatieke weg kan worden opgevoerd en dat je zo effect sorteert. De
regering heeft in de vandaag gestuurde brief het voorstel gedaan om te
kijken naar het initiatief van Zweden om mogelijk twee Israƫlische
ministers te sanctioneren na walgelijke uitspraken over het zuiveren en
van de kaart vegen van Gaza. Ik begrijp dat de regering die stap zet.
Wat mijn fractie betreft mag het zelfs een stapje verder; daar zal ik in
de tweede termijn een voorstel voor doen.
Tegelijkertijd vind ik dat we zorgvuldig moeten zijn met deze
maatregelen ā dat hebben we de minister van Buitenlandse Zaken vorige
week ook horen zeggen ā omdat we weten wat er in het geval van het
Verenigd Koninkrijk is gebeurd: toen het VK sancties oplegde aan deze
twee ministers, werden bankrelaties bevroren, waardoor ook financiƫle
humanitaire hulp niet meer richting Gaza kon gaan. De stoere woorden van
mevrouw Teunissen voelen misschien heel lekker als we hier in de
comfortabele plenaire zaal met airconditioning staan, maar de vraag is
altijd: waar help je mensen nou echt mee? Dat is waar de VVD het
antwoord op zal zoeken.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dit was een heel lang verhaal, maar het was geen antwoord op mijn vraag.
Ik vroeg de VVD om ƩƩn concrete maatregel die het heeft gesteund ā¦
De heer Van Campen (VVD):
U kreeg er drie, vier.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Mag ik mijn interruptie afmaken?
De voorzitter:
Pardon, meneer Van Campen. Mevrouw Teunissen heeft het woord.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
⦠om de genocide in Gaza te stoppen. Eén concrete maatregel. Wat we tot
nu toe hebben gezien, is kennelijk niet genoeg geweest, want het
Israƫlische leger dendert door met het plegen van genocide. Gisteren
zijn er nog 51 mensen ā nu loopt het aantal zelfs op ā door het
Israƫlische leger gedood met granaten en tanks, maar er is geen enkele
veroordeling vanuit het kabinet. De uithongering van mensen gaat gewoon
door. Nederland heeft volgens het Genocideverdrag de verplichting om
genocide te voorkomen. Dan kan de heer Van Campen hier toch niet staan
te beweren dat sancties tegen de twee ministers om geen bankzaken te
kunnen regelen ⦠Ja, het is een ministapje, maar het is toch totaal niet
voldoende om de genocide te stoppen en om die druk op te voeren? Dan
voldoen we toch niet aan het Genocideverdrag?
De heer Van Campen (VVD):
Ik zou dan willen weten waar mevrouw Teunissen zelf aan denkt. Ik heb
het overigens over moties die eenvoudig worden weggezet en waar haar
eigen naam onder staat. Ben dan ook consequent, zou ik zeggen, en kom
dan ook echt met alternatieven waarvan u denkt dat u deze vreselijke
oorlog daarmee stopt. Ik zou willen dat ik het antwoord op die vraag
had. Ik denk dat mevrouw Teunissen dat antwoord ook niet heeft. Ik vind
het te eenvoudig om elkaar hier de maat te nemen over wie zich het leed
het meest aantrekt. Ik ga dat spelletje niet meer meespelen; ik ben daar
een beetje klaar mee.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt, mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ja, afrondend. Ik merk dat de heer Van Campen het er een beetje moeilijk
mee heeft, want ik heb al tientallen moties ingediend met effectieve
maatregelen, die allemaal niet door de VVD zijn gesteund, zoals het
opschorten van het associatieakkoord met Israƫl en het stoppen van de
wapenhandel met Israƫl. Wij exporteren nog vrolijk wapenonderdelen door
waarmee onschuldige Palestijnse burgers worden aangevallen. Daar heb ik
allemaal moties over ingediend die supereffectief zijn, ook over
economische sancties. Dat de heer Van Campen ze niet eens heeft gezien,
zegt voor mij alles.
De heer Van Campen (VVD):
Mevrouw Teunissen luistert dan ook niet naar de interrupties. Dat is
toch een beetje zonde. Blijkbaar luistert ze liever naar haar eigen
verhaal dan naar het antwoord als zij een interruptie pleegt. Ik weet ā
en het is waar ā dat de diplomatieke weg uiteindelijk het meeste effect
sorteert, maar blijkbaar vindt zij het belangrijk om met haar stoere
woorden, haar grote taal, haar grootspraak en haar voorstellen vanavond
veilig thuis te komen en met een goed gemoed het huis in te stappen in
plaats van dat ze echt effecten sorteert voor mensen die dit leed
ondergaan. We weten dat de diplomatieke weg altijd beter werkt om daar
resultaat te boeken dan de deur dichtslaan.
Mevrouw Dobbe (SP):
Maar dan breekt toch wel mijn klomp, want de voorstellen die mevrouw
Teunissen hier noemt, zijn toch allemaal diplomatiek, maar de VVD heeft
die niet gesteund. Ik heb het lijstje met al die moties dat de heer Van
Campen net opnoemde en dat hij netjes heeft uitgeprint, heel goed
gehoord. Het is heel goed dat de VVD die moties heeft gesteund, maar het
gaat natuurlijk om de moties die niet zijn gesteund en die niet zijn
ingediend door de VVD, zoals over het wapenembargo, zoals sancties en
zoals het nu opschorten van het EU-associatieakkoord, want dat zet wel
druk. Het is dus te makkelijk om te zeggen "we hebben wel een aantal
dingen gesteund en de diplomatieke weg is de weg". Dit is niet het
eerste debat dat we hierover voeren. Dit debat hebben we hier al twintig
keer gehad. We zien dat we hier al anderhalf jaar hetzelfde debat voeren
met hetzelfde resultaat. De diplomatieke inspanningen van dit kabinet
leiden dus effectief tot genocide in Gaza en er is geen enkele rem op
het breken van het internationaal recht door Israƫl.
De voorzitter:
En wat is uw vraag?
Mevrouw Dobbe (SP):
Daar gaat de VVD nu aan voorbij. Ik wilde dit punt even maken, omdat het
echt onterecht is om mensen weg te zetten alsof ze hier politieke
spelletjes aan het spelen zijn, terwijl ze een heel terecht punt
hebben.
De heer Van Campen (VVD):
Maar dat doet u; dat doet mevrouw Dobbe. Het probleem met
radicaal-linkse partijen in deze discussie, en daar schaar ik DENK ook
onder ā¦
Mevrouw Dobbe (SP):
Ja!
De heer Van Campen (VVD):
Jaja. Gun mij ook mijn antwoord in dit parlement. Het probleem is dat
mevrouw Dobbe, mevrouw Teunissen en de heer Van Baarle eraan voorbijgaan
dat Israƫl een strijd voert, moet voeren en zal moeten blijven voeren
voor zijn bestaansrecht, omdat het land niet meer zal bestaan als het
ook maar ƩƩn keer achteroverleunt. Die dimensie nemen de partijen die ik
zojuist noemde nooit, nooit mee. Dat mag, maar dat is een eenzijdig
beeld van hoe een oorlog helaas gaat. Langs de diplomatieke weg sorteer
je het meeste effect. Israƫl is een land dat al sinds zijn stichting
moet vechten voor zijn bestaansrecht. Het is zo onzijdig en zo
inconsequent dat die kant van de medaille nooit wordt besproken in dit
parlement.
Mevrouw Dobbe (SP):
Tja. Ik vind het jammer dat er nu op deze manier wordt gereageerd door
de VVD, want we hebben hier vaker debatten over gehad met de VVD. Als
het gaat over politieke spelletjes, vind ik dat oprecht jammer. Wij gaan
dit debat hier niet nog een keer doen. Ik wil de heer Van Campen het
volgende vragen. Er waren een tijdje geleden experts in de Tweede Kamer.
Dat waren juristen en advocaten, dus echt de experts die veel weten van
het internationaal recht. Zij hebben ons verteld hoe het Genocideverdrag
in elkaar zit. Zij hebben ons verteld dat er voor ons, voor Nederland,
als lid van het Genocideverdrag een verplichting is om in te grijpen en
om alles te doen wat redelijkerwijs kan om genocide te voorkomen. Ze
hebben ons ook verteld dat Nederland onvoldoende doet. Als de VVD mij
vandaag niet wil geloven als blijkbaar radicaal-linkse partij, hoe kijkt
de VVD dan aan tegen de mening van die experts?
De heer Van Campen (VVD):
Wij maken daar een andere taxatie van dan mevrouw Dobbe.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt, mevrouw Dobbe.
Mevrouw Dobbe (SP):
Wat een zwak antwoord. Ik vroeg niet naar de taxatie van mevrouw Dobbe,
maar ik vroeg naar de taxatie van de experts die hier zaten.
De heer Van Campen (VVD):
Wij maken een andere taxatie dan mevrouw Dobbe, die de uitlatingen van
die experts voor waar aanneemt. Ik zal daar persoonlijk niks aan afdoen,
alleen is het aan mijzelf om hier de weging te maken hoe wij met die
adviezen en die oordelen omgaan. Dat doen we niet op dezelfde wijze als
de Socialistische Partij.
De voorzitter:
Meneer Van Campen, ik had het sterke vermoeden dat mevrouw Dobbe nog
niet klaar was met haar vraag, dus ik laat haar de vraag afmaken. Die
telt dan zeker niet als een extra interruptie. Gaat uw gang.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vind het heel kwalijk dat de heer Van Campen het internationaal recht
hier nu afdoet als "ook maar een mening" die we hier in de Tweede Kamer
verkondigen. Als het internationaal recht wordt overtreden, wat Israƫl
nu doet, en er zijn geen realistische twijfels over, zullen we in de
toekomst misschien wel te maken krijgen met aansprakelijkheid als het
gaat over nalatigheid of medeplichtigheid in het oog van genocide waar
we niet hebben opgetreden vanuit het Genocideverdrag. Maar als de VVD nu
een lachertje maakt van het internationaal recht, alsof dat ook maar een
mening is, is dat echt heel kwalijk. Dat heb ik in al die debatten van
de afgelopen anderhalf jaar met de VVD nog niet gehoord, dus dit is echt
een achteruitgang in de woordvoering van de VVD.
De heer Van Campen (VVD):
Dan heeft mevrouw Dobbe niet geluisterd naar mijn betoog. Daarin heb ik
gezegd dat er een scheiding moet kunnen zijn tussen de beoordeling van
regimes, namelijk Hamas en de regering-Netanyahu, en de erkenning van
het leed van bevolkingen, namelijk de gijzelaars, 53 mensen die nog
wachten om thuis te komen, als ze überhaupt nog in leven zijn, en de
Palestijnse Gazaanse bevolking die op dit moment zucht onder
onophoudelijke aanvallen en humanitair leed. De regering heeft de plicht
om de bondgenoot Israƫl daarop aan te spreken. Maar je kunt het nooit
los zien ā je kunt het nooit los zien! ā van het feit dat IsraĆ«l ook een
strijd vecht tegen een agressor in de regio, Iran, die het bestaansrecht
van Israƫl bedreigt.
Naar aanleiding van de rondetafel met deskundigen waar mevrouw Dobbe
over spreekt, maak ik een andere taxatie in de richting van het kabinet
dan mevrouw Dobbe maakt. Maar ik vind het vervelend dat zij mij in de
mond legt dat ik daarmee een lachertje maak van het internationaal
recht. Dat is namelijk wel een heel vrije interpretatie van dit
interruptiedebat. Ik neem haar dat bijzonder kwalijk.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik moet eerlijk zeggen dat ik het de heer Van Campen misschien wel een
beetje kwalijk neem dat hij mevrouw Dobbe en haar partij hier wegzet als
radicaal. In alle eerlijkheid: dat gaat wat mij betreft eigenlijk ook
over iedere schreef. Dus om nu hoog van de toren te blazen omdat mevrouw
Dobbe te ver gaat ⦠Ik zou zeggen: lees nog eens goed het verslag terug,
en misschien zou het u sieren om straks tegen mevrouw Dobbe te zeggen
dat u dat niet zo meende.
De heer Van Campen zei zojuist dat de VVD de afgelopen jaren alle moties
over humanitaire hulp heeft gesteund. Ik zie hem nu ook knikken. Maar
dat is niet helemaal waar. Op 13 mei is er in dit huis een motie
ingediend door collega Piri en collega Boswijk waar de VVD tegen heeft
gestemd. In die motie stond dat de levering van humanitaire hulp
onmiddellijk zou moeten worden hervat, desnoods zonder de expliciete
toestemming van Israƫl. Gaat u na uw gloedvolle betoog nu wƩl voor deze
motie stemmen?
De heer Van Campen (VVD):
In alle eerlijkheid weet ik niet waarom we op dat moment tegen die motie
hebben gestemd. Als de heer Klaver het dictum zo opleest, klinkt het me
niet vreemd in de oren en wil ik horen hoe de regering die motie
apprecieert. Wellicht heeft de heer Klaver ook al klaar wat die
appreciatie destijds was.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Waarom ik dit zeg, is als volgt. Ik ben het ermee eens dat we geen
wedstrijd moeten maken van wie het leed van de Palestijnen het
allerergst vindt. Maar met gratis medeleven ben ik ook wel een klein
beetje klaar. Iedereen vindt het erg wat daar gebeurt; de vraag is wat
er in ons vermogen hier ligt om aan actie te ondernemen. Dan denk ik dat
deze regering, de Tweede Kamer en de VVD-fractie meer stappen zouden
kunnen zetten. Er lag een motie van het CDA ⦠Of vindt u die partij
inmiddels ook radicaal? Ik weet hoe snel het gaat bij de VVD.
De heer Van Campen (VVD):
De heer Boswijk wel!
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
⦠en van mijn fractie, waarin we zeggen: zorg er nou voor dat die hulp
er komt, want die wordt tegengehouden door de Israƫlische regering; je
moet nu doorzetten, ook als ze dat tegenhouden. Ik krijg de indruk dat
de fractie van de VVD dit niet steunt omdat ze de regering van Israƫl
niet tegen het hoofd wil stoten en dat ze dit op geen enkele wijze wil
doorzetten. Daarom ben ik blij met de opening die de heer Van Campen
biedt, namelijk dat de VVD-fractie de volgende keer dat we zo'n motie
indienen wel degelijk zal zeggen: wij gaan dit steunen.
De voorzitter:
Uw vraag?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Klopt dat?
De heer Van Campen (VVD):
Die opening is er bij mij. Die is er altijd. Ik zal luisteren naar wat
de minister-president zal zeggen over de motie. Maar ik vind dat
goederen bij mensen moeten komen die daar op dit moment het meest
behoefte aan hebben.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Afrondend. Het is een kleine stap, maar ik bemerk hierin ruimte. Ik hoop
dat we deze kleine stap kunnen zetten om de Israƫlische regering nog
meer onder druk te zetten om te zorgen dat die hulp daar ook echt komt,
of ze nou meewerken of niet.
De heer Van Campen (VVD):
Ik zeg in alle eerlijkheid: het is een zoektocht naar balans. Dat is de
reden waarom ⦠Misschien had ik mevrouw Dobbe en de collega's niet
"radicaal" moeten noemen. Er zijn volgens mij socialisten die daar trots
op zouden zijn, maar als zij daar aanstoot aan heeft genomen, dan was
dat niet mijn bedoeling. Maar het raakt een gevoelige kwestie. Mijn
partij is hierbij op zoek naar de juiste balans. Niet voor niets heb ik
in een eerder interruptiedebat ook al aangegeven dat wij openstaan voor
de suggestie van de Nederlandse regering om ook sancties op te leggen
aan functionarissen die onaanvaardbare uitspraken doen in de richting
van Gaza en dat mijn partij kritisch is ā mijn partijleider heeft dat
afgelopen zaterdag op ons congres ook onomwonden gezegd ā op de
regering-Netanyahu. Maar wij zien ook dat de diepe verbondenheid van ons
land en onze inwoners met Israƫl en het bestaansrecht van het land, dit
een hele gevoelige kwestie maakt. Het is steeds weer zoeken naar de
goede balans om de goede dingen te doen.
De voorzitter:
Dit is dan uw laatste interruptie, meneer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat is goed. Daarvoor is het belangrijk genoeg. De balans is zoek. Dat
is het hele punt. De balans is zoek. 150.000 mensen stonden op het
Malieveld. Dat is een dwarsdoorsnede van de samenleving. De mening van
de Nederlandse samenleving op dit onderwerp is, om in uw woorden te
spreken, radicaal veranderd, omdat mensen zien dat de balans weg is. Er
is geen sprake van balans. Als er 50.000 mensen om het leven zijn
gekomen in Gaza en de Israƫlische regering geen enkele aanstalten maakt
om te stoppen met de oorlogsmisdaden die ze daar plegen, dan is er geen
balans. Het is vreemd om dan in het parlement te horen dat we moeten
zoeken naar balans. Ik had daar echt begrip voor, net na wat er op 7
oktober gebeurde. Ik snap dat het toen zoek was. Er is geen balans. Na
50.000 doden is die balans weg. Dat vraagt, voor zover we dat kunnen,
een steviger optreden van ons, vanuit Nederland en al die andere landen.
Maar we moeten alles, alles in het werk zetten om de druk op Israƫl te
vergroten. In alle eerlijkheid: als wij aan het einde van deze avond
naar huis fietsen of rijden met de trein of met de auto, dan kunnen we
niet zeggen: we hebben alles gedaan om Israƫl onder druk te zetten om
hier een einde aan te maken. Daar zoek ik naar in dit debat wanneer u
het heeft over een nieuwe balans. Dat zou het moeten zijn: hebben we
alles gedaan wat in onze macht ligt om die regering zo onder druk te
zetten dat ze stoppen met de oorlogsmisdaden? 50.000 doden! Het moet
stoppen.
De voorzitter:
Uw vraag, meneer Klaver?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik had geen vraag. Dit was mijn bijdrage.
De heer Dassen (Volt):
Ik wil de heer Van Campen een heel eenvoudig te beantwoorden vraag
stellen die ik ook aan de minister-president heb gesteld, namelijk:
erkent de VVD ten minste dat er een reƫle dreiging is van genocide in
Gaza?
De heer Van Campen (VVD):
Ik ga daar geen positie op innemen, omdat ik dat niet kan
beoordelen.
De heer Dassen (Volt):
Dit vind ik dus heel ingewikkeld. Op 26 januari 2024 heeft het
Internationaal Gerechtshof namelijk gezegd dat het plausibel is dat er
een genocide plaatsvindt. Dat was anderhalf jaar geleden. Hoe kan het
dan zijn dat de VVD daar nog geen positie over heeft ingenomen, terwijl
we ons toch aan het internationaal recht moeten houden, terwijl we toch
de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof moeten naleven? Hoe kan
het dan zijn dat anderhalf jaar verder, na alles wat er daarna is
gebeurd, de VVD nog steeds zegt daar geen positie over te hebben
ingenomen?
De heer Van Campen (VVD):
Omdat ik het zelf complex vind om te beoordelen. "Genocide" is een groot
woord. Het wordt hier eenvoudig in de mond genomen. Ik ben daar
voorzichtig mee en terughoudend in. Ik vind het belangrijker dat we de
juiste dingen doen om druk op de Israƫlische regering te zetten om het
lijden te stoppen, om een staakt-het-vuren te bewerkstelligen, om
hulpgoederen Gaza binnen te krijgen. De heer Dassen mag iedere keer het
debat voeren over hoe we het moeten noemen, dat is zijn goed recht, maar
ik wil van deze regering liever daden zien waar mensen in Gaza echt mee
geholpen zijn.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt, de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
De heer Van Campen verdraait het verhaal nu een beetje, want het gaat
mij er helemaal niet om hoe je het noemt. Ik noem het "genocide". Dat
hoeft de heer Van Campen niet te doen. Dat is zijn eigen afweging. Het
Internationaal Gerechtshof zegt dat er een reƫle kans is op genocide.
Dat geeft ons de verplichting om in te grijpen. Het Internationaal
Gerechtshof heeft ook verschillende maatregelen aan Israƫl opgelegd. Het
moet namelijk voorkomen dat er handelingen plaatsvinden die mogelijk
genocidaal zijn. We zien nu dat honger ingezet wordt als wapen.
Opruiende uitspraken moeten worden tegengegaan en vervolgd. De heer Van
Campen had het net over de walgelijke uitspraak van Smotrich, namelijk
dat Gaza vernietigd moet worden. Dat is allemaal daarna gebeurd. We
moeten ervoor zorgen dat er zo snel mogelijk humanitaire hulp Gaza
binnenkomt. Dit was anderhalf jaar geleden, meneer Van Campen. U moet
het niet verdraaien tot een spelletje "hoe noemen we dit?". Het
Internationaal Gerechtshof, waar wij ook aan gehouden zijn, heeft gezegd
dat er een mogelijk risico is op genocide. Onder het Genocideverdrag zou
Nederland alles op alles moeten zetten om dat te voorkomen. Een
wapenembargo zou dat mogelijk helpen voorkomen. Aansluiten bij de zaak
van Zuid-Afrika tegen Israƫl zou dat mogelijk helpen voorkomen. Sancties
tegen de Israƫlische regering zouden dat mogelijk helpen voorkomen.
Economische sancties zouden dat mogelijk helpen voorkomen.
De voorzitter:
Wilt u tot een vraag komen, meneer Dassen?
De heer Dassen (Volt):
Afrondend, voorzitter. Mijn vraag is: hoe kan het zijn dat de heer Van
Campen niet verder komt dan "ik heb hier nog geen positie over
ingenomen", terwijl het Internationaal Gerechtshof anderhalf jaar
geleden al heeft gezegd dat Nederland vanaf toen alles op alles had
moeten zetten om dit te voorkomen? De heer Van Campen heeft geen enkele
motie gesteund om dat waar te maken.
De heer Van Campen (VVD):
Dat was een hele lange aanloop om concreet te worden, een hele lange
aanloop. De heer Dassen heeft het gehad over ervoor zorgen dat
hulpgoederen Gaza binnenkomen. We hebben voorstellen gesteund die de
regering daartoe opriepen. De heer Dassen heeft het over de veroordeling
van uitspraken van twee Israƫlische ministers. Ik heb in het debat
aangegeven dat ik zelf met een voorstel zal komen waarin het kabinet het
mandaat zal krijgen om daar stappen op te zetten. De heer Dassen noemde
als oplossing het opvoeren van de druk op om een staakt-het-vuren te
bewerkstelligen. Ik heb moties opgesomd en opgelezen die wij hebben
gesteund. Nogmaals, laten we elkaar hier niet de maat nemen. Wij hebben
die voorstellen gedaan, omdat ook wij vinden dat Israƫl zou moeten
worden gewezen op de schending van het internationaal recht en dat daar
acties bij horen. De heer Dassen heeft mij heel kritisch horen spreken
over het optreden en het acteren van de regering-Netanyahu, omdat ook
wij zien dat het internationaal humanitair recht wordt geschonden in
Gaza. Dat moet stoppen.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, mevrouw Dobbe.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vond dat de heer Dassen een goed punt had. In februari vorig jaar
heeft het Internationaal Gerechtshof een rapport afgeleverd met daarin
ook aanwijzingen voor Nederland. Die heeft Nederland niet opgevolgd. Wat
vindt de VVD daar dan van? Ik heb een minder lange aanloop nodig. Vindt
de VVD dat wij, wanneer het Internationaal Gerechtshof een voorlopige
uitspraak doet, ons daar aan moeten houden, of is dat maar een
mening?
De heer Van Campen (VVD):
Nee, ik vind dat als het bindende uitspraken zijn, je van hele goede
huize moet komen om die naast je neer te leggen.
De heer Paternotte (D66):
Ik heb in verschillende commissies debatten met de heer Van Campen mogen
doen. Ik vind het altijd fijn dat hij iemand is die met humor en scherp
op de inhoud debatteert en die zich zelden bedient van persoonlijke
aanvallen. Ik herken hem niet zo in dit debat. Mevrouw Teunissen kwam
met concrete voorstellen die ze graag door de VVD gesteund zou zien. Ik
heb hem net tegen haar horen zeggen dat het stoere en stevige taal is
die vooral is bedoeld om met een "goed gemoed het bed in te stappen".
Hij beschuldigde haar van spelletjes. Hij beschuldigde mevrouw Dobbe ook
van spelletjes toen ze hem om concrete steun vroeg. Ik snap het niet
helemaal. Als je ziet wat daar in Gaza gebeurt, is het logisch dat
mensen hier met concrete voorstellen komen. Het helpt niet om dan te
reageren met "het zijn allemaal spelletjes". Dat soort persoonlijke
aanvallen passen de heer Van Campen echt niet. Ik zag dat de heer
Dijkhoff gisteren een denktank heeft opgericht voor de milde meerderheid
in Nederland. Rekent de heer Van Campen zichzelf tot die milde
meerderheid?
De heer Van Campen (VVD):
Een volmondig ja. Ik heb zo op de geachte collega's gereageerd omdat mij
het verwijt werd maakt dat we niks doen, wegkijken en voor de bühne met
moties onze ziel zouden vrijpleiten, in andere woorden. Dat zijn
uitspraken die mij raken. Dat zijn ook uitspraken die op een reactie
kunnen rekenen die net zo stevig is als hoe ik de uitspraken van deze
collega's interpreteer. Ik hoef ook niet alles te accepteren en te
tolereren wat mij vanaf de interruptiemicrofoon naar het hoofd wordt
geslingerd.
De heer Paternotte (D66):
Ik vind het jammer. Ik kreeg net ook meerdere appjes met teksten als:
het kan echt niet zoals hij tegen mevrouw Teunissen spreekt. Mevrouw
Teunissen vraagt hem heel netjes op de inhoud om een mening over
maatregelen. Ik vind het jammer dat hij zegt bij die milde meerderheid
te horen, maar het prima te vinden om hier zo te staan meppen en ruzie
te maken. Ik vind dat echt teleurstellend. De heer Van Campen verweet
interrumpanten dat wat zij deden schreeuwen voor de bühne was. Laat ik
het hem dan het volgende vragen. Als hij kijkt naar de hongersnood die
er nog steeds is, de hulppunten waar mensen met 59 tegelijk door een
tank worden doodgeschoten en de moties die de VVD heeft gesteund, wat is
dan volgens hem het effect geweest van de maatregelen die de VVD heeft
bepleit en die hier een meerderheid hebben gehaald?
De heer Van Campen (VVD):
Dat we nog altijd in gesprek zijn en de druk kunnen opvoeren om onze
bondgenoot te wijzen op zijn verantwoordelijkheden. Ik zal ook eerlijk
zijn: het idee en de illusie dat onze aangenomen Kamermotie het einde
van dit afschuwelijke conflict dichterbij gaat brengen, moeten we ook
uit de wereld helpen. Zo werkt het nou eenmaal niet. Ik geloof dat bij
de belangrijke bondgenoot die Israƫl van Nederland is, in de traditie
die we hebben van bondgenootschap, het niet anders kan zijn dan dat je
het meeste effect sorteert op het moment dat je een bondgenoot
aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid. Dat mag ook stevig. De heer
Paternotte heeft mij kritisch horen zijn over de regering-Netanyahu. Dat
zal ik zijn, dat zal ik blijven en daar zal ik de regering toe
volgen.
De stappen die worden aangekondigd en gezet op het gebied van het
onderzoek naar artikel 2 van het associatieverdrag en de stappen die
worden gezet als het gaat om het sanctioneren van deze twee betreffende
ministers, vind ik goede stappen omdat ik weet dat ze impact hebben. Dat
wordt gebagatelliseerd door enkele collega's, maar ze hebben impact. Dat
is de weg van de diplomatie. Ik hoop en bid dat we daarmee het leed van
de Gazaanse bevolking kunnen ledigen en tegelijkertijd de oplossing
dichterbij kunnen brengen, zodat de gijzelaars kunnen terugkeren. Ik
noem het toch nog maar eens, want dat resoneert niet in de
interruptiedebatten die zojuist hebben plaatsgevonden. 53 mensen wachten
nog steeds op thuiskomst in een land dat sinds zijn bestaansrecht iedere
dag moet vechten voor zijn bestaansrecht. Die samenhang benoem ik en die
zal ik blijven benoemen.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt.
De heer Paternotte (D66):
Dit klinkt als iets wat in cirkeltjes gaat. Ik vraag wat nou het effect
en de impact is geweest. De heer Van Campen zegt dan dat de impact is
dat we hen nog steeds blijven aanspreken. Daarna zegt hij: ik steun
vooral dingen van het kabinet die impact hebben. De conclusie die we met
elkaar trekken, is dat de situatie alleen maar veel erger is geworden.
Nog ƩƩn andere insteek. Hij zegt "je moet altijd die strijd tegen Hamas
in het achterhoofd houden" en wijst op de gijzelaars die vrij moeten
komen. Natuurlijk, dat is terecht. Hamas is een terreurorganisatie. De
VN-commissie heeft onlangs vastgesteld dat Israƫl een systematische
campagne heeft om kraamafdelingen in Gaza te vernietigen. Dat is gelukt:
ze zijn allemaal vernietigd. De enige IVF-kliniek in Gaza, met 4.000
embryo's, is volledig vernietigd. Dat had niets met Hamas te maken. Er
waren daar geen Hamas-locaties. Wat heeft het onmogelijk maken om een
kind op de wereld te zetten en het veilig geboren te laten worden, te
maken met de strijd tegen Hamas?
De heer Van Campen (VVD):
Helemaal niets. Dat is een flagrante schending van het internationaal
recht. Dat behoeft verder geen enkele nuancering.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Dassen. Of wil meneer Paternotte nog een
ander punt inbrengen en ook zijn laatste interruptie hieraan
besteden?
De heer Paternotte (D66):
Ik probeerde het met een andere insteek dan sommige andere mensen. Fijn
dat de heer Van Campen dan eerlijk zegt dat dat een flagrante schending
van het internationaal recht is. Er zijn talloze rapporten die
verschillende van dit soort dingen aantonen.
De heer Van Campen (VVD):
Precies.
De heer Paternotte (D66):
Ik denk dat de reden waarom 80% van Nederland zegt veel meer druk vanuit
dit kabinet te willen, waarom al die mensen op de been zijn ⦠Mensen
zien natuurlijk dat Israƫl aan alle kanten bedreigd wordt door
terreurorganisaties, dat het heel logisch is dat Israƫliƫrs zich
onveilig voelen, maar dat heeft echt helemaal niks te maken met de
moordpartij die nu gaande is. Eergisteren zijn 59 mensen die in de rij
stonden voor voedsel, door een tank doodgeschoten. Dominique de
Villepin, de Franse oud-premier, en ook de experts hier laatst, zeggen:
het is eigenlijk best simpel wat Europa kan doen om druk te zetten. Er
zijn eigenlijk maar twee dingen die echt effect kunnen hebben. Een: het
opschorten van de handelsvoordelen voor Israƫl. Twee: een wapenembargo.
Dat zijn twee dingen die effect zouden kunnen hebben volgens al die
deskundigen. Dat zijn ook de twee dingen waar de VVD altijd tegen heeft
gestemd. Als u nou een van de twee kunt noemen waarover de VVD bereid is
om na te denken als het gaat om het stoppen van deze enorme
mensenrechtenschendingen en van de etnische zuivering, welke van de twee
zou dat dan zijn?
De heer Van Campen (VVD):
Het initiatief van het kabinet ā alles in de juiste volgorde, zou ik
zeggen ā om het associatieverdrag en de naleving daarvan, artikel 2, te
onderzoeken, steunen wij volmondig, omdat wij net als de heer Paternotte
vinden dat de druk moet worden opgevoerd, zodat dit vreselijke leed
eindelijk wordt beƫindigd.
De heer Dassen (Volt):
De heer Van Campen gaf net aan dat we van hele goeden huize moeten komen
om ons niet te hoeven houden aan een bindende uitspraak. Volgens artikel
1 van het Genocideverdrag is Nederland verplicht om bij een dreigende
genocide of een mogelijk risico op genocide alles op alles te zetten om
dat te voorkomen. Er ligt dus een internationale gerechtelijke uitspraak
van het Internationaal Gerechtshof van anderhalf jaar geleden daarover;
dat was dus nog voor de verschrikkingen van de afgelopen maanden. Dan
moet de heer Van Campen het toch met mij eens zijn dat wij op dit moment
niet alles op alles zetten om een mogelijke genocide te voorkomen en dat
Nederland die internationale uitspraak van het Gerechtshof niet naleeft,
net als de verplichting vanuit het Genocideverdrag?
De heer Van Campen (VVD):
Het staat in schril contrast met het leed dat plaatsvindt in het
Midden-Oosten, de gijzelaars, de bevolking in Gaza, maar het ontbieden
van de Israƫlische ambassadeur en het voortdurend, keer op keer,
aanspreken van onze bondgenoot, het wijzen op de noodzaak om ervoor te
zorgen dat hulpgoederen Gaza binnenkomen ⦠We blijven pleiten voor een
staakt-het-vuren richting Israƫl. Ik vind dat hele wezenlijke,
belangrijke stappen, die hopelijk ā dat hoop ik met de heer Dassen ā de
impact maken die nodig is, namelijk dat het geweld gaat liggen, dat
agressor Iran, dat op dit moment raketten blijft afvuren op Israƫlische
steden, zich eindelijk terugtrekt, en dat de druk wordt weggenomen van
Hamas, dat nog steeds 53 gijzelaars gevangenhoudt. Ik hoop dat
Nederland, met de maatregelen en met de druk die het opvoert richting
belangrijke bondgenoten, een kleine bijdrage kan leveren aan de
oplossing voor dit vreselijke leed, dat we allemaal al veel te lang
zien.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik hoop toch dat de uitkomst van dit debat is dat we de druk op Israƫl
verder opvoeren om de genocide te stoppen, zoals die 150.000 mensen die
zondag de straat op gingen dat zo graag zouden willen zien. Net als de
Partij voor de Dieren en vele andere partijen hier dat willen zien. Het
zijn gewone mensen. Dat zijn geen radicale mensen, zoals de heer Van
Campen net zei. Het is een gewone dwarsdoorsnede van de samenleving.
Daarom vind ik het heel teleurstellend dat ik tot nu toe nog geen enkele
concrete extra maatregel van de VVD heb gehoord. Een van de dingen die
de VVD wel steunt, zijn sancties richting Rusland. Dat was meteen vanaf
dag één van de invasie in Oekraïne het geval. Ik heb de heer Van Campen
in een vorig debat horen zeggen dat het verschil is dat Israƫl onze
bondgenoot is. Maar juist als bondgenoot hebben wij de extra
verplichting om te voorkomen dat die bondgenoot genocide gaat plegen.
Zou de VVD dan in ieder geval sancties, zoals we die ook opleggen aan
Rusland, richting Netanyahu willen steunen?
De heer Van Campen (VVD):
Het gaat mij net wat te snel om nu op de laatste vraag bevestigend te
antwoorden. Laat ik in eerste instantie zeggen dat het een antwoord was
op een interruptie van een van de collega's, die mij vroeg: wat is nu
het verschil tussen Rusland en Israƫl? Ik zei daarop: Rusland is een
vijand, een agressor, die op het Europees continent onze eigen
veiligheid bedreigt, die het land OekraĆÆne ā een land dat vecht voor
haar soevereiniteit ā is binnengevallen en nog altijd bezet. Rusland zet
landen aan de oostflank van Europa onder druk en voert een strijd tegen
onze manier van leven en tegen onze liberale democratie. Daar is dus een
verschil met Israƫl: dat is een belangrijke historische bondgenoot van
Nederland, terwijl Rusland op dit moment onze veiligheid en onze waarden
bedreigt. Ik wilde graag wat context geven bij het gevoerde debat en
waar deze opmerking vandaan kwam. Mevrouw Teunissen kan mij vinden in
het standpunt dat de uitspraken die zijn gedaan door de twee betreffende
Israƫlische ministers op elke vorm van afkeuring moeten rekenen. Mijn
fractie steunt dat er internationale sancties tegen deze twee ministers
worden ingesteld. Ik zeg er wel bij dat we ook zorgvuldig moeten
luisteren naar wat de potentiƫle effecten van zulke stoere maatregelen
kunnen zijn.
Mevrouw Teunissen weet hoe ze moet debatteren. Dat gebeurt met
stevigheid. Blijkbaar nam de heer Paternotte daar wat aanstoot aan, maar
zij krijgt een stevig antwoord terug. Stoere moties kunnen goed voelen
als je thuiskomt ā dan heb je je klus geklaard ā maar de vraag is of je
het beoogde effect dichterbij hebt gebracht. Mijn fractie steunt
sancties tegen deze twee Israƫlische ministers. Maar ik wil wel
voorkomen dat we onszelf en de Gazaanse bevolking ermee in de voet
schieten. Mevrouw Teunissen kan in tweede termijn een voorstel van mij
verwachten.
De voorzitter:
Ik ga u allen voorstellen om de interrupties kort en bondig te houden,
net als de antwoorden. Ik wil u ook vragen het niet persoonlijk te
maken. Ik denk dat er veel te bespreken is op de inhoud. Ik heb het een
keer laten gaan ā daar zijn ook reacties op gekomen van alle kanten ā
maar volgens mij voeren we dit debat op de inhoud, niet op de persoon.
Ik doe dan ook een dringend verzoek aan alle leden om zich daaraan te
houden.
Meneer Van Baarle heeft een interruptie.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik wilde mevrouw Teunissen verdedigen, maar u doet een oproep, dus ik ga
een vraag aan de heer Van Campen stellen. De heer Van Campen gaf net in
een reactie op de heer Paternotte aan dat het bombarderen van die
kliniek door Israƫl een flagrante schending is van het internationaal
recht. Ik hoop dat de heer Van Campen ook vindt dat de humanitaire
blokkade die Israƫl doorvoert op Gaza een schending is van het
internationaal recht. Ik hoop dat hij vindt dat de illegale
nederzettingen en het illegaal annexeren van Palestijns land ook een
schending zijn van het internationaal recht. Het is schending op
schending op schending op schending.
De heer Van Campen (VVD):
Ja.
De heer Van Baarle (DENK):
Als Israƫl schending op schending op schending op schending pleegt, dan
kan de VVD toch niet volhouden dat het niet duidelijk is dat Israƫl
artikel 2 van het associatieakkoord met de Europese Unie schendt? De VVD
moet toch gewoon helder aangeven dat dat artikel geschonden wordt en dat
er daarom reden is om de voordelen die daaruit voortkomen, op te
schorten? In de bepaling staat immers ook dat die ons allen bindt.
De heer Van Campen (VVD):
Als ik daar op een achternamiddag op een terras met de heer Van Baarle
een oordeel over zou moeten vormen, dan kan ik me voorstellen dat ik het
met hem eens ben. Als we hier in het parlement staan, vind ik echter dat
we ons ook bewust moeten zijn van onze rol en van wat onze
verantwoordelijkheid is. Dan vind ik in eerste instantie dat er
onderzoek gedaan moet worden naar de vraag of er sprake is van een
schending van artikel 2 van het associatieverdrag. Alles op zijn tijd.
Ik zeg daar dus bij dat ik mij heel goed kan voorstellen wat de uitkomst
daarvan zou kunnen zijn. Die zou dichter in de buurt van de woorden van
de heer Van Baarle kunnen liggen dan hij misschien kan bevroeden. Maar:
ieder met de juiste verantwoordelijkheid, op het juiste moment en met
zijn eigen rol. Anders gaan dingen te snel door elkaar lopen. We hebben
het over iets heel kwetsbaars, over het oordelen over menselijk leed
binnen de internationale rechtsorde. Dat moeten we koesteren en dat
moeten we zorgvuldig doen.
De voorzitter:
Dan dank ik u voor uw bijdrage, meneer Van Campen. Ik zie dat de heer
Boswijk van de fractie van het CDA al is gaan staan en gaan lopen. Dat
waardeert de voorzitter zeer.
De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Jacques Delors vergeleek de Europese integratie ooit
treffend met het bouwen van een kathedraal. Je begint met het fundament
en stapje na stapje begin je te bouwen, generatie na generatie. Die
metafoor past eigenlijk precies bij de huidige tijd, in Europa en in
Nederland. Terwijl de noodzaak om Europa op te bouwen groter is dan
ooit, zagen we helaas het afgelopen jaar een coalitie die vooral bezig
was met het afbreken. Het CDA kiest een duidelijke positie. Wij staan
aan de kant van de partijen die willen bouwen aan de Europese Unie. Stap
voor stap. We beseffen dat het werk nooit af is.
Nu de regering demissionair is en bevrijd is van de gijzeling van de PVV
ā die is er overigens niet, zie ik nu ā en nu het hoofdlijnenakkoord en
het regeerprogramma niet langer leidend zijn, is het tijd voor een
nieuwe houding van Nederland in de Europese Unie. Die houding is
positief, constructief, zonder opt-outs maar met samenwerking en
solidariteit. Dat begint bij het versterken van onze defensie en
veiligheid. De Europese Raad komt bijeen op de dag na de NAVO-top en zal
dus ook grotendeels in het teken staan van die NAVO-top. Het kabinet
heeft recent ingestemd met het SAFE-voorstel van 150 miljard aan
gezamenlijke leningen voor defensie. Dat is goed, wat het CDA betreft.
Maar wat ons verbaast, is dat het kabinet vervolgens een positief
oordeel geeft over een motie van collega Eerdmans, die vraagt om een
gemeenschappelijke schulduitgifte nadrukkelijk uit te sluiten. Waarom
eerst instemmen en vervolgens opnieuw de deur dichtgooien? Wat is nu het
standpunt van het kabinet? Isoleren we Nederland hiermee niet nog
verder? Graag een reactie van de minister-president.
Voorzitter. Collega Dobbe begon ook al over de bevroren Russische
tegoeden. Er liggen al stapels moties die de regering oproepen om die
bevroren Russische tegoeden te gaan gebruiken. We zien dat we nu al
jaren verder zijn en dat we elke keer met heel veel moeite moeten zoeken
naar geld. Waar wachten we nog op? Gaat de premier volgende week ervoor
pleiten om die bevroren Russische tegoeden over te hevelen naar
OekraĆÆne, zodat OekraĆÆne kan beginnen met de herbouw en met de
herbewapening?
Voorzitter. Collega Van Campen had het over de noodzaak van het
opschalen van de investeringen in de defensie-industrie. Dat is ƩƩn
grote ergernis. Morgen hebben we daar ook een debat over met de minister
van Defensie. Wellicht kan de premier erop reflecteren waarom het zo
ontzettend lang duurt. Ik heb het voorbeeld al honderd keer aangehaald:
het lukte de Britten in 1915 om binnen een jaar hun defensie-industrie
op te schalen. Wij zijn na drie jaar nog steeds vooral papier aan het
produceren. Graag een reflectie van de premier daarop.
We zien ook dat Rusland druk bezig is met het uitwissen van de cultuur
van de Tartaren. Graag ook een reflectie van de premier daarop. Een
aantal landen, vooral de Scandinavische en de Baltische staten, hebben
daar al een uitspraak over gedaan. Graag een reactie van de premier; hoe
kijkt hij daarnaar?
Voorzitter. Nog even terug naar SAFE. Zestien lidstaten hebben inmiddels
aangegeven gebruik te willen maken van de ontsnappingsclausule. Het is
opvallend dat de landen die het minste uitgeven aan defensie hierbij
ontbreken. Denk aan Spanje, Italiƫ en Frankrijk. Denemarken heeft zich
opvallend genoeg wel aangemeld. Ze doen dit om een signaal aan de
buitenwereld af te geven en te laten zien dat de EU-landen verenigd zijn
in de herbewapeningsinspanning. Welk signaal gaat Nederland
afgeven?
Voorzitter. Recent heeft de EU ook een nieuwe havenstrategie aangenomen.
Dat is erg belangrijk, zeker omdat havens telkens belangrijker worden.
Dat zien vooral ook de Chinezen, zeg ik er meteen bij. Ik was anderhalve
week geleden op bezoek in Odessa, de grootste havenstad aan de Zwarte
Zee. Het verbaasde mij eerlijk gezegd dat er nog geen enkel contact of
strategisch partnerschap is met de grootste haven van Europa, namelijk
onze eigen haven. Navraag bij zowel de haven van Odessa als de haven van
Rotterdam leert dat daar wel behoefte aan is en dat ze ook wel nauwer
willen samenwerken op het gebied van economische veiligheid,
weerbaarheid en economische versterking. Is de premier bereid om te
onderzoeken hoe we dat kunnen initiƫren?
Voorzitter, afsluitend. We kijken met grote zorg naar de escalatie
tussen Israƫl en Iran. Kan de premier aangeven hoe het kabinet in
Europees verband bijdraagt aan de-escalatie? Kan de premier ook aangeven
wat de laatste stand van zaken is als het gaat om Nederlandse burgers en
diplomaten? Een aantal collega's heeft het daar al over gehad. Worden er
al voorbereidingen getroffen voor ambassadepersoneel in Teheran en Tel
Aviv, voor mocht het nog verder escaleren?
Voorzitter. Tot slot de spanningen tussen Armeniƫ en Azerbeidzjan. Er
ligt al heel lang een vredesverdrag te versloffen, meer dan drie maanden
inmiddels. Navraag leert dat Azerbeidzjan dit eigenlijk continu afhoudt,
terwijl het in belang is van vrede en de-escalatie, ook in die regio,
dat die vredesdeal snel wordt ondertekend. Is de premier bereid om er in
EU-verband voor te pleiten om meer druk uit te oefenen op Azerbeidzjan,
zodat die vredesdeal kan worden getekend?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag de heer Kahraman van
de fractie van Nieuw Sociaal Contract uit voor zijn bijdrage in de
eerste termijn. Gaat uw gang.
De heer Kahraman (NSC):
Dank u wel, voorzitter. "Het is te betreuren dat Israƫl zich genoodzaakt
heeft gevoeld tot actie over te gaan", zei minister Veldkamp vorige
week. Nieuw Sociaal Contract deelt dit oordeel. Oorlog brengt altijd
menselijk leed met zich mee en treft in het bijzonder onschuldige
burgers. Tegelijkertijd begrijpen wij net als de minister dat een
Israƫlische preventieve aanval op het ayatollahregime van Iran
onvermijdelijk werd.
EƩn dag voor deze aanval nam het Internationaal Atoomenergieagentschap
een resolutie aan waarin Iran formeel werd veroordeeld vanwege het aan
zijn laars lappen van internationale regels. Iran reageerde hierop met
de aankondiging dat het een nieuwe kernreactor zal bouwen en uranium nog
verder zal verrijken. Dat gaf Israƫl een reden om in te grijpen. Het
Iraanse regime heeft Israƫl herhaaldelijk met vernietiging bedreigd. Er
is zelfs een hele Wikipediapagina gewijd aan al deze dreigingen. Het
regime noemde Israƫl "een tumor die verdelgd moet worden" en voerde in
april vorig jaar nog een aanval uit met meer dan 300 projectielen,
gericht op Israƫlische burgerdoelen. Daarnaast financiert en bewapent
Iran al jarenlang terroristische proxy's, zoals Hamas, Hezbollah en de
Houthi's, met als resultaat een stroom van geweld tegen Israƫl,
Arabische landen en het Westen, en ongekend veel onschuldig
bloedvergieten.
Sinds de revolutie van 1979 zijn de radicale ayatollahs uitgegroeid tot
's werelds grootste staatssponsoren van terrorisme en een structurele
destabiliserende kracht in het Midden-Oosten, van Gaza tot Jemen, van
Libanon tot Irak. Tegelijkertijd onderdrukt het regime zijn eigen
bevolking. De moord op Mahsa Amini vanwege het incorrect dragen van haar
hoofddoek leidde tot de wereldwijde beweging Woman, Life, Freedom. Het
regime sloeg de protesten meedogenloos neer. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat veel Iraniƫrs in het land en ook in de diaspora steun
uitspreken voor Israƫlische aanvallen op sleutelfiguren van het regime.
In dat licht zou de aanval van het ayatollahregime niet alleen een zege
zijn voor het Iraanse volk, maar ook voor de hele regio en de wereld.
Tegelijkertijd hopen wij vurig dat het conflict niet verder escaleert.
Diplomatieke gesprekken over een betrouwbaar, afdwingbaar atoomakkoord
blijven essentieel.
Ook Europa loopt risico's. Denk aan de stijgende energieprijzen en
mogelijk nieuwe migratiestromen. Heeft het kabinet in kaart gebracht
welke gevolgen een langdurig conflict heeft voor de bestaanszekerheid
van onze inwoners? Hoe zit het met de aanleg van strategische voorraden
uit het hoofdlijnenakkoord?
Voorzitter. Nieuw Sociaal Contract ziet ook het voortdurende en
schrijnende humanitaire leed in Gaza, mede veroorzaakt doordat te weinig
voedsel en water de bevolking bereiken. Wij steunen daarom de stappen
die minister Veldkamp heeft gezet met betrekking tot het
EU-Israƫl-associatieakkoord. Bovendien heeft Nederland in EU-verband
gepleit voor een onderzoek naar de naleving van artikel 2 van het
akkoord, de mensenrechtenclausule. Vorige week vernamen we dat het
kabinet hoopt de uitkomsten van dit onderzoek nog voor de Raad
Buitenlandse Zaken te ontvangen. Kan de minister-president dat vandaag
bevestigen?
Voorzitter. Dan OekraĆÆne. We zouden het bijna vergeten, maar deze oorlog
op ons eigen continent duurt al bijna drieƫnhalf jaar. We zien dat de VS
en Europa bijna een voorstel klaar hebben voor een bestand tussen
Rusland en OekraĆÆne. OekraĆÆne zegt hiermee akkoord te willen gaan. Hoe
schat de minister-president de kansen in dat dit bestand een succes
wordt? Is al duidelijk wat de specifieke gevolgen voor Rusland zullen
zijn als ze opnieuw niet bereid zijn om dit akkoord te tekenen?
Tot slot, voorzitter. NSC betreurt de onnodige handelsoorlog die de
Verenigde Staten, onder leiding van president Trump, hebben gestart met
Europa. De recente verdubbeling van importheffingen op staal en
aluminium, van 25% naar 50%, onderstreept de noodzaak om deze
handelsrelaties te diversificeren. NSC pleit daar al langer voor. Als
Europese Unie hebben we nieuwe partnerschappen nodig om onze
strategische autonomie en de bestaanszekerheid van de burgers te
waarborgen, zowel met de Mercosur-landen in Zuid-Amerika als met India,
waar momenteel een vrijhandelsverdrag in voorbereiding is. Kan de
minister-president toezeggen dat Nederland een voortrekkersrol zal
vervullen bij de totstandkoming van dit vrijhandelsverdrag met
India?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dat geeft aanleiding tot een vraag.
De heer Boswijk (CDA):
Ik heb geen vraag over een punt dat de heer Kahraman maakte, maar wel
een belangrijk punt. Pas geleden had ik een debat met collega Olger van
Dijk, de woordvoerder van NSC op defensiegebied. Collega Van Dijk
citeerde Pompeius. Ik moet heel eerlijk zeggen ā ik houd van oudheid ā
dat ik 'm zelf nog nooit had gehoord: "Citeer geen wetten tegen mannen
met zwaarden." Kortom, wees pragmatisch. Dat sprak mij heel erg aan.
Maar als het bijvoorbeeld gaat over de gemeenschappelijke leningen die
moeten worden aangegaan om Europa te herbewapenen, is het standpunt van
NSC, maar ook van het kabinet en de VVD, wat mij betreft vrij diffuus.
Op 26 maart hebben collega Paternotte en ik een motie ingediend die
oproept om leningen aan lidstaten, zoals voorgesteld voor ReArm Europe,
niet uit te sluiten. Gemeenschappelijke schulden zijn dus prima. Daar
stemt NSC voor. Het kabinet komt met SAFE en daarmee gaat NSC met veel
mitsen en maren ook akkoord. Maar gisteren stemde NSC voor een motie van
collega Eerdmans waarin een gezamenlijke schulduitgifte nadrukkelijk
wordt uitgesloten. Is NSC nu voor of tegen het uitsluiten van
gemeenschappelijke schulden?
De heer Kahraman (NSC):
De heer Boswijk zet hier een mooi frame neer. We hebben een debat
gevoerd over SAFE. Wij hebben aangegeven hoe wij daarin zitten. De
motie-Eerdmans roept op tot geen gezamenlijke schuldenuitgifte in de
Europese Unie. Wij hebben dat standpunt altijd uitgedragen. Wij willen
als Nederland geen schuldenunie zijn. Dat is echt iets van de Staat. Wij
willen geen gezamenlijke schulden uitgeven, want onze kinderen en
kleinkinderen zullen dat moeten terugbetalen.
De heer Boswijk (CDA):
Als NSC echt niet voor gemeenschappelijke schulden is, dan zou je nu
meteen uit de Europese Unie moeten stappen. Wij gaan namelijk al
gemeenschappelijke schulden aan. Het is ook geen frame, maar ik citeer
hier twee moties. De een is van 26 maart 2025, waarin gemeenschappelijke
schulden niet worden uitgesloten. NSC stemt voor. Dat is geen frame,
maar een feit. Het andere feit is de motie van collega Eerdmans van 12
juni 2025 die zegt: nadrukkelijk uitsluiten. Dan is toch een hele
logische vraag: bent u voor of tegen? Plus het feit dat we nu al, en
overigens al voor de oorlog in OekraĆÆne, gemeenschappelijke schulden
hebben.
De heer Kahraman (NSC):
Ik vind het echt mooi dat het CDA pleit voor gemeenschappelijke schulden
in de Europese Unie. Dat mag ook en daar mag de heer Boswijk hier in het
debat ook vurig voor pleiten. Wij als NSC hebben altijd gezegd dat wij
geen gezamenlijke schulden willen aangaan in de Europese Unie. Wij
willen geen schuldenunie zijn. Wij zien de resultaten daarvan. Onze
kinderen en kleinkinderen moeten daar straks de rekening voor betalen.
Wij willen gewoon geen gezamenlijke schulden aangaan. We zien vaak dat
het merendeel van de schulden die aangegaan worden, zoals bij het
coronaherstelfonds, in de vorm van giften aan zuidelijke landen wordt
gegeven. Wij willen als Nederland geen schulden maken om dat geld
vervolgens aan andere landen te geven. We zijn geen schuldenunie.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt, meneer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Ja, sorry. Ik ga proberen het netjes te houden.
De voorzitter:
Graag.
De heer Boswijk (CDA):
Ik citeer gewoon uit twee moties. Dat zijn feiten; dat is geen frame. In
reactie daarop zegt de heer Kahraman: u bent een groot pleitbezorger
voor schulden; het is prima dat u dat bent. Dat is een frame! Ons doel
is niet om een grote schuldenberg op te bouwen. Ons doel is om Europa
veilig te houden. Ons doel is ook om richting onze achterban eerlijk te
zijn over het feit dat we pijnlijke beslissingen moeten nemen. Wij
hebben een draai gemaakt, maar NSC moet nu geen rookgordijnen gaan
optrekken. Wat is het nu? Ik heb nog steeds geen idee of u er nu voor of
tegen bent. U zegt wel dat u ertegen bent, maar u stemt elke keer
anders. Plus, de huidige status is dat we al gemeenschappelijke schulden
hebben. Ik ben ook heel benieuwd hoe de premier hierop reflecteert. Het
lijkt me namelijk buitengewoon ingewikkeld om elke keer met zo'n
twijfelende partner naar Brussel te moeten.
De heer Kahraman (NSC):
Laat ik heel duidelijk zijn. Ik zie dat de heer Boswijk er echt voor
pleit om een schuldenunie aan te gaan in de Europese Unie. Dat is het
goed recht van het CDA. Wij hebben altijd gezegd: wij willen geen
schuldenunie; wij willen Europees geen schulden aangaan. Over het feit
dat we in het verleden via het coronaherstelfonds schulden zijn
aangegaan, die ook nog als giften aan landen zijn uitgegeven, kan ik
niet praten, want dat was voor mijn tijd en voordat NSC hier in de Kamer
vertegenwoordigd was. Dat is prima. Dat is geweest. Wij hebben vanaf dag
ƩƩn gezegd dat wij als NSC geen gezamenlijke schulden aan willen gaan in
de Europese Unie.
Wat betreft de veiligheid: we hebben gisteren volmondig gezegd dat we
voor de 5% willen gaan om onze veiligheid en die van onze partners in
Europa, maar ook in de NAVO te kunnen waarborgen. Daar staan wij voor.
Wij staan voor onze handtekening. Dat willen we voor onze veiligheid.
Maar wij willen daar geen schulden voor aangaan. Er zijn ook een aantal
landen die die schulden graag willen aangaan en zelfs zeggen: ja, we
zouden ze heel graag als giften willen krijgen. Daar passen wij als NSC
hier in de Kamer voor.
De voorzitter:
Meneer Boswijk, dit is uw laatste interruptie.
De heer Boswijk (CDA):
Meer om de geschiedenis recht te zetten: ik zet hier geen frame. Ik
constateer alleen dat NSC niet consequent en niet eerlijk is; NSC is
niet consequent en niet eerlijk. Ik weet nog steeds niet of u nou voor
of tegen gemeenschappelijke schulden bent, want ik heb net aangetoond
dat u verschillend stemt. Het is te makkelijk om te zeggen: ja, er zijn
allemaal beslissingen genomen voordat wij bestonden en daar hebben we
mee te dealen. Er zijn nu al gemeenschappelijke schulden. Als NSC echt
zegt voor goed bestuur te zijn, dan moeten ze ook eerlijk zijn richting
de achterban. De beste reactie kan niet zijn: het is mooi dat het CDA
voor gemeenschappelijke schulden is. Dat is echt te goedkoop. Probeer
alstublieft beter.
De heer Kahraman (NSC):
De heer Boswijk zegt: wij hebben de draai gemaakt en we zijn nu wel voor
die schulden in de Europese Unie. Dat is prima. Dat is het CDA en dat
wil graag Europese schulden aangaan. Wij hebben vanaf dag ƩƩn gezegd:
wij zijn tegen de Europese schulden en wij gaan die ook niet aan. Die
zijn in het verleden aangegaan; dat kan. Maar wij hebben vanaf dag ƩƩn
altijd gezegd: wij zijn tegen gezamenlijke Europese schulden. Daar
zullen we ook altijd voor staan.
De voorzitter:
Ik ga deze discussie nu afronden. Ik dank u voor uw bijdrage. Ik nodig
nu de heer Van Baarle uit voor zijn bijdrage in deze eerste termijn.
Gaat uw gang.
De heer Van Baarle (DENK):
Hendrikus Wilhelmus Maria Dick Schoof. 150.000 mensen zeiden afgelopen
zondag, tijdens de grootste Nederlandse demonstratie uit de 21ste eeuw,
tegen deze minister-president: trek een rode lijn. 150.000 mensen eisten
dat deze minister-president de genocide in Gaza niet langer negeert. Zij
willen dat de regering, deze minister-president, niet meer wegkijkt.
Actie kan niet meer uitblijven. Anders is hij, deze minister-president,
medeplichtig. Het Genocideverdrag verplicht staten alles te doen om een
genocide te voorkomen. Bewindspersonen zijn daarvoor aansprakelijk.
Beseft de minister-president dat?
Kan de premier eindelijk toegeven dat Israƫl bloedrode lijnen heeft
overschreden, dat Israƫl de meest verschrikkelijke oorlogsmisdaden
pleegt? Ook vandaag weer zijn tientallen Palestijnen door Israƫl
vermoord, die op zoek waren naar voedsel. Is dat geen rode lijn?
Gisteren schoot een Israƫlische tank minstens 51 Palestijnen dood, die
in de rij stonden voor voedsel. Is dat geen rode lijn? Iedere dag worden
onschuldige kinderen doelbewust uitgehongerd door Israƫl. Is dat een
rode lijn of niet, vraag ik de minister-president. Wanneer is er
eindelijk een rode lijn?
Er moet nu actie komen. Er is geen tijd voor uitstel. De mensen in Gaza
kunnen niet wachten. Die hongeren letterlijk uit. Daarom zeg ik tegen de
premier: ga naar die Europese top en eis actie. Trek dat
associatieverdrag met Israƫl door de shredder. Is de minister bereid dat
te bepleiten? Eis een handelsembargo. Eis een volledig wapenembargo. Eis
sancties tegen alle kolonisten, tegen alle leden van de Israƫlisch
regering. En eis in het bijzonder sancties tegen de misdadiger
Netanyahu, die een gevaar voor de hele wereld is. Is de
minister-president daartoe bereid?
Sanctioneer iedereen die op welke manier dan ook bijdraagt aan illegale
nederzettingen. Is de minister-president bereid om dat te doen? Trek het
militaire verdrag met Israƫl in. Is de minister-president bereid dat te
doen? Stop alle handelsactiviteiten op de Nederlandse ambassade in
Israƫl. Is de minister-president bereid dat te doen? Is hij bereid
maatregelen te nemen om de genocide in Gaza te stoppen en eindelijk iets
concreets te doen? 50.000 doden. Uithongering. Oorlogsmisdaad op
oorlogsmisdaad. En de Nederlandse regering komt al die maanden al niet
verder dan niks doen.
Voorzitter. Netanyahu is altijd al een oorlogshitser geweest. In 2003
moedigde hij de criminele oorlog tegen Irak aan en we weten wat dat voor
gevolgen heeft gehad. Twintig jaar later doet Netanyahu hetzelfde in
zijn oorlog tegen Iran. Teheran zal branden en de inwoners zullen
spoedig de prijs betalen, kondigde zijn regering aan. Ik vraag de
minister-president waarom hij slechts betreurt dat Israƫl genoodzaakt
was om Iran aan te vallen. Kan de premier gewoon klip-en-klaar
veroordelen dat Israƫl zich hiermee schuldig heeft gemaakt aan een
agressieoorlog? Kan hij beloven dat Nederland Israƫl van geen enkele
steun zal voorzien?
Of blijft Israƫlische straffeloosheid een speerpunt van het Nederlandse
buitenlandbeleid? Want waarom horen we de minister-president niet over
de doden die de aanvallen van Israƫl hebben veroorzaakt? Waarom horen we
hem niet over hoe Israƫl woonwijken in Teheran heeft gebombardeerd en
schoolkinderen heeft vermoord? Waarom heeft de premier het niet
veroordeeld dat Israƫl de diplomatieke oplossing letterlijk heeft
opgeblazen toen de Iraanse hoofdonderhandelaar werd geliquideerd? Waarom
horen wij hem niet over de aanval op de tv-studio tijdens een
live-uitzending? Een bombardement!
Waarom veroordeelt hij dat allemaal niet? Waarom erkent hij niet dat het
een daad van agressie is en dat het een schending is van het
internationaal recht? Kan hij iets van dat alles doen of verzandt hij
ook op dit onderwerp in het bieden van straffeloosheid aan Israƫl en het
wegkijken van hoe Netanyahu ellende, ellende, en oorlogsmisdaad op
oorlogsmisdaad veroorzaakt?
De voorzitter:
Bent u aan het einde van uw betoog gekomen?
De heer Van Baarle (DENK):
Ik ben aan het einde van mijn betoog en ik zie dat de heer Ceder mij
ā¦
De voorzitter:
U bent ook aan het einde van de tijd. Dat hebt u dus heel goed gedaan.
De heer Ceder heeft een vraag. Gaat uw gang, meneer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Twee vragen. Ik hoor de heer Van Baarle stellig zeggen dat de
preventieve aanval van Israƫl op Iran niet gelegitimeerd is. Ik heb
daarover ook wat gezegd en ik denk dus dat het dat gezien de feiten wel
is. Maar ik heb wel een voorbehoud gemaakt, omdat ik informatie mis om
die stelligheid waar te kunnen maken.
Die stelligheid proef ik wel bij de heer Van Baarle. "Het had niet mogen
gebeuren." Maar hij laat wel feiten weg, zoals de conclusie van het
Internationaal Atoomenergieagentschap dat er meer uranium is dan alleen
voor energie gebruikt kan worden. Iran zegt daarna dat het juist meer
gaat verrijken, zich niet meer aan de afspraken gaat houden en dat de
gesprekken tussen de Verenigde Staten en Iran geklapt waren. Ik zeg niet
dat u een andere weging moet hebben, maar ik hoor daar niets van terug
en u bent wel stellig.
De voorzitter:
De heer Van Baarle.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De heer Van Baarle, voorzitter. Mijn vraag is of die feiten nog iets van
voorzichtigheid bij de heer Van Baarle neerleggen. Of bent u er al over
uit: dit had nooit mogen gebeuren?
De heer Van Baarle (DENK):
Letterlijk de dag voordat er weer besprekingen zouden plaatsvinden over
een diplomatieke oplossing, heeft Israƫl de onderhandelaar van Iran
opgeblazen. Dat is een daad van agressie die iedere vorm van diplomatie
onmogelijk maakt en daarmee stort Netanyahu het Midden-Oosten in een
oorlog. Niks legitimeert de honderden burgerdoden die zijn gevallen. Ik
heb de foto's gezien van de bombardementen van Teheran. De commandanten
die Israƫl zegt gedood te hebben: de appartementen daarboven, daaronder,
daarnaast zijn vernietigd. Daar woonden gewoon mensen hĆØ, meneer Ceder.
Daar woonden gewoon mensen en die zijn vermoord. Die waren aan het
slapen en die zijn vermoord. Al de dingen die de heer Ceder naar voren
brengt, zijn nog niet eens een begin van het onomstotelijke bewijs dat
wat hij zegt waar is. En als dat bewijs er niet is, dan is er niks wat
deze aanval kan legitimeren. Dan is het een schending van het
internationaal recht. Dan is dit een oorlogsmisdaad en dan moet alles
gedaan worden om Israƫl te veroordelen en om dat te stoppen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb een poging gedaan om u toch iets meer terughoudendheid te laten
betrachten, zoals ik dat ook gedaan heb. Ik heb gezegd: ik denk dat het
wel gelegitimeerd is, maar er zijn een aantal vragen die voor mij wel
belangrijk zijn om hierin een definitieve weging te kunnen maken. Ik had
gehoopt dat u dat ook zou doen, ook omdat ik er feiten naast leg
bijvoorbeeld rond het Internationaal Atoomenergieagentschap ā dat is
volgens mij niet een IsraĆ«lische organisatie ā dat duidelijk heeft
aangegeven dat Iran zich niet meer houdt aan de afspraken die met Iran
zijn gemaakt.
Maar goed, voorzitter. Ik heb nog ƩƩn vraag, omdat ik ook het denkkader
van de heer Van Baarle probeer te begrijpen. Het ICJ heeft de uitspraak
gedaan dat landen een inspanning zouden moeten verrichten om in ieder
geval genocide te voorkomen. Daar heeft u net de heer Schoof direct op
aangesproken. Bij de regeling van werkzaamheden heeft u volgens mij
geprobeerd om een debat aan te vragen over de situatie van mensen die
vanuit Egypte naar de grens bij Rafah zijn gegaan en de behandeling
daarvan. Ik vraag me af of u ook vindt dat bijvoorbeeld Egypte en de
Egyptische regering de maatregelen ten aanzien van het voorkomen van
genocide niet in acht hebben genomen. Of richt uw pleidooi zich alleen
tegen de Nederlandse regering? Ik ben even benieuwd of u vindt dat alle
landen, even afgezien van Nederland, ook landen die er dichtbij liggen
of er grenzen mee hebben, die medeplichtigheid hebben.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Ceder reageerde in het begin van zijn interruptie op het
antwoord dat ik hem gaf of zijn eerste interruptie. Dus met uw welnemen
ga ik daar kort ook een zin aan wijden. Wederom, de dingen die de heer
Ceder naar voren brengt, zijn geen onomstotelijk bewijs dat er sprake is
van een dreiging en dat er sprake is van een legitimering. En dan kan je
niet, zoals Israƫl doet, die grootschalige aanval inzetten. Dat kan
gewoon niet. Dat is een schending van het internationaal recht.
Dan een antwoord op de vraag van de heer Ceder. Ik vind dat alle landen
die een verantwoordelijkheid kunnen nemen in het voorkomen ⦠Ik vind dat
het een genocide is, maar het verplicht ons in ieder geval tot het
voorkomen van een genocide. Ik vind dat alle landen die die
verantwoordelijkheid kunnen nemen, die dienen te nemen. Dat geldt ook
voor alle landen die in de buurt van Gaza liggen. Ik heb schriftelijke
vragen gesteld over de March to Gaza en ik heb de Nederlandse regering
gevraagd om de Egyptische autoriteiten te vragen om die mensen toegang
te verlenen, tot de grens. Dus ik ben daarin heel consistent.
Tegelijkertijd ben ik Nederlands volksvertegenwoordiger. Ik richt mij
tot de Nederlandse regering en ik spreek de Nederlandse regering aan op
het Nederlandse beleid.
De voorzitter:
De heer Ceder, kort en afrondend graag.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat is ook wat u hoort te doen. Daarom stelde ik ook de vraag. U stelt
vast dat er een genocide is. U vindt dat landen die niet helpen om die
te lenigen medeplichtig zijn. Dus u vindt dat Egypte medeplichtig is aan
de genocide in Gaza? Dat is dus wat u stelt?
De heer Van Baarle (DENK):
U verbindt hoe Egypte om is gegaan ā daar stelde u uw vraag over ā met
mensen die de mars door Gaza hebben georganiseerd ⦠Jawel, want daar
ging uw vraag over.
De voorzitter:
Zullen we antwoord geven op de interruptie en niet een nieuwe
interruptie beginnen zonder dat u het woord gekregen heeft? Ik spreek de
heer Ceder aan. Gaat u verder met uw antwoord.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Ceder had het erover dat ik de Egyptische autoriteiten erop aan
zou moeten spreken dat de mensen die de mars door Gaza organiseren geen
toegang is verleend. Op grond daarvan vraagt hij mij dat. Ja, dezelfde
kritiek die ik lever op de Nederlandse regering lever ik ook in de
richting van andere landen die onvoldoende doen. Ik heb enorm veel
moeite met het feit dat er bijvoorbeeld organisaties in Egypte zijn die
op basis van een financiƫle bijdrage proberen te verdienen aan de
toegang van humanitaire hulp tot Gaza. Ik leg dat langs dezelfde meetlat
als waarlangs ik de Nederlandse regering leg.
De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage. Ik zag de heer Eerdmans al staan en in beweging
komen. Ik nodig u van harte uit voor uw bijdrage in deze eerste termijn
namens de fractie van JA21. Gaat uw gang.
De heer Eerdmans (JA21):
Jazeker, voorzitter. Dank u zeer. Iran. De EU had als medearchitect van
de Irandeal natuurlijk een heel belangrijke rol, maar sinds het
terugtrekken van de VS is de realiteit keihard. De deal ligt in puin, er
is militaire escalatie en de Europese rol lijkt gereduceerd tot die van
toeschouwer. En dan zien we verdeeldheid. De Duitse bondskanselier Merz
bedankt Israƫl voor de aanvallen op het regime in Teheran en ziet hierin
een kans voor een regime change. Maar de Franse president Macron
waarschuwt juist tegen militaire interventie. De heer Van Campen zei dat
ook al. Waar staat Nederland in dit debat? Wat wordt onze inzet op de
top?
Er zitten Nederlanders vast. Ik dacht dat de heer Paternotte dat al zei.
Wat kunnen we voor hen doen? Hoe kunnen we in contact komen met ze? Er
is geen internet meer. Onze mensen kunnen de ambassade uiteraard ook
niet meer bereiken; die is dicht. Wat kan Nederland doen voor zijn
onderdanen?
Voorzitter. Dan kom ik bij het Europese defensie- en veiligheidsbeleid.
Op papier houdt het kabinet dus vast aan de lijn tegen eurobonds; dat
was een interessant debatje tussen de heer Boswijk en de heer Kahraman.
Dat vindt JA21 goed. Maar tegelijkertijd juicht het kabinet de snelle
aanname van het zogenaamde SAFE-instrument van 150 miljard euro toe. Hoe
valt dat nou te rijmen met de motie van onszelf en de SGP die gisteren
nog is aangenomen en waarin een soortgelijke financiering in het
toekomstige Meerjarig Financieel Kader expliciet is uitgesloten? Waar
ligt de grens voor het kabinet?
Voorzitter. Dan wil ik even naar het klimaat. In Brussel begint het
besef te dagen dat de net-zeroklimaatdoelen van Parijs ons economische
vermogen behoorlijk hebben uitgehold, maar er volgen alweer nieuwe
doelen voor 2040. Die zijn op tafel gelegd, omdat het gaat om 90% minder
uitstoot. De impactanalyse liegt er niet om: 1.550 miljard euro per jaar
aan extra investeringen is tussen '31 en '40 nodig om dit te bereiken.
Huishoudens zullen te maken krijgen met grote, grote investeringen,
schrijft Brussel zelf. Daarom: kan de premier hier garanderen dat
Nederland zich niet zal verbinden aan deze onhaalbare en onbetaalbare
doelen? Regeltjes schrappen is leuk, maar zolang we vasthouden aan
irreƫle doelstellingen, blijft het toch dweilen met de kraan open.
Voorzitter. Tot slot ga ik naar migratie. Er klinken eindelijk wat
zinnige verhalen uit Brussel: meer terugkeer, snellere procedures,
minder naĆÆviteit. JA21 steunt dat, maar de echte doorbraak moet
natuurlijk komen door middel van het outsourcen van onze procedures naar
buiten Europa; dat is de gouden truc, de gouden wissel. Italiƫ zette die
stap met opvangcentra in Albaniƫ, maar werd uiteraard weer teruggefloten
door rechters op basis van het Europees recht. Daar zit de kern van het
probleem, want Nederland zal zich hard moeten gaan maken voor juridische
ruimte, zodat er echt allianties kunnen worden gesmeed met
gelijkgestemde landen om die procedures uiteindelijk te verplaatsen naar
veilige oorden buiten de Unie. Ik wens de premier heel veel succes bij
het aankaarten hiervan. U weet dat u op dit front de steun van een
meerderheid in de Kamer onder leiding van JA21 heeft. Het is
superrelevant om dat momentum te benutten.
Ik wens de premier dus veel succes op de top en de komende week eerst
bij de NAVO; daar wens ik hem ook alle sterkte bij. Laat ze maar zien
dat demissionair zijn niet betekent "op de rug, met de pootjes omhoog".
Laat gewoon zien dat wij als Nederland nog iets willen en zeker ook
durven te bereiken in Europa.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag de heer Diederik van Dijk van de
fractie van de SGP uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Ik begin met een citaat uit een analyse van de
bekende schrijver en denker Douglas Murray over een nucleair Iran. Deze
analyse komt uit 2011. Murray uitte zijn gedachten tijdens een debat in
Cambridge. Ik citeer hem, dus uit 2011; ik heb het trouwens voor u
vertaald: "Als Israƫl geen andere keus meer heeft nadat diplomatie heeft
gefaald en Iran dicht op het punt staat kernwapens te maken, zal Israƫl
ingrijpen. Iedereen en elk land, ook in het Midden-Oosten, zal Israƫl
openlijk veroordelen, maar thuis zullen ze stilletjes denken en danken:
gelukkig dat Israƫl het deed, want niemand anders deed het." Tot zover
Murray.
Je mag dit gerust "een vlijmscherpe voorspelling met een grote kern van
waarheid" noemen. Israƫl kon het zich niet permitteren om te blijven
hopen op diplomatie. Die route bleek bepaald niet betrouwbaar. Zie de
verontrustende bevindingen van het VN-Atoomagentschap. Israƫl greep dus
gericht en doeltreffend in tegen het nucleaire programma en tegen de
Revolutionaire Garde. Wie kan het ze kwalijk nemen? Diplomatie werkt
alleen als de andere kant te vertrouwen is. Een radicaal islamitisch
regime dat terreur steunt en openlijk Israƫl wil vernietigen, is dat
simpelweg niet. Iran had al grote hoeveelheden uranium verrijkt. De weg
naar kernwapens is voor Teheran geen verre toekomst meer; het is een
kwestie van tijd. Dat is zorgwekkend, niet alleen voor Israƫl, maar voor
de hele regio en ook voor onze veiligheid.
Hoe reageren wij? Onze minister van Defensie begon met het betreuren van
het feit dat Israƫl tot actie overging en sprak zijn zorgen uit over
mogelijke escalatie. De vrees voor escalatie mag echter geen excuus zijn
voor gevaarlijke passiviteit. Bondskanselier Merz zei het treffend:
Israƫl knapt voor ons allen de vuile klusjes op. Herkent de premier zich
in die woorden van zijn Duitse ambtgenoot? We zouden dat duidelijker
mogen uitspreken en er dankbaar voor mogen zijn. Israƫl handelt
doelgericht tegen een dreiging die ook ons raakt. In zo'n situatie
vanuit onze comfortabele positie en van veilige afstand de
scheidsrechter spelen is niet gepast.
Voorzitter. Na deze acties krijgt Israƫl veel klappen te verduren. De
ballistische raketten uit Teheran vallen opnieuw op steden en Israƫliƫrs
moeten weer in en rondom schuilkelders blijven. Ik herinner de
minister-president graag aan twee aangenomen moties die oproepen tot
steun voor Israƫls verdediging waar mogelijk, namelijk de
motie-Tuinman/Stoffer over luchtverdediging en de motie-Stoffer, die
kort na 7 oktober is aangenomen. Die steun kan nadrukkelijk bedoeld zijn
om Israƫlische steden te beschermen of om het Iraanse kernwapenprogramma
harder te treffen. Mijn vragen zijn de volgende. Welke uitvraag voor een
Israƫlische behoefte aan steun is er gedaan na het aannemen van deze
moties? Welke mogelijkheden ziet de regering om Israƫl te steunen
tegenover Iran? Welke mogelijkheden ziet de premier voor de
internationale gemeenschap om de druk op het Iraanse regime verder te
vergroten, zodat de Iraanse bevolking ooit bevrijd kan worden van deze
fanaten?
Daarnaast wil ik opnieuw de gijzelaars noemen. Er is altijd wel een
nieuwe ontwikkeling, maar juist hen mogen we niet vergeten. Enkele
overleden gijzelaars zijn recent teruggebracht, maar 53 gijzelaars
zitten inmiddels al 621 dagen vast in Gaza. Collega Van Campen vroeg
daar zojuist op een hele correcte wijze aandacht voor. Ik citeer het
forum van hun gezinnen: "Kijk ze in de ogen. Help ons om ze terug te
brengen." Welke recente pogingen heeft de regering hiertoe
ondernomen?
Voorzitter. Graag bespreek ik nog het thema asiel. De SGP staat open
voor het opvangen van vluchtelingen die werkelijk gevaar lopen, maar om
daar juist ruimte en draagvlak voor te houden, moet er streng worden
opgetreden tegen andere groepen. Uitgeprocedeerden moeten terugkeren.
Kansloze aanvragen moeten snel worden afgehandeld. Het nieuwe Asiel- en
Migratiepact moet daarom zo snel mogelijk in werking treden. Tot nu toe
is het kabinet het daar volledig mee eens, zoals ook blijkt uit de
agenda. Maar wat schetst mijn verbazing? Nederland blijft achter bij het
op orde brengen van de eigen voorwaarden voor het Asiel- en
Migratiepact. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een recent artikel in Trouw.
Kan de premier reageren op het artikel in Trouw en op het kritische
rapport van de Europese Commissie? Kan de premier toezeggen alles te
versnellen voor de werking van het migratiepact?
Tot zover. Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag mevrouw Teunissen van
de fractie van de Partij voor de Dieren uit voor haar bijdrage in de
eerste termijn. Gaat uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. 150.000 mensen gingen zondag de straat op. Dat
waren gewone mensen: gezinnen, kinderen en jongeren. Daar gingen veel
kleinere demonstraties aan vooraf, met mensen die de moed hadden om op
te staan. Dat waren mensen die het leed in Gaza wilden stoppen en die
vanuit hun diepste medemenselijkheid eisten: "Trek een rode lijn. Stop
de genocide in Gaza. Stop het uithongeren van mensen. Stop het gedwongen
verplaatsen van mensen. Stop het doden van baby's en van kinderen." Maar
Israƫl dendert ongehinderd door. Gisteren werden weer minstens 50
onschuldige Palestijnen door het Israƫlische leger vermoord; ze waren
aan het wachten op voedselhulp en werden door het Israƫlische leger
aangevallen met granaten en kogels. Maar er komt geen enkele
veroordeling door premier Schoof. Ik zag wel een bericht, terecht, van
minister Veldkamp over Russische raketten op Kiev. Nogmaals, terecht,
want dat is verschrikkelijk. Maar waarom zien we daar wel een bericht
over, maar niet over 50 doden in Palestina?
Voorzitter. Het Israƫlische leger schiet bijna elke dag hulpzoekende
Palestijnen dood bij voedseldistributiepunten en voedselkonvooien.
Israƫl laat zo weinig hulpgoederen de Gazastrook binnen dat de honger en
wanhoop onder 2 miljoen inwoners alleen maar toenemen. En premier Schoof
doet vrijwel niks. Ja, wel aansluiten bij sancties tegen de twee meest
extreme ministers, die oproepen tot etnische zuivering. Maar die doen
dat heel 2024 al. Ik vraag de premier dus: waarom nu? Het is een beetje
too little, too late. Er vindt een genocide plaats. Daar is een heel
ander niveau aan maatregelen voor nodig.
Vanwege de banden tussen Israƫl en Nederland heeft Nederland juist extra
verplichtingen om genocide te voorkomen. Dat volgt uit het
Genocideverdrag en uit de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof
in de zaak-Bosniƫ en de zaak-Zuid-Afrika. Ook internationale
rechtsgeleerden zeggen dit. Uit de verklaringen van genocide-experts
blijkt: hoe nauwer de banden tussen landen, hoe zwaarder de plicht om te
handelen.
Ik roep het kabinet dus voor de zoveelste keer op om te stoppen met de
import van wapens uit Israƫl. Nederland spekt de oorlogskas van
Netanyahu. In vijf jaar tijd werd voor bijna 2 miljard euro aan wapens
uit Israƫl gekocht. Nederland is een van de grootste klanten van Israƫl.
Er zijn wapens gekocht bij industrieƫn die hun wapens testen op
Palestijnen. Stop met F-35-onderdelen naar Israƫl te exporteren. Stop
met de export van Nederlandse honden die Israƫl inzet als wapens tegen
Palestijnse burgers. Verbied de handel van Nederlandse bedrijven in
illegale nederzettingen. Herstel de noodhulp aan UNRWA volledig. Schort
het associatieakkoord op. En erken Palestina als staat. Nederland moet
zich aansluiten bij de genocidezaak van Zuid-Afrika tegen Israƫl bij het
Internationaal Gerechtshof.
Voorzitter. De VVD kan dit stoere maatregelen noemen, maar gelukkig zijn
er heel veel stoere VVD'ers die vinden dat de VVD zich veel kritischer
moet opstellen. Ik hoop dat de heer Van Campen dus ook naar hen
luistert.
Voorzitter. Het kabinet moet de acties van Netanyahu richting Iran
veroordelen, en niet om Iran te verdedigen, integendeel, want wij willen
geen kernwapens, niet in Iran en niet in Israƫl, dat die al in bezit
heeft. We willen geen extreem regime dat mensen onderdrukt en
executeert. Maar dat rechtvaardigt een illegale aanval niet. Een aanval
op Iran maakt de regio instabieler, wakkert het geweld aan, ontneemt het
laatste beetje ruimte voor diplomatie en ondermijnt de VN. Graag een
reactie van de minister-president.
Iran mag geen bliksemafleider zijn voor wat er gebeurt in Gaza en op de
Westelijke Jordaanoever. Het is een grote schandvlek voor Nederland dat
er anderhalf jaar na het begin van de genocide nog geen enkel effectief
drukmiddel is ingezet. Stop met meten met twee maten. Het is niet uit te
leggen dat er wel maximaal wordt gehandeld voor OekraĆÆne, wat volledig
terecht is, maar niet voor Gaza. Dat is niet "staan voor mensenrechten".
Dat is alleen maar bewuste willekeur, die de geloofwaardigheid van
Nederland en Europa aantast. Zonder gelijke rechten voor Palestijnen en
een handhavende internationale rechtsorde is er geen geloofwaardig
Europees vredesverhaal en geen veilige toekomst. De Partij voor de
Dieren eist, net als meer dan 100.000 Nederlanders, daden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag de heer Oostenbrink
van de fractie van BBB uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Oostenbrink (BBB):
Dank, voorzitter. Europa moet op haar eigen benen kunnen staan, zeker
wat betreft defensie. Daarbij moet Europa minder afhankelijk zijn van de
import van militair materieel van buiten de EU. Daarvoor moet Europa wel
eerst zelf kunnen leveren wat het zelf nodig heeft. Dat is helaas nog
niet het geval. Daarom zullen Nederland en andere EU-landen voorlopig
nog elders moeten inkopen om snel te kunnen opschalen.
Europa moet nu massief investeren in een krachtige, innovatieve
defensie-industrie van eigen bodem. We moeten onze afhankelijkheid van
derden afbouwen en onze autonomie versterken. Europa moet haar eigen
materieel namelijk zelf kunnen produceren en leveren. Dat maakt ons niet
alleen minder afhankelijk van wat anderen aanbieden, maar voorkomt ook
inmenging of invloed door andere landen. We moeten niet alleen met geld
stimuleren, maar ook met deregulering en andere stimulerende
maatregelen, zoals innovatie. De aanbevelingen van Draghi gaan ons
daarbij niet ver genoeg. Er mag meer ambitie naar voren komen.
Voorzitter. Europa moet samenwerken, niet concurreren. Door de vraag te
bundelen en te zorgen voor meer interoperabiliteit halen we het maximale
uit onze investeringen. Pas als Europa haar eigen defensie-industrie op
orde heeft, kunnen de hogere uitgaven aan defensie ook daadwerkelijk tot
meer gezamenlijke aanschaf leiden. Op dit moment leidt de run op
militair materieel namelijk tot een ieder-voor-zich-beweging, waarbij
schaalvoordelen niet worden benut.
Naast dit alles is het voor BBB van groot belang dat de VS binnenboord
worden gehouden, binnen de NAVO als trouwe samenwerkingspartner, maar
ook op economisch vlak, met aan weerszijden van de Atlantische Oceaan
weer gunstige handelstarieven. In deze geopolitiek uitdagende wereld
hebben we elkaar immers meer dan ooit nodig, wie er ook in het Witte
Huis zit.
Maar laten we ook niet naĆÆef zijn. Europa moet zijn vleugels uitslaan en
nieuwe strategische partnerschappen aangaan. De verhoging van de
NAVO-norm brengt forse financiƫle uitdagingen met zich mee, ook voor
Nederland. Het is dan ook onbestaanbaar dat landen als Nederland nog
meer zouden moeten bijdragen om de gaten te dichten voor landen die
jarenlang hun eigen defensie hebben verwaarloosd, zoals Spanje en
Italiƫ. De ervaringen, ook die van de Rekenkamer, met het
coronaherstelfonds zijn een harde les. Ons belastinggeld moet niet in de
bodemloze putten verdwijnen. We vragen de minister-president wat hij van
plan is te doen om onze onvrede hierover sterk naar voren te
brengen.
Het is goed dat Nederland steeds heeft aangegeven tegen giften te zijn.
Dat moet ook zo blijven. BBB vraagt de minister in de Raad te verzoeken
om een gedetailleerd uitgewerkt terugbetalingsplan van leningen en te
vragen wat er gebeurt wanneer landen niet aan deze verplichtingen
voldoen. Het kan niet zo zijn dat steeds dezelfde landen die hun
boekhouding wel op orde hebben, wat vaak ook met pijn en moeite tot
stand komt, daarvoor moeten opdraaien. Voor de BBB is er ook maar ƩƩn
NAVO-norm, namelijk die van de NAVO. Als alle landen die gewoon
hanteren, dan hoeven we ook niet appels met peren te vergelijken.
Tot slot. BBB is tevreden over het feit dat de Europese Commissie het
EU-Migratiepact eindelijk gaat aanscherpen. BBB maakt zich er wel zorgen
om dat dit soort maatschappelijke grote problemen keer op keer zo laat
door de Europese Commissie gesignaleerd worden en vervolgens zo laat
worden opgepakt. Kan de minister-president aangeven dat dit een grote
zorg is en daarom benadrukken dat een nog kordatere en doortastende
aanpak op dit dossier wat ons betreft noodzakelijk is?
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik als laatste spreker de heer
Van Meijeren van de fractie van Forum voor Democratie uit voor zijn
bijdrage.
De heer Van Meijeren (FVD):
Dank u wel, voorzitter. Oorlogen, ongecontroleerde massa-immigratie,
economische malaise: het is slechts een kleine greep uit de agenda voor
de aankomende EU-top. Het zijn ernstige problemen, die volgens de
eurofielen onder ons alleen in EU-verband opgelost zouden kunnen worden.
In werkelijkheid biedt de EU geen oplossing, maar is de EU juist zelf
vaak onderdeel of de kern van het probleem. Voor zover crisissituaties
niet door de EU zelf zijn gecreƫerd of veroorzaakt, zijn ze door haar
verergerd of maakt ze in ieder geval pijnlijk duidelijk dat de EU
helemaal niets bijdraagt aan een oplossing.
De grootste problemen waar de EU mee te kampen heeft, zijn niet het
gevolg van noodlottige externe omstandigheden waar we nu eenmaal mee te
kampen hebben. Ze zijn het gevolg van het ondemocratische karakter van
de EU zelf, waardoor beleid tot stand kan komen dat niet in het algemeen
belang is. De EU is ook helemaal niet ontworpen om lidstaten te helpen.
De EU is ontworpen om lidstaten in de greep te krijgen. Het einddoel was
nooit samenwerking, maar altijd integratie, steeds verdergaande
integratie, die zou moeten leiden tot een centraal aangestuurde federale
staat waarin nationale parlementen steeds minder te zeggen hebben. Ze is
dus niet slechts ondemocratisch, maar zelfs antidemocratisch.
De systematische ondermijning van Nederland als soevereine staat ā
hetzelfde geldt voor de andere lidstaten ā is aantoonbaar niet het
gevolg van weeffouten, maar van doelbewust beleid. Dat is geen theorie,
geen aanname. Dat is een constatering. De grondleggers van de EU hebben
er nooit een geheim van gemaakt dat economische samenwerking voor hen
slechts een middel was om het eigenlijke doel, politieke integratie, op
termijn te kunnen afdwingen.
Jean Monnet, een van de architecten van de EU, noemde het bestaan van
soevereine landen achterhaald. Het was zijn bedoeling om een
gecentraliseerde, technocratische structuur op te tuigen, waar voor
nationale democratieƫn geen plaats meer zou zijn, wetende dat de
Europese volkeren, die vanzelfsprekend hun nationale identiteit willen
behouden, daar niet op zitten te wachten. Daarom kan dat
integratieproject alleen volbracht worden door middel van list en
bedrog.
Oud-Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker gaf het openlijk toe,
december 1999 in Der Spiegel. Ik citeer hem: "We besluiten iets, wachten
af wat er gebeurt en als er geen protest komt, omdat de meeste mensen
toch niet begrijpen wat er is besloten, dan zetten we de volgende stap,
net zolang tot er geen weg meer terug is". Dat is geen samenwerking. Dat
is een doelbewuste strategie om volkeren te misleiden en te beroven van
hun soevereiniteit, zonder dat ze het zelf op tijd doorhebben.
De Europese Unie is niet wat zij beweert te zijn. Het is geen
vredesproject. Het is geen samenwerkingsverband. Het is geen
democratische entiteit. Het is een antidemocratisch systeem, ontworpen
om nationale soevereiniteit te ondermijnen en lidstaten mee te sleuren
in beleid waar ze niet voor hebben gekozen, in beleid dat mensen niet
willen en niet kunnen bijsturen.
Maar er is nog hoop. Nederland kan weer een veilig, welvarend,
democratisch land worden, maar dan moeten we wel het lef hebben om het
juk van Brussel van ons af te werpen. Nederland moet weer een soeverein
land worden waar het Nederlandse volk en niemand anders het hoogste
gezag heeft. Dat betekent uitdrukkelijk niet dat wij tegen Europa zijn,
zoals vaak wordt gezegd. Wij zijn voor Europa. Wij zijn voor een Europa
van soevereine landen, van vrijwillige samenwerking tussen vrije
volkeren die zelf hun beleid bepalen. Ik roep daarom demissionair
minister-president Schoof op: werk in Brussel niet langer mee aan het
systeem dat ons nationale belang verkwanselt, maar handel in het belang
van het Nederlandse volk dat zijn toekomst terug wil en pleit voor het
starten van een traject dat moet leiden tot de ontmanteling van de
Europese Unie.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan zijn wij aan het einde gekomen van deze
eerste termijn. De premier heeft aangegeven ruim 30 minuten nodig te
hebben voor de schorsing. Ik schors daarom tot tussen 22.45 uur en 22.50
uur. Hoe eerder u terug bent, hoe groter het plezier in deze Kamer,
minister-president. Ik schors ruim een halfuur.
De vergadering wordt van 22.17 uur tot 22.49 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over de Europese top
van 26 en 27 juni 2025. We zijn toegekomen aan de eerste termijn van het
kabinet, aan de beantwoording door de minister-president. Het is
gebruikelijk om hetzelfde aantal interrupties te doen als in de eerste
termijn, maar ik kijk ook naar de klok. Ik wilde het voorstel doen om
twee interrupties toe te staan, maar misschien is drie een betere
constructie. Als we komen tot korte, bondige antwoorden, kan ik
waarschijnlijk ook vier interrupties toestaan, maar dan heb ik echt de
hulp van de Kamer nodig.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat lijkt me heel goed. Als het echt te lange interrupties zijn, telt u
ze gewoon dubbel.
De voorzitter:
Wat een ontzettend goed voorstel, meneer Klaver. Dan ga ik uit van drie
en als het kort en bondig gaat, zitten we op vier. Gaat uw gang,
minister-president.
Minister Schoof:
Dank u, voorzitter. Van mijn kant uit zal ik proberen om zo duidelijk en
kort mogelijk te zijn, maar we bespreken vandaag belangrijke
onderwerpen. De lijst met onderwerpen blijkt uiteindelijk altijd langer.
Met velen van u heb ik gisteren al gesproken in het debat over de
NAVO-top. Vandaag voeren we het debat over de Europese Raad van volgende
week donderdag. Op de agenda daar staat een breed palet aan onderwerpen:
OekraĆÆne, Midden-Oosten, Europese veiligheid en defensie, EU en de
wereld, concurrentievermogen, migratie et cetera. Ik wil in mijn
beantwoording de volgende onderwerpen langslopen: Israƫl-Iran,
Israël-Gaza, Oekraïne, Europese veiligheid en defensie, en ik sluit af
met andere Europese onderwerpen. Bij de eerste twee onderwerpen zal ik
mijn beantwoording op hoofdlijnen houden, in de wetenschap dat uw Kamer
morgen in gesprek gaat met de minister van Buitenlandse Zaken over de
Raad Buitenlandse Zaken, en vervolgens volgende week donderdag 26 juni
over het actieplan EU-Israƫl.
Een aantal Kamerleden hebben vragen gesteld over de ontwikkelingen sinds
afgelopen vrijdag en de opstelling van het kabinet ten aanzien van Iran
en Israƫl. Daar wil ik graag op ingaan. Wat betreft het nucleair
programma is Nederland altijd duidelijk geweest: Iran mag niet over een
atoombom beschikken. We moeten alles op alles zetten om te zorgen dat
Iran geen kernwapenstaat wordt. We kennen de zorgwekkende reputatie van
Iran: de houding en existentiƫle dreiging richting Israƫl, de steun aan
terroristische organisaties in de regio, ongewenste inmenging, ook in
Nederland, en wapenleveranties van Iran aan Rusland voor de
agressieoorlog tegen OekraĆÆne. Daar acteren we op met bijvoorbeeld
stevige sanctiepakketten. Tegelijkertijd is onze inzet om diplomatieke
kanalen open te houden, juist om deze zorgen over te brengen en verdere
escalatie te voorkomen.
Voorzitter. Het kabinet staat voor de veiligheid en het bestaansrecht
van Israƫl. Iran ontkent dat bestaansrecht. Ik heb begrip voor de grote
zorgen in Israƫl over de dreiging vanuit Iran, maar ik betreur
tegelijkertijd dat Israƫl zich genoodzaakt heeft gevoeld om over te gaan
tot deze aanvallen terwijl de onderhandelingen met de VS over een
mogelijke deal over het nucleair programma nog gaande waren. "Dat Israƫl
zich genoodzaakt heeft gevoeld" is een belangrijke formulering. Een
aantal mensen heeft dat benadrukt of vragen daarover gesteld. Ik zeg er
meteen bij dat ik vanuit mijn optiek niet kan beoordelen of er sprake
was van een onmiddellijke dreiging van Iran richting Israƫl. Daar kan ik
geen uitspraak over doen. Nu het conflict gaande is, dienen alle
partijen zich uiteraard te houden aan de regels van het humanitair
oorlogsrecht.
Onze inzet is volledig gefocust op het bereiken van de-escalatie.
Terughoudendheid is geboden in het belang van de regionale stabiliteit.
Het risico dat het conflict zich uitbreidt, is namelijk groot, te groot.
Diplomatie en onderhandelingen zijn uiteindelijk de enige uitweg
richting een duurzame oplossing. Daar moeten we zo snel mogelijk naar
terug.
De voorzitter:
Ik stel voor dat we de minister-president iets verder in dit blokje
laten komen en het wellicht laten afronden. Daarna sta ik interrupties
toe.
Minister Schoof:
Voorzitter. Dan werd mij gevraagd hoe ik kijk naar de uitspraken van de
heer Merz en anderzijds de heer Macron. Ik heb net onze eigen lijn
uitgezet. Diplomatie en onderhandelingen zijn uiteindelijk de enige
uitweg richting een duurzame oplossing. Voor het overige sluiten wij ons
aan bij de inzet van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland, de
zogenaamde E3-landen, die gisteren nog verklaringen hebben uitgegeven,
samen met de Hoge Vertegenwoordiger Kallas.
Dan vroeg ⦠Er staat hier "Teunissen" en "ChristenUnie". Ik realiseer me
dat er op mijn papiertje iets fout gaat. Ik weet niet meer wie de vraag
gesteld heeft. Houdt het kabinet rekening met een regime change in Iran?
Daar wil ik niet over speculeren. Onze focus ligt op de-escalatie en
voorkomen dat het conflict overslaat naar de brede regio. Nederland
heeft grote zorgen over het Iraanse nucleair programma. Diplomatie is
uiteindelijk de beste oplossing.
De heer Klaver, en ik meen ook de woordvoerder van het CDA, de heer
Boswijk, vroegen om een gezamenlijke oproep tot de-escalatie. Hoe draagt
het kabinet in EU-verband bij aan deze de-escalatie? Ik verwees al naar
de lijn die door de E3 is ingezet. Gisteren vond ook een ingelast
overleg plaats van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken, waarin ook
Nederland heeft benadrukt dat de-escalatie en een diplomatieke oplossing
de hoogste prioriteit hebben. Overigens hebben we niet alleen gisteren
een verklaring gesteund; ook afgelopen zaterdag steunde Nederland een
gezamenlijke verklaring van de hoge vertegenwoordiger namens de EU27.
Aan het gezamenlijke statement van de Europese Raad wordt nog gewerkt.
Ik kan daar niet op vooruitlopen. In de richting van de Europese Raad is
het duidelijk waar Nederland op inzet, namelijk op de-escalatie. Dat is
in lijn met de verklaringen die eerder zijn afgegeven.
De heer Dassen vroeg of duidelijk is wat de gevolgen zouden zijn voor
Nederland en Europa van een grootschalige oorlog in het Midden-Oosten.
Je kunt je daar van alles bij voorstellen, maar laat ik daar niet over
speculeren. Het spreekt voor zich dat dit zeer onwenselijk zou zijn op
veel vlakken: qua stabiliteit, op het humanitaire vlak, op het
economische vlak en wat betreft migratie. Dat geldt allereerst voor de
regio zelf, maar zeker ook voor Europa, en daarmee ook voor Nederland.
Dat is ook de reden waarom we blijven oproepen tot de-escalatie.
Dan de vraag over het rapport van de IAEA over kernwapens. We hebben al
jaren zorgen over de dreiging van het Iraans nucleair programma. Iran
beschikt over een grote hoeveelheid hoogverrijkt uranium, die niet nodig
is voor vreedzame toepassingen. Ook het Internationaal
Atoomenergieagentschap bevestigt keer op keer dat Iran gemaakte
afspraken niet nakomt. Dat betekent niet dat op dit moment vastgesteld
kan worden dat Iran over kernwapens beschikt, maar er is alle reden tot
grote, grote zorg.
Dan de vraag van de heren Paternotte, Ceder en Eerdmans over wat
Nederland doet voor de veiligheid van Nederlandse burgers. Het korte
antwoord is: met gevoel voor urgentie doen we wat nodig is. Als het goed
is, hebben Nederlanders zich geregistreerd bij de ambassade in het
betreffende land, en zijn zij dus goed bereikbaar. Daar waar nodig wordt
alle steun verleend die nodig is. Via de informatieservice van
Buitenlandse Zaken wordt doorlopend informatie verstrekt over de
mogelijkheden om zelfstandig over land uit Israƫl of Iran te vertrekken
naar buurlanden. Vanuit die buurlanden kan men vervolgens met reguliere
commerciƫle vluchten terug naar Nederland. Buitenlandse Zaken monitort
samen met de reisbranche de beschikbaarheid op commerciƫle vluchten. Die
beschikbaarheid is er nog steeds.
Dan de volgende vraag: wordt evacuatie van ambassadepersoneel in Iran en
Israƫl voorbereid? Het spreekt voor zich dat het ministerie van
Buitenlandse Zaken de lokale veiligheidssituatie in Iran en Israƫl op de
voet volgt, inclusief de veiligheid van het ambassadepersoneel.
Evacuatie is op dit moment niet aan de orde, maar zo nodig worden extra
maatregelen genomen. Omwille van de veiligheid ga ik verder niet in op
specifieke maatregelen.
De heer Van Dijk van de SGP vroeg of het kabinet overweegt om Israƫl te
steunen bij de luchtverdediging tegen Iraanse aanvallen. Hij verwees
naar de motie-Stoffer/Tuinman uit 2024. Overweegt het kabinet Israƫl te
steunen? Dat is op dit moment niet aan de orde. Ik onderstreep vooral de
noodzaak tot de-escalatie. De motie-Stoffer/Tuinman is aangenomen in de
context dat er Nederlandse militaire capaciteit in de regio aanwezig
was. Die situatie is nu veranderd. Op dit moment is er geen Nederlandse
militaire capaciteit in de regio die een dergelijke rol zou kunnen
vervullen.
Voorzitter. Daarmee heb ik het onderwerp IsraĆ«lāIran voor vanavond
besproken, naar aanleiding van de gestelde vragen.
De voorzitter:
Ik kijk nog even om mij heen om te zien of dit aanleiding geeft tot
vragen. Dat is het geval. Meneer Boswijk, gaat uw gang.
De heer Boswijk (CDA):
Misschien heb ik het gemist, maar ik had nog een vraag gesteld over het
ambassadepersoneel en mensen die zich in Iran of Israƫl bevinden. Liggen
er al scenario's klaar, stel dat het verder escaleert? Laten we het niet
hopen, maar we hebben in andere landen gezien dat het ontbreken van
zulke plannen tot veel problemen leidde.
Minister Schoof:
Het ministerie van Buitenlandse Zaken kan opschalen zodra dat nodig is.
As we speak is dat niet nodig, maar we kunnen dat onmiddellijk doen als
dat verandert.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De minister-president concludeert dat hij niet exact kan vaststellen of
er sprake is van een acute dreiging, maar hij erkent wel dat er meer
uranium aanwezig is dan nodig is voor civiele doeleinden, en dat Iran
heeft aangegeven daarmee door te willen gaan. Mijn vraag is als volgt.
Ik heb gelezen dat de EU-leiders deze week gaan spreken over Iran. Wat
wordt dan de insteek? Praten over een akkoord heeft er de laatste jaren
niet toe geleid dat Iran zich aan de afspraken houdt. Welke hernieuwde
insteek wil de minister-president hanteren, ook onder het adagium "een
ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen"?
Minister Schoof:
De inzet van Nederland blijft gericht op diplomatie en onderhandelingen.
Dat is waarom we nu voor de-escalatie gaan en weer alle partijen aan
tafel willen hebben. In het verleden heeft dat soms tijdelijk effect
gehad. Ik denk dat we zonder onderhandelingen misschien in een andere
situatie hadden gezeten. Maar dat is speculeren. Onderhandelen blijft
uiteindelijk de beste manier om te kijken hoe je de verrijking die
plaatsvindt, kan terugdringen zodat het evident is dat het alleen maar
kan worden gebruikt voor vredesdoeleinden, zoals een nucleaire
reactor.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat is de lijn van de afgelopen jaren, maar Iran heeft zich daar niet
aan gehouden. Sterker nog, Iran heeft voldoende uranium voor een
eventuele kernbom. Ik zeg niet dat ze een bom hebben, maar ze hebben in
ieder geval voldoende verrijkt uranium. Volgens mij is het genoeg voor
negen kernbommen. Dat moet toch te denken geven? Je hebt te maken met
iets wat met 100% zekerheid vastgesteld kan worden. Daarnaast is er de
plausibiliteit: waarom zou je meer uranium nodig hebben dan je voor
civiele doeleinden kan gebruiken, namelijk genoeg voor negen kernbommen?
Dat vraagt toch om meer alertheid, niet alleen vanwege de dreiging in
het Midden-Oosten en Israƫl, maar ook vanwege de Europese dreiging? Moet
het gegeven dat er meer uranium is dan voor civiele doeleinden kan
worden gebruikt, namelijk genoeg uranium om potentieel een kernbom mee
te maken, niet tot een andere insteek leiden, ook in het belang van de
veiligheid van Nederlanders?
Minister Schoof:
De situatie is zorgelijk. Laat daar geen enkel misverstand over bestaan.
Dat zeg ik wel tegen de volgende achtergrond. Verrijkt uranium is
noodzakelijk om een kernbom te kunnen maken. Om een kernbom te maken,
heb je echter meer techniek nodig dan alleen het kunnen maken van
verrijkt uranium, wat op zichzelf genomen al ingewikkeld genoeg is. Ook
die ontwikkeling wordt de hele tijd gemonitord. Vervolgens heb je nog
iets nodig wat de bom kan vervoeren, bij voorkeur ballistische raketten.
Ook dat wordt de hele tijd gemonitord. De situatie is absoluut
zorgelijk. Alles is gericht op het voorkomen dat Iran een dergelijk
wapen krijgt, om de reden die ik eerder aangaf, namelijk wat voor soort
land Iran is. De insteek van Nederland blijft om dat door middel van
onderhandelingen te bereiken.
De heer Paternotte (D66):
We hebben de minister-president horen zeggen: we proberen mensen te
helpen door te kijken hoe ze kunnen terugkomen als ze eenmaal weg zijn
uit Iran. Ik had ook nog gevraagd naar mensen die weg willen uit Israƫl.
Mike Huckabee, de Amerikaanse ambassadeur, heeft vandaag aangekondigd
dat Amerika evacuatievluchten aan het organiseren is. Dat gebeurt
natuurlijk nadat er allemaal Amerikaanse vliegtuigen en vliegdekschepen
naar het Midden-Oosten zijn gegaan. Je weet dus dat de kans op escalatie
groot is. Er zijn ook berichten dat de Israƫlische luchtverdediging
weleens overweldigd kan worden en dat die beperkte voorraden heeft.
Denkt Nederland na over het terughalen van mensen uit Israƫl? Er zijn
uiteindelijk een stuk meer Nederlanders die in Israƫl zitten dan
Nederlanders die in Iran zitten.
Minister Schoof:
Buitenlandse Zaken kan opschalen indien nodig. Op Israƫl wordt op dit
moment niet commercieel gevlogen. De situatie is zo dat de individuele
mensen zelf naar Egypte of Jordaniƫ kunnen gaan. Het luchtruim is op dit
moment niet permanent open, maar dat werkt. Althans, zo begrijp ik dat.
Die contacten zijn goed, ook omdat veel Nederlanders geregistreerd zijn
bij de ambassade. Er is dus contact. Nederland doet wat nodig is om de
mensen actief te helpen.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
De premier ging in op de motie die ik noemde van de leden Tuinman en
Stoffer. De motie vroeg om te bezien in hoeverre we Israƫl zouden kunnen
helpen tegen Iraanse luchtaanvallen, als dat aan de orde zou zijn. Daar
zitten we nu middenin. De premier zegt dat we op dit ogenblik geen
capaciteit daar hebben en er dus geen vervolg aan kunnen geven. Als we
het zouden willen, is dat natuurlijk in grotere of kleinere mate te
regelen. Is de premier bereid om uit te vragen bij de Israƫlische
regering of we ze op enigerlei wijze kunnen helpen bij de
luchtverdediging tegen Iraanse luchtaanvallen? Dat vraagt de motie
namelijk.
Minister Schoof:
Er ligt op dit moment geen verzoek van Israƫl. Als er een dergelijk
verzoek komt en de Nederlandse regering overweegt om daar gehoor aan te
geven dan zullen we dat de Kamer laten weten.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
De laatste keer op dit punt. Mag ik daaruit wel afleiden dat, mocht er
zo'n verzoek komen ā waarom zouden we het niet zelf uitvragen, zou ik
zeggen ā er op zich een positieve grondhouding is bij het kabinet, in
lijn met de motie?
Minister Schoof:
Ik stel voor dat we eerst het verzoek afwachten en daar dan in het
kabinet een besluit over nemen. Dan informeren we de Kamer. Ik hou mij
even op de vlakte over de manier waarop we daarnaar kijken.
De heer Van Baarle (DENK):
De minister-president geeft aan niet vast te kunnen stellen of er een
aanleiding bestaat voor de aanval die Israƫl heeft uitgevoerd. Israƫl
heeft bij die aanval onder andere een ziekenhuis gebombardeerd. Er zijn
honderden burgers omgekomen. Er zijn appartementencomplexen
gebombardeerd. Als de minister-president aangeeft dat niet duidelijk is
of die aanleiding er is, dan moet hij aangeven dat Israƫl terstond met
eventuele bewijzen moet komen ā overigens zijn die er in de verste verte
niet ā en moet hij dit gewoon veroordelen. Als IsraĆ«l dit zonder
aanleiding doet, moet de aanval veroordeeld worden als een schending van
het internationaal recht.
Minister Schoof:
Alle landen moeten zich in oorlogssituaties houden aan het
internationaal recht. Dat geldt ook voor de huidige aanval. Ik heb
eerder aangegeven hoe wij aankijken tegen het land Iran. Ik heb
geconstateerd dat ik het betreur dat Israƫl zich ertoe genoodzaakt heeft
gevoeld, maar dat ik niet kan treden in het afwegen van die noodzaak.
Dat heb ik gezegd. Iedereen heeft zich verder natuurlijk te houden aan
het humanitaire recht.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, gaat uw gang, maar zou u de interrupties nog iets
korter willen houden? Ik heb heel goed de tip van de heer Klaver
gehoord.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik ga het kort doen, voorzitter. Ik vind het echt verbazingwekkend dat,
als het gaat om Israƫl, de minister opeens niet kan treden in de
afweging. Het gaat hier om internationaal recht. Daar marchandeer je
niet mee. Als een land maar gewoon een ander land aanvalt, zoals Israƫl
Iran aanvalt en honderden mensen doodmaakt, zeg je niet: ik treed niet
in hun overwegingen. Tegen deze minister-president zeg ik: come on! Neem
het internationaal recht iets serieuzer dan dit.
Minister Schoof:
Ik neem het internationaal recht zeer serieus. Ongetwijfeld zullen
deskundigen zich hier in de komende periode over buigen. Ik constateer
wel dat Iran buitengewoon helder is als het gaat over Israƫl. Dat is
hier in de Kamer al eerder geciteerd door een van uw collega's. Iran
beschouwt Israƫl als een tumor die moet worden verwijderd. Daarmee is
Iran een existentiƫle bedreiging voor Israƫl. Dat neemt niet weg dat ik
niet kan treden in de afweging die het Israƫlische kabinet heeft gemaakt
over de noodzaak. Dat is de opvatting van ons kabinet. Daarom roepen we
ook op tot de-escalatie. Escalatie in de regio is hoe dan ook de
slechtste uitkomst voor iedereen.
De heer Kahraman (NSC):
Ik wil even doorgaan op Iran. Nederlandse veiligheidsdiensten hebben in
2007 meegedaan om de faciliteiten van Iran te saboteren, omdat zij bezig
waren met het ontwerpen van een atoomwapen. In twintig jaar tijd is er
nog nooit zo'n verontrustend rapport naar buiten gebracht door het
Internationaal Atoomenergieagentschap. Toen hebben we meegedaan om het
programma stil te zetten. Nu doet op Israƫl dat op zichzelf. Kunt u
duiden waarom Nederland toen wel heeft meegedaan en nu niet? Is de
premier ook verontrust over de gang van zaken in Iran met betrekking tot
de ambities om een atoombom te bouwen?
Minister Schoof:
Als ik mij niet vergis, citeert u nu vrijelijk uit een boek met nooit
bevestigde of erkende situaties. Daar kan ik totaal niet op ingaan. Ik
heb gezegd dat op dit moment voor Nederland participatie in het
militaire conflict niet aan de orde is, en dat de weg om te voorkomen
dat Iran de beschikking krijgt over een atoombom en de weg van de
onderhandelingen in de ogen van de Nederlandse regering nog altijd de
beste wegen zijn.
De heer Dassen (Volt):
Diplomatie en onderhandelingen zijn de enige uitweg, zegt de
minister-president. Die diplomatie en die onderhandelingen vonden plaats
tussen onder andere de Verenigde Staten en Iran. Israƫl ging daar dwars
doorheen door een aanval uit te voeren terwijl, zoals de
minister-president zelf aangeeft, niet duidelijk was hoever Iran met een
daadwerkelijke nucleaire dreiging richting Israƫl was. Daarmee heeft
Israƫl het internationale recht geschonden. Dan kan het niet zo zijn dat
de minister-president niet verder komt dan "te betreuren dat Israƫl zich
genoodzaakt voelde". Hij zegt niet te betreuren dat de aanval heeft
plaatsgevonden, maar dat Israƫl zich genoodzaakt voelde. Hoe beschouwt
de minister-president dan het internationaal recht, dat we ook moeten
uitdragen, als Israƫl hier weer mee wegkomt en de minister-president
daar niks over durft te zeggen?
Minister Schoof:
Als ik zeg dat ik betreur dat IsraĆ«l zich genoodzaakt voelt ā ik kan
niet treden in die afweging ā betekent dat dat ik niet de informatie heb
wat betreft de afweging die Israƫl heeft gemaakt over hoe bedreigend de
situatie voor de staat Israƫl was ten aanzien van de ontwikkeling van
het nucleair programma in Iran. Dat is voor ons als Nederlandse regering
niet duidelijk. Dat heb ik proberen te zeggen en dat is iets anders dan
wat u net zei. Dat is de reden waarom ik het volgende in mijn opbouw heb
gezegd. Een. Wat voor land is Israƫl en wat voor land is Iran? Twee.
Israƫls bestaansrecht staat voor ons niet ter discussie. Wij kunnen niet
in de noodzaak treden. Drie. Voor ons is de enige weg die wij voorstaan
ā dat gebeurt op iets grotere afstand, maar is wel uitermate belangrijk
ā de weg van onderhandeling.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Als je die weg ā¦
De voorzitter:
Graag kort en bondig, meneer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Als je die weg voorstaat, moet je ook durven te veroordelen op het
moment dat er iets plaatsvindt. U zegt zelf dat er geen aanwijzing was
dat Israƫl op dat moment werd bedreigd. Daar zijn de experts voor. Deze
escalatie vanuit Israƫl zorgt ervoor dat ze op een pad zijn gekomen waar
ze allebei niet meer af kunnen. Iran wil nu zo snel mogelijk een
nucleaire bom hebben, want ze worden aangevallen. En Israƫl heeft
eigenlijk geen mogelijkheid meer om zich terug te trekken, want als ze
dat doen, dan weten ze dat Iran zo snel mogelijk een nucleair wapen gaat
ontwikkelen.
De voorzitter:
En uw vraag, meneer Dassen?
De heer Dassen (Volt):
Dus die escalatie gaat nu harder en harder en sneller en sneller. Hoe is
de minister-president van plan die escalatie verder terug te
brengen?
Minister Schoof:
Eerst nog even op dat eerste punt. Ik heb gezegd dat ik de noodzaak die
Israƫl heeft gevoeld, niet kan beoordelen. Dat wil niet zeggen dat ik
heb gezegd dat er geen reden was om aan te vallen. Ik vind het
belangrijk om dat nog even te herhalen, want ik weet dat niet. Ik kan
dat niet beoordelen.
Wij zijn met de internationale partners druk in de weer om te bekijken
wat we in deze situatie wat betreft Israƫl, wat betreft Iran en wat
betreft andere partners in de regio kunnen doen om uiteindelijk
de-escalatie te bereiken. Daar slaan de verklaringen van de Hoge
Vertegenwoordiger op en daar slaan ook de reacties op in de gezamenlijke
verklaringen van het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk, waar
wij ons bij aansluiten. Dat is de route en dat is, ook als Europese
Unie, de manier waarop we proberen dit conflict weer beheersbaar te
krijgen, zodat de onderhandelingen opnieuw kunnen plaatsvinden.
Uiteindelijk gaat het erom dat er wordt voorkomen dat het nucleair
verrijkingsprogramma en al het andere dat Iran doet, leidt tot het
verkrijgen van een nucleair wapen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Wat een quatsch!
Minister Schoof:
Dank u wel.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Wat een quatsch! Echt ongelofelijk. Deze minister-president zegt hier
zojuist: we hebben geen informatie, we hebben geen bewijs dat Iran hier
echt mee bezig is en dat de dreiging imminent is. Dan is de eerste vraag
die aan Israƫl gesteld moet worden: kom met dat bewijs. Lever dat
bewijs. Presenteer het in de Veiligheidsraad. Laat zien waarom dit nodig
is. Heeft de Nederlandse regering dat gedaan? Is hierom gevraagd?
Volgens mij is dat allemaal niet het geval. In dat geval kan je maar ƩƩn
ding doen en dat is deze aanval verwerpen, aangeven dat dit buiten het
internationaal recht heeft plaatsgevonden en dat het niet kan. Het feit
dat de minister-president dat niet doet en denkt dat hij hier wegkomt
met zo'n quatschverhaal ⦠Echt, alsjeblieft.
Minister Schoof:
Voorzitter. Ik ben even sprakeloos, zeg ik heel eerlijk. Ik houd een
paar dagen na deze aanvallen, gelet op alle diplomatieke contacten die
er zijn en alle gesprekken die op dit moment internationaal
plaatsvinden, een verhaal waarin ik zeg dat Iran bezig is met een
buitengewoon gevaarlijke ontwikkeling. Dat is ƩƩn. Twee. We staan wel
voor de veiligheid van de staat Israƫl. Drie. Israƫl heeft een eigen
afweging gemaakt ten aanzien van de dreiging die van Iran uitgaat. Die
kunnen wij op dit moment niet beoordelen. Vervolgens zeg ik: we streven
naar onderhandelingen, dus ⦠Nou, ik ben even sprakeloos. Ik ben gewoon
sprakeloos. Ik vind dit een volstrekt zout verhaal. Natuurlijk zijn we
met diverse landen aan het kijken wat zich daar nou eigenlijk allemaal
afspeelt en hoe dat loopt. Het allerbelangrijkste waar we op dit moment
mee bezig zijn, is ervoor zorgen dat er gede-escaleerd wordt. Dat is in
het belang van de regio, in het belang van Israƫl en Iran, en ook in het
belang van Europa.
De voorzitter:
Nee, meneer Klaver. Ik snap dat de emoties aan alle kanten hoog oplopen.
Daar ga ik trouwens geen oordeel over uitspreken. Maar ik denk wel dat
we een ordentelijk debat met elkaar moeten voeren. Dan helpt het niet
als u buiten de microfoon spreekt. De minister-president gaat over zijn
eigen antwoorden, maar als u vindt dat u nog geen antwoord heeft
gekregen, geef ik u de gelegenheid te reageren. Gaat uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat zal ik heel kort doen. De vraag die ik stelde was: heeft de
Nederlandse regering de Israƫlische regering gevraagd om bewijs voor de
beweringen die zij doet?
Minister Schoof:
Er vinden nog steeds allerlei drukke diplomatieke contacten plaats met
Israƫl, onder andere natuurlijk over deze vraag.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vermoed dat dat een "nee" is, meneer Klaver. Wat wij nu zien, is dat
Netanyahu een verschrikkelijke genocide uitrolt in Gaza, met talloze
doden, tienduizenden doden, dode kinderen. We zien illegale aanvallen op
Libanon. We zien illegale aanvallen en een bezetting op Syrisch
grondgebied door Netanyahu. Nu zien we dat er door Netanyahu een
illegale oorlog is gestart met Iran. Dat is een illegale oorlog. De
afgelopen tijd hebben wij veel analisten en experts gehoord op het
gebied van het internationaal recht. Die zeggen: het feit dat Netanyahu
op alle mogelijke manieren zo veel ruimte krijgt om het internationaal
recht en het oorlogsrecht te schenden, daar niet op wordt aangesproken
en daar geen consequenties van ondervindt ā de eerste sancties vanuit de
Nederlandse regering moeten nog worden opgelegd ā is een reden waarom
Netanyahu nu zoveel ruimte voelt om deze illegale oorlog met Iran te
starten.
De voorzitter:
En wat is uw vraag, mevrouw Dobbe?
Mevrouw Dobbe (SP):
Is de minister-president het eens met die analyse?
Minister Schoof:
Ik denk dat de aanval die Israƫl nu heeft gepleegd op Iran, in het kader
het terugdringen van het nucleair potentieel van Iran, niet moet worden
verbonden aan wat zich nu in Gaza afspeelt. De situatie in Gaza is echt
een volstrekt ander vraagstuk, afgezien van het feit dat Hamas en
Hezbollah proxy's zijn van Iran en er in die zin een een-op-eenrelatie
tussen hen bestaat. Ik kom zo meteen nog op de humanitaire nood en alles
wat daar speelt. Daar kom ik zo meteen nog op, maar dat moet niet
verward worden met de discussie die nu hierover speelt. Wat Israƫl
betreft gaat het blijkbaar over het bestaansrecht van Israƫl. Daarom
hebben ze zich genoodzaakt gevoeld om dit te doen. Maar ik kan niet
treden in die noodzaak. Ik zei al eerder: deskundigen zullen zich buigen
over de vraag of dit een terechte aanval was. Daar zullen we de komende
weken en maanden ongetwijfeld nog heel veel over lezen.
De heer Paternotte (D66):
"Het internationaal recht" is zo'n term die we hier vaak hanteren, maar
ik heb het idee dat de betekenis daarvan steeds verder afneemt. Als je
een land aanvalt met de reden "het land is met hele verkeerde dingen
bezig, dus we vallen het aan", dan betekent het internationaal recht
niet zo veel meer. Ik snap heel goed dat Israƫl dat vindt van Iran. Iran
steunde al die terreurorganisaties en de aanval van Hamas was niet
mogelijk geweest zonder Iran. Maar er waren nu onderhandelingen gaande.
Tijdens die onderhandelingen wordt een van de onderhandelaars opgeblazen
en wordt de top van het leger van Iran geliquideerd.
In 2003 ging Colin Powell nog naar de Veiligheidsraad om te laten zien
dat er in Irak werd samengewerkt met Al Qaida en er
massavernietigingswapens waren. Dat bleek niet helemaal te kloppen, maar
de Verenigde Staten deden er veel aan om een rationele legitimatie
binnen het internationaal recht voor die aanval te tonen.
De voorzitter:
Uw vraag, meneer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Nu heeft Israƫl deze aanval ingezet en zelfs nu zegt de
minister-president niet: nou, ik vind het heel heftig dat dit is gebeurd
en ik wil daar een rationalisatie, een onderbouwing voor zien. Hij zegt
alleen: daar zullen deskundigen de komende tijd ongetwijfeld naar
kijken. Maar dat geeft toch aan dat er heel veel is veranderd in die
tijd? Vroeger moest de grootste supermacht zo'n aanval legitimeren, en
nu is de analyse eigenlijk: we zullen nog wel een keer te weten komen of
dit terecht was.
Minister Schoof:
Ik heb gezegd dat de deskundigen zich nog wel zullen buigen over de
vraag in relatie tot het internationaal recht. Ik heb overigens gezegd
dat ik niet kan treden in de noodzaak die het Israƫlische kabinet heeft
gevoeld om deze aanval te plegen. Ik heb namelijk niet de informatie die
Israƫl heeft om deze aanval te motiveren. Daar zal internationaal in de
komende periode ongetwijfeld nog veel over worden gesproken.
De voorzitter:
Voordat ik mevrouw Dobbe het woord geef, zeg ik dat ik het idee heb dat
ook de definitie van het begrip "kort" aan verandering onderhevig is in
de Kamer. Ik zou echt heel graag willen dat de interrupties veel korter
en bondiger worden, zodat de minister-president ze ook kort en bondig
kan beantwoorden. Op een gegeven moeten we dit debat namelijk wel
afsluiten en naar huis gaan.
Mevrouw Dobbe (SP):
Voorzitter, we gaan ons best doen. Ik wilde niet naar voren lopen, maar
ik hoorde de minister-president toch echt zeggen: de komende tijd zullen
er allerlei analyses komen of dit conform het internationaal recht was
of niet. Het is niet zo ingewikkeld. Je mag een land aanvallen op het
moment dat de VN-Veiligheidsraad daar toestemming voor geeft. Dat is
hier niet gebeurd! En wat denkt de minister-president dat het doet met
de legitimiteit van de Verenigde Naties en het internationaal recht als
we dit niet veroordelen, ook al is het daar klip-en-klaar mee in
strijd?
Minister Schoof:
Daar kan ik op dit moment niet ƩƩn-twee-drie antwoord op geven. Er is
volgens mij al over gesproken in de Veiligheidsraad. Ik stel voor dat u
dit debat morgen met de minister van Buitenlandse Zaken vervolgt. Ik
denk dat u dat ongetwijfeld uitvoerig zult doen. U heeft daar natuurlijk
ook al veel over gesproken met de minister van Buitenlandse Zaken, ook
in de afgelopen periode.
De voorzitter:
Gaat u verder met het volgende blok.
Minister Schoof:
Dat is Israƫl en Gaza, voorzitter, een onderwerp dat velen in de Kamer
en in de Nederlandse samenleving raakt. Veel mensen voelen zich hierbij
betrokken en in die zin waren de opkomst en de vreedzaamheid van de
demonstratie van afgelopen weekend indrukwekkend, een demonstratie tegen
het conflict in de Gazastrook en met name het leed dat daar wordt
aangericht. Het is dus duidelijk dat er in Nederland veel zorgen leven
over dit conflict.
De afschuwelijke beelden en verhalen snijden natuurlijk dwars door je
heen. Ik heb al wel vaker gezegd dat dat net zo goed voor mij als voor
ieder ander geldt. Ik heb afgelopen weekend ook laten weten dat het
kabinet daar niet blind voor is en dat veel van de zorgen die over de
mensen in Gaza leven, ook de zorgen van het kabinet zijn. Die zorgen
worden ook permanent overgebracht aan Israƫl. Er is een aantal keer aan
gerefereerd, maar mijn boodschap was en is dus "we zien jullie en we
horen jullie". Ons doel is uiteindelijk hetzelfde, namelijk ervoor
zorgen dat er een eind wordt gemaakt aan het leed in Gaza, dat de
humanitaire hulp op gang komt, dat de gijzelaars worden vrijgelaten en
dat er een staakt-het-vuren komt dat uiteindelijk kan leiden tot
duurzame vrede.
Voorzitter. De ontwikkelingen in Gaza volgen elkaar snel op. Het
Israƫlische optreden verhardt met de intensivering van de militaire
operaties, met veel burgerslachtoffers tot gevolg. We hebben dan ook
grote zorgen over de humanitaire situatie in Gaza. De beelden, die
spreken voor zich!
Uw Kamer ontving vandaag een brief over de situatie in de Gazastrook en
de Westelijke Jordaanoever, waarin de minister van Buitenlandse Zaken en
ik zijn ingegaan op veel van uw verzoeken. We schetsen daarin ook dat
het blokkeren van humanitaire hulp, elektriciteitsleveranties en toegang
tot medische zorg indruist tegen het internationaal recht. Juist van een
democratische partner en een bondgenoot als Israƫl verwachten wij
meer.
Hoewel de Israƫlische regering op 18 mei 2025 aankondigde de minimale
hoeveelheid hulp de Gazastrook binnen te laten, achten wij dit gebrekkig
en volstrekt onvoldoende. De bevolking blijft verstoken van voldoende
voedsel en andersoortige hulp, terwijl de noodzaak van massale
humanitaire hulp wordt onderstreept door onder andere het meest recente
rapport van de Integrated Food Security Phase Classification. We blijven
de Israƫlische regering oproepen tot opheffing van de humanitaire
blokkade en een onmiddellijk staakt-het-vuren.
Tegelijkertijd gaat er nog steeds dreiging uit van de terreurorganisatie
Hamas en de bredere regio. Momenteel houdt Hamas nog steeds 53
gegijzelden vast in de Gazastrook, van wie naar verluidt nog minsten 20
personen in leven zouden zijn. Hamas moet alle gijzelaars vrijlaten en
de wapens neerleggen.
We kijken steeds waar we het meest effectief kunnen zijn en we gebruiken
daarvoor alle kanalen en alle mogelijke momenten die we daarvoor hebben,
ook in de EU. Zo hebben wij als kabinet vandaag besloten ā dat is bij
brief aan uw Kamer gecommuniceerd ā dat wij een voorstel tot sancties
van Zweden tegen de extremistische ministers Ben-Gvir en Smotrich zullen
steunen. Beiden hebben herhaaldelijk geweld door kolonisten aangewakkerd
tegen de Palestijnse bevolking, bepleiten voortdurend de uitbreiding van
illegale nederzettingen en roepen op tot etnische zuivering in de
Gazastrook. Dat zijn uitlatingen die voor dit kabinet volstrekt
onacceptabel zijn. Dit komt aan de orde in de Raad Buitenlandse Zaken
van 23 juni, waarover uw Kamer morgen in gesprek gaat met de minister
van Buitenlandse Zaken.
Voorzitter. Daarnaast blijft Nederland onverminderd elke poging tot een
staakt-het-vuren steunen, richting Israƫl, maar ook richting belangrijke
partners die het proces ondersteunen zoals Egypte en Qatar. De minister
van Buitenlandse Zaken, maar ook ikzelf hebben geregeld contact met
hen.
Dan met betrekking tot de vele vragen over genocide en de
verplichtingen. Natuurlijk hebben wij kennisgenomen van het rapport over
mogelijke genocidale handelingen en ook het risico op genocide en
natuurlijk zijn we daar bezorgd over. Ik zei al: die beelden laten
niemand onberoerd. We hebben hier ook in uw Kamer al veel over
gewisseld, eerst bij brief van 21 januari en ook in onze brief van
vandaag gaan we hier uitgebreid op in. Het is in meerdere debatten al
aan de orde geweest. U zal voor het eind van deze week nog de
schriftelijke antwoorden ontvangen op de Kamervragen. Ik ben even kwijt
van wie, zeg ik even heel eerlijk. Dat durf ik even niet te
zeggen.
Elk risico op genocide nemen wij serieus. Of er sprake is van genocide ā
dat heb ik al vaker gezegd ā ga ik niet zelf beoordelen of vaststellen.
Het is een uiterst ernstige kwalificatie en daarom zijn we in de regel
uiterst zorgvuldig om een situatie als genocide te kwalificeren. Deze
terughoudendheid moet zeker niet gezien worden als ontkenning van de
ernst van de catastrofale situatie in de Gazastrook. Wij respecteren ook
de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 26 januari 2024. Die
uitspraak zag op het risico van genocide. Daarover hebben we u ook bij
brief geĆÆnformeerd op 13 februari 2024. Dus ook daar handelen we naar op
heel veel manieren. Kortom, wij doen wat we moeten doen.
De heer Paternotte vroeg naar de follow-up van artikel 2 als de EU
vaststelt dat er schendingen plaatsvinden. De Hoge Vertegenwoordiger
Kallas zal naar verwachting tijdens de komende Raad BZ de resultaten van
de review van artikel 2 van het associatieakkoord met de lidstaten
delen. Het doel is om hier een zo groot mogelijk aantal lidstaten achter
te krijgen. Ons doel is de druk op Israƫl om van koers te veranderen te
verhogen, uiteindelijk om te bewegen naar een staakt-het-vuren, het
volledig en onvoorwaardelijk opheffen van de illegale humanitaire
blokkade en de partijen ervan te weerhouden stappen te ondernemen die
ons verder verwijderen van de tweestatenoplossing. Ik wil nu niet
vooruitlopen op de uitkomsten van de evaluatie. Wel kan ik u verzekeren
dat Nederland zich zal blijven inzetten voor een passende
opvolging.
De heer Klaver vroeg of de minister-president zich wil inzetten voor een
aantal dingen, te beginnen met humanitaire hulp. Onmiddellijke
ongehinderde toegang voor professionele hulporganisaties, zoals de VN,
het Rode Kruis en de Rode Halve Maan, is cruciaal. Nederland zet zich
hier actief voor in, zowel bilateraal als multilateraal. Ik heb dat ook
gisteren nog in een overleg met het Rode Kruis laten weten.
Dan het opzeggen van het handelsdeel. Komende maandag tijdens de Raad BZ
presenteert Hoge Vertegenwoordiger Kallas de uitkomst van de evaluatie
van artikel 2. Dat wachten we af en op basis daarvan nemen we dan een
volgende stap. Handel met illegale nederzettingen. Zoals bekend
ontmoedigt Nederland dat. Voor een verbod daarop hebben we een voorstel
van de Commissie nodig. We wachten daarvoor ook op de evaluatie van
artikel 2. Dus ook dat komt als het goed is aan bod in de Raad van de
ministers van Buitenlandse Zaken.
Dan de waarheidsvinding. Nederland heeft na 7 oktober 2023 een extra
vrijwillige bijdrage aan het Internationaal Strafhof gedaan van 3
miljoen euro voor de versterking van de onderzoekscapaciteit van het
hof. Ook heeft het kantoor van de VN-Hoge Commissaris voor de
Mensenrechten twee keer een miljoen dollar gekregen ter ondersteuning
van de onderzoekswerkzaamheden van het veldkantoor in de Palestijnse
gebieden.
De heer Dassen vroeg "wegen de nadelen van de volgende maatregelen
daadwerkelijk zwaarder dan de verplichtingen?" en hij noemde er daar een
aantal. Ik herhaal dat Nederland elk risico op genocide serieus neemt.
Voor wat betreft de genoemde verplichting: Nederland zet al langere tijd
stappen om de situatie naar vermogen te verbeteren. U las dat in de
brief van 21 januari jongstleden en nu ook in de brief van vandaag. Het
kabinet beziet steeds welke instrumenten, maatregelen of stappen op het
terrein van diplomatie, humanitair, veiligheid en bestrijding van
straffeloosheid kunnen worden ingezet ten behoeve van een verbetering
van de situatie in Israƫl en de Palestijnse gebieden.
Dan: wat doet het kabinet om ervoor te zorgen dat de Verenigde Naties
weer voedsel kunnen uitdelen in Gaza? Ik ben het met de heer Paternotte
eens en ik zei het al: het distributiesysteem van de Gaza Humanitarian
Foundation brengt burgers in gevaar en staat op gespannen voet met het
humanitaire oorlogsrecht en het is gewoon te weinig. Hierover sprak
Nederland al veelvuldig zorgen uit. Het is evident dat de VN
ongehinderde toegang moeten krijgen tot de gehele Gazastrook. Dat geldt
ook voor het Rode Kruis, de Halve Maanbeweging en relevante ngo's. We
hebben frequent contact met onze humanitaire partners. Ze zijn nog
altijd aanwezig in Gaza, waar ze hun werk overigens niet veilig kunnen
doen en vele restricties opgelegd krijgen door Israƫlische autoriteiten.
Ook dat is buitengewoon zorgelijk. Nederland roept Israƫl op om de
professionele gemandateerde hulporganisaties onmiddellijk volledig
toegang te verlenen, ongeacht hoe het verdergaat met de Gaza
Humanitarian Foundation.
Dan vroeg de heer Van Campen naar de appreciatie van het plan van Ehud
Barak. Ik heb begrepen dat oud-premier Barak heeft gepleit voor een
staakt-het-vurendeal en een robuust "day after"-plan, met aandacht voor
technocratisch Palestijns bestuur ā dat wil zeggen: zonder Hamas ā en
met een belangrijke rol voor de regionale partners. Een staakt-het-vuren
is cruciaal voor de gijzelaars en het verlichten van het menselijk
lijden. Voor Nederland zijn voor de toekomst van de Gazastrook de
principes zoals uitgedragen door de G7 leidend. Dat betekent dat Gaza
van de Palestijnen is. Hamas moet ontwapend worden; er is geen rol voor
Hamas in het toekomstige bestuur van de Gazastrook. Hierbij spelen onze
regionale partners, Jordaniƫ en Egypte in het bijzonder, een belangrijke
rol. Samen met hen en de EU zet Nederland zich hiervoor in. Het pleidooi
van de heer Barak speelt hier dus ook goed op in.
Dan vroeg de heer Ceder of de grens met Egypte open kan voor humanitaire
hulp. Dat onderwerp kaarten we met enige regelmaat aan, want aan de
grens staan de VN, het Rode Kruis en de relevante ngo's nog steeds klaar
met duizenden trucks vol hulp. Deze organisaties werken volgens
humanitaire principes op basis van de hoogste humanitaire noden. Het is
van levensbelang dat zij hun werk kunnen doen. Het is dus cruciaal dat
er meer grensovergangen worden geopend. Daar spreken we Israƫl op aan,
maar ook in de gesprekken met Egypte benadrukt Nederland het belang van
het openen van de grenzen en dat blijven wij ook doen.
Dan ... Nee, volgens mij ben ik er dan vrijwel doorheen, maar
ongetwijfeld zal dit nog een aantal vragen of interrupties oproepen.
De voorzitter:
Ik ga ervan uit dat dit nog vragen oplevert. Meneer Van Dijk, dit is uw
laatste interruptie.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik had er twee gedaan.
De voorzitter:
Ja, en ik had drie gezegd.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Tegen de heer Klaver zei u vier, maar ik ga niet flauw doen. Het is
goed; dan ga ik proberen het in ƩƩn interruptie te stoppen. De premier
had het over de twee Israƫlische ministers tegen wie het Nederlandse
kabinet sancties zou willen steunen. De uitlatingen van die ministers
zijn lelijk, extreem, slecht voor de vrede. Daar ben ik het volledig mee
eens. Tegelijkertijd zijn het uitlatingen; het is geen kabinetsbeleid.
Ik denk dat iemand als Erdogan weleens extremere dingen heeft gezegd en
toen kwamen er ook geen sancties. Mijn concrete vraag is dus: houden dit
soort sancties ook juridisch stand? Een nog belangrijkere vraag: Hamas
zal er heel blij mee zijn en zal het fijn vinden dat deze kaarten worden
getrokken, maar schieten de Palestijnen hier werkelijk ook iets mee
op?
Minister Schoof:
Ik heb eerder gezegd dat wij, hoewel een deel van uw Kamer vindt dat wij
volstrekt onvoldoende doen, elke keer opnieuw wegen welke stappen wij
kunnen zetten, gelet op de situatie zoals die zich in Gaza voordoet. Die
stappen zetten wij bij voorkeur in internationaal verband. Dat is ook de
reden waarom Nederland in de EU een discussie is begonnen over artikel 2
van het associatieverdrag. Nu zien wij dat een partnerland in de EU het
verzoek ook bij de EU neerlegt ā want sancties lopen ook via de EU ā om
te kijken of de mogelijkheid bestaat om overeenstemming te bereiken om
een sanctie te treffen tegen de ministers Ben Gvir en Smotrich. Dat is
een besluit dat dan in EU-verband moet worden genomen. Daarop worden
natuurlijk ook de juridische toetsen toegepast om te zien of die
sancties uiteindelijk houdbaar zijn. Dat proces kan zich de komende
periode afspelen met actieve steun van Nederland. Dat signaal is in de
diplomatie natuurlijk altijd belangrijk. We hebben het ook steeds over
het uitoefenen van druk op Israƫl om ervoor te zorgen dat men de
situatie in Gaza verandert. Dit is dan een stap.
De voorzitter:
Ik heb even niet gezien wie als eerste was: de heer Paternotte of de
heer Klaver? Heel galant, meneer Klaver. De heer Paternotte, gaat uw
gang.
De heer Paternotte (D66):
Er liepen 150.000 mensen in het rood door Den Haag. Maar we zien ook in
opiniepeilingen dat mensen in Nederland het gevoel hebben dat er echt
iets of meer moet gebeuren. Zij willen natuurlijk dat we stoppen met
evalueren, onderzoeken en afwachten. Daarom stelde ik de vraag of we ook
echt wat gaan doen als dinsdag door de ministers wordt geconcludeerd dat
Israƫl de mensenrechten, en dus het associatieverdrag, schendt. Of is
het antwoord dan weer dat wij daar niet op vooruit willen lopen en dat
we dat gaan onderzoeken? Zo draaien we die rondjes al anderhalf jaar met
elkaar. Dus daarom nog een keer de volgende vraag. Die conclusie op
maandag kan natuurlijk alleen maar duidelijk zijn, want het is eigenlijk
al geconcludeerd. Maar als nou wordt vastgesteld dat Israƫl het
associatieverdrag schendt, dan moet dat toch consequenties hebben? We
kunnen dan toch niet zeggen dat we daar ook weer niet op vooruit kunnen
lopen? Dan moet toch duidelijk zijn dat er stappen komen?
Minister Schoof:
Die stappen moeten dan gezamenlijk worden gezet. Daar zal dus ook
onmiddellijk in de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken over worden
gesproken.
De voorzitter:
Meneer Paternotte, u heeft drie interrupties gehad. De
minister-president gaat over zijn eigen antwoorden.
De heer Paternotte (D66):
Dan doe ik u een plezier en doe ik het in twee regels. Ik vraag
natuurlijk wat de inzet van Nederland is en niet of we het daarover eens
moeten worden. Maar wat is de inzet van Nederland? We zijn geen
toeschouwers.
Minister Schoof:
Nee, we zijn geen toeschouwers, maar we zijn wel bezig met elkaar te
onderhandelen en met elkaar in de Europese Unie te kijken waar
uiteindelijk de besluitvorming kan plaatsvinden ten aanzien van de
maatregelen die kunnen worden genomen. De eerste stap is nu dat de Hoge
Vertegenwoordiger Kallas ā dat is dus volgende week maandag ā komt met
haar resultaten van de review. De volgende stap is dat de landen met
elkaar kijken welke maatregelen op basis daarvan genomen kunnen worden
in overleg met de Hoge Vertegenwoordiger. Ik ben het met u eens: als je
tot deze conclusie komt, zitten daar vervolgstappen aan. Maar dan ga je
dus met elkaar praten om te zorgen dat die stappen er komen. Maar het
gebeurt wel in de context van de Europese Unie en door de ministers van
Buitenlandse Zaken.
De voorzitter:
Meneer Klaver, ik ga u het woord geven. Maar ik blijf bij drie
interrupties. Het ging net even buiten mij om. Daar heb ik niet snel
genoeg op gereageerd, dus dat ligt aan mij. Maar ik blijf bij drie
interrupties. Het is 23.30 uur geweest. We hebben ook nog een tweede
termijn. U heeft er nog twee tegoed. Gaat uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Korte vraag. We hebben een motie ingediend over deze twee ministers.
Eerder was het oordeel daarover "ontijdig". Ik zou dus graag willen
weten of het oordeel daarover verandert. De tweede vraag sluit aan bij
collega Paternotte. We willen weten wat de inzet van het kabinet is
nadat er een uitspraak is gekomen, nadat het onderzoek is geweest. Wat
is dan de inzet? Is de inzet van dit kabinet dat het handelsdeel van het
associatieakkoord dan wordt opgeschort? Kan de minister dat
bevestigen?
Minister Schoof:
Met betrekking tot de eerste vraag: de motie zal "oordeel Kamer"
krijgen. Dan de vervolgvraag. Ik stel echt voor dat u dat morgen met de
minister van Buitenlandse Zaken oppakt en deze discussie met hem voert.
Hij zit maandag in de Raad met de ministers van Buitenlandse Zaken. Ik
weet dat hij dat debat ongetwijfeld veel beter en inhoudelijker met u
kan voeren, gelet op de discussie die de ministers van Buitenlandse
Zaken daar zelf ook over voeren, dan ik op dit late moment van de nacht
kan doen.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Met dat antwoord neem ik toch geen genoegen.
Minister Schoof:
Daar was ik al bang voor.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Het kabinet spreekt namelijk met ƩƩn mond. Bij de Europese top, en zeker
ook en marge, zal over dit onderwerp worden gesproken. Ik denk dat de
minister-president zijn eigen rol hierin niet moet onderschatten. Ik wil
gewoon van de minister-president weten wat het standpunt is van de
Nederlandse regering hierover. Het is laat, dat begrijp ik. Dat is
buitengewoon vervelend. Maar het is wel een belangrijk onderwerp. Daarom
debatteren we hierover. Dit is een volstrekt normale vraag: wat is de
inzet van de Nederlandse regering als uit het onderzoek naar voren komt
dat Israƫl die voorwaarden schendt? Ik vraag de minister om bevestiging.
Klopt het, met alles wat de minister-president heeft gezegd ā volgens
mij zijn we dan heel snel klaar ā dat Nederland dan gaat aandringen op
het opschorten van het handelsdeel van het associatieakkoord?
Minister Schoof:
Het kan niet zo zijn dat er geen consequenties zijn als de review
uitpakt zoals hier wordt gesteld en, denk ik, algemeen wordt verwacht.
Op de vraag welke consequenties dat exact heeft, kan ik op dit moment
geen antwoord geven.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Nog even over die maatregel tegen die twee ministers in het Israƫlische
kabinet. Dat is een stap, maar de vraag is dan natuurlijk waarom het
kabinet eerder een motie die hier allang was ingediend ontijdig heeft
verklaard. De uitspraken van die extremistische ministers waren begin
vorig jaar al gedaan. Waarom komt het kabinet dan nu pas met die
maatregel, nu andere landen die hebben aangekondigd? Het hobbelt daar
een beetje achteraan.
Minister Schoof:
Wij volgen nu de Zweden in de Europese Unie. We zijn daarmee het tweede
land, dus dat valt nog mee, zou ik zeggen, in termen van erachteraan
hobbelen. Ik zei al eerder dat het kabinet permanent weegt wat het moet
doen ten aanzien van de volstrekt catastrofale humanitaire situatie in
Gaza. Elke keer wegen wij binnen het kabinet welke stappen we wel of
niet kunnen zetten, ook met onze internationale partners. Dan schrijdt
de tijd voort en daarmee, zou je kunnen zeggen, het inzicht. Dat heeft
er in de boezem van het kabinet nu toe geleid dat wij dit het moment
vinden om ons te sluiten bij het verzoek dat Zweden zal doen in het
ComitƩ van Ministers.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Er zijn ook al andere landen die deze sanctie hebben aangekondigd,
vandaar dat ik zei dat we erachteraan hobbelen. Het is natuurlijk wel
heel opmerkelijk dat dat nu gebeurt, nadat er een enorm protest is
geweest, met 150.000 mensen, de grootste demonstratie van de 21ste eeuw,
waarin mensen oproepen: doe meer om die genocide in Gaza te stoppen. Dan
heb ik een vraag over deze maatregel in het perspectief van wat er nu
aan de hand is, die genocide. Deze maatregel houdt in dat de
banktegoeden van die ministers in die landen worden bevroren en dat ze
niet meer naar die landen mogen. Nou, het is een stapje, maar denkt de
minister dat dit voldoende is om de druk op te voeren om die genocide te
stoppen?
Minister Schoof:
Wij nemen elke keer stapjes. Wij veroordelen, wij ontbieden
ambassadeurs, wij voeren druk uit om uiteindelijk de situatie in Gaza,
die verergert, een halt toe te roepen, om te zorgen dat er iets gebeurt.
Daar maken wij onze eigen weging in. Die weging heeft er de afgelopen
periode in het kabinet, en in de gesprekken die we in het kabinet hebben
gevoerd, toe geleid dat wij vinden dat wij nu deze stap, die Zweden
heeft gezet en waarmee dit op de agenda van de Europese Unie is gezet,
moeten zetten. Eerder heeft minister Veldkamp namens het kabinet ā dat
is ook besproken in het kabinet ā de stap gezet om überhaupt de
discussie over artikel 2 aan te gaan in de Europese Unie. Nederland was
absoluut de eerste die dat op de agenda zetten, voor een deel ook tot
verrassing van landen in de Europese Unie. Zo maken we elke keer onze
afweging en zetten wij stappen of stapjes. Het is goed om hier nog eens
een keer neer te zetten dat wij niet niks doen. U vindt soms dat wij te
weinig doen. Dat is een ander verhaal. Maar wij zien dat leed. Wij
willen ook dat dat verandert en zetten daarvoor allerlei stappen. In die
lijn van het zetten van stappen past artikel 2 en past nu het steunen
van het verzoek om sancties te treffen tegen deze twee ministers.
De voorzitter:
Dit is uw laatste interruptie, mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik zie dat mensen bewust uitgehongerd worden. Gisteren werden mensen die
al uitgehongerd waren en naar een hulppost gingen, beschoten,
doodgeschoten door het Israƫlische leger. Hier komt het kabinet aan met:
we zetten stapjes. Ondertussen blijven we wapens importeren vanuit
Israƫl, blijven we wapenonderdelen sturen en houden we gezellig
economische banden aan. Natuurlijk kan er veel meer gebeuren, maar dit
kabinet houdt Israƫl nog steeds de hand boven het hoofd, zo te horen.
Het doet ministapjes om te laten zien: kijk eens, we doen wel wat en we
delen onze zorg. Je kunt niet vrijblijvend doen alsof je voor de
mensenrechten opkomt. Wanneer er onschuldige mensen kapotgeschoten
worden, kun je niet zeggen: dit staat op gespannen voet met het
internationaal recht. Dat heeft de premier zojuist gezegd. Dus ja, ik
vraag hier om meer actie. Ja, mensen zijn boos. Denk maar niet dat
mensen niet meer de straat op gaan als ze dit horen, want ja, die
sancties tegen die extremistische ministers zijn nodig. Maar er is
zoveel meer nodig. Het staat niet in verhouding met wat we moeten doen
om de genocide te stoppen. Denk maar niet dat mensen erin trappen. Er
zal zo weer een demonstratie komen als de premier muizenstapjes blijft
zetten die helemaal niks doen om de genocide te stoppen.
Minister Schoof:
De demonstraties zoals we afgelopen zondag en een maand geleden hebben
gezien, zijn indrukwekkend en geven uiting aan de grote zorgen die bij
een flink deel van de Nederlandse bevolking leven. Daar zijn we niet
blind voor. Tegelijkertijd maakt het kabinet zijn eigen afweging ten
opzichte van welke stappen wij zetten in relatie tot Israƫl en van wat
wij vinden dat we moeten doen in nationaal en internationaal verband om
te zorgen dat we uiteindelijk ons doel bereiken, namelijk dat de
humanitaire situatie in de Gazastrook fors verbetert, de blokkades
worden opgeheven, de gijzelaars worden vrijgelaten, er een
staakt-het-vuren komt en uiteindelijk ook duurzame vrede in het licht
van de tweestatenoplossing.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, uw laatste interruptie.
De heer Van Baarle (DENK):
150.000 mensen vroegen inderdaad om harde maatregelen tegen Israƫl om
die genocide te stoppen, niet om symboliek of sancties tegen twee
ministers van wie eventueel de tegoeden worden bevroren. Deze
minister-president zegt net dat hij niet kan vooruitlopen op wat de
inzet van Nederland wordt bij het onderzoek naar het
EU-associatieakkoord met Israƫl. Het is toch ontzettend ongeloofwaardig
dat het kabinet daarover onderling niet zou hebben gesproken op de dag
voordat de minister van Buitenlandse Zaken hierover het debat met de
Tweede Kamer aangaat. De minister-president geeft zelf net aan dat
hierover in Europa wordt onderhandeld. Dus moet de Nederlandse regering
wel degelijk een inzet hebben. Wel degelijk moet de Nederlandse regering
hebben bekeken wat de mogelijkheden zijn die zij heeft. Ik vraag de
minister-president daar helder over te zijn richting de Kamer en op zijn
minst, als hij dat nu niet kan, voor het debat mogen een brief aan de
Tweede Kamer te sturen over wat de Nederlandse inzet zal zijn als de
uitkomsten van de review zijn dat artikel 2 geschonden wordt.
Minister Schoof:
Volgens mij is het nog eenvoudiger. Ik heb gezegd dat er consequenties
zijn waar een passende opvolging aan moet worden gegeven. De minister
van Buitenlandse Zaken heeft morgen met u een debat, dat uitgerekend
over deze Raad gaat. Dat lijkt me het juiste moment om met de minister
van Buitenlandse Zaken, die in die Raad zit waarin de review aan de orde
is, het gesprek daarover te voeren. Een brief lijkt me eerlijk gezegd
niet nodig, ben ik zo vrij om te zeggen, mevrouw de voorzitter, omdat
het debat met de minister van Buitenlandse Zaken morgen juist over deze
Raad gaat.
De voorzitter:
Heer Dassen, uw laatste interruptie.
De heer Dassen (Volt):
Ik heb in mijn bijdrage een hele duidelijke vraag aan de
minister-president gesteld waar ik nog geen antwoord op heb gekregen. Ik
vroeg hem of hij erkent dat er ten minste een reƫle dreiging op genocide
in Gaza is. Dat is een hele simpele ja-neevraag, waarop ik nog geen
antwoord heb gehad. Omdat dit mijn laatste interruptie is, wil ik op een
ander punt doorgaan. De minister-president geeft zelf aan dat er
onvoldoende zorg en eten is, dat Israƫlische acties verharden en er veel
meer burgerslachtoffers vallen. De reden om de sancties te steunen
richting Ben Gvir en Smotrich is dat zij oproepen tot etnische
zuivering. Ik weet niet hoe het in Israƫl precies gaat en of ze daar
eenheid van kabinetsbeleid hebben, maar zij zitten wel in een regering
en blijkbaar wordt dit ook gesteund door die andere bewindspersonen die
daar zitten. Katz roept ook op tot uithongering van Gaza, annexatie van
Gaza en annexatie van de Westbank. Waarom gaat hij er dan niet op? Het
is toch onacceptabel dat als twee mensen binnen een regering oproepen
tot etnische zuivering en de rest van de regering erbij staat en ernaar
kijkt, we daar dan geen sancties op zetten? Dat is dan toch
onacceptabel? Hoe kijkt de minister-president daarnaar?
Minister Schoof:
Ik ben het eens met de heer Dassen dat ik ook niet weet of daar eenheid
van kabinetsbeleid is. Wat ik wel weet is dat deze twee zich in
buitengewoon extremistische taal hebben uitgelaten. Zoals u het net
citeerde heb ik het eerder ook geciteerd. En dat is de reden dat deze
twee ā dat is ook de achtergrond van het Zweedse verzoek ā in de
bespreking komen ten behoeve van sancties en dat Nederland heeft
besloten zich daarbij aan te sluiten. Zij hebben die uitspraken
gedaan.
De voorzitter:
Gaat u verder met het volgende blok.
Minister Schoof:
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
O, de heer Ceder heeft zijn laatste interruptie voor dit blok over
Israƫl en Gaza. Gaat uw gang, meneer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ten aanzien van de sancties op de twee Israƫlische ministers deel ik de
mening dat er uitspraken worden gedaan die niet door de beugel kunnen.
Ik heb een vraag gesteld over de precedentwerking die je hiermee
creƫert. Ik heb gevraagd om de brief. Die hebben wij niet gekregen in de
pauze. We moeten dus meegaan in iets waarvan ik als controlerende
parlementariƫr de inhoud niet ken. Ik heb gevraagd welke rechtsgronden
er zijn. We hebben namelijk Erdogan en Aliyev nooit gesanctioneerd en nu
deze wel. Wat is het verschil? Hoe zorg je dat er geen precedentwerking
is? Hoe voorkom je dat het wordt teruggedraaid bij het Hof van Justitie?
Dat zou een blamage zijn en ook rieken naar een fixatie op Israƫl,
terwijl er geen deugdelijke juridische onderbouwing was. Als ik de
premier goed heb gehoord, is Nederland tot nu toe het enige land dat
zich achter Zweden schaart. Is dat diplomatiek binnen de EU en
geopolitiek op dit moment wel verstandig, ervan uitgaand dat
waarschijnlijk de rest, dus Duitsland maar ook anderen, tegen zijn? Daar
heb ik allemaal geen antwoord op gehad, maar er wordt wel verwacht dat
wij hierin meegaan. Kan de minister-president daarop reflecteren en, zo
niet, kunnen we daarover een brief krijgen, liefst nog voor de RBZ
morgen? Dit zijn voor mij relevante vragen om te kunnen wegen of dit,
los van het doel, een deugdelijk verzoek is.
Minister Schoof:
In het briefje van de minister van Buitenlandse Zaken dat u in de
schorsing hopelijk heeft kunnen lezen, stond dat de brief van Zweden
niet openbaar is. Dat is wel belangrijk. We hadden de brief graag willen
geven, maar de brief is niet openbaar. De minister heeft zich wel in
allerlei media geuit, dus daarom konden we de brief wel noemen. De brief
is in die zin bekend. Wij hebben onze afwegingen waarom wij vinden dat
we Zweden kunnen steunen, opgeschreven in de brief van eerder vandaag
van de minister. Die slaan op de uitspraken en op andere zaken. Juist de
behandeling in de Raad van ministers van Buitenlandse Zaken geeft de
garantie dat er gewogen wordt op criteria of het wel of niet gebeurt en
ook op haalbaarheid. Ik stel ook hierbij voor om de minister van
Buitenlandse Zaken voor de RBZ niet te belasten met een brief, maar hem
hierop in de RBZ mondeling in te laten gaan. Dat lijkt me een relevante
vraag. In die zin snap ik de heer Ceder heel goed.
De voorzitter:
Gaat u verder met het blokje OekraĆÆne. Ik zou het heel plezierig vinden
als u dat in hetzelfde tempo doet als de vorige twee blokjes ā¦
Minister Schoof:
Ik ga mijn best doen, voorzitter.
De voorzitter:
⦠en wellicht ook wat bondiger kunt reageren waar dat kan.
Minister Schoof:
Het tempo was goed, maar het moet korter, begrijp ik.
De voorzitter:
Exact.
Minister Schoof:
Ik krijg graag instructies; dat helpt.
De voorzitter:
Het was een vriendelijk verzoek. Ga uw gang.
Minister Schoof:
Ik bedoelde het allervriendelijkst. Net als u wil ik ook vannacht nog
een tijdje slapen. Maar het zijn belangrijke onderwerpen, zeker.
De heer Kahraman vroeg wat de stand van zaken is van de onderhandelingen
tussen Rusland en OekraĆÆne. Ik denk dat u uit de media wel weet dat er
geen noemenswaardige voortgang is. Er wordt af en toe wel gesproken,
maar op dit moment is er geen enkel reƫel zicht op een doorbraak die
leidt tot een werkelijk staakt-het-vuren.
De heer Dassen vroeg wat de Nederlandse positie is met betrekking tot de
veiligheidsgaranties. Hij vroeg ons in het bijzonder om serieus te
kijken naar een geĆÆntegreerd luchtverdedigingsschild met OekraĆÆne, in
lijn met eerdere moties. De best haalbare veiligheidsgarantie voor
OekraĆÆne is een sterk OekraĆÆens leger. Het kabinet is geen voorstander
van het opzetten van een luchtverdedigingsschild in West-OekraĆÆne. Het
is veel efficiënter om Oekraïne luchtverdediging te geven, zodat het
land die kan inzetten waar het er echt toe doet. We zijn op allerlei
manieren bezig om OekraĆÆne daarin te steunen.
De heer Klaver vroeg of ik mogelijkheden zie om in de kopgroep
Amerikaanse wapens in te kopen, zoals F-16's, en deze vervolgens aan
OekraĆÆne te geven. OekraĆÆne heeft inderdaad meer militaire steun nodig.
De markt is beperkt. U weet dat Nederland co-leider is van de Air Force
Capability Coalition, het samenwerkingsverband dat de levering van
F-16's aan Oekraïne coördineert. Onderdeel daarvan is het inkopen van
F-16-munitie primair vanuit de VS. Nederland heeft zelf voor 450 miljoen
aan munitie via de Amerikaanse overheid aanbesteed. F-16's zijn
momenteel niet te koop. Daar zit dus momenteel een probleem. Ook in de
VS wordt dit type uitgefaseerd en dan zal het beschikbaar komen. Er zal
dan een poging worden gedaan om dat te doen, net als bij de vele F-16's
die al naar OekraĆÆne zijn gegaan.
De heer Paternotte vroeg naar de defensie-industrie en de OekraĆÆense
contracten. Nederland werkt in lijn met de motie-Paternotte/Boswijk
actief aan de investeringen in de OekraĆÆense defensie-industrie. Het
kabinet heeft reeds meer dan 1,4 miljard toegewezen en dat is work in
progress.
Mevrouw Dobbe en de heer Boswijk vroegen naar de bevroren tegoeden. Zij
gaven aan dat de discussie niet opschiet. Dat klopt. Tijdens de Europese
Raad wordt gesproken over de steun van de EU aan OekraĆÆne in brede zin.
Ongetwijfeld zullen dan ook de frozen assets aan de orde komen. Wij
roepen al langer op om dit serieus te onderzoeken. Laat ik het zo
zeggen: er zijn landen die een volstrekt andere opvatting hebben over de
juridische en financiƫle risico's van het gebruiken van de frozen
assets. Daarom merk ik in die hele discussie dat men buitengewoon
bezorgd is over wat dit zou kunnen betekenen voor de Europese
kapitaalmarkt. Maar de discussie is ongoing.
De voorzitter:
Ik zie dat de heer Boswijk wil interrumperen, maar ik wil voorstellen
dat de minister eerst dit blokje afrondt en dat we daarna de vragen
doen.
Minister Schoof:
Dan de reflectie op het uitbannen van de cultuur van Krim-Tataren door
Rusland. Sinds de illegale annexatie wordt deze cultuur systematisch
uitgebannen. Nederland heeft dit consequent veroordeeld en zal dat,
samen met onze EU-partners, blijven doen, onder meer in de
VN-Mensenrechtenraad en in de OVSE.
Dan was er nog een laatste vraag met betrekking tot OekraĆÆne. Die vraag
ging over een nauwere samenwerking tussen de havens van Odessa en
Rotterdam. Ik denk dat dit inderdaad in het belang van Odessa is, maar
dat dit ook voor Rotterdam interessant kan zijn. We zullen kijken hoe we
hier vorm aan kunnen geven. Als we spreken in termen van stimuleren, dan
zullen de havens dat uiteindelijk zelf moeten doen.
De voorzitter:
De heer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Ik heb een vraag over de frozen assets. Het is een onderwerp waar we
het, denk ik, al tweeƫnhalf jaar over hebben. Ik hoor de premier zeggen
dat dit "ongoing" is. Ik snap alle bezwaren of zorgen over de waarde van
de euro. Tegelijkertijd vind ik ook dat je een keer principieel moet
worden. Als jij oorlogsmisdaden begaat, dan zijn jouw euro's gewoon niet
veilig. Als we zien dat Poetin nu al voorsorteert op een situatie waarin
dit onderdeel wordt van een soort deal, dan kan dat toch niet de reden
zijn om niets te doen? We weten allemaal dat het grootste deel van het
geld in Belgiƫ geparkeerd staat. Kan deze premier het voortouw nemen om,
op een diplomatieke manier, alle ballen op Belgiƫ te richten? We zitten
continu geld te schrapen zodat OekraĆÆne zich kan blijven verdedigen.
Elke keer zijn we overgeleverd aan wat een congres in de VS doet. We
kunnen dat niet nog een keer laten gebeuren. Ik wil de premier oproepen
ā ik weet dat hij dat kan ā om hier iets minder diplomatiek in te zijn.
We hebben het hier al tweeƫnhalf jaar over. We zijn unaniem, op Forum
voor Democratie na geloof ik, en toch gebeurt het gewoon niet.
Minister Schoof:
We brengen het ook regelmatig op, maar ik moet ook oog hebben voor de
financiƫle risico's. We gebruiken de rente op de frozen assets volledig.
Er ontstaat een vrij ingewikkelde discussie over het afnemen van
eigendom. Belgiƫ is zeker geen voorstander. Maar als ik de heer De Wever
spreek, en daarvoor zijn voorganger, dan gaat het hier eigenlijk altijd
over. We kijken dan of er toch geen mogelijkheden zijn, of het niet
gedeeltelijk kan. Er wordt permanent aan gewerkt, maar het vereist ook
besluitvorming, en niet alleen van Nederland. Nederland zet zich
daarvoor in.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
O?
De voorzitter:
Ja.
De heer Boswijk (CDA):
Nou, okƩ. We gaan het toch doen. Het is niet juridisch ingewikkeld. Ik
heb al eerder met minister Veldkamp diverse voorbeelden aangehaald
waarbij in het verleden vaker bevroren bezittingen van staten of
dictators zijn gebruikt om slachtoffers of nabestaanden te compenseren.
Er is dus al een precedent waaruit blijkt dat het juridisch gewoon kan.
Het is overduidelijk dat Rusland oorlogsmisdaden pleegt. De schade die
inmiddels is toegebracht, is groter dan het bedrag aan bevroren
tegoeden. Het is dus geen juridisch ingewikkeld probleem. Het is vooral
een politiek ingewikkeld probleem. Dat komt omdat Belgiƫ bang is zijn
positie als trust fund van Europa kwijt te raken. Maar dat kan toch niet
de reden zijn dat we bloedgeld van Rusland gewoon laten staan in Belgiƫ,
omdat Belgiƫ het zo belangrijk vindt om mogelijk andere dubieuze klanten
niet kwijt te raken? Als we zeggen dat de Europese Unie een unie van
waarden is, dan kun je dit niet langer volhouden; dat geldt helemaal
voor Belgiƫ, waar de EU natuurlijk gehuisvest is.
Minister Schoof:
Het is niet alleen een politieke discussie. Het is ook echt een
economisch-juridische discussie. Als wij dit zouden doen, zijn er
economen die zich grote zorgen maken over wat dit betekent voor de
positie van de euro. Afgezien daarvan beschouw ik de opmerking van de
heer Boswijk als een stimulans om dit debat in de Europese Unie niet te
laten versloffen.
De voorzitter:
Gaat u verder met het vierde blokje.
Minister Schoof:
Voorzitter. Ik ga naar het blokje Europese veiligheid en defensie. Ik
zal echt proberen om er snel doorheen te gaan. De heer Boswijk
refereerde aan het oordeel van de Kamer over de motie-Eerdmans en de
eurobonds. Althans geen eurobonds, maar toch het omarmen van SAFE. We
hebben daar volgens mij al twee debatten over gevoerd. Dat zeg ik tegen
de heer Eerdmans en eigenlijk ook tegen de heer Boswijk. SAFE betreft
geen eurobonds. SAFE betreft leningen voor leningen, die individuele
staten aangaan en die ook moeten worden terugbetaald. Daarom zijn ze
zeer goed te combineren met de motie van de heer Eerdmans.
De heer Van Campen vraagt of wij mogelijkheden zien voor samenwerking
met partners van buiten de EU als het gaat om de Europese
defensie-industrie. Ja, het kabinet pleit in EU-verband juist voor
openheid van samenwerking met gelijkgezinde derdelanden op het gebied
van de defensie-industrie. Dat is een uitgangspunt. Het is inmiddels ook
rondom SAFE expliciet geregeld. Zo kunnen ook andere
kandidaat-lidstaten, zoals Albaniƫ, en potentiƫle kandidaat-lidstaten,
zoals Kosovo, daaraan deelnemen.
De heer Boswijk van het CDA merkte op dat lidstaten die het minst
uitgeven aan defensie ontbreken, maar dat Denemarken wel is aangesloten.
Hij vroeg welk signaal Nederland gaat afgeven met het oog op de
ontsnappingsclausule. Nederland heeft geen aanvraag voor activatie van
de ontsnappingsclausule ingediend. Ik heb daar gisteravond ook al iets
over gezegd, en ook al in eerdere debatten. De kernredenering is dat het
lijkt alsof je extra middelen krijgt, maar dat dit slechts tijdelijk is.
Uiteindelijk moet het geld weer worden terugbetaald. De hogere
defensie-uitgaven moeten na vier jaar gedekt worden binnen de nationale
begroting en leiden dus niet tot een hogere begrotingsopgave. We willen
geen rekening doorschuiven naar toekomstige generaties. Ongetwijfeld zal
daar in de formatie verder over worden gesproken.
Volgens mij kan ik dit allemaal overslaan en kan ik naar de andere
onderwerpen.
De voorzitter:
En met "de andere onderwerpen" bedoelt u �
Minister Schoof:
Dat is een verzamelingetje van dingen die allemaal ā¦
De voorzitter:
Het blokje "overig"?
Minister Schoof:
Ja.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Minister Schoof:
Ik heb geleerd dat ik dit altijd "de andere belangrijkste onderwerpen"
moet noemen.
De heer Klaver vroeg hoe we ervoor zorgen dat we het level playing field
behouden als de commissie-Kettingzaag, zoals hij die noemde, aan het
werk gaat. De commissie noemt het "simplify". De simplify-beweging
steunen wij van harte, want er moet echt iets gaan gebeuren aan de
regeldruk. De Nederlandse inzet is bij uitstek gericht op behoud van het
level playing field. Anders krijgen we, voordat we het weten, weer te
maken met allerlei nationale maatregelen. Dus: Europese maatregelen,
maar met minder regeldruk, zodat het level playing field behouden
blijft.
Gaat de minister-president sancties tegen het ICC veroordelen? Het
kabinet keurt de VS-sancties tegen het Hof af. Daar zijn we duidelijk in
geweest. Onafhankelijk internationale hoven en tribunalen moeten hun
werk ongehinderd kunnen doen. Het kabinet staat volledig achter het
ICC.
Mevrouw Dobbe vroeg wat Nederland doet in zijn leidende rol wat betreft
de humanitaire situatie in Sudan. Nederland zet erop in om Sudan op de
Europese agenda te krijgen en te houden. Dat doen we via verschillende
kanalen voor en achter de schermen. Bij de Raad Buitenlandse Zaken
Ontwikkeling in mei heeft Nederland de zorgen over Sudan onder de
aandacht gebracht en bij de Raad Buitenlandse Zaken in april ook. De
situatie in Sudan staat nu niet op de agenda, maar als het mogelijk is,
ben ik graag bereid om dat te doen.
De heer Ceder vroeg naar de christenvervolging in Nigeria. Er is
inderdaad verschrikkelijk geweld in de Middle Belt van Nigeria. Naast
religieuze en etnische spanningen spelen ook diepgewortelde
sociaaleconomische grondoorzaken, zoals armoede, landconflicten en
zwakke overheidsstructuren, een rol. Nederland zet zich zowel bilateraal
als multilateraal in voor het tegengaan van religieus geweld, waaronder
in Nigeria. In EU-verband zijn de zorgen recent overgebracht aan de
Nigeriaanse autoriteiten.
De heer Paternotte vroeg: als de minister-president in China is, noemt
hij dan ook de cyberaanval? De bedoeling is wel dat ik een keer naar
China ga, maar ik heb geen idee of dat dit jaar nog lukt. Maar zeker
niet deze zomer, voor zover ik mijn reisagenda op dit moment ken.
Overigens heeft de minister van Buitenlandse Zaken dit bij zijn bezoek
aan China al gedaan. Als ik er ben, zal ik dit punt zeker onder de
aandacht brengen.
Dan was er de vraag of ik kan toezeggen dat Nederland een
voortrekkersrol kan vervullen bij het EU-handelsverdrag met India. Dat
EU-handelsverdrag zou voor Nederland weleens heel belangrijk kunnen
zijn. Het past ook in het streven van wat in EU-termen "diversify" wordt
genoemd, dus ervoor zorgen dat we meer van dit soort handelscontracten
krijgen. Het is natuurlijk een enorme markt. President Modi zou naar
Nederland komen, maar in verband met de ongeregeldheden en het conflict
met Pakistan is dat toen uitgesteld. Op dit moment wordt actief gezocht
naar een nieuw moment op korte termijn. Dat zou weleens op heel korte
termijn kunnen zijn. Dan vormt dit een van de belangrijke onderwerpen
van gesprek.
Dan vroeg de heer ⦠Ik hoop dat het de heer Van Dijk is. Hij zei:
Azerbeidzjan houdt het vredesverdrag af. Is de mp bereid in EU-verband
te pleiten voor het uitoefenen van meer druk? Armeniƫ en Azerbeidzjan
bereikten op 13 maart bilaterale overeenstemming. Azerbeidzjan heeft
echter herhaald dat er twee voorwaarden zijn voordat tot ondertekening
overgegaan kan worden: aanpassing van de Armeense grondwet en opheffing
van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Nederland
en de Europese Unie blijven beide partijen oproepen om over te gaan tot
ondertekening. Hierbij zijn beide landen constructief en behulpzaam. Bij
de Europese Politieke Gemeenschap in Tirana op 15 mei sprak ik nog met
premier Pashinyan en spraken Costa en Von der Leyen ook met president
Aliyev. Nederland verwelkomt de verbeterde relatie en hoopt dat dit
verdrag er spoedig komt.
De voorzitter:
De vraag was van de heer Boswijk. Ik heb even goed naar de signalen in
de Kamer gekeken.
Minister Schoof:
Dank. Heel fijn. Op mijn blaadje klopte het CDA wel, maar de naam niet.
Toen dacht ik: wat is het dan? Maar het antwoord is gegeven. Dat is in
ieder geval belangrijk.
De heer Van Dijk gaf aan dat Nederland fors achterloopt bij de
voorbereiding van het Migratiepact. De implementatie van het Europese
Migratiepact is een grote en uitdagende operatie. Ik ben overigens blij
met de voortgangsrapportage. Nederland ligt op schema om het pact in
juni 2026 in werking te laten treden. De Commissie benoemt dat ook in
het rapport. Ze noemen alleen een specifiek aandachtspunt voor
Nederland. Dat betreft de opvangcapaciteit. Dat is niet nieuw, zoals u
weet.
De heer Oostenbrink vroeg of het kabinet de EU kan oproepen om
doortastend op te treden in het asiel- en migratiedossier. Dat doen wij
eigenlijk permanent. Nederland heeft vanaf het begin gepleit voor een
snelle en goede implementatie. Zoals u weet, vormen wij met premier
Meloni en premier Frederiksen van Denemarken met z'n drieƫn een vrij
actief man-vrouwschap om ervoor te zorgen dat we de migratie elke keer
een stapje vooruitbrengen in de agenda van de EU. Daar zijn we volgens
mij buitengewoon succesvol in, zeker met de huidige Commissie.
De heer Kahraman vroeg hoe het zat met de aanleg van strategische
voorraden. Dat zien we als een cruciaal onderdeel van de nationale
veiligheid. Nederland kijkt uit naar de stockpiling strategie die in
juli van de Commissie wordt verwacht en zal de Kamer daarna informeren
over de stappen die Nederland gaat zetten.
De heer Oostenbrink vroeg ook nog wat de minister-president van plan is
om te gaan doen om de onvrede over de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit
naar voren te brengen. Lidstaten zijn zelf verantwoordelijk om erop toe
te zien dat het geld correct wordt besteed. De Commissie controleert
dit. Als het niet in orde is, ontvangen de lidstaten geen geld meer.
Belangrijk is overigens dat er lessen uit die faciliteit worden
getrokken, bijvoorbeeld voor eventuele toekomstige instrumenten die
gericht zijn op prestatiegebonden financiering. Rapporten van de
Rekenkamer helpen daarbij.
De heer Oostenbrink vroeg ook naar een gedetailleerd uitgewerkt
terugbetalingsplan van de leningen, de NextGenerationEU als ik het goed
begrepen heb. De leningen die de Unie is aangegaan om subsidies uit de
Herstel- en Veerkrachtfaciliteit te financieren worden uit de
EU-begroting afgelost. Dat zal dus onderdeel zijn van de
onderhandelingen voor het volgende Meerjarig Financieel Kader.
Voorzitter. Daarmee heb ik in ieder geval geprobeerd de vragen zo goed
mogelijk te beantwoorden.
De voorzitter:
Daar dank ik u voor. Mevrouw Dobbe heeft haar laatste interruptie. Gaat
uw gang.
Mevrouw Dobbe (SP):
Als de minister-president Sudan bespreekt op de Europese top, dan horen
wij graag hoe dat is gegaan. Ik begon de vraag in mijn betoog met de
voorpagina van Trouw van een aantal weken geleden. Zij hadden een zwarte
voorpagina. Daarop had een foto van Sudan moeten staan, maar die was er
niet, omdat journalisten en de onafhankelijke journalistiek in Sudan
enorm onder druk staan. Journalisten worden vermoord, geĆÆntimideerd,
bedreigd en het land uit gejaagd. Mijn vraag is heel specifiek: wat kan
en gaat de minister-president doen om deze journalisten te ondersteunen,
zodat ze hun werk kunnen blijven doen en zodat ze beschermd blijven,
bijvoorbeeld via het Sudan Media Forum, waarin onafhankelijke
journalisten zich hebben verenigd? Is de minister-president bereid om
vanuit Nederland steun aan de journalisten toe te zeggen, dat ook te
bepleiten binnen de Europese Unie, en in ieder geval meer te doen voor
die journalisten, zodat ze niet allemaal doodgaan?
Minister Schoof:
Ik denk dat de vrije pers superbelangrijk is. Voor de vrije pers in
Sudan geldt dat net zo hard, evenals voor de bescherming van de pers. Ik
ken de initiatieven waarover u het heeft niet, maar ik ben zonder meer
bereid om dit welwillend door te geven aan de minister die daarover
gaat, de minister van Buitenlandse Zaken, die volgens mij ook
ontwikkelingshulp in zijn portefeuille heeft. Het zou goed zijn als hij
morgen antwoord geeft op uw specifieke vraag. De minister weet
ongetwijfeld precies welke organisatie u bedoelt en hoe we daarmee
kunnen omgaan.
De voorzitter:
Dank voor de beantwoording. Ik stel voor dat we met gezwinde spoed
verdergaan met de tweede termijn. Het woord is aan de heer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dank. Ik ben blij dat de minister-president heeft aangegeven
dat het oordeel op de motie die we eerder hebben ingediend, is veranderd
naar oordeel Kamer. Daarmee zullen wij de motie ook aanmelden voor de
stemmingen van morgen, omdat het ook verband houdt met de Raad Algemene
Zaken die, als ik het goed heb, maandag zal plaatsvinden.
Ik heb de volgende motie, de motie "trek de rode lijn".
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Raad Buitenlandse Zaken en de Europese Raad zich
deze week buigen over de situatie in het Midden-Oosten;
overwegende dat alleen directe druk op Israƫl een staakt-het-vuren in
Gaza en de vrije en veilige toegang voor humanitaire hulp aan de
Palestijnse bevolking mogelijk kunnen maken;
overwegende dat een grote meerderheid in Nederland wil dat het geweld en
het ondraaglijke leed van Palestijnse burgers stopt, zoals ook blijkt
uit de twee rodelijndemonstraties ā de grootste van deze eeuw ā tegen de
oorlog in Gaza en het kabinetsbeleid tegenover Israƫl;
verzoekt het kabinet om in de EU te pleiten om het EU-associatieverdrag
met Israƫl op te schorten, sancties in te stellen tegen Israƫlische
ministers en militairen die aantoonbaar verantwoordelijk zijn voor
mensenrechtenschendingen, het Internationaal Strafhof en het
Internationaal Gerechtshof te ondersteunen bij de documentatie van en
vervolging voor oorlogsmisdaden, en handel met illegale nederzettingen
te verbieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver, Piri, Paternotte,
Boswijk, Dobbe, Van Baarle, Teunissen en Dassen.
Zij krijgt nr. 2250 (21501-20).
Dank u wel. Dan geef ik nu graag ā¦
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb nog 30 seconden.
De voorzitter:
O, excuus. Meneer Klaver, gebruikt u alle tijd nog op het klokje.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, dat zal ik doen. De minister-president gaf aan dat we het
morgen bij de RBZ kunnen hebben over de inzet van Nederland. Maar er is
natuurlijk gewoon een onderhandelingsinzet voor Nederland. Onze
diplomaten hebben een onderhandelingsinzet. Ik zou graag de toezegging
van de minister-president willen dat we weten wat de inzet van Nederland
is als er een uitkomst uit de onderzoeken is. Ik begrijp het als hij
zegt dat we er samen gaan proberen uit te komen. Maar wat is die inzet?
Deze informatie is er. De Kamer moet ook op de hoogte worden gesteld van
wat Nederland dan gaat doen. Op dit punt weten we het niet en we zouden
dat graag horen.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Dobbe, gaat uw gang.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de waarheid altijd het eerste slachtoffer is van
oorlog;
constaterende dat de vreselijke gevolgen van de oorlog in Sudan door
moorden en repressie tegen journalisten onzichtbaar worden;
constaterende dat onafhankelijke media als het Sudan Media Forum (SMF)
zich met gevaar voor eigen leven inzetten om verslag te doen van deze
oorlog en humanitaire ramp;
overwegende dat Trump USAID abrupt heeft opgeheven, waardoor de
journalistiek in Sudan, zoals het SMF, grote delen van haar financiering
is verloren in deze kritieke tijd;
spreekt uit dat onafhankelijke journalistiek van levensbelang is;
verzoekt de regering directe steun te vergroten, financieel en
anderszins, aan journalisten voor hun werk in Sudan, en breder binnen de
EU te pleiten voor verdere inzet voor de onafhankelijke journalistiek in
Sudan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Dassen, Boswijk,
Teunissen en Van Baarle.
Zij krijgt nr. 2251 (21501-20).
Mevrouw Dobbe (SP):
Laten we Sudan dus vooral niet vergeten. Ik ben wel een beetje
geschrokken van dit debat, over hoe makkelijk het internationaal recht
als een soort mening wordt weggezet. Dat zijn niet de letterlijke
woorden die gebruikt zijn, maar dat is wel de uitkomt als het gaat over
wie er bepaalt of er geweld mag worden gebruikt tussen landen. De
VN-Veiligheidsraad wordt door deze minister-president gewoon
opzijgeschoven als het gaat over besluiten om oorlogen legaal of
illegaal te starten. Dat kan niet. Dat holt het internationaal recht, de
internationale rechtsorde en ook de Verenigde Naties uit. Ik vind dat
heel zorgelijk. Ik vind het ook heel erg dat deze minister-president
daar zo makkelijk over doet.
Ik heb nog ƩƩn slotvraag voor de minister-president. We hebben het
Genocideverdrag ondertekend. Dat is niet alleen een morele verplichting,
maar ook een juridische verplichting. Wanneer ontstaat er volgens de
minister-president medeplichtigheid en nalatigheid bij de landen die het
Genocideverdrag hebben ondertekend?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Dassen, gaat uw gang.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Dank aan de minister-president voor de beantwoording.
Ik heb ƩƩn motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Internationaal Atoomenergieagentschap, IAEA, tot
dįŗ¹ zorgelijke conclusie is gekomen dat Iran zich niet houdt aan de
afspraken onder het non-proliferatieverdrag;
constaterende dat Israƫl echter geen bewijs heeft geleverd van een
imminente nucleaire dreiging vanuit Iran, waarmee de Israƫlische aanval
op Iran een flagrante schending is van het internationaal recht;
overwegende dat de Israƫlische aanval op Iran verdere escalatie van de
spanningen in het Midden-Oosten tot gevolg zal hebben, met grote
gevolgen voor de veiligheid van zowel de Israƫlische bevolking als de
Iraanse bevolking als wel de rest van de wereld;
verzoekt de regering de schending van het non-proliferatieverdrag door
Iran te veroordelen;
verzoekt de regering de Israƫlische aanval op Iran te veroordelen;
verzoekt de regering zowel in bilateraal als in Europees verband de druk
op beide landen te maximaliseren om tot de-escalatie te komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.
Zij krijgt nr. 2252 (21501-20).
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Ik had ƩƩn simpele vraag. Ik heb daar nog steeds geen
antwoord op gekregen. Ik zal het antwoord ook in de beantwoording van de
Kamervragen krijgen, maar ik zou graag een duidelijke "ja" of "nee" van
de minister-president horen. Is hij van mening dat er een reƫle dreiging
is dat er op dit moment een genocide plaatsvindt in Gaza? Ja of nee?
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Ceder, gaat uw gang.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er nog altijd Nederlandse staatsburgers in Israƫl en
Iran verblijven;
overwegende dat andere EU-lidstaten reeds voorbereidingen treffen of
actief bezig zijn met de repatriƫring van hun staatsburgers;
verzoekt de regering om in samenwerking met andere EU-lidstaten, de
ambassades en relevante internationale partners voorbereidingen te
treffen voor een veilige en tijdige repatriƫring van Nederlandse
staatsburgers uit Israƫl en Iran, indien de situatie daar verdere
verslechtering laat zien,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder en Paternotte.
Zij krijgt nr. 2253 (21501-20).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat christelijke gemeenschappen in Nigeria al jarenlang
het doelwit zijn van gewelddadige aanvallen door gewapende groeperingen,
waaronder Boko Haram, ISWAP, Fulani-herders en extremistische
milities;
constaterende dat hierbij duizenden mensen zijn omgekomen, kerken zijn
vernietigd, hele dorpen zijn ontvolkt en er nauwelijks actie en
bescherming lijkt te zijn;
overwegende dat Nederland binnen de EU kan pleiten voor een gezamenlijk
optreden tegen religieus gemotiveerd geweld en ter bevordering van
mensenrechten en de rechtsstaat in Nigeria;
verzoekt de regering:
om bij de aankomende Raad te pleiten voor een gezamenlijke en duidelijke veroordeling van het aanhoudende geweld in Nigeria, waaronder dat tegen christenen;
om zich in te zetten voor gerichte EU-maatregelen ter ondersteuning van religieuze minderheden, waaronder diplomatieke druk, veiligheidsmaatregelen en humanitaire hulp aan getroffen gemeenschappen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder, Diederik van Dijk en
Boswijk.
Zij krijgt nr. 2254 (21501-20).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Internationaal Atoomenergieagentschap, IAEA,
recent opnieuw zorgen heeft uitgesproken over het feit dat Iran zich
niet houdt aan afspraken over nucleaire transparantie en
inspectietoegang, en dat het land uranium verrijkt tot ver boven het
civiel noodzakelijke niveau;
overwegende dat het uitgangspunt van zowel Nederland als de Europese
Unie is dat Iran nooit een kernwapen mag krijgen;
constaterende dat de Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC) een
sleutelrol speelt in de regionale destabilisatie, maar een aantal landen
zich nog terughoudend heeft opgesteld om de IRGC op de EU-terreurlijst
te plaatsen;
verzoekt de regering:
zich tijdens de aankomende Europese Raad in te zetten voor een gezamenlijke Europese verklaring waarin ondubbelzinnig wordt uitgesproken dat Iran onder geen beding een kernwapen mag en kan ontwikkelen en zich moet houden aan zijn verplichtingen onder het non-proliferatieregime;
zich ervoor in te blijven zetten dat de Europese Unie de IRGC nu echt toevoegt aan de EU-lijst van terroristische organisaties,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder en Van Campen.
Zij krijgt nr. 2255 (21501-20).
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Israƫl gesteund moet worden tegen het Iraanse regime en
diens proxy's;
overwegende dat een staakt-het-vuren met Hamas nodig is voor de
vrijlating van gijzelaars en humanitaire hulp aan Gaza;
overwegende dat sommige Israƫlische regeringsfunctionarissen oproepen
tot uitbreiding van illegale nederzettingen en etnische zuivering;
overwegende dat persoonsgerichte sancties effectiever kunnen zijn dan
collectieve maatregelen en dat internationaal isolement van Israƫl moet
worden voorkomen;
verzoekt de regering om in EU-verband persoonsgerichte sancties te
overwegen tegen Israƫlische functionarissen die dergelijke uitspraken
doen, in lijn met landen als Canada, het VK en Noorwegen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Campen en Boswijk.
Zij krijgt nr. 2256 (21501-20).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in Europa verschillend is gereageerd op de escalatie in
het conflict tussen Israƫl en Iran;
overwegende dat Israƫl te maken heeft met een existentiƫle dreiging
vanuit het Iraanse regime, zeker als dat een kernwapen bemachtigt;
overwegende dat de Duitse bondskanselier Merz heeft gesteld dat Israƫl
het vuile werk voor het Westen opknapt en dat Israƫl recht heeft op
zelfverdediging;
verzoekt de regering aansluiting te zoeken bij de lijn van
bondskanselier Merz,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Campen en Eerdmans.
Zij krijgt nr. 2257 (21501-20).
Dank u wel. Gaat uw gang, meneer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Unie recent een nieuwe EU-havenstrategie
heeft aangenomen;
overwegende dat grote Europese havens zoals de Rotterdamse haven niet
langer alleen logistieke knooppunten zijn, maar van steeds groter
strategisch belang zijn voor de Europese veiligheid;
overwegende dat de haven van Odessa als grootste haven in de Zwarte Zee
beschikt over waardevolle ervaring op het gebied van operationele
weerbaarheid en het functioneren onder oorlogs- en
crisissituaties;
overwegende dat een strategisch partnerschap tussen beide havens kan
bijdragen aan wederzijdse versterking op het gebied van veiligheid,
innovatie en logistieke samenwerking;
verzoekt de regering een verkenning te doen naar een strategisch
partnerschap tussen de haven van Rotterdam en de haven van Odessa, en de
Kamer hierover voor het einde van het jaar te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Boswijk, Van Campen, Paternotte,
Dassen, Diederik van Dijk, Ceder en Eerdmans.
Zij krijgt nr. 2258 (21501-20).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat diverse landen de massadeportatie van Krim-Tataren in
1944 door de Sovjetunie hebben erkend als genocide;
constaterende dat sinds de illegale bezetting van de Krim in 2014 vele
Krim-Tataren door Rusland zonder aanleiding gevangengezet of gemarteld
zijn, of zijn verdwenen;
van mening dat Rusland hiermee het beleid van genocide tegen de
Krim-Tataren zeer waarschijnlijk een vervolg heeft gegeven;
spreekt uit de massadeportatie van Krim-Tataren in 1944 naar hedendaagse
maatstaven te erkennen en te veroordelen als genocide;
verzoekt de regering bij EU-lidstaten na te gaan of en hoe gelijktijdig
met deze landen overgegaan kan worden tot erkenning van de genocide in
1944 op de Krim-Tataren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Boswijk, Paternotte, Van der
Burg, Dassen, Ceder, Klaver, Teunissen, Dobbe en Eerdmans.
Zij krijgt nr. 2259 (21501-20).
Dank u wel. De heer Kahraman maakt geen gebruik van zijn tweede
termijn en daarom is het woord aan de heer Van Baarle.
Gaat uw gang, meneer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Israƫl met een grootschalige aanval en het opblazen
van de onderhandelaar een diplomatieke oplossing met Iran letterlijk
heeft opgeblazen;
verzoekt de regering Israƫl op geen enkele wijze te helpen of bij te
staan in de oorlog met Iran,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle en Dobbe.
Zij krijgt nr. 2260 (21501-20).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat zonder aantoonbare aanleiding Israƫl een grootschalige
aanval heeft uitgevoerd op Iran, met vele burgerdoden als gevolg;
verzoekt de regering om de Israƫlische aanval op Iran te veroordelen als
een schending van het internationaal recht,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle en Teunissen.
Zij krijgt nr. 2261 (21501-20).
De heer Van Baarle (DENK):
Tot slot, voorzitter. Ik kan me zelf gewoon echt niet voorstellen, daags
voor al die grote Europese vergaderingen, dat de minister-president hier
aangeeft dat er ook onderhandelingen zijn en dat de minister-president
niks kan zeggen over wat de inzet van Nederland wordt als de conclusie
van het onderzoek luidt ā en dat wordt de conclusie ā dat IsraĆ«l artikel
2 van het associatieverdrag schendt. Ik vraag de minister-president om
straks in tweede termijn gewoon helderheid te geven over de scenario's
die er liggen. En als dat niet kan, doe ik nogmaals het verzoek om de
Kamer daarover voor het debat van morgen een brief te sturen.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Eerdmans, gaat uw gang.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Commissie een klimaatdoel van 90%
uitstootreductie in 2040 voorstelt;
overwegende dat dit leidt tot honderden miljarden aan kosten per jaar,
vooral voor lage en middeninkomens;
verzoekt het kabinet zich in Brussel te verzetten tegen deze
doelstellingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 2262 (21501-20).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de aanhoudende migratiedruk vraagt om fundamentele
veranderingen in het Europees asielbeleid;
overwegende dat het verplaatsen van asielprocedures naar veilige derde
landen buiten de EU essentieel is om de aanzuigende werking te
doorbreken;
overwegende dat landen als Italiƫ hierin stappen zetten, maar worden
beperkt door bestaande Europese regelgeving;
verzoekt het kabinet om zich in Europees verband in te zetten voor
juridische en politieke ruimte om asielprocedures buiten de EU te kunnen
afhandelen, en allianties te smeden met gelijkgestemde lidstaten die dit
ook willen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 2263 (21501-20).
De heer Eerdmans (JA21):
De laatste.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een akkoord is bereikt over de toetreding van de EU
tot het EVRM;
overwegende dat deze toetreding leidt tot extra procedures, rechtszaken,
jurisprudentie en nog meer rechten voor asielzoekers;
overwegende dat er een unanieme ratificatie is vereist en dat een
lidstaat ratificatie kan voorkomen;
verzoekt het kabinet zich te verzetten tegen toetreding van de EU tot
het EVRM,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 2264 (21501-20).
Dank u wel. De heer Van Dijk. Gaat uw gang.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Opnieuw draaide het debat grotendeels om Israƫl.
Het enige landje ter wereld waar Joden relatief veilig zijn. Het land
waar 2 miljoen Arabieren wonen die rechter zijn, parlementariƫr, of
soldaat in de IDF, die voluit hun godsdienst kunnen belijden, waar de
pers nog kritischer is op Netanyahu dan de NRC in Nederland. Het is een
land dat een existentiƫle strijd voert in een regio met landen en
terreurbewegingen die pas zullen rusten als het hele Midden-Oosten
Judenstaatrein is. Kritiek hebben op de Israƫlische regering mag, maar
als deze achtergrond ā de grenzen van IsraĆ«l zijn per definitie
Auschwitz-grenzen ā niet wordt erkend, is de kritiek al heel gauw
uiterst kil en onbarmhartig.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Teunissen. Gaat uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u, voorzitter. Het is in dit debat pijnlijk duidelijk geworden dat
het kabinet geen rode lijn trekt. Dat is wel waar die 150.000 mensen om
hebben gevraagd. Ik vind het ook pijnlijk om te zien dat de toon van de
premier, en natuurlijk de maatregelen die hij wil treffen, heel anders
zijn dan wanneer het gaat over OekraĆÆne of wanneer het zou gaan over het
Europese continent. Maar dit gaat over Palestijnen, en dan is de
opstelling van de premier pijnlijk, verdrietig en tenenkrommend. Daarom
steunt de Partij voor de Dieren de rodelijnmotie die oproept tot meer
maatregelen. Ik hoop ook dat de Kamer daarmee gaat bijsturen. Ik ben ook
heel benieuwd naar het antwoord op de vraag die ook mevrouw Dobbe stelt,
dus daar sluit ik me bij aan: wat betekent het nou ā want zo
langzamerhand wordt Nederland medeplichtig aan genocide ā als we geen
effectieve maatregelen treffen? Graag een reactie van de premier
daarop.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dit was de laatste spreker van de Kamer in deze tweede
termijn. De minister-president heeft aangegeven ruim vijf minuten nodig
te hebben voor de appreciatie. Ik schors tot 0.30 uur. Als iedereen
eerder terug is, beginnen we eerder.
De vergadering wordt van 0.22 uur tot 0.33 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over de over de
Europese top van 26 en 27 juni 2025. Wij zijn toegekomen aan de
appreciaties van de ingediende moties en volgens mij zijn er nog enkele
vragen gesteld. Gaat uw gang.
Minister Schoof:
Dat klopt, voorzitter. Ik begin bij de vraag van de heer Klaver, waar de
heer Van Baarle zich bij aansloot, over de Nederlandse inzet bij de
uitkomst van de evaluatie van artikel 2. Ik loop echt niet vooruit op de
uitkomsten van het onderzoek en verwijs overigens echt naar het
Kamerdebat van morgen, waarin de minister er uitgebreid op in zal gaan.
In die zin zou ik u willen adviseren om niet aan de minister een brief
te vragen.
Dan de vraag van mevrouw Dobbe, de heer Dassen ā¦
De voorzitter:
Ik ga u heel kort ontbreken. Een heel korte vraag. Meneer Klaver, gaat
uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Zeker. Iets korts, zonder inleiding. Gaat de minister van Buitenlandse
Zaken dan morgen aangeven wat de inzet is?
Minister Schoof:
Dat ga ik hem vragen en dat zal hij ongetwijfeld doen. Dan kan u met hem
daar een debat over hebben.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Minister Schoof:
Dan de vraag van mevrouw Dobbe en de heer Dassen, waarbij mevrouw
Teunissen zich aansloot. De heer Dassen vroeg of Nederland het risico
ziet ten aanzien van genocide en vroeg of ik een "ja of nee"-antwoord
wilde geven. Het antwoord is ja, en dat is ook waarom Nederland de
maatregelen neemt die het neemt.
Dan ga ik naar de moties, mevrouw de voorzitter.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, heeft u dezelfde vraag als de heer Klaver?
De heer Van Baarle (DENK):
Nee, het is een andere vraag. Mijn vraag is: is er al een Nederlandse
kabinetsinzet?
Minister Schoof:
Daar zal de minister van Buitenlandse Zaken morgen echt op ingaan.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe, heel kort.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik had nog een andere vraag gesteld, namelijk wanneer er volgens deze
minister-president binnen het Genocideverdrag medeplichtigheid of
nalatigheid ontstaat van de landen die bij het Genocideverdrag zijn
aangesloten. Dat vraag ik natuurlijk omdat ik benieuwd ben of wij nu
nalatig zijn als Nederland en daar ook weer medeplichtig van worden.
Minister Schoof:
Naar het oordeel van de regering doen wij datgene wat wij moeten doen,
omdat we het risico zien. Dat zei ik ook naar aanleiding van de vraag
van de heer Dassen. Dat betekent dat wij ervan uitgaan dat ons geen
medeplichtigheid of nalatigheid kan worden verweten.
De voorzitter:
Gaat u starten met de appreciatie van de moties alstublieft.
Minister Schoof:
De heer Klaver, de "trek de rode lijn"-motie, de motie op stuk nr. 2250.
Die ontraad ik, omdat die toch vooruitloopt op de artikel 2-review.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2250 krijgt de appreciatie ontraden.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2251 van mevrouw Dobbe over Sudan is een
sympathieke motie, maar ik zou de indienster willen vragen om 'm aan te
houden en morgen eerst het gesprek daarover met de minister van
Buitenlandse Zaken te voeren.
De voorzitter:
Daar gaat mevrouw Dobbe zelf over. Ik kijk haar even aan. Mevrouw Dobbe
schudt nee.
Minister Schoof:
Dan is de motie ontijdig, voorzitter.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2251 krijgt het oordeel ontijdig. Dan de motie op
stuk nr. 2252.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2252 over de-escalatie wat betreft Israƫl-Iran van
de heer Dassen: ontraden, conform het debat.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2252 krijgt het oordeel ontraden.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2253 over consulair Midden-Oosten: oordeel Kamer,
wel met de kanttekening dat evacuatie nu niet aan de orde is.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2253 krijgt oordeel Kamer.
Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2254 van de heer Ceder over christenen in
Nigeria: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2254 krijgt oordeel Kamer.
Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2255, ook van de heer Ceder, over kernwapens en
Iran: ook oordeel Kamer, inclusief de IRGC.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2255 krijgt oordeel Kamer.
Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2256 van de heer Van Campen over sancties tegen
Israƫlische functionarissen: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2256 krijgt oordeel Kamer.
Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2257 van Van Campen over de lijn-Merz:
ontraden, onder verwijzing naar het debat. Wij hebben een wat andere
lijn.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2257 wordt ontraden.
Minister Schoof:
Dan de motie van de heer Boswijk op stuk nr. 2258 over de
havensamenwerking met Odessa. Wat mij betreft op dit moment ontijdig. Ik
geef 'm door aan de nieuwe minister van IenW, met een constructief
advies van mij aan de minister van IenW. Dan zal de minister van IenW
vervolgens ongetwijfeld met een brief op de motie reageren.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2258 krijgt het oordeel ontijdig.
Minister Schoof:
Ja.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Boswijk. Dan moet u heel hard rennen.
De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Ik zou zeggen dat het land niet kan wachten, dus ik ga 'm
toch morgen gewoon in stemming brengen. Ik heb het zelf al gesondeerd
bij zowel Odessa als de haven van Rotterdam. Die staan hier echt op te
wachten. Ik vertrouw erop dat deze minister integraal kan werken, dus ik
zou zeggen: geef 'm oordeel Kamer.
Minister Schoof:
Ik zeg toch "ontijdig", ook omdat ik niet zo snel contact heb kunnen
opnemen met de minister van IenW.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2258 krijgt de appreciatie "ontijdig". De motie op
stuk nr. 2259.
Minister Schoof:
Ik heb mij hier in debatten positief over uitgelaten. Daarom gebruikte
ik het woord "constructief". De motie op stuk nr. 2259 van de heer
Boswijk over Krim-Tataren: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2259 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr.
2260.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2260 van de heer Van Baarle met het verzoek om
Israƫl op geen enkele wijze te helpen: ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2260 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 2261.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2261, ook van de heer Van Baarle, met het verzoek
om de Israƫlische aanval op Iran te veroordelen: ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2261 wordt ontraden.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2262 van de heer Eerdmans met betrekking tot de
twee 2040-klimaatdoelen: ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2262 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 2263.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2263 met betrekking tot de asielprocedure: oordeel
Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2263 krijgt de appreciatie: oordeel Kamer.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2264 van de heer Eerdmans over toetreding van de
Europese Unie tot het EVRM: ontraden, want de motie gaat in tegen staand
kabinetsbeleid.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2264 wordt ontraden.
Dan dank ik de minister-president voor de appreciaties. Ik zie dat er
nog ƩƩn korte vraag is van de heer Klaver. Gaat uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
De minister was kort en bondig. Dat mag op dit tijdstip ook, maar hij
geeft aan dat de motie ontijdig is. Als we nou in de motie opnemen dat
ā¦
De voorzitter:
Over welke motie gaat dit, meneer Klaver?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb ƩƩn motie ingediend. Dat is dus de motie op stuk nr. 2250.
De voorzitter:
Die kreeg de appreciatie "ontraden". U zegt zelf "ontijdig".
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
O, sorry. Ontraden zelfs, nog "beter". De minister doet dat met het
argument dat we moeten wachten tot de uitkomsten van het onderzoek.
Minister Schoof:
Ja.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Als we daar nou in zetten "als uit het onderzoek blijkt dat de
voorwaarden van het associatieverdrag zijn geschonden", is het bezwaar
volgens mij weggenomen. Dan zou de motie oordeel Kamer kunnen krijgen.
Laten we kijken of we nog iets constructiefs kunnen bereiken met
elkaar.
Minister Schoof:
Nee, daar kan ik toch niet mee instemmen. Dat loopt toch echt vooruit op
de discussie die nog moet plaatsvinden in de Raad van Ministers van
Buitenlandse Zaken, omdat in de motie heel veel vervolgmaatregelen staan
waarover het gesprek echt nog moet plaatsvinden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2250 blijft de appreciatie "ontraden" houden.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Morgen gaan wij stemmen over alle ingediende moties. Ik wil alle
Kamerleden bedanken voor hun bijdrage en de minister-president voor zijn
aanwezigheid en de beantwoording van alle vragen. Ik wil de
ondersteuning ontzettend bedanken omdat de avond weer zo vlekkeloos
verlopen is. Ik wens iedereen een veilige terugreis, een goede
nachtrust. Morgen gezond weer op.